Je beste advies!

... en het geldt ook voor jezelf


‘En dan houd je op je website een blog bij,’ adviseer ik mijn webtekstklanten altijd. ‘Dat is handig, want dat houdt je site levendig en daardoor blijf je lekker hoog in de zoekresultaten staan bij Google.’
Dat is een uitstekende tip, anders zou ik het echt niet zeggen. Zelf hield ik mijn blog daarentegen jarenlang enthousiast bij, in een heel andere wijk van het internet dan waar m’n site stond. ‘Dan hou ik die zakelijk en kan ik op m’n blog veel meer spelen met woorden,’ dacht ik toen. Inmiddels is spelen een belangrijk onderdeel van mijn leven en werken geworden. Hopla, integreren dus.

Het beste advies in 5 stappen

Trouwens: aan de reacties op Facebook te merken ben ik niet de enige die d’r beste adviezen zelf vergeet uit te voeren. Daarom een slimme tip om 2013 goed te beginnen.
Wat was jouw beste advies aan anderen de laatste tijd?
1- Schrijf op een los papiertje de naam van degene aan wie je dat advies geeft.
2- Schrijf je advies aan die persoon daar onder uit.
3- Vouw vervolgens de naam van die ander weg en schrijf er je eigen naam boven.
4- Lees dit geweldige advies aan jezelf aandachtig door.
5- Voer het uit.

Dweilen voor het feest

Win een boek met een huisvrouwenspreekwoord


Verzin en win!
Voor spreekwoorden en gezegden die uit de scheepvaart komen kun je echt alle zeilen bijzetten.
Een oogje in het zeil houden, katten, roeien met de riemen die je hebt, het komt allemaal uit de stoere mannenwereld van zeebonken, lichtmatrozen en scheepsmaatjes.
Maar wat deden de vrouwen eigenlijk, terwijl al die spreekwoorden en gezegden op zee bedacht werden?
Zij dweilden de vloer, deden de was, streken, verstelden, wasten af en lapten ruiten.
Om een of andere bizarre reden zijn veel spreekwoorden en gezegden die daaruit voortkwamen verloren geraakt.
Daarom roep ik taalliefhebbers en andere huisvrouwen (m/v) op om ze tot leven te wekken en naar hartenlust te gaan gebruiken: de volkswijsheden die in het vrouwenwerk door de eeuwen heen hun wortels hebben.
Nou ja… zouden kunnen hebben. Toch?
Noteer je eigen vrouwenspreekwoord of huisvrouwenuitdrukking hier onder in de comments.

Verzin en win

De inzender van de meest gebruiksvriendelijke uitdrukking wint helemaal gratis mijn boek
‘De magie van het huishouden’.

Deze actie loopt tot 1 februari 2013.

 
Uitdrukking:
“Zij dweilt voor het feest.”
Betekenis:
Ze wil een goede indruk maken voor een belangrijke gebeurtenis.
Voorbeeld:
Presentatie van een zakelijk project, waarbij de projectmanager vooraf alle betrokkenen een persoonlijk kaartje stuurt om sympathie te winnen.
 
Uitdrukking:
“Hoe sterker de stof, hoe moeilijker strijken.”
Betekenis:
Oude gewoontes zijn lastig te doorbreken.
Voorbeeld:
Na 30 jaar huwelijk je man pas vragen om ook eens de was te doen, heeft weinig kans van slagen.
 
Uitdrukking:
“Hij vindt zilveren lepeltjes in zijn afwasteiltje.”
Betekenis:
Hij brengt iets wat al lang bekend is alsof het een totaal nieuwe ontdekking is.
Voorbeeld:
Nieuw onderzoek wijst uit dat roken een slechte invloed op de gezondheid heeft.
 
Uitdrukking:
“Nylon sokken stoppen”
Betekenis:
Veel energie stoppen in iets dat z’n waarde allang verloren heeft.
Voorbeeld:
Pleiten voor winkelsluiting op elke zondag van het jaar.
 
