Vloeken, schelden en neuken

opdekansel-300x300Het voordeel van krachttermen

Wanneer kun je beter eens flink vloeken in je tekst? In het kort:
Gebruik krachttermen
naar hartelust als je

  1. beslist extra aandacht nodig hebt van je lezer
  2. ook aannemelijk weet te maken dat de krachtterm op een natuurlijke manier ingezet wordt
  3. je lezer niet teleurstelt (aandacht opeisen met een stevige scheldkannonade, blijkt dat er een blaadje van de perenboom is afgevallen).

Niet vloeken?

Gebruik vloeken, schelden en neuken niet als je gerichtere en subtielere aandacht van je lezer kunt veroveren. Dat doe je bijvoorbeeld met het gebruik van zintuiglijke waarnemingen, de beschrijving van verrassende locaties of humor. Het voordeel van zulke, zachtere, aandachttrekkerij is dat je lezer ontspannen, open en belangstellend blijft. Valt er eenmaal een krachtterm dan kiest je lezer al een beetje partij. Hij vindt je gescheld terecht: “Ja, precies, wat een eikel ook!”, of hij vindt dat je overdrijft en haakt af: “Nou zeg, dat was nou ook weer niet nodig.”

Neuken of de liefde bedrijven

Wat betreft het omschrijven van de daad: het kan werkelijk iets toevoegen aan de spanning en opwinding van je verhaal om de meest alledaagse term – neuken – te vermijden: verstrikt raken in tedere omstrengelingen, het beest met de twee ruggen maken, copuleren… Elk eufemisme – en er zijn er genoeg – plant een eigen sfeer en beeld in het hoofd van je lezer. Gaat het om een liefdeloze handeling, een kille sportoefening, dan kun je dat benadrukken met plat woordgebruik.

Alledaags gevloek

De meest begrijpelijke tekst is die, waarin alledaags woordgebruik het verhaal uitstippelt. En er wordt nu eenmaal gevloekt in het leven. Hardop, binnensmonds, gebulderd of gegromd. Schrijf je realistisch, dan hoort het er dus bij. Verder is verzet zinloos, verdomme.
En afgezien van die enkele hardcore christen of andere van relativeringsvermogen gespeende lezer genieten we ook van de herkenning van heftige emoties die verwoord worden door…  Ach, kom op.
Gooi er gewoon af en toe een lekkere functionele vloek of verwensing in.
Dat geeft kleur aan je tekst en aan het leven van je lezer.
‘Vloeken, schelden en neuken’, is de titel van het artikel dat ik schreef voor Schrijven Magazine, het oktober-novembernummer 2013. Dit is een samenvatting.

Vampierwoorden-invasie

Vampierwoorden zuigen het bloed uit de lezer

Vampierwoorden zuigen het bloed uit de samenleving


Ze strompelen zwijgend over een slijmerig kronkelspoor je tekst binnen. In hun adem ruik je de walmende leegte van hun binnenste al. Ze kreunen vaak een beetje en pas als je ze een spiegel voorhoudt vallen ze door de mand: ze hebben geen reflectie. Vampierwoorden.

Ambtelijke taal

Vampierwoorden zeggen helemaal niks. Ze zuigen het bloed uit de samenleving vanuit hun duistere schuilplekken in beleidsstukken, rapporten en aanbevelingen. Houd een levend, concreet woord voor de spiegel van je geest en er ontstaat een beeld. Zet het naast een vampierwoord en er is niks te zien. Probeer maar. Wat is het vampierwoord: fietsen of gaan? Mailen of communiceren? Of, een fijn voorbeeldje van cluster-vampierwoorden: Afspraak maken of ‘mogelijkheden onderzoeken om een bijeenkomst te plannen waarop voornoemd thema nader kan worden doorgesproken?’ En een paar bloedeloze zombiewoorden: ‘Zouden kunnen proberen’, ‘willen gaan kijken naar’, ‘in de zin van talloze voorbeelden’. Ambtelijke taal. Als er zonlicht valt op een vampierwoord, verdampt het.

