Hoe pakt een blinde blind een kaart?

Met handschoen kan een blinde blind pakken


“Eh… Tarotkaarten zijn zeker niet zo handig he?” realiseerde ik me bij het plannen van de workshop ‘Werken met de vijf elementen’ in Centrum Wakan in Velsen-Noord. Geen probleem, vond een van de blinde deelnemers.
“Je hoeft echt niks anders dan anders te doen hoor omdat we blind zijn,” verzekerde Tinah me. Met een groepje van negen mensen, waarvan vier blind of slechtziend, zouden we een dag lang ‘werken met de vijf elementen’. Een workshop om kennis te maken met alledaagse magische technieken om het leven net effe gemakkelijker te maken. De workshop zelf gaf ik al heel wat keer, maar nog nooit met blinden.
Ik ben er een groot voorstander van dat je zelfstandig je eigen ontdekkingen kunt doen om ook zelf te bepalen wat je daarvan belangrijk vindt om als nieuw inzicht te behouden. Daarom heb ik toch gezocht naar een manier om een ‘orakel’ te kunnen gebruiken dat ook voor blinden zelfstandig te gebruiken is bij het nadenken over levensvragen. Het ‘Orakel van Pan’ werd het. Een grote soeppan, gevuld met zo’n honderd alledaagse voorwerpen.
Bij de meeste orakels gaat het erom dat een bepaald beeld de intuitie aanspreekt en door associaties een antwoord ontstaat op de vraag die gesteld wordt.
Toeval is dan belangrijk, omdat dat nu eenmaal de taal is die de goden graag spreken.
Door de pan rond te laten gaan – zoals je ook met een set Tarotkaarten kunt doen om een bepaald beeld te krijgen voor iedereen -, kon nu iedereen geen kaart maar een voorwerp pakken om dat te duiden als symbool.
*Een zakmes dat niet opengaat – geen keuze durven maken of niet daadkrachtig zijn, maar wel jezelf de illusie geven dat je je eigen situatie niet kunt veranderen.
*Een pannensponsje – eerst eens even stevig moeten poetsen om oude overtuigingen weg te krijgen. En pas op voor krassen!
*Een microfoon – zeg het nou maar eens gewoon!
Dat soort dingen.
Het zien van de voorwerpen gaat uitstekend met de getrainde handen van blinden. Punt is alleen: hoe pak je blind als je vingers direct herkennen welk voorwerp je ‘bij de hand’ hebt in die pan? Vandaar dat iedereen die aan de beurt was om een voorwerp te pakken even een stugge handschoen om kreeg. Zo kan ook een blinde blind een kaart pakken zonder dat het een kaart is.
Wie ook eens met het Orakel van Pan wil kennismaken is natuurlijk van harte welkom. Mail effe.

Ben je een tekortschieter of een tekortkomer?

Dit is dus – ik wist ook niet dat het bestond – de tijd van de grote najaarsschoonmaak.
Eerder schreef ik dat we troep bewaren ‘voor het geval dat’. Heb je dan nog zo’n handige koevoet of spijkerbroekknoop liggen, dan ben je blij.
Wat is in de praktijk nu ‘het geval dat’?
Kort gezegd willen we voorbereid zijn op situaties waarin we niet willen tekortkomen of tekortschieten.

Bang dat je tekort komt? Dit keer niet!