Uitdrukking:
“Daar zakt de cake van in”
Betekenis:
Te vroeg vragen naar een bepaalde ontwikkeling beïnvloedt het resultaat negatief
Voorbeeld:
Aan de automonteur die je band aan het verwisselen is vragen of hij wel een beetje wil opschieten.
 

Valsspelen maakt slim

Computers spelen niet vals. Bah.


‘Vals spelen is goed voor de sociale ontwikkeling van kinderen,’ zei die mevrouw op de radio. Yeah! Ze had het onderzocht en had er uitstekende argumenten voor.
Okee, wat ik er verder van onthouden heb: als kinderen vals spelen checken ze op die manier hoe ver ze kunnen gaan met regels. Wat accepteren hun medespelers nog? Hoe ver kun je de grenzen oprekken? Welke argumenten slaan aan? Kortom: hoe kunnen ze het beste uit een situatie halen voor zichzelf zonder de anderen tekort te doen? Daar is creativiteit voor nodig, flexibiliteit. Sociale vaardigheid. Spreekvaardigheid. Van vals spelen word je dus slimmer.

Computers spelen niet vals

Maar vals spelen tegen een appje, een computerspelletje is niet mogelijk. De regels liggen vast. Probeer maar eens ‘nekblik’ te leggen bij wordfeud. Gaat niet. Terwijl het toch een prachtig woord is voor het gevoel dat er iemand naar je kijkt. Computers, de beste speelkameraadjes van kinderen (en veel volwassenen) zijn meedogenloos in hun begrenzingen. Er is wit (dit rekenen we goed) en er is zwart (pinggggg, dit rekenen we fout). Er zit geen rek in, er zijn geen onderhandelingsmogelijkheden. Je past je maar aan. Wat is dat nou voor boodschap aan de zich ontwikkelende kindergeest? Die moet dwarsliggen, uitproberen, overtuigen en samenwerken! Daar krijgen we zelfstandig denkende creatieve volwassenen van die slimme oplossingen bedenken in het leven.

Blufscrabble!

Mag ik dus, nu in het belang van de wereldvrede, nog een keer een warm pleidooi houden voor Blufscrabble!
Op 1 februari 2015 organiseerde ik het WK Nederlands Blufscrabble in Arnhem.
Lees het verslag hier.
P.S.: via Facebook vond de geniale bibliotheekmedewerkster Manja Schledorn (ze zoekt nog een baan!) de link naar een samenvatting van het onderzoek. Waarschijnlijk heb ik Louise Berkhout gehoord, die promoveerde aan de RUG, juli 2012, op het onderwerp ‘Spel en psychosociale gezondheid’. Een belangrijk punt dat ze noemt is dat kinderen (en volgens mij volwassenen ook) tijd nodig hebben om te tutten, rond te klooien. Hear hear. Ik ga er meteen mee beginnen.

Magisch werk

Belemmerende gedachten gaan in rook op


“Schrijf even op van welke zorgen je vandaag geen last wilt hebben,” vraag ik meestal aan het begin van een workshop.
De briefjes verzamel ik in een nachtblauw zwijgdoosje met een prachtige maan op het deksel en zet dat weg.
“Goh. Dat lucht op!” zeggen cursisten dan vaak.
Het is letterlijk uit je systeem op het moment dat je je belemmerende gedachten in woorden hebt gevangen en apart hebt gezet.
Ik kan wel raden wat er op staat. ‘Snap ik dit wel.’ ‘Lachen ze me niet uit.’ ‘Haalt H. de kinderen wel op tijd bij oma op.’ ‘Is dit geen weggegooid geld’. Dat denk ik namelijk zelf ook altijd voordat ik me durf over te geven aan wat de dag me zal brengen.
We spreken af dat iedereen die dat wil z’n zorgen na de workshop weer mag terugpakken uit het doosje.
Tot nu toe is dat nog nooit gebeurd. Terecht. Zorgen die je echt nodig hebt vinden zelf de weg naar huis wel weer.
De andere zorgen en belemmerende gedachten verbrand ik, als ik weer thuis ben met het nachtblauwe zwijgdoosje.
Uit respect voor de zorgen – die dingen doen toch ook hun stinkende best om je leven kleur te geven – strooi ik in de vlammen nog even wat palo santo, lekker ruikend reinigend hout.
Simpel magisch werk waarvan het effect direct merkbaar is.
Dat lucht op.