De 15 ergste vampierwoorden op een rijtje

Daad bij het woord voegen

Hoe vaak je een alinea met vampierwoorden ook leest, het blijft vaag, er ontstaat geen helder beeld. Er is een grauwe invasie van vampierwoorden in rapporten, aanbevelingen en beleidsstukken van de sociale sector, het hogere management en (semi-)overheid. Ze trekken het bloed uit de tekst en er ontstaat geen concrete betekenis.  Dat heeft een onaangename bijwerking. Er moet alsmaar nagedacht worden. Alleen het hoofd wordt aangesproken.
Als een tekst direct een beeld oproept snapt onze geest meteen waar het over gaat. Het hart springt op: ‘Oh ja, boodschappen doen. Gezellig!’ In de buik roeren zich persoonlijke herinneringen waardoor de nieuwe woorden worden getoetst aan de eigen ervaringen: ‘Ik zag laatst van die fijne gekleurde cupcakes die de kinderen zo lekker vinden.’
Zo raakt een tekst hoofd, hart en buik van de lezer en kunnen de voeten in beweging komen: ‘Wat? Willen ze die cupcakes volstoppen met gemodificeerde soja? Daar moet ik wat aan doen!’ Pas als zowel hoofd als hart en buik geraakt zijn willen we de daad bij het woord voegen.

Nieuwe maatregel harteloos

Bij abstracte teksten vol vampierwoorden blijven hart en buik, emotie en eigen ervaring, onaangeraakt. Het hoofd van de lezer is actief en probeert uit alle macht om te zien wat er staat, om toch een weerspiegeling te krijgen van de lege termen waarmee zo’n beleidsstuk vol staat. ‘80% van de ondervraagden geeft aan te maken te hebben gekregen c.q. verwacht te zullen krijgen met een of meerdere negatieve aspecten van de uitvoering van deze maatregel in de persoonlijke leefsfeer.’

Hoe concreter hoe beter

Vampierwoorden! Ondode tekst! Tegen de tijd dat de ambtenaar die dat leest heeft uitgevogeld wat het betekent, is hij zo opgelucht dat hij snel z’n handtekening zet onder de nieuwe maatregel.
Dat zou hij niet doen als er levende woorden hadden gestaan: ‘Geen huisvrouw weet meer hoe ze haar boodschappen moet betalen!’
Hoe concreter hoe beter dus. Omdat er niets schadelijker is voor mensen dan de bloedeloosheid in de samenleving die vampierwoorden veroorzaken.

Gebakken lucht

Houd je eigen teksten tegen het licht en kijk welk woord geen reflectie heeft. Prik er een houten pin doorheen en kijk rustig toe hoe ze oplossen in lucht. Gebakken.

EXTRA
Vampierdaden – om slim te lijken tijdens een vergadering.
Lijk slim met vampierdaden.

Verkering of sokken

Kika (7,5): 'Maximaal 2 verkeringen'.

Kiki (7,5): ‘Maximaal 2 verkeringen’.


“En dit is het kapstokje van Emile en dat is het kapstokje van Bernd en met hun heb ik verkering,” glundert Kiki als ik haar ophaal van school. Ze komt logeren en omdat ze zeven en een half is weet ze precies hoe het leven in elkaar zit. Dat komt goed uit, want ik heb daar veel vragen over die ik haar allemaal kan stellen. Met name dat met die verkering houdt me persoonlijk nogal bezig, want terwijl Kiki het houdt bij twee verkeringen, neig ik op het moment naar drie. Heerlijk, over het algemeen, maar er komt ook wel wat geregel en gedoe bij kijken.

“Ja duhhh…”

“Is dat niet lastig, om twee verkeringen te hebben?” informeer ik dus bezorgd bij haar. “Welnee!” legt ze uit. “Alleen soms wordt het me een beetje te druk, dan heb ik er geen zin in en zeg ik: ‘Ga nou maar even wat anders doen hoor,’ en dan gaan ze naar de andere kant van het schoolplein. Maar ja, ze zijn verliefd op mij he, dus ze komen wel steeds weer terug.” Zij is ook verliefd op hen, want ja, duhhh, anders zou ze echt geen verkering met ze willen. “En als ik geplaagd word, dan roepen de anderen snel Emile en Bernd er bij en die komen me dan helpen. Bernd wel meer hoor. Emile denkt dan soms: ‘Ja zeg, daar heb ik geen zin in,’ en dan komt ie niet. Daarom is Bernd soms eigenlijk wel leuker om verkering mee te hebben, maar als ik dat tegen Emile zou zeggen zou hij het denk ik wel uitmaken en dat wil ik natuurlijk ook niet.”

