De Vampier-Hulpwerkwoordenbingokaart

Pas op!

Bovenstaande (hulp)werkwoorden kunnen een vampier zijn.
Dat wil zeggen: het zou kunnen zijn dat ze zelf eigenlijk vaak helemaal geen eigen betekenis blijken te hebben in je tekst. Vampierhulpwerkwoordbingowoorden zet je, vaak ongemerkt, in om je boodschap milder te maken, af te zwakken, minder stellig over te komen, voorzichtig te blijven.
Dat kost tijd en moeite voor je lezer. Die wil gewoon weten waar het nou eigenlijk over gaat.

Hoezo vampierwoorden

Als schrijver streef je ernaar dat elk woord een beeld oproept als het in de spiegel van de lezer kijkt.
Vampiers hebben geen spiegelbeeld. Daar herken je ze aan.
Ook vampierwoorden roepen geen beeld op. De hulpwerkwoorden van deze bingokaart zijn dan ook meestal extra’s, opgeklopte zinvulling.
Ook woorden als ‘een beetje, ergens, nogal, eigenlijk, meestal (!), toch, dus, tamelijk, … , bijna, dan ook, vaak en een stukje’ zijn meestal slecht vermomde vampieren. Het zijn kleffe knuffelwoordjes om je boodschap te verzachten of te maskeren dat je eigenlijk ook niet precies weet waar je het over hebt. Dat zie je vaak terug in overheids- en managementrapporten. Niks mis met knuffelen, maar niet in de hoop dat je harde boodschap onopgemerkt blijft.

Een vampierwoord (of knuffelwoord) versluiert of verdoezelt,
lispelt of charmeert, relativeert of sust,
maar voegt geen eigen betekenis toe aan je tekst.

Vermoed je dat zo’n woord weg kan?

Controleer het door hem in het hart te prikken met je deleteknop.
Als je zin bloedend in elkaar zakt en de hele strekking van de zin verandert zet je je extra werkwoord natuurlijk snel terug.

Als de zin er alleen maar duidelijker op wordt zonder voorzichtigheidswerkwoord, was je (hulp)werkwoord een vampierwerkwoord dat sissend in nevelen oplost.

Vouw nu de overgebleven beeldwoorden weer uit tot een heldere, kloppende zin en je kunt opgewekt fluitend verder.


VOORBEELD

‘Dat wil zeggen: het zou kunnen zijn dat ze zelf eigenlijk vaak helemaal geen eigen betekenis blijken te hebben in je tekst.’

zou kunnen zijn is een driekoppige vampier, ze is niet specifiek, eigenlijk en vaak zijn loze knuffelwoorden, blijken is overbodig, betekenis hebben is vaagtaal, de intro ‘Dat wil zeggen’ kan helemaal weg want je gaat het al zeggen.
De zin wordt dan, na een woeste vampierjacht:

‘Vampierhulpwerkwoorden en knuffelwoorden betekenen niks in je tekst.’
Wil je die boodschap verduidelijken, gebruik dan een nieuwe zin:
‘Ze verdoezelen je boodschap.’



Voor de kenners:

-Vampierwerkwoordenjacht is een klus voor in de ambachtelijke schrijffase, de redigeerronde.
-Een bijkomend voordeel van vampierjacht is dat je tekst er aanmerkelijk korter (en duidelijker) van wordt.
-Naast Vampierwoorden zijn er ook jeukwoorden, peuterwoorden en walmwoorden.
Als je daar toevallig al een bingokaart van gemaakt hebt zie ik ‘m graag ook even.

Redigeren – paaseieren schrijven

Je hebt het geflikt he? Je boek is af. Dat wil zeggen: het eerste concept ligt er, met een begin en een einde. Gefeliciteerd. Nee echt. Duik de kroeg in met vrienden, geef een rondje, vier het. En dan, als de euforie weer wat gezakt is, aan de slag. Het is redigeertijd.
Ik geef je vijf belangrijke punten om op te letten bij het redigeren en het eindigt met het verstoppen van paaseitjes. Kan het hele jaar door.