Stijloefeningen

Zet zelf het honderdste kopje op www.wittekopjes.nl


 
Niet alleen professionele schrijvers maken graag gebruik van witte kopjes.
Het stijlboekje ’99 witte kopjes op een tafel’ is nog steeds te koop.
Je vindt er speelse schrijfvarianten in om de werkelijkheid als nieuw te zien en te beschrijven.
Bestel ‘m en geef ‘m cadeau. Bijvoorbeeld met sinterklaas of kerst.

Ja! Ik bestel dat lollige schrijfstijlenzakboek bij Bol.com!

Fwie-fwieieieiew!

Zo iemand zou ik kunnen zijn


Twee dagen geleden werd er opeens hard en doordringend gefloten onder mijn werkkamerraam. Dat typische ‘hee-lekker-ding’ fluitje dat ‘fwie-fwieieieieiew‘ gaat.
Ik het raam open gooien natuurlijk, enthousiast naar buiten kijken.
Niemand.
Maar wel een herhaling van dat fluitje. En nog eens. Zo ritmisch dat ik me al snel een beetje gegeneerd realiseerde dat het waarschijnlijk een telefoontje was dat daar niet opgenomen werd. Pech.
Raam weer dicht, verder werken.
Een paar uur later opnieuw een hele serie fwie-fwieieieiews.
Zou iemand nou een hele avond achter mijn tuin gaan staan om z’n telefoon niet op te nemen?
Leek me sterk. Wat dan?
Net op het moment dat ik de deur open deed om te gaan kijken hoe het nou zat, hield het geluid op. Dan niet.
Maar vanavond begon het opnieuw. Treuriger nu. Fwie-fwieeuuuuw!
En opeens leek het me logisch dat het telefoontje in z’n eentje ergens achter mijn tuin moest liggen. Misschien was het uit een tasje gevallen. Of het tasje was gestolen en de dief had het telefoontje minderwaardig gevonden en in de struiken achter mijn tuin gegooid.
De eigenaar, die er natuurlijk zielsveel van hield, probeerde nu al twee avonden lang wanhopig om de aandacht te trekken van een voorbijganger, door regelmatig zijn eigen nummer te bellen. In de hoop dat er iemand (ik, misschien wel) nieuwsgierig op het geluid zou afgaan, het telefoontje zou vinden, midden in een fwie-fwi... zou opnemen en zou zeggen:
‘Hoi! Ik heb je telefoon gevonden hoor!’

Zo iemand zou ik kunnen zijn! Een held!

Ik heb mijn jas aangedaan, ben naar buiten gelopen en heb met trage stappen achter mijn tuin lopen wachten tot het opnieuw fwie-fwieieieiewde.
Nu kon ik het geluid ook duidelijker traceren.
Het kwam uit het huis van de buren.
Sommige columns lopen heel suf af.
 

Schrijf je zelf liever over een belangrijker onderwerp? 
Kom naar de workshopdag Magisch Schrijven
op 18 november in Baak (bij Zutphen).
Meer informatie en inschrijven. 

Tot onze spijt – jij wint

Het licht viel net een beetje mal op het gezicht van die soldaat, vond de eindredacteur van dienst. Het was 1967.
Hij koos een paar foto’s uit van het rolletje dat Co Rentmeester hem stuurde. De rest ging terug. Geen belangstelling. Co zelf vond het toch nog best een aardig beeld, voor het eerst in kleur, dat van die militair in een tank, ergens in Vietnam, met dat lichtstreepje dat net in z’n gezicht viel. Het bemodderde gezicht. De uitdrukkingsloze kramp rond de mond. Hij stuurde hem op naar de World Press Photo – en won. Google ‘m even.

