Tot onze spijt – jij wint

Het licht viel net een beetje mal op het gezicht van die soldaat, vond de eindredacteur van dienst. Het was 1967.
Hij koos een paar foto’s uit van het rolletje dat Co Rentmeester hem stuurde. De rest ging terug. Geen belangstelling. Co zelf vond het toch nog best een aardig beeld, voor het eerst in kleur, dat van die militair in een tank, ergens in Vietnam, met dat lichtstreepje dat net in z’n gezicht viel. Het bemodderde gezicht. De uitdrukkingsloze kramp rond de mond. Hij stuurde hem op naar de World Press Photo – en won. Google ‘m even.

Kwaliteit herkennen

Afgekeurde foto’s die de wereldgeschiedenis ingaan als icoon voor een tijd.
Teksten die eindeloos werden bijgewerkt, omgegooid, weggeschrapt en aangevuld om uiteindelijk eeuwige roem te vergaren onder een titel als ‘I can’t get no satisfaction’.
Een stel schetsen van Jeroen Bosch, verborgen onder een schilderij dat al door duizenden kunstkenners werd bekeken.
Nou ja, ik bedoel maar.
Heb jij ook wel eens zo’n mailtje gevonden dat begint met: ‘Tot onze spijt…’ ?
Trek het je niet te veel aan.
Kwaliteit wordt wel vaker niet direct herkend.
Niet door de maker zelf, die er maar aan blijft knutselen tot het nog beter is.
Niet door de officiële beoordeler van het werk, die het afkeurt omdat hij iets anders in of aan z’n hoofd had.
Maar uiteindelijk, soms, wel, na verloop van tijd, per ongeluk, toch nog, toevallig.

Advies voor succes

Leef dus zo dat toeval altijd een goede kans heeft.
Kun je altijd nog beroemd worden.
Later.

Snelle service van de goden

Soms werken Ze opeens pijlsnel


Met grote moeite scheurde ik me uit mijn bed op zaterdagochtend. Tijd voor mijn reis naar het trainingsweekend met Vivianne Crowley, een gewaardeerde docente die ons onder andere zou meenemen in een Samhain ritueel.
Beetje vroeg in het jaar, maar ja.
Samhain is het jaarfeest waarbij afscheid nemen en loslaten een belangrijke rol speelt. Geen lichtzinnig feestje dus, maar een pittig weekeinde zou het worden. Voor voorbereidingen had ik totaal geen tijd gehad: de hele week al volgden de afspraken elkaar op. Leuk, maar ook vermoeiend.

Je zou het kunnen krijgen

Daardoor kwam ik er pas in de auto aan toe – anderhalf uur rijden is voor zoiets wel genoeg – om na te denken over de vraag die Vivianne de deelnemers vooraf stelde: waarvan zou je zelf afscheid willen nemen?
In zulke gevallen moet je altijd voorzichtig zijn met wat je vraagt, want je zou het kunnen krijgen. Op de gekste momenten horen de goden je verzoeken en beantwoorden die soms met een griezelig gevoel voor humor.
De vraag om ‘meer rust’ bijvoorbeeld zou wel eens kunnen leiden tot een heftige blessure waardoor je niet meer kunt werken. En ‘minder werk’ is al helemaal geen goed verzoek, omdat ik als zelfstandig ondernemer geniet van leuke klussen en er ook nog eens financieel afhankelijk van ben. Uiteindelijk besloot ik mijn ‘afscheidsverzoek’ weloverwogen te formuleren als: ‘Minder jachtig in het leven staan en toch volop genieten van overvloed.’

Vrolijke smiley

Zodra ik aankwam op de prachtige locatie waar het weekeinde gepland was viel het me al op dat het er behoorlijk rustig was. Deelnemers aan een paganistische training kunnen nogal eens buitengewoon levenslustig en eh… hoorbaar zijn. Nu niet.
Ik dwaalde door lege gangen, opende zelfs hier en daar een zaaldeur… Niemand.
Uiteindelijk sms-te ik dus de organisatrice van het geheel maar. ‘In welke zaal zitten we eigenlijk?’
Op mijn schermpje verscheen het antwoord, met een vrolijke smiley erbij: ‘In Zaal Vijf. Half november, trouwens.’

Toeoeoeoet…

Ik ben inmiddels heel wat wonderen gewend. Maar de snelheid waarmee de goden dit keer mijn verzoek om een minder jachtig leven inwilligden, sloeg alles. In grote dankbaarheid en met een brede grijns stapte ik weer in m’n nog warme auto en reed in anderhalf uur terug naar huis. Heel rustig. Om lekker te genieten van een onverwachte vrije dag.