Redigeren door paaseitjes te schrijven

1- Lees je hele boek, op papier (uitprinten, regelafstand 1,5, enkelzijdig, voldoende marge voor aantekeningen, spiraalbandje erdoorheen bij de printershop) zoveel mogelijk achter elkaar door.
2- Lees je boek met een pen in je hand, een blok postits en een schriftje voor aantekeningen. Noteer alles wat je opvalt in de kantlijn en in het schriftje.
3- Gebruik de postits voor het markeren van onverwachte thema’s die je ontdekt tijdens het lezen.
4- Herschrijf, schuif en kort in waar je kunt.
5- Verstop nu je thema’s in je tekst als paaseitjes. Je lezer gaat ze vinden, bewust of onbewust, en geniet daarvan.

Paaseitjes in je tekst

Zulke paaseitjes-thema’s ontdek je meestal zelf tijdens het herlezen van je boek. Heb je ze ontdekt, gebruik ze dan bewust.
Concreet: ik begeleidde een schrijver die ontdekte dat ‘koude voeten hebben’ heel belangrijk was als thema in haar boek. Koude voeten hebben betekent – in haar boek – je niet thuis voelen, eenzaamheid, anders zijn. Toen ze dat had ontdekt na het lezen van haar hele manuscript kon ze spelen met haar koude voeten door die op cruciale momenten in haar tekst eventjes te laten zien. Tijdens een akelige ruzie bijvoorbeeld kan de hoofdpersoon even een paar warme sokken aantrekken. Bij een moeilijke vergadering komt er een koude windvlaag onder de vergadertafel terecht en voelen haar voeten aan als ijsblokjes. Dat soort dingen.

Spelen met thema’s

Het kan ook zijn dat je tijdens het doorlezen van je boek ontdekt dat er op drie bijzondere momenten opeens iemand bidt. Voeg dan ook op andere momenten een gebed toe, of laat iemand alleen de handen vouwen en dan krachtig vloeken. Je speelt dan met je thema, alsof je paaseitjes verstopt. Misschien merk je op dat er altijd wel iemand over het weer begint als er een lastig gesprek dreigt. Maak er een paaseitje van door ook eens bij een gemakkelijk gesprek nadrukkelijk een opmerking over de zonnige dag te laten maken.

Pas op voor buikpijn

Net als bij echte paaseitjes moet je natuurlijk niet overvoeren. Twee keer valt niet op. Vijf keer hetzelfde grapje is teveel. Varieer. Speel. Leg op onverwachte plekken in je tekst je paaseitje neer om een thema te benadrukken, maar geef je lezer de kans om ‘m te vinden of te laten liggen. Struikelt hij erover, dan krijgt hij buikpijn van je boek. Willen we niet.

Familiegeschiedenis schrijven

“Ik heb vanochtend al zoveel over mezelf geleerd door meer van mijn familie te weten te komen!” Een van de deelnemers is tijdens de lunch helemaal opgetogen. Terecht. Niet alleen luisteren we naar elkaars familiegeschiedenis – altijd interessant -. Tijdens de cursusdag ‘Schrijf je familieverhaal’ is stamboomonderzoeker Yolanda Lippens erbij via Skype. “Geef je familienaam maar, dan ga ik intussen op zoek naar wat meer informatie over waar je vandaan komt,” belooft ze in de vroege ochtend.
En daar houdt ze zich aan. Terwijl Yolanda in alle rust stambomen onderzoekt voor ons, buigen wij ons over de kunst van het schrijven van een familieverhaal. Ik geef je drie belangrijke tips:

3 tips om je familieverhaal te schrijven

1- Beperk je research

Het is heel fijn om een paar mooie feiten te kennen over je voorouders. Maar je hoeft echt niet alles te weten. Ja, het is op te zoeken hoe het weer was op de geboortedag van je oma. Toch hoef je dat niet te weten als je in je verhaal niet toekomt aan de barre tocht door de bulderende sneeuwstorm die je overgrootvader moest ondernemen om haar aan te geven bij het gemeentehuis.