Waar laat je je sokken?

Polyamorie: waar laat je je sokken?

Liever sokken!

Ik knik. Haar oprechtheid is inspirerend. “En zou je er nog wel een verkering bij willen hebben, of vind je twee wel genoeg?” leg ik haar voor, want deze vraag houdt me zelf al een tijdje bezig.
“Nee,” zegt ze stellig. “Eentje erbij kan niet. Want kijk, ik krijg nu al alsmaar blaadjes van ze met een hartje er op en dan hun naam achterop. Daar heb ik echt al zoooooooooo’n stapel van, van allebei. Ik bewaar ze in een doos. Eentje voor Bernd en eentje voor Emile. En nu zijn de dozen op, thuis. Er zijn er nog twee, maar in de ene zitten mijn onderbroeken en in de andere zitten mijn sokken. Als ik nog een verkering erbij zou nemen zou ik dus mijn sokken weg moeten doen. Nou, dan heb ik toch liever sokken!”

Meervoudige liefde

Dit lijkt me een buitengewoon realistisch standpunt. De situatie lijkt verbluffend veel op wat ik zelf in de afgelopen jaren meemaak met de meervoudige liefdes in mijn leven. Heb je er een paar die elkaar goed aanvullen, dan loopt het allemaal gesmeerd. Maar als er eentje de boventoon gaat voeren kost het je uiteindelijk je sokken. Al kan ik niet direct zeggen hoe dat moment er in de praktijk dan uitziet.
Een klein beetje jaloers ben ik wel op de helderheid van geest die Kiki hierover heeft.
Zelf twijfel ik toch nog wel eens over wat ik nu liever heb in het leven: voldoende sokken, of een doos vol met hartjes…

In 7 stappen naar een happy end

happyendWanneer is je tekst klaar?

Wie schrijft kent het probleem: aan een tekst beginnen is nog niet zo’n toer. Maar wanneer is het nou eens klaar?
Met deze 7 stappen breng je je lezer met aandacht en plezier naar de conclusie (Klik hier) of het happy end van je verhaal.
Zowel voor zakelijke teksten als voor plezierschrijverij.

 
Stap 1:
Sluit de deuren

Bedenk waar je verhaal over moet gaan. Zakelijke tekst, fictie of non-fictie: je hebt een thema, een idee, een boodschap die je wilt delen met je lezer. Hoe beter je dat terrein afbakent, hoe meer ruimte je jezelf geeft om uit te weiden over details.
Stap 2:
Informeer naar bijzonderheden

Onderzoek wat je lezer al weet over je onderwerp en start je verhaal daar.
Dit is A, het begin van je tekst.
Stap 3:
Bepaal tot waar je gaat
Wat moet je lezer verzuchten als hij straks je tekst uit heeft? Bedenk het van tevoren en zorg dat je hem of haar daarheen leidt. Dit is Z, het einde van je verhaal, je happy end.
Tussen A en Z voer je straks je lezer aandachtig door het hele alfabet heen tot hij er is.
Stap 4:
Bouw het op en varieer

Bedenk tenminste 3 interessante handelingen, gebeurtenissen of beweringen om de aandacht van je lezer vast te houden. Zet ze bijvoorbeeld in een mindmapje. Wissel positieve en negatieve lading van de gebeurtenissen en emoties af. Begin met een heel interessante, dan de minst interessante, werk zo toe naar het einde, wat weer een knaller is. Dit zijn de ‘stepping stones’ waarlangs je je lezer leidt naar het hoogtepunt van je verhaal.
Stap 5:
Sssssssst… Fantasie spreekt!
Geest wil spelen. Laat daarom in je tekst hier en daar ruimte voor de fantasie van je lezer. Vertel niet wat er aan de hand is, maar schets een sfeerbeeld waardoor hij het zelf kan ontdekken. ‘Show, don’t tell’, wordt deze techniek genoemd.
Schrijf: ‘Hij sloot zijn ogen even. Zijn ademhaling versnelde hoorbaar en zijn neusvleugels bewogen als de vloedlijn – ritmisch en onstuitbaar.’
Niet: ‘Hij werd ongeduldig.’
Stap 6:
Begin. Ga door.