-Tekortkomen:
Veel mensen zijn in een bepaalde periode van hun leven veel tekortgekomen. Aandacht bijvoorbeeld, omdat hun ouders het te druk hadden met ruzie maken inplaats van netjes te scheiden. Of veiligheid, omdat ze een ernstige ziekte hadden, geopereerd werden, lang van huis waren, te maken hadden met geweld. Of ze kwamen tekort aan plezier, omdat alles gericht was op presteren en braaf zijn.
Wie veel tekort kwam heeft zichzelf geleerd om voorraadjes te maken. Het lichaam werkt zo (volg een tijd een strikt dieet en het lichaam leert zichzelf om nijver vetten op te slaan als er weer eens wat eten komt, zodat je nog dikker wordt) en de geest ook: een tijd tekortkomen geeft altijd het gevoel dat er een buffer moet worden opgebouwd van iets, een idee, een ding, dat de klap kan opvangen ‘voor het geval dat’. Het geval dat is dus een situatie waarin je opnieuw het gevoel hebt tekort te komen. Daarom zit het tasje van een tekortkomer vol met snoepjes, snoeppapiertjes en kapotte suikerzakjes als er een tekort aan aandacht en troost is geweest (zoetigheid wordt veel gegeten als het effe tegenzit). En het zit vol met extra kleding als er te weinig bescherming is geweest, of te weinig erkenning voor de persoonlijkheid zelf.
In het huis van de tekortkomer is dit natuurlijk ook prachtig te zien: overal staat wel wat, de schuur, zolder en alle kasten puilen uit van de handige enkele sokken, kromme spijkers en palletjes-waarvan-niemand-meer-weet-waar-het-op-past. Je weet immers maar nooit.

En wie schiet jou te hulp?


-Tekortschieten:
Veel mensen (en vaak zijn dat dezelfde als de tekortkomers, maar ze gingen er anders mee om) hebben ook meegemaakt dat zij hulp nodig hadden in een bepaalde periode van hun leven en dat niet kregen. Of, ook akelig, dat iemand anders hulp nodig had en zij dat niet konden geven.
Zij wijden zich nu aan het bieden van snelle hulp. In hun tas zit de duvel en z’n ouwe moer ‘voor het geval dat’ iemand anders het nodig heeft. De tas puilt uit van pure dienstbaarheid. Pleisters, koeken, kinderspeelgoed, zakdoekjes, pennen, naaisetje, oploskoffie, motorzaag… Serieus: tijdens een workshop Damestasjeslezen verzuchtte een vrouw eens dat haar ‘finest hour’ zou zijn als er een amokmaker door de stad zou brullen: ‘Ik heb een motorzaag nodig!’ en dat zij dan haar tasje open zou knippen en kon zeggen: ‘Oh, die heb ik toevallig net bij me!’
Door anderen van dienst te zijn bewijzen ze niet alleen dat ze zorgzaam en lief zijn; ze maken zich ook nog es onmisbaar. Het enige dat ze niet bij zich hebben is ruimte voor zichzelf. En, oh ja, ruimte voor de ander om het eigen oplossend vermogen te trainen aan de interessante uitdagingen die het leven zo gul aan ons stelt.
Dit zijn de gevallen dat, waarvoor we troep om ons heen verzamelen.
Het grappige is: we komen tegenwoordig niet meer tekort. En we schieten ook niet tekort. Want als het erop aan komt verzinnen we wel wat.
Nu alleen nog even over de koekoeksvrouwen die helemaal niks willen verzamelen en voortdurend alles weg doen, al is het maar om plaats te maken voor de zojuist in een vlaag van enthousiasme aangeschafte gloednieuwe spul of kleer. Daar is ook al iets wonderlijks mee mis gegaan. Een volgend blog meer daarover.
Commentaar? Commaarop! 
 