2- Kies een interessant moment

Stel: je weet op welke dag je grootouders trouwden. Je weet ook dat ze daarna introkken bij opa’s ouders omdat er geen geld was voor eigen woonruimte. Kies dan een moment uit hun leven om deze gegevens voelbaar te maken. Beschrijf bijvoorbeeld hoe de bruid voorzichtig haar geleende jurk uittrekt in het zolderkamertje dat ze hebben ingericht met een strozak om op te slapen en een houten kistje als tafel.

3- Schrijf de waarheid, niet de feiten

“We hadden het koud,” heeft je oma altijd verteld over haar aankomst in Nederland uit Indonesie, na een lange boottocht. Dat is dan de waarheid. Ook als het een feit is dat het die dag 28 graden was en de Nederlanders het aflegden van de hitte. Beschouw feiten als de genummerde punten die je met elkaar moet verbinden om een tekening zichtbaar te maken. Noem het feit als het je verhaal ondersteunt, laat het anders weg. En duikt er opeens eentje op die je hele tekening in de war gooit (het blijkt hartje winter te zijn inplaats van zomer), onderzoek dan even of het wel nodig is om je hele verhaal daarvoor om te gooien.

Volgende keer weer

De lunch – iedereen heeft iets lekkers meegebracht – is geweldig. Iedereen stuitert aan het einde van de dag van enthousiasme en schrijflust. En twee deelneemsters gaan naar huis met een schat aan nieuwe informatie over hun familiegschiedenis, dankzij de noeste zoekpartijen van Yolanda. Doen we nog eens, zo’n dag ‘Schrijf je familieverhaal’. Laat het me vast weten als je mee wilt doen.

Vertel me wanneer er weer een dag ‘Familieverhaal’ is

Over schrijven (YouTube)

Tibisay Felida zocht vanuit Curacao een schrijfcoach. Door slim te googelen vond ze mij. We werken al een tijdje aan haar boek – fictie. Nu besloot ze dat ze een interview met me wilde houden over schrijven en schrijfcoaching. Na technisch geknutsel lukte het. Een uur lang interview. Dan weet je alles. En dan aan de slag.
 

Interview met schrijfcoach Yoeke Nagel (YouTube)

Ik ben Babs

Ik voel me nog steeds helemaal Yoeke, maar ik ben inmiddels ook officieel Babs, Bijzonder Ambtenaar Burgerlijke Stand. Dat wil zeggen dat ik nu een burgerlijk huwelijk mag voltrekken met een ja-woord dat geldt voor de wet. Een superbelangrijk huwelijk trouwens: dat van mijn oudste dochter. Ja, dank je.
Vorige week werd ik beedigd bij de rechtbank in Arnhem.

Geen steekpenningen

Dat gaat in een massabijeenkomst waardoor je zou denken dat het tamelijk onpersoonlijk is. Maar het viel me op dat de rechter van dienst er toch een feestje van wist te maken, eigenlijk alleen maar door echt even aandacht te besteden aan het hele gebeuren.
Achteraf nog even informeren welke leuke huwelijken er aan staan te komen en op welke bijzondere locaties, vooraf een welkomstwoord, de uitnodiging aan de fotograferende familieleden om lekker rond te lopen voor goed beeld, een korte uitleg over wat er van ons, zo’n dertig aanstaande BABSEN, verwacht wordt en wat we straks moeten zeggen. Niet bij die trouwceremonie straks, die woorden kies je voor het grootste deel zelf, maar hier, voor de arrondissementsrechtbank bij de beediging tot BABS.
Vervolgens las ze de tekst voor waarmee we beloven goed ons best te zullen doen en geen steekpenningen aan te nemen. Goed te overzien, al moet ik googelen wat ik nou ook alweer precies beloofd heb. Ik meen het wel hoor.

Eed of belofte

Dan komt de keuze. Eed of belofte afleggen? Bij de belofte zeg je ‘Dat beloof ik’. Punt. Maar leg je de eed af dan mag je niet alleen de prachtige zin ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’ uitspreken, je mag ook nog eens twee vingers in de lucht steken. Je ziet dat Boeddhabeeldjes ook wel eens doen. Omdat ik als een van de laatsten aan de beurt was had ik lang de tijd om die keuze serieus te overwegen. Ik ken een hoop machtige Goden waar ik zeer warme gevoelens voor heb en dat is vaak wederzijds. Dat ze me helpen waar ze maar kunnen lijdt geen twijfel. Maar een almachtige zit er niet bij, dat is nou juist het punt. Daarom besloot ik uiteindelijk tot het mondaine en een beetje saaie ‘Dat beloof ik’. Maar tot het laatste moment twijfelde ik of ik daar niet toch nog even die twee vingers bij in de lucht zou steken. Hoog in de lucht… Niet gedaan. Toch Babs geworden.