Nu begin je pas met het werkelijke schrijfwerk. Je verbindt de punten van aandacht die je al bedacht had met elkaar in een logische volgorde en maakt er een mooi geheel van.
Reken op drie fases voor je schrijfwerk:

  • -structuur bedenken (stap 1 tm 4),
  • -gezegend schrijven (stap 5 en 6),
  • -ambachtelijk schrijven (stap 7).

Gun jezelf geen uitwegen: je hoeft niet te zitten wachten op inspiratie of zoiets, je hebt je schrijfschema of je mindmapje bij de hand en je gaat gewoon door tot het klaar is.
Stap 7:
Klaar! En nu even opruimen.

Als je met je tekst aangeland bent bij punt Z, je conclusie, de lekkere uitsmijter of het happy end dat je had bedacht voor je verhaal, kun je stoppen.
Maar nog wel eventjes opruimen! Drink even wat, neem pauze. Dat geeft een frisse kijk.
Loop dan je hele verhaal door op losse eindjes, d’s en t’s, alinea’s die beter verwisseld kunnen worden, en meer ambachtelijk schrijfwerk.
Doordat je van tevoren al weet dat je deze klus achteraf doet, hoef je je niet steeds te laten afleiden door grammaticale of andere twijfels tussendoor. Gewoon lekker doorschrijven. Tot het klaar is.

Lees ook: ‘Schrijven met het creatiepentagram’. Te koop voor 14,50 bij je boekhandel of bij Bol.com

Ik heb er genoeg van

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.


Schrijvers bepalen de gedachten van de lezer. Denken we. Met woorden zouden we een vorm kunnen creeren die ruimte is. Een sierlijk kader rond de creatieve gedachten van de lezer.
Doen we niet.
We schrijven zo exact mogelijk, geven richting, laten het liefst geen ruimte voor twijfels. De lezer ergert zich daar al snel aan en voelt zich gemanipuleerd. Terecht.
Woorden, namelijk, zijn vaak enorm beperkend.

De vleugel ‘seks’ wordt gesloten

Noem, bijvoorbeeld, een band tussen twee mensen ‘relatie’ en er schuift meteen een hele expositieruimte open naar alle overtuigingen die we zoal hebben over ‘relatie’.
Een sokkeltje waarop ‘uniek’ staat, een vitrinekast met voorwerpen als ‘familiefeest’, ’toekomstplannen’ en ‘samen doen’, een mooi uitgelicht hoekje met ‘wederzijdse verplichtingen’ en ‘compromissen sluiten’, misschien zelfs een stilleventje rond ‘samenwonen’.
Noem het ‘gewoon vrienden’ en de hele vleugel ‘seks’ wordt gesloten, terwijl de dependence met ‘leuke dingen doen’ openzwaait.

De kracht van overtuigingen

Dat zit ‘m niet in de woorden zelf, maar in de overtuigingen die we ongemerkt hebben opgebouwd over de invulling van zo’n woord. Ongemerkt en onbewust: we weten vaak pas welke overtuigingen we hebben over een thema als we tegen zo’n vitrinekast aanbotsen en ons afvragen of het nou wel zo terecht is dat het er bij staat. Of als iemand anders uitroept dat deze expositie beter kan worden aangevuld of uitgedund omdat het niet hoort wat er staat.
De kunst is om woorden zo te gebruiken dat er een prachtige ruimte ontstaat, met zorg afgewerkt. Een door de schrijver afgebakende ruimte – zij bepaalt het thema, de rest is vrij –  die de lezer uitnodigt om z’n eigen expositie samen te stellen, zelf te bedenken hoe zo’n woord precies de juiste persoonlijke invulling krijgt. Niet te veel, niet te weinig, precies goed.