Troep voor het geval dat

Je bent slimmer tijdens het geval dat


Waarom bewaren we dingen ‘voor het geval dat’? Wat is er mis met ons tijdens dat geval dat zelf dan, dat we ons daar jaren van tevoren op moeten voorbereiden?
Ik zie het natuurlijk dagelijks in al die damestasjes die ik te lezen krijg, maar ik zie het ook in m’n eigen huis: we omgeven ons met spullen die we niet nodig hebben en vervolgens kunnen we er geen afstand meer van doen. Zelfs niet als we weer een nieuw spul, een nieuwe kleer hebben gekocht (alleen al het feit dat daar geen enkelvoud voor wordt gebruikt geeft al te denken). En alles ‘voor het geval dat’.
Terwijl ik aan het opruimen was (ja, dit is de tijd van de nazomer-schoonmaak, ontdekte ik door de enorme hoeveelheid bestellingen voor De Magie Van Het Huishouden) bedacht ik bij elk overbodig voorwerp voor welk geval dat ik het had bewaard.
-Een pak supergrote mikado. Voor het geval ik het ooit eens bij de workshop Damestasjeslezen zou willen gebruiken om aan te geven dat een tassenworp voorzichtig moet worden bekeken. Maar de mikado lag naast m’n bed waar ik er zeker niks mee ga doen.
-Een rubberen hamer om tentharingen in te slaan. Op een rommelmarkt gekocht omdat ik altijd een rubberen hamer moet lenen van een campingbuur. Wat trouwens bijna altijd tot leuke contacten leidt.
-Een handig houdertje voor scheermesjes, met een plaksticker die vrijwel zeker binnen de 24 uur weer los zal laten en dus nooit opgehangen. Ik bewaar mijn scheermesjes in een mandje bij het bad, waar ik er gemakkelijk bij kan.
Er was meer. Zucht. En van alles wat ik tegenkwam realiseerde ik me dat ik er ‘voor het geval dat’ uitstekend uitkom zonder die extra voorwerpen.
Het feit dat ik het heb bewaard laat alleen maar zien dat ik nogal twijfel aan mijn eigen oplossend vermogen. Als het geval dat zich voordoet ben ik prima in staat iets even uit te leggen, te lenen of te improviseren.
Ik neig nu dus naar de stelling: wie veel bewaart twijfelt aan het eigen oplossend vermogen.
Dat sluit uitstekend aan bij mijn eerdere constatering: vrouwen van boven de veertig hebben minder spullen in hun tas.
Jonge meiden het meeste, want die willen overal op voorbereid zijn, voor het geval dat – ze de laatste bus missen, opeens ergens blijven slapen, je weet maar nooit… Vrouwen boven de veertig zeggen: ‘Als ik de bus mis neem ik wel een taxi. En een tandenborstel kan ik altijd wel van iemand lenen.’
De conclusie: bewaar niks voor het geval dat.
Mocht zich dat geval voordoen, dan verzin je ter plekke namelijk een oplossing die veel handiger is.
(En het boek De Magie van het Huishouden kun je bij mij bestellen met een mailtje)

Zelf een ritueel maken

Zelf een ritueel maken is het beste glijmiddel om de stap van toen naar straks te zetten. Elke grote verandering wordt namelijk simpeler als je er, met een ritueel, aandacht aan besteedt.
Rituelen laten de drempel tussen twee levensfases fluorescerend oplichten. Een geboorte, een overlijden, een huwelijk, maar ook een echtscheiding, het behalen van een diploma, een nieuwe baan, een nieuw seizoen… perfecte momenten voor een zelfgemaakt ritueel met betekenisvolle, magische handelingen. Huh? Nou, gewoon.

Een ritueel maken: leuk en zinvol

Elke handeling waar bewust een intentie aan wordt gekoppeld is een magische handeling. Een ritueel, groot of klein. Of het nou het vouwen van de handen voor een gebed is, zout over je schouder gooien als je ruzie hebt gehad, de ander gezondheid toewensen bij het drinken van een glas, stofzuigen na een heftige ruzie of intense fijn-dat-je-er-weer-bent-seks na lange afwezigheid. Of een cirkel van vrienden die letterlijk om je heen staan en je allemaal iets goeds toewensen voor je 50e verjaardag.
Voor handvast- en trouwrituelen vind je hierbij een pdf met een handleiding om zelf een ritueel te maken.

Iemand die een ritueel met me bedenkt?