Terugkomdag voor schrijvers

Terugkomdag voor schrijvers

Kom terug om verder te kunnen schrijven

Je liet je verleiden door je boek, je blog, je nieuwsbrief.
Je hapte gretig in je schrijfplan. Je begon er aan met frisse moed en je deed zelfs een workshop of cursus. Bij mij. Nou ben ik benieuwd.
En?
Is je boek al af? Heb je er nog net zoveel plezier in om steeds dat blog te schrijven, als toen je er net aan begon?
Of kun je wel een opfrissertje gebruiken om lekker door te kunnen schrijven?
Dan nodig ik je uit om je schrijfplezier weer terug te komen halen. In een enkele dag.

Terugkomdag voor schrijvers

20 januari 2018, van 10 tot 4
in Inspiratiehuis Arnhem

Dit is een uitnodiging voor iedereen die wel eens een schrijfworkshop, schrijfcoaching of schrijfcursus bij me gevolgd heeft. Kom terug. Kom terug naar je eigen schrijfplan. Wanneer je er dan ook maar mee begonnen was of wilde beginnen. Kom terug om verder te kunnen gaan. Een dag lang.

Ja! Ik kom mijn schrijflust opfrissen

Kom terug zodat je weer verder kunt

Kom terug, voor een dag lang nieuw schrijfplezier.
Kom terug om je eigen tekst voor te lezen en te horen hoe mooi je lezers (wij) het vinden.
Kom terug om te horen wat andere schrijvers schreven en om jouw visie op hun werk te delen met hen, zodat we er allemaal beter van worden.
Kom terug om je schrijftheorie weer even op te frissen
(hoe zat het ook alweer met dat Creatiepentagram en met die A-Z-lijn en die Woordinslagpunten?).
Schuif aan in het Inspiratiehuis Arnhem en voel de schrijfsappen weer borrelen.
En kom terug om in een enkele dag een plan te maken waardoor je verder kunt met je schrijfplan.
Verder schrijven. Tot het af is.

Schrijf verder
Schrijf je in
Schrijf dat boek, die scriptie, dat verhaal, dat blog, die nieuwsbrief.
Kom terug.

20 januari, van 10 tot 4, Inspiratiehuis Arnhem
85,- euro incl. btw.
Neem iets mee voor de lunch om te delen met elkaar.
Klik die button hieronder om je in te schrijven.

Ja, ik kom naar de Terugkomdag zodat ik weer verder kan.

 

yoeke nagel wil wel eens weten wat je wilt zeggen

Klaar

De tweede versie van definitief concept is bijna af. We moeten voorzichtig blijven. Voor de tweede keer heb ik mijn eigen boek straks helemaal gelezen, van voor tot achter. De ambachtelijke fase. Drie prints met aantekeningen van dierbaren liggen om de laptop heen. Ik probeer er een soort van simultaan doorheen te bladeren om geen correctie of suggestie te missen. ‘Nee, dat was niet op een dinsdag,’ ‘Over dit thema meer uitweiden’, ‘ontdekkgen’. Opmerkingen van heel verschillende aard en soms -‘Dit leg je pas uit op blz. 124’-, met hele grote gevolgen voor de tekst die onder mijn handen verfijnd wordt, geslepen, opgepoetst en ingekleurd, nu de grote lijn staat.