Woordmagie en dwarrelwoorden

Deze kunst is Woordmagie. Het klopt precies wat er staat, omdat de tekst vorm geeft aan de ruimte die de lezer aangeboden krijgt. Dat vraagt om een spelende geest van schrijver en lezer. Het vraagt om oprechtheid, tegen het pijnlijke aan. Het vraagt ook om geduld, waarmee je wacht tot precies het juiste woord is neergedwarreld, een dwarrelwoord dat traag en elegant op je hand valt om met een spotje erop in je tekst te worden gehangen via je toetsenbord.

Ik heb er genoeg van

‘Ik heb er genoeg van’ is zulke woordmagie. In mijn omgeving zijn tot mijn grote plezier een paar mensen waarvan ik genoeg heb. Ze lopen de deur niet plat bij me en toch hoef ik ze nooit lang te missen. Het is precies genoeg. Toch kan ik ze beter niet zeggen dat ik schoon genoeg van ze heb, want het zou reuze jammer zijn als ze dat reuzecompliment niet op waarde weten te schatten.
Woordmagie valt dus niet echt mee. Je moet rekening blijven houden met de inrichtingsgewoontes van de ruimte die je creeert door er woorden aan te geven. En je moet er mee leren leven dat je als schrijver niet alles voor het zeggen hebt: je geeft ruimte. Hoe die wordt ingericht is aan je lezer.
 

Schatschrijven in Den Haag

Een prachtige kans om hiermee te spelen, te oefenen en elkaars beste schrijftips te horen dient zich al snel aan: de dagcursus Schatschrijven op zondag 1 september in Den Haag.
Voor 121 euro, incl. btw, maak je een schrijfdag mee vanaf 09.30 waar je helemaal genoeg van hebt om 17.00 uur.

Meer informatie
Inschrijven

Het Creatiepentagram

Zet je gedachten om in woorden op papier.

Zet je gedachten om in woorden op papier.


Ooit overwogen om iets moois te maken? Of het nu gaat om het schrijven van een boek, het opzetten van een bedrijf of het runnen van een organisatie: het Creatiepentagram helpt erbij.
Dat dacht ik tenminste toen ik mijn manuscript erover afrondde. Zojuist heb ik de kans gehad om opnieuw een week lang met een enthousiaste groep mensen intensief te werken met het Creatiepentagram in de praktijk. Tot mijn grote opluchting is het nog steeds echt waar. Het werkt.
Voorjaar 2014 verschijnt het boek.
In de komende tijd ga ik vast wat workshops en cursussen aanbieden om te leren werken met het Creatiepentagram. Kun je mooi later zeggen dat jij bij de eerste mensen zat die het in de praktijk leerden brengen.
Hou de agenda in de gaten dus.

Je schrijflust moet verdubbelen

schrijflustWe lezen gemiddeld vijftien uur per week. In 1975 was dat nog zes uur.
Wat we lezen is wel anders dan toen. Van literaire meesterwerken zijn we overgeschakeld op korte, informatieve, gezellige en tussendoorteksten.
Niet geschreven door woordkunstenaars, maar door jou en mij.
Meer dan twee keer zo vaak zou dus ook bezig moeten zijn met het zoeken van de juiste woorden, met het formuleren van een goede zin, met het beeldhouwen van je gedachten in tekst.

Woordengolven op internet

Dat blijkt uit een onderzoek van de Stichting Lezen. En het is logisch, die verdubbeling van onze tekstactiviteiten. We bloggen, mailen, twitteren en facebooken ons een slag in de rondte. Fijn, voor wie toch al inkt door de aderen had vloeien. Creatief schrijvers blijven. Maar als je terug kijkt naar schrijflust in of voor 1975 zie je duidelijk dat dat helemaal niet voor zo veel mensen geldt.

Zonder schrijflust raak je niet

Toen, voor onze woordengolven op internet, schreef je alleen als je er zin in had. Of als het echt moest; een briefje aan oma, bijvoorbeeld. Nu moet je, als niet-schrijver, hoe dan ook je toetsenbord bestijgen om er woorden uit te rammelen.
Dat is vervelend om te doen.
Het is ook vervelend om te lezen.
Want teksten die zonder schrijflust zijn geschreven, raken vaak de kern niet: het hart van de lezer.