Kwaliteit herkennen

Afgekeurde foto’s die de wereldgeschiedenis ingaan als icoon voor een tijd.
Teksten die eindeloos werden bijgewerkt, omgegooid, weggeschrapt en aangevuld om uiteindelijk eeuwige roem te vergaren onder een titel als ‘I can’t get no satisfaction’.
Een stel schetsen van Jeroen Bosch, verborgen onder een schilderij dat al door duizenden kunstkenners werd bekeken.
Nou ja, ik bedoel maar.
Heb jij ook wel eens zo’n mailtje gevonden dat begint met: ‘Tot onze spijt…’ ?
Trek het je niet te veel aan.
Kwaliteit wordt wel vaker niet direct herkend.
Niet door de maker zelf, die er maar aan blijft knutselen tot het nog beter is.
Niet door de officiële beoordeler van het werk, die het afkeurt omdat hij iets anders in of aan z’n hoofd had.
Maar uiteindelijk, soms, wel, na verloop van tijd, per ongeluk, toch nog, toevallig.

Advies voor succes

Leef dus zo dat toeval altijd een goede kans heeft.
Kun je altijd nog beroemd worden.
Later.

Niets

Niets komt er aan


Hoe beschrijf je niets?

Bewustwoordingswedstrijd

Dit is de tijd dat niets zich opdringt.
Geen zonnige ochtenden. Geen vogeltjes in de weer met takjes. Geen groene sprietjes boven de aarde. Geen kortebroeken-dag. Geen bouwvakkers met bloot bovenlijf.Geen geluid. Geen fut, zelfs.
Niets. Blad valt. Licht slinkt. Een aangename rust daalt neer. Bos wordt stil.
Je hoort niets.
Het zal wel al bijna hier zijn.
Maar hoe schrijf je over niets?
Welke woorden raken niets in de kern?
Kom.
Comment.
Ik nodig je uit tot het bewoorden van niets.
Bewustwoording van het niets.
Schrijf een klinkende zin, waar alles mee gezegd wordt over niets.
Haiku, limerick of sonnet mogen ook.
Aan de schrijver van de mooiste zin geef ik een WoordWaardeBon van 50 euro.
Voor niets.
Nou ja, om in te wisselen natuurlijk voor een heerlijke schrijfactiviteit. Kijk hier even hoe dat werkt.

En als niets lukt terwijl je toch graag over iets schrijft, kom dan naar de Schatschrijfdag
in Amersfoort op 4 november.
Krijg je inspiratie van en woordplezier.

Snelle service van de goden

Soms werken Ze opeens pijlsnel


Met grote moeite scheurde ik me uit mijn bed op zaterdagochtend. Tijd voor mijn reis naar het trainingsweekend met Vivianne Crowley, een gewaardeerde docente die ons onder andere zou meenemen in een Samhain ritueel.
Beetje vroeg in het jaar, maar ja.
Samhain is het jaarfeest waarbij afscheid nemen en loslaten een belangrijke rol speelt. Geen lichtzinnig feestje dus, maar een pittig weekeinde zou het worden. Voor voorbereidingen had ik totaal geen tijd gehad: de hele week al volgden de afspraken elkaar op. Leuk, maar ook vermoeiend.

Je zou het kunnen krijgen

Daardoor kwam ik er pas in de auto aan toe – anderhalf uur rijden is voor zoiets wel genoeg – om na te denken over de vraag die Vivianne de deelnemers vooraf stelde: waarvan zou je zelf afscheid willen nemen?
In zulke gevallen moet je altijd voorzichtig zijn met wat je vraagt, want je zou het kunnen krijgen. Op de gekste momenten horen de goden je verzoeken en beantwoorden die soms met een griezelig gevoel voor humor.
De vraag om ‘meer rust’ bijvoorbeeld zou wel eens kunnen leiden tot een heftige blessure waardoor je niet meer kunt werken. En ‘minder werk’ is al helemaal geen goed verzoek, omdat ik als zelfstandig ondernemer geniet van leuke klussen en er ook nog eens financieel afhankelijk van ben. Uiteindelijk besloot ik mijn ‘afscheidsverzoek’ weloverwogen te formuleren als: ‘Minder jachtig in het leven staan en toch volop genieten van overvloed.’