Kritiek op je schrijfwerk

Ik weet nog dat ik over dit soort gemiereneuk van anderen woest kon worden, vroeger. Eindredacteuren hebben er een handje van om de domste vragen te stellen en dan te beweren dat het anders moet omdat ‘de lezer’ het niet zou begrijpen. Fok de lezer! Je snapt het gewoon zelf niet, sukkel! Lees dan beter, het staat er toch? Alleen niet op de manier zoals jij het zou schrijven omdat je al jaren zelf het ambacht niet meer beheerst. Dat is precies waarom ze je eindredacteur gemaakt hebben, eikel! Briesend en stampvoetend hakten mijn vingers dan in op het toetsenbord om die klotewijzigingen door te voeren want ja, weigeren zou betekenen dat ik niet betaald zou worden voor mijn werk. Als ik dan snuivend van woede de laatste punt had gezet moest ik echt even naar buiten om weer af te koelen voordat ik het begeleidende mailtje opstelde en het herziene stuk opnieuw naar de nijvere eindredacteur stuurde. Oh ja, ik was natuurlijk ook zelf een tijdje eindredacteur. Toen verbaasde ik me er wel eens over hoe agressief schrijvers reageerden als ik ze in alle rust uitlegde hoe ze hun teksten beter kunnen krijgen, maar dat staat hier los van.

Miniatuurtjes in een vitrinekast

Nu is het anders. Drie mensen hebben de moeite willen nemen om alvast deze eerste schets door te nemen. Vier zelfs, want mijn ouders hebben samen een manuscript gelezen. Die warme en gedetailleerde aandacht zijn Sinterklaaskadootjes voor me. Met zorg omgeven pareltjes van betrokkenheid. Toevoegingen, vragen, soms in de kantlijn een keer met potlood ‘Mooi!’ zelfs. Nu voelt het doorvoeren van die wijzigingen alsof ik flonkerende miniatuurtjes zorgvuldig in een vitrinekast plaats om er met een dankbare glimlach van te kunnen genieten.

Klaar. Oei.

Het laatste hoofdstuk levert nog vier opmerkingen op. Kleintjes. Als ik ze heb doorgevoerd lees ik de laatste alinea ook nog even, om het werk compleet te maken. Ik ben er doorheen. Tot mijn eigen verbazing voel ik opeens hoe mijn adem naar buiten komt met een zacht jammertje. De warmte uit mijn borst stijgt naar mijn ogen en komt er daar als druppels uit. Mijn schouders schokken. Het is klaar. Gut. Ik zal het missen, dit boek schrijven.
In maart 2018 staat de boekpresentatie gepland van mijn veertiende boek.
Ik houd je op de hoogte.

Kringloopwinkel voor Tekst

“Soms schrijf ik een stukje wat best goed is. Alleen kan ik het niet zelf gebruiken omdat mijn artikel ergens anders over gaat.” Dat vertelde een nieuwe schrijfcoachingsklant me vandaag. Ik herkende het onmiddellijk. Daarom open ik vandaag feestelijk de Kringloopwinkel voor Tekst. Daarmee kan ik je eindelijk een oplossing aanbieden voor de gruwelijke schrijffase die elke schrijver door moet: kill your darlings.

Kill your darlings

‘Kill your darlings’ is het afschuwelijke maar levensreddende advies dat ooit de schrijver William Faulkner gaf aan zijn studenten. Je schrijft een stukkie, je tikt lekker een heel stuk weg en je vindt, een enkel moment lang, heel veel van wat je geschreven hebt best aardig gelukt. Het enige probleem is dat je stuk twee keer te lang is.
Of: je vindt je stuk in grote lijnen wel geslaagd, maar het is enorm saai en je herhaalt jezelf een aantal malen.

Tekst weggooien is okee

Wat nu? Tekst weggooien. Er is geen andere optie. Je hebt op je verhaal zitten zweten, je bent je aan de alinea’s gaan hechten, ja, je houdt van de zinnen die je schreef. Ze zijn je dierbaar. En nu moet je ze vermoorden. Met een mes. Nou ja, met een delete-toets. Kill your darlings. Dat doet zeer. Ze kunnen wel zeggen dat elk verhaal beter wordt als je tenminste eenderde ervan wegstreept (ik zeg dat ook graag, dus het moet ook wel waar zijn), maar daarmee wordt de handeling zelf niet minder bloederig.