Lustopwekkend

Daarom: eis niet van jezelf dat je schrijflust spontaan ontstaat, alleen maar omdat je nu eenmaal meer dan twee keer zo vaak schrijft als vroeger.
Laat je schrijflust opwekken en wakker kietelen op een vrolijke cursusdag.

Workshop Schatschrijven

Schatschrijven. Voor het opvoeren van je schrijflust.
Zondag 17 maart in Amersfoort.
Je kunt er nog bij.
 

Hoera! Geen geld!

Er ontstaat een kleurrijke schaduw-economie nu het crisis is, en ik ben er een enthousiast voorstander van.
De laatste paar maanden doe ik meer leuke dingen dan in de afgelopen jaren bij elkaar. Dat komt omdat steeds minder mensen geld hebben om mijn cursussen en workshops te betalen. Hoera! Geen geld!

Grijze, groene of kleurrijke economie

Hoera, want sinds we een crisis hebben maken er meer mensen gebruik van mijn ‘je-geld-of-je-energie-regeling’ en ruilen mijn schrijf- of magiekennis met hun eigen favoriete kunsten. In het nieuws is de grijze economie, waarin halfslachtig belasting ontdoken wordt, maar mijn leven is enorm verrijkt door de gemoedelijke kleurrijke schaduw-economie: het uitruilen van diensten. Veel vrolijker en vriendelijker ook dan wit of grijs!

Betaling in natura

Zo bracht een cursist in ruil voor een dag ‘Werken met energie’ mijn archief op orde, volgde ik een cursus shiatsu, kreeg ik een massagevriendje, sloot een grandioze chocoladedeal, ruilde cursusruimte voor een verhaal, schreef een auteur op hoe het is om mij als auteurscoach te hebben, kreeg ik een Dappere Assistente die me voorziet van de wonderlijkste tips voor nieuwe klussen, ruilde een site voor een paar blogs, mijn tuin werd winterklaar gemaakt en er ligt nog een bed & breakfast-aanbod op een idyllische plek te wachten tot ik tijd heb om nog meer te genieten van een betaling in natura.

An offer you can’t refuse

Het werkt prima dus, die crisis. Al valt het me op dat nog niet iedereen er aan gewend is. Sommige mensen reageren nog steeds, heel ouderwets, met gemopper over prijzen, als ik mijn cursussen aankondig. Geld heeft nu eenmaal eeuwenlang symbool gestaan voor ‘waardering’. Wie mijn werk, meestal ongezien, niet waardeert vindt het soms kennelijk nodig om even te zeggen dat ie te duur is. Gewoon, omdat je anders het idee hebt dat je zou moeten uitleggen waarom je geen zin hebt om iets leuks te doen met schrijfwerk of magie.
Maar wie echt mee wil doen en weinig geld heeft, onderzoekt haar of zijn eigen kwaliteiten en komt tegenwoordig met een aanbod. An offer I can’t refuse… zoals ze dat in het grijze circuit noemen.

Betalen als het kan

Okee, het kost minder tijd om met geld te betalen, dat is een feit. Het is heus wel handig spul hoor, die euro’s. En helemaal zonder zou ik ook niet kunnen. Maar de aanvullende ruildiensten maken het leven wel kleuriger dan geld het maakt.
Bovendien word je je er bewuster van wat je eigenlijk zelf in de aanbieding hebt als bijzondere kwaliteit. Zo worden we allemaal beter van die eh… crisis.

Wat gaan we ruilen?

Kijk dus even op mijn cursusagenda om te zien waar je aan mee wilt doen. Je kunt er nog bij. En als je het nu even niet kunt betalen in euro’s:
Make me an offer. 

Je kunt trouwens ook allerlei diensten ruilen via de Lets-netwerken die door heel Nederland zitten.
 