Toeval rekenen we goed

Toeval: precies het goede moment voor iets anders


Toeval is als er iets gebeurt waar je met je kop niet bij kunt. Waarom nu? Waarom dit? Waarom hier? Waarom met deze persoon? We snappen het niet en toch gebeurde het.
Dat bestaat. We noemen het toeval en er wordt erg lelijk over gedaan door Mensen van Goede Wil.
Toeval is een waardevolle aanvulling op hoe we de realiteit ervaren. Vaak gaan we ervan uit dat we ons leven zelf uitstekend in de hand hebben. Alles onder controle.
We hebben de wetten van de logica die ons laten geloven dat als we eerst zus doen en dan zo, dat dan het resultaat dit is of dat. Lekker overzichtelijk.
Dit is een misverstand.
Toeval helpt ons knipogend of grijnzend om ons daar af en toe op te wijzen.
Een totaal onverwachte ontmoeting als je net aan iemand zat te denken, een gemiste trein waardoor je in een wonderlijk avontuur verzeild raakt, een plantje dat je in je eigen tuin blijkt te hebben staan, een gevonden brief met de informatie waar je net naar zocht, een raam dat open stond zodat je er uit lazerde… Toeval is het alledaagse mysterie waarmee de goden ons duidelijk maken dat ze ons heus wel in de smiezen houden. Maar toeval is ook dat iets niet doorgaat omdat je een sufkut bent en te laat van huis ging om je bus te halen.
We kunnen dus rustig aannemen dat toeval altijd belangrijk is: het is ofwel een handreiking van de goden, ofwel een belangrijke aanwijzing dat er in je karakter nog ruimte voor verbetering is. Mooi spul.
Waarom, vraag ik je, beweren dan zoveel Mensen van Goede Wil dat toeval niet bestaat?
Als iemand nog nooit in China is geweest kan ie toch rustig aannemen dat dat land wel degelijk bestaat.
Als iemand een zonne-allergie heeft blijft de zon nog steeds de zon, alleen zal de allergant ‘m anders ervaren dan de zonnebader. De zon bestaat.
Punt is alleen: als je accepteert dat iets bestaat – toeval bijvoorbeeld – zul je daar ook de consequenties uit moeten trekken.
Als toeval bestaat moet je het goed rekenen als invloed in je leven waar je geen vat op hebt.
Als je toegeeft dat toeval bestaat moet je erkennen dat jij, als mens, niet alles voor het zeggen hebt. Er is altijd toeval dat je hele planning overhoop kan gooien en jij moet maar afwachten waar dat nou weer op sloeg – of het was om er iets beters van te maken, of omdat je hele planning toch al stonk.

Da’s akelig. Onzeker.
Toch maar doen.
Hoe toeval zich ook manifesteert: het is altijd een Ding om rekening mee te houden, ook als we niet weten wat het van ons wil.
We hebben geen andere keuze dan dapper te accepteren: toeval bestaat. Reken het goed.

 