Opruimen, weggooien en doorgeven

Hoe doen we dat snoeiwerk, dat opruimen, op andere terreinen van het leven? Ik heb zelf nogal wat ervaring in het zuchtend omgaan met een overvol huis waar van tijd tot tijd korte metten moet worden gemaakt met spullen die me dierbaar waren maar nu vooral plek innemen. Ze moeten opgeruimd worden. Lastig. In Handige Boeken Over Opruimen In Huis staat meestal veel bagger. Wel functioneel vind ik de tip om je spullen te verdelen in drie stapels:
1- Opruimen, repareren of betere plek geven
2- Weggooien
3- Doorgeven aan anderen via de kringloopwinkel
Een voorheen dierbaar vaasje kan ik moeilijk weggooien. Het idee dat iemand anders er misschien nog iets aan heeft maakt het aanmerkelijk makkelijker om zo’n ding uit mijn  huis te verwijderen. Ik stop het in de bak ‘kringloopwinkel’ en kan er dan met een gerust hart afscheid van nemen. Misschien wordt iemand anders er blij van. Ik niet meer.

Kringloopwinkel voor tekst

Kijk. Zoiets moet ook met tekst kunnen. Daarom open ik hierbij feestelijk ’s werelds eerste Kringloopwinkel voor tekst. Je kunt er halen en brengen.
-Moet je artikel, boek of scriptie korter? Orden dan opnieuw, gooi weg wat weg kan. En mail mij daarna je prima alinea’s die helaas voor jou op dit moment niet bruikbaar zijn, maar die er toch uit moeten.
Zet er even vijf steekwoorden bij, zodat ik je fragmenten kan archiveren.
Mocht er iemand aankloppen bij me die nou precies zo’n stukje tekst nodig heeft, dan stuur ik ‘m jouw woorden toe. Credits doen we niet aan, want jij had toch niks meer aan die tekst en nu past hij fijn in een verhaal van iemand anders. Komt ie toch nog tot z’n recht, en jij bent er van af. Kill your darlings is nog nooit zo makkelijk geweest!
Snel aan het inkorten dus. Jouw tekst wordt er beter van. En die van een ander ook.
-En heb je zelf een bijzonder stukje tekst nodig? Mail me, misschien heb ik het wel kant en klaar voor je liggen, ingeleverd door iemand die ‘m niet meer nodig had. Zo goed als nieuw.

Tekst over? Tekst nodig?
Mail me vijf steekwoorden bij aanleveren of opvragen
van goede, overbodige teksten.
Graag schoon, heel en in goede staat. Betaling vooraf.

   Ja, ik heb tekst over voor hergebruik

  Ja! Stuur mij een zo goed als nieuwe tekst toe

    Nee. Ik schrijf liever mijn eigen tekst en leer graag hoe ik zelf goed kan inkorten en redigeren. Ik kijk nu dus even op je cursusagenda om me direct in te schrijven voor een van je workshops of cursussen

 

Schrijven is als een wandeling maken – schrijfoefening

Schrijven is als een wandeling – schrijfoefening

A layout for designers, developers and companies to create websites for show casing their products


Rich Text Editor

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.


Social Icons

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.


Advanced Slider

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.


Responsive Layout

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.

“Beautiful design made simple with the power of Page Builder’s pre-built layouts”

Everest, a Page Builder layout 

Lorem ipsum dolor sit amet, consetetur sadipscing elitr, sed diam nonumy eirmod tempor invidunt ut labore et dolore magna aliquyam erat, sed diam voluptua. At vero eos et accusam et justo duo dolores et ea rebum.
Stet clita kasd gubergren, no sea takimata sanctus est Lorem ipsum dolor sit amet. Lorem ipsum dolor sit amet, consetetur sadipscing elitr, sed diam nonumy eirmod tempor invidunt ut labore et dolore magna aliquyam erat, sed diam voluptua.

De markt op – schrijfoefening

In Saint Montbeillard sur Soissonne is elke maandag markt. We gaan er heen met de schrijfcursisten.
De schrijfopdracht van vandaag:
Bestudeer een interessant type en schrijf zijn of haar verhaal. Besteed ruime aandacht aan het innerlijk leven van je hoofdpersoon door emoties te tonen via lichaamshoudingen (show, don’t tell). Dit zijn de technieken ‘Parelduiken’ en ‘Chocoladeschrijven’ die we vandaag oefenden.
Hieronder mijn verhaal.