'Ik moet een boek schrijven'

boek met vleugels

Elk boek wil geschreven worden


‘Ik moet een boek schrijven, maar ik weet niet hoe dat gaat. Kun je me helpen?’
Die vraag vind ik regelmatig in mijn mailboxje. ‘Tuurlijk! Kom maar op met je plan,’ schrijf ik dan opgewekt terug.

Let op: toeval!

De formulering verraste me in eerste instantie. Zelf ‘wil’ ik wel eens een boek schrijven. Maar ‘moet’… Toch klopt dat woord behoorlijk met de levenslustige boekendrift die veel auteurs dwingend voelen borrelen. Er zit een vorm van overmacht in.
Je bent met je kop tegen een onderwerp aangeknald en terwijl de buil nog niet eens goed opgekomen is hakken er drie andere toevalligheden in op je schrijfsapklieren.
Oma begint er bijvoorbeeld opeens over dat het zo fijn zou zijn om de geschiedenis van de familie eens vast te leggen. Een vriendin biecht op dat ze hunkert naar een echt mooi boek over, eh, ja, precies dat onderwerp dat je toch al in je hoofd had. In een tijdschrift verschijnt een artikel dat rakelings langs je thema schampt. Zulk soort dingen. Toeval.
En dan moet het kennelijk, dat boek schrijven.

Elk boek wil geschreven worden

Ik geloof daar ook in. Ik vermoed dat er, ergens op een sappig woordenweitje in het universum, ‘books-t0-be’, boekenzaadjes, rustig lopen te grazen tot hun vleugeltjes voldoende kracht hebben om rond te gaan flapperen en zo iemand te vinden die hen moet gaan schrijven.
Oh, ze kunnen gemeen overtuigend zijn hoor, die ongeboren boeken. Soms laten ze je als auteur ook een tijdje oefenen met een ander boek – eentje dat je zelf zo graag zou schrijven – om je, pas als je je technieken beheerst, op het hoofd te meppen met hun werkelijke bedoeling.
Soms grijpen ze je meteen bij de keel. Zit. Schrijf. En dan kan het ze niet schelen dat je geen idee hebt hoe je dat moet doen.

Je hoeft het niet alleen te doen

Voor iedereen die dat is overkomen: verzet is zinloos. Zit. Schrijf. Dan ben je er het snelste van af. Ze laten je toch niet met rust. Als jij dit boek moet schrijven, begin er dan maar gewoon aan.
Het goede nieuws: je hoeft het niet alleen te doen.
Ik help je er graag mee. Niet alleen met het schrijfwerk zelf, maar ook met het temmen van de geest van je boek. ’t Moet wel leuk blijven.
 

Schrijf dat boek
dagworkshop

Alles wat te maken heeft met het schrijven van je boek komt aan de orde op de intensieve schrijfdag ‘Schrijf dat boek’. Zondag 3 maart in Arnhem.
Er zijn nog twee plekken vrij.
Meer informatie over de inhoud van de workshop
Meer informatie over de dag en de kosten
 

Happinez e-cursus creatief denken

Voor out of the box denken heb je helemaal geen box nodig, eigenlijk.

Voor out of the box denken heb je helemaal geen box nodig, eigenlijk.


Als een tijdschrift me vraagt om medewerking denk ik dat ik er een artikel voor moet schrijven. Happinez wilde me opeens aan de andere kant van de toonbank hebben.
Zij gingen mij interviewen over ‘out of the box denken’, voor hun nieuwe e-cursus ‘Creatief denken’.

Out of the box en hup, er weer in!

In 3’14” uitleg hoe je creatief denkt… Ik denk niet dat het goed gelukt is. Maar ja, als ik mezelf zie op zo’n filmpje kan ik ook alleen maar dingen denken als: wat zie ik er vreemd uit met make-up! En wat ben ik bol! Kijk. Zo zeg je iets over out of the box, en zo zit je, hup, weer in je eigen box van flauwe zelfkritiek. Moet ik toch nog eens wat aan doen. Voor anderen kan ik het altijd gemakkelijker bedenken, trouwens.
In het echt, met meer tijd en vooral meer activiteit, is creativiteren veel vanzelfsprekender. Uitproberen?
Interview met mij over ‘Out of the box denken’ voor Happinez’ e-cursus Creatief Denken