Hoe Koot & Bie Dodewaardacties saboteerden

Zo. Dan moet me nu even iets van het hart dat een enkeling misschien nog wel weet. Toch?
Het was 1980. We fietsten met z’n allen over de Bandijk. Langs de kernreactor en dan nog een stukje verder, daar lag een grasveld met een meertje er bij.
Er stonden feestelijke marktkraampjes waar onder andere het tijdschrift ‘Wij Eisen Geluk’ werd verkocht, wat me zeer aansprak omdat het de algemene stemming goed weergaf. Nooit meer wat van gehoord trouwens…
Ons groepje was naar Dodewaard gekomen met Grote Plannen. Ik weet niet meer precies wat de theorie over onze bagage was, maar we hadden onder andere een ruim eikenhouten tweepersoons bed mee, een staande schemerlamp, een strijkplank, een houtkachel, een stevige eetkamertafel met stoelen en een vloerkleed dat onze hoek van Het Kamp reuze sfeervol maakte.
Hoewel het eigenlijk te koud was dook een aantal van ons toch op zeker moment dat meertje in, wat het allemaal nog feestelijker maakte. Er was een podium, waar af en toe iemand op stond om te spreken, er speelden kinderen, er werden tofuburgers op barbecues of open vuurtjes gebakken en er werd overal muziek gemaakt. Hier was echt een Beweging aan de gang, dat kon je goed voelen. Ik kan me, vreemd genoeg, weinig meer herinneren van het geduw en geren bij de reactor zelf, maar op Het Kamp was de nieuwe wereld al begonnen.
We zouden blijven tot de reactor dicht ging, vertelden we elkaar met grote vanzelfsprekendheid. En omdat het zo beregezellig was leek me dat ook best goed te doen.
Toen werd het zondag. Een voor een verdwenen steeds meer enthousiaste actievoerders van het terrein.
Er vielen kale plekken tussen de tentjes. De muziek was gestopt, de gitaren en accordeons waren ingepakt. In de loop van de middag was de dijk vol vervoersmiddelen die weer wegreden van Het Kamp-waar-we-zouden-blijven-tot-die-reactor-gesloten-was.
Verbijsterd schoot ik een man met een bakfiets aan, die daar zojuist zijn laatste tentstokken in legde.
“Ga jij ook al weg?”
“Ja, natuurlijk,” zei hij, en keek op zijn horloge. “Ik moet nog even fietsen voor ik thuis ben, straks mis ik het nog.”
“Mis je wat? Het gebeurt toch hier allemaal?” zei ik verward.
“Koot en Bie vanavond. En je ziet, ik ben echt niet de enige die daarvoor naar huis gaat.”
Natuurlijk heb ik het nog meer vertrekkers gevraagd en inderdaad: ze gingen allemaal naar huis om Koot en Bie te kijken.
Ik wil het die twee niet nadragen, ze hebben vast te goeder trouw gehandeld, destijds. Maar diep in m’n hart verwijt ik ze toch nog wel een beetje dat ze de acties bij Dodewaard saboteerden met hun uitzendingen. Het slijt, dat wel. Het slijt zo dat ik in elk geval vanavond toch met plezier heb kunnen kijken.
En toch… de wereld had er vermoedelijk anders uitgezien als ze toen op een andere dag werden uitgezonden.
 

Eigen toekomst liever een verrassing

Een zwarte spiegel - om de toekomst van anderen in te lezen. Niet die van jezelf.


We zaten al een hele tijd te praten over Damestasjeslezen, de interviewer van Paravisie en ik. Nou ja, ik vertelde, hij stelde vragen, het was immers een interview.
Zijn laatste vraag overviel me een beetje: “Hoe zie je je eigen toekomst als damestasjeslezer?”
Ik barstte per ongeluk in lachen uit. Mezelf zien als damestasjeslezer is al een beetje mal, maar mezelf in de toekomst zien nog veel meer.
“Nou eh… Niet, denk ik,” zei ik dus een beetje verlegen, want veel liever had ik gewoon een goed antwoord gegeven.
“Hm,” knikte hij, terwijl hij een aantekening maakte. “Dat zeggen ze bijna allemaal in deze branche.”
Nou was ik nog beduusder. “Ja,” legde hij uit, “mensen die voor anderen orakelen of waarzeggen zeggen bijna allemaal dat ze niet kijken naar hun eigen toekomst. Daar houden ze zich liever niet mee bezig. Ze laten zich liever een beetje verrassen.”
Dus wel anderen van dienst zijn met een blik in hun toekomst, maar niet in die van henzelf…
Een soort vegetarische slagers zijn het dus, orakelaars. En waarom?
Misschien omdat je na vaak in de toekomst te kijken voor anderen wel weet dat het weinig uitmaakt om te zien welke kant het op gaat. Het komt er immers veel meer op aan welke keuzes je vandaag maakt en hoe je verwerkt wat er nu gebeurt.
Misschien is het ook wel omdat we nu eenmaal graag het beroep kiezen dat ons precies de uitdaging biedt die we het minst aan durven te gaan. Al eerder viel het me op dat de meeste journalisten bijvoorbeeld (ikzelf incluis) zichzelf als behoorlijk verlegen zien. Maar geef ze een journalistieke opdracht en ze spreken zonder hakkelen God Zelf aan om Haar een belangrijke vraag te stellen. In functie durven ze alles, zonder notitieboekje maar heel weinig. Veel politieagenten blijken autoriteitsproblemen te hebben, therapeuten kozen vaak hun vak omdat er nog een diep onverwerkt verdriet sluimert, menig IT-er is in het dagelijks gebruik volkomen chaotisch terwijl programmeren functioneert bij de gratie van ordening en overzicht.
Eigenlijk niks bijzonders dus, dat wie orakelt of waarzegt voor anderen liever geen blik in de eigen toekomst werpt. Ik mag als damestasjeslezer eigenlijk al blij zijn als ik het aandurf om uit te kijken met oversteken…
PS: Het interview zal in augustus verschijnen in Paravisie. Geloof ik. Maar met zekerheid valt zoiets natuurlijk nooit te zeggen, ’t blijft kijken in de toekomst en daar doe ik liever niet aan.