Vrolijke smiley

Zodra ik aankwam op de prachtige locatie waar het weekeinde gepland was viel het me al op dat het er behoorlijk rustig was. Deelnemers aan een paganistische training kunnen nogal eens buitengewoon levenslustig en eh… hoorbaar zijn. Nu niet.
Ik dwaalde door lege gangen, opende zelfs hier en daar een zaaldeur… Niemand.
Uiteindelijk sms-te ik dus de organisatrice van het geheel maar. ‘In welke zaal zitten we eigenlijk?’
Op mijn schermpje verscheen het antwoord, met een vrolijke smiley erbij: ‘In Zaal Vijf. Half november, trouwens.’

Toeoeoeoet…

Ik ben inmiddels heel wat wonderen gewend. Maar de snelheid waarmee de goden dit keer mijn verzoek om een minder jachtig leven inwilligden, sloeg alles. In grote dankbaarheid en met een brede grijns stapte ik weer in m’n nog warme auto en reed in anderhalf uur terug naar huis. Heel rustig. Om lekker te genieten van een onverwachte vrije dag.

Amuletten in je portemonnee

Afrikaanse krachtvoorwerpen en amuletten


Of ik ook portemonnees lees, vroeg de redactie van ’10x beter – over geld’, een tv-programma. Tuurlijk. Als ik damestasjes en herenbroekzakken kan lezen, dan moet dat met portemonnees ook kunnen.
Vandaag hadden we dus opnames in, op mijn verzoek, het Afrikamuseum in Berg en Dal. Een aanrader.
Dat staat immers bol van de amuletten en geluksbrengers waar wij, westerlingen, een beetje om moeten giechelen.
Een katoenen koordje om je nek dragen om mooiere borsten te krijgen? Beetje mal. Een lint om je enkel om harder te kunnen lopen? Bijgeloof natuurlijk.
Nee, dan wij, nuchterlingen.
Wij hebben in onze portemonnee – het hart van de damestas, de trofeebuidel van de herenbroekzak –  uitsluitend functionele zaken zitten. Zeggen we.
Maar vandaag las ik opnieuw een aantal portemonnees en kan niet anders concluderen dan dat we, gelukkig maar, ons puur menselijk verlangen naar ondersteunende symbolische objecten niet verloren hebben.

Condoom of vruchtbaarheidsamulet

In veel portemonnees zitten bijvoorbeeld fotootjes van de kinderen. “Zo zijn ze toch een beetje bij me,” is de uitleg.

Westers krachtvoorwerp met stamduiding (winkelpasjes)


Of een sieraad. “Gekregen van een vriendin, kapot, maar zoiets doe je niet weg.” Nee. Maar de keuze om het altijd bij je te dragen in je portemonnee is nou ook weer het andere uiterste.
En een hele grappige: veel Afrikaanse amuletten en krachtvoorwerpen zijn gericht op het vergroten van de vruchtbaarheid. Die draag je dus altijd met je mee. Westerse vrouwen, daarentegen, hebben vaak in hun portemonnee een stripje van de pil, of een condoom.
Kun je maar beter bij je hebben, voor het geval dat… Ook al zijn ze al lang en breed over datum. Zo is aan de spullen die we met ons meedragen veel te zien over wat een samenleving belangrijk vindt. Kinderen krijgen, of juist voorkomen.

Winkelpasje: ‘Ik hoor bij deze stam’

Bij een stam horen, met een bijzondere gevlochten ketting, is in Afrika belangrijk. Hier draag je een winkelpasje bij je. Bij die zaak wil je vaker komen. Daar voel je je vertrouwd, die past bij je.
Nee, dat is niet ‘puur praktisch’, want de meeste winkelpasjesdrager geven ruiterlijk toe dat ze het ding altijd vergeten als ze in de betreffende winkel zijn. De symbolische waarde is belangrijker: ‘hier hoor ik bij.’ En om dat te bewijzen gaan ze me een voorkeursbehandeling geven met korting. Winkelpasjes zijn de magische objecten van het westen, waar onze identiteit aan is af te lezen.
De uitzending van deze aflevering van 10xbeter – geld – is inmiddels geweest en kun je bekijken op de ‘film’pagina van deze site.