Paddenstoelen

“Nou heb je alleen de platte paddekop eraf getrokken. Traag moet je trekken. Traaaaaag. Zo!” Zijn vader hurkt naast hem neer. Hij kijkt even opzij of zijn zoon oplet. Zijn eeltige handen hebben een aardekleur. Met drie vingers schuift hij de worteltjes van de paddenstoel tegemoet tot onder de grond. Daar vormen zijn vingertoppen samen een kommetje dat zich sluit, onder de stam, en de paddenstoel naar het daglicht brengt. Traag. Zijn vaderhand is even een veilig ledikant voor dit goudbruine boswezen. Met twee aardedonkere vingers pakt hij voorzichtig de glinsterende slak beet die gulzige happen neemt van de bruine hoed. Een korte zwiep vanuit de pols en de slak ligt verderop, in het bos. Met een hoofdknikje wijst de vader naar de witte worteltjes aan de stam.
“Ophalen uit het donker. Dan zit alles er nog an,” legt hij geduldig uit. De zoon knikt afwezig en tuurt over de hand heen naar een schaduwrijke plek onder een oude berk. Zijn half dichtgeknepen ogen prikken dwars door de dorre bladeren heen, zijn adem gaat snel en zijn handen tintelen. Hij ruikt ze. Hij weet al precies welke hij moet hebben. Nog voordat de paddenstoel van zijn vaders hand in de mand is gegleden springt hij op en rent verder, snuivend naar richting. “Hier! Grote!” roept hij enthousiast. “Traaaaaaaag he!” waarschuwt zijn vader hem als de jongen zijn vingers vastberaden in de grond steekt.
Zo heeft hij het geleerd. Zijn vader nam hem mee het bos in, vanaf het moment dat hij kon lopen. De sporen van zijn vader wilde hij volgen. Zodra het kon liet ook hij een dikke snor en een baard groeien om de lokgeur van de paddenstoelen vast te kunnen houden.
Ja, hij had moeten leren om traag te plukken, zo traag als de slakken die hem zo vaak voor probeerden te zijn; ze bewegen langzaam maar ze eten snel.
En er kwam een tijd dat hij zich realiseerde dat hij zijn vader voorbij geplukt was. “Pa, ze groeien net zo snel als ik beweeg. Laat mij ze vinden, dan kun jij ze bovenhalen,” stelde de zoon voor. Hij snuffelde en wees, de vader hurkte en groef. Zwijgend. Knikkend. Sjouwend.
Samen stonden ze elke maandag op de markt. Met kisten vol verhuisden de paddenstoelen van het bos naar keukens in het hele stadje om te verdwijnen in geurige soepen, in omelets of een dikke saus.
Tot de zoon op een kille herfstdag zag hoe de vader hurkte. Met een samengeknepen mond en ingehouden adem, die ontsnapte met een kreun als hij, de handen op de bovenbenen steunend, door de knieen zakte, een paddenstoel tegemoet.
“Pa, schei er mee uit,” had hij gezegd. “Pak de andijvie. Druiven. Pompoen. Die hebben niet zoveel kapsones als paddenstoelen.”
Sindsdien hebben ze beiden hun eigen kraam op de markt. De vader met groenten. De zoon met paddenstoelen. Af en toe kijkt hij opzij. Daar staat z’n vader, met pompoenen. Zorgzaam steekt hij z’n aardedonkere duim op. “Ça va?” Zijn vader knikt geruststellend. Hij zucht diep en schudt traag zijn hoofd. Hij weet een ding zeker. Als hij zelf ooit zo ver komt dat hij op de pompoenen moet overstappen, dan hoeft het voor hem niet meer. Dan blijft hij liever in het bos. Tussen de paddenstoelen. Hij weet al precies welke hij moet hebben.

Ga zelf de markt op voor je verhaal

En hoe zou jouw verhaal er uit zien als je een tochtje over je eigen plaatselijke markt als uitgangspunt neemt?
Maximaal 600 woorden, met kop en staart graag.
Stuur je verhaal gerust even naar me toe voor commentaar en tips.