De waarheid over damestasjeslezen

Achter de tas zie je altijd de vrouw


Eindelijk, hoera en yoepie: ik heb een site die helemaal gewijd is aan damestasjeslezen.
Vooral meer informatie over teambuilding met damestasjeslezen en broekzakkijken, of symposia die moeten worden opgefleurd met een pittige energiser.
De broekzakken, overigens, leiden tegenwoordig steeds vaker tot verrassende onthullingen.
Wat denk jij dat ik er het vaakste in vind?
En als je zelf nog een fijn ‘Tassenverhaal’ hebt: ik verzamel ze. Mag ik die van jou ook?
Komt dat zien!
 

Mismailerij

Blame Mercury!


Een paar jaar geleden stuurde ik eens voor een klant van me een mailing de deur uit met een Schitterend Aanbod. Daar belde ik achteraan. “Welke brief?” vroeg het grootste gedeelte van de mensen die ik sprak. “Oh, ja, ik herinner me vaag iets, maar ik weet niet waar die nou is,” zeiden de anderen.
Toen ik erover mopperde tegen Karen Hamaker, moeder aller astrologen in Nederland, gaf ze me direct hoofdschuddend advies: “Ja, wat wil je nou: een mailing verzenden als Mercurius retrograde loopt… Dat is vragen om problemen.”
In het kort en afgerond naar boven betekent dat het volgende: de planeet Mercurius helpt bij communicatie. Drie keer per jaar loopt ie een tijdje de andere kant op (een planeet wil ook wel es wat) en in die periodes snappen we elkaar, onszelf en de wereld niet.
Wel snappen we dan opeens wat meer van wat we vroeger dachten en onafgemaakte gedichten komen in zo’n periode alsnog tot bloei.
Ik vond het een enorme opluchting om te weten dat het niet alleen aan mij lag, die mislukte mailing. Mercurius zat gewoon niet mee. Natuurlijk nam ik me voor om in de toekomst beter te letten op de activiteiten van de planeet. ’t Is tenslotte zo’n beetje mijn werk, dat met die communicatie.
Toen dus afgelopen week vijf maal achter elkaar (VIJF!) iemand mij mailde met de mededeling dat het voorafgaande mailtje fouten bevatte, de datum niet klopte of sowieso niet voor mij bestemd was, wist ik wel hoe laat het was. Mercurius retrograde natuurlijk. Misverstanden alom, mismailerij tot en met. Alertheid is dus noodzaak. Elk mailtje dat ik uitzond heb ik dus wel drie keer nagezocht en ja hoor, zo ontdekte ik nog heel wat foutjes. Ha! Zo was ik de communicatieplaneet mooi te slim af.
Omdat ik nooit weet hoe lang ik die zorgvuldigheid kan volhouden zocht ik wel eventjes op wanneer Mercurius weer gewoon zou gaan lopen. Grote teleurstelling. Dat deed ie al. Die fouten komen dus gewoon door mijn eigen slordigheid. Alleen mijn veronderstellingen over de stand van de sterren maakten dat ik ze ontdekte.
Nu neem ik me dus voor om er altijd maar vanuit te gaan dat Mercurius retrograde gaat. En als me dat al alerter maakt in mijn communicatie, laat ik er dan ook maar vanuit gaan dat een teruglopende Venus mijn liefdesleven tijdelijk bizar beïnvloedt en een huppelende Saturnus mijn geheugen af en toe perforeert.
Dat houdt me ontvankelijk en scherp.
De werkelijke retrograde periodes van Mercurius in 2011:

30 maart t/m 24 april (in Ram – Vuur)
3 augustus t/m 27 augustus (in Maagd & Leeuw – Aarde & Vuur)
24 november t/m 15 december (in Boogschutter – Vuur)

Toeval rekenen we goed

Waardering is altijd een feestje


Een particulier damestasjesleesconsult.
“Ja weet je,” zegt de draagster van de tas die omgekieperd voor ons ligt: “misschien wil ik gewoon wel wat meer waardering. Maar als ik die krijg durf ik het niet te geloven. Daar zou ik echt vaker mee moeten oefenen.”
Helemaal niet gek. De ligging van de voorwerpen die ‘sociale omgeving’ symboliseren, duidt er ook op dat dat het punt is.
Krijg ik een paar uurt later een mailtje.
“Loop ik de deur uit bij jou, kom ik een hele oude kennis tegen die meteen begint te vertellen hoe ze me waardeert.”
Dat soort toevalligheden rekenen we gewoon goed.
Onze Lieve Dames van Hierboven hebben gelukkig niet altijd logistieke problemen.