Als je wilt overleggen wat wel en niet werkt, of liever samen met mij een ritueel bedenkt, dan weet je me te vinden. Je kunt me ook inhuren om het ritueel betekenisvol en heel persoonlijk met je uit te voeren.
Meer voorbeelden van rituelen en hun functie via deze pagina.
Download de pdf ritueelmaken (alleen voor eigen gebruik)
 
rituelen maken veranderingen makkelijker 

De kracht van rituelen

 
De waarde van rituelen is groot, maar de waarde van liefde is groter.
Met liefde en aandacht uitgevoerd, welbewust samen met geestverwanten, ongeacht hun spirituele achtergrond
is de waarde van rituelen misschien voor sommigen wel te groot.

Het lijkt dan opeens te gaan om een serie handelingen die in een bepaalde volgorde en door een bepaald aantal personen moet worden uitgevoerd, inplaats van om de waardevolle en integere intentie van rituelen.
Tot ieders spijt moest ik daardoor op dringend verzoek uit religieuze kringen het veelgelezen blog over een waardevol huwelijksritueel dat ik samen met een kerkelijk geestelijke uitvoerde, verwijderen.


“People should not worry as much about what they do but rather about what they are.
If they and their ways are good, then their deeds are radiant.
If you are righteous, then what you do will also be righteous.
We should not think that holiness is based on what we do
but rather on what we are,
for it is not our works which sanctify us
but we who sanctify our works.”

– Meister Eckhart – 

Eigen toekomst liever een verrassing

Een zwarte spiegel - om de toekomst van anderen in te lezen. Niet die van jezelf.


We zaten al een hele tijd te praten over Damestasjeslezen, de interviewer van Paravisie en ik. Nou ja, ik vertelde, hij stelde vragen, het was immers een interview.
Zijn laatste vraag overviel me een beetje: “Hoe zie je je eigen toekomst als damestasjeslezer?”
Ik barstte per ongeluk in lachen uit. Mezelf zien als damestasjeslezer is al een beetje mal, maar mezelf in de toekomst zien nog veel meer.
“Nou eh… Niet, denk ik,” zei ik dus een beetje verlegen, want veel liever had ik gewoon een goed antwoord gegeven.
“Hm,” knikte hij, terwijl hij een aantekening maakte. “Dat zeggen ze bijna allemaal in deze branche.”
Nou was ik nog beduusder. “Ja,” legde hij uit, “mensen die voor anderen orakelen of waarzeggen zeggen bijna allemaal dat ze niet kijken naar hun eigen toekomst. Daar houden ze zich liever niet mee bezig. Ze laten zich liever een beetje verrassen.”
Dus wel anderen van dienst zijn met een blik in hun toekomst, maar niet in die van henzelf…
Een soort vegetarische slagers zijn het dus, orakelaars. En waarom?
Misschien omdat je na vaak in de toekomst te kijken voor anderen wel weet dat het weinig uitmaakt om te zien welke kant het op gaat. Het komt er immers veel meer op aan welke keuzes je vandaag maakt en hoe je verwerkt wat er nu gebeurt.
Misschien is het ook wel omdat we nu eenmaal graag het beroep kiezen dat ons precies de uitdaging biedt die we het minst aan durven te gaan. Al eerder viel het me op dat de meeste journalisten bijvoorbeeld (ikzelf incluis) zichzelf als behoorlijk verlegen zien. Maar geef ze een journalistieke opdracht en ze spreken zonder hakkelen God Zelf aan om Haar een belangrijke vraag te stellen. In functie durven ze alles, zonder notitieboekje maar heel weinig. Veel politieagenten blijken autoriteitsproblemen te hebben, therapeuten kozen vaak hun vak omdat er nog een diep onverwerkt verdriet sluimert, menig IT-er is in het dagelijks gebruik volkomen chaotisch terwijl programmeren functioneert bij de gratie van ordening en overzicht.
Eigenlijk niks bijzonders dus, dat wie orakelt of waarzegt voor anderen liever geen blik in de eigen toekomst werpt. Ik mag als damestasjeslezer eigenlijk al blij zijn als ik het aandurf om uit te kijken met oversteken…
PS: Het interview zal in augustus verschijnen in Paravisie. Geloof ik. Maar met zekerheid valt zoiets natuurlijk nooit te zeggen, ’t blijft kijken in de toekomst en daar doe ik liever niet aan.

Vooral niet loslaten

“En nou ga ik het anders doen,” bedacht ik toen ik mijn overweldigende irritatie voor die luidruchtige medecursist voelde opborrelen als gloeiende lava.
Ik moest ermee afrekenen voordat die lava mijn handen zouden bereiken en ik een lel zou gaan uitdelen, gewoon, per ongeluk, maar heel erg welgemeend.

Lekker vasthouden werkt soms beter


“Gewoon loslaten,” is het gebruikelijke advies onder Verstandige Mensen als er irritaties optreden, wrok, jaloezie, woede, heftig begeren of andere aardse gevoelens de overhand dreigen te krijgen.
In het vuur gooien, de rivier af laten drijven, er doorheen ademen of begraven blijkt in de praktijk voor mij meestal niet zo effectief te zijn. Ik schrijf mijn grieven op een briefje, steek het in de fik, beleef een aangenaam moment van Heelheid met de Kosmos en Terugkeer van de Balans in mijn leven, om de volgende dag te moeten constateren dat dat wat ik heb losgelaten op gluiperige sokken het achterdeurtje van mijn bewustzijn weer ingeslopen is.
Niks loslaten. Vasthouden dan maar. Toen ik de luidruchtige medecursist tegen kwam tijdens een pauze omhelsde ik hem dus stevig en, dicht tegen elkaar aan geleund vertelde ik hem: “Wat ben jij luidruchtig! Soms irriteert het me zo dat ik je wel kan slaan.”
Hij grinnikte en zei oprecht en volkomen eerlijk: “Yep, that’s me!”
“En kun je daar nou helemaal niks aan doen?” wilde ik natuurlijk weten.
“Nee, dat gaat niet. Zo ben ik.”
“Okee, dan kan ik me daarop instellen.”
We gaven elkaar een stevige knuffel en per direct was de irritatie verdwenen.
Hier stond een luidruchtig mens. Hij kon niet anders.
Nou ja… Iedereen heeft wel wat.
Ik ga het nooit meer proberen, dat loslaten. Gewoon vasthouden, dat werkt veel beter. En het is nog gezelliger ook.
 

Oh, de maan…

Playing with the moon.pps

Mens en maan: Playing with the moon. Dit mysterie wil je zien.
Het is een ingepakt filmpje dat je gerust kunt downloaden en bekijken als pps.
Zeker op deze bijzondere avond waarop we een volle maansverduistering meemaken.
Wie maakte dit filmpje? Ik wil haar graag huwen. Tips zijn welkom.
Ik kreeg het toegestuurd door Christina Boudewijn-de Kaste, ook zo’n leuk mens!

'Dat is helaas niet zo'

"God is helaas geen vrouw"


Er is voor mij persoonlijk maar een broodje voor na een vrolijke sessie damestasjeslezen: shoarma.
Dus stapte ik in Den Haag een shoarmazaak binnen en bestelde er eentje. Van een workshop geven word ik wat vrijpostig, dus ik zeg tegen die gast achter de bar: “Dat zie je niet vaak: een foto van de paus aan de muur van een shoarmazaak.”
De donkere shoarmaman snijdt rustig verder van de lamsvleesrol en zegt: “Zeker geen komkommer erbij?” wat goedbeschouwd een wonderlijk antwoord is op mijn opmerking. “Jazeker wel,” zeg ik stoer. “Ik durf dat best.”
Dan komt hij terug op mijn opmerking. “De baas is katholiek. Daarom.”
“En jij?” vraag ik natuurlijk.
“Ik ben christen,” zegt hij en draait zich om. “Omdat er maar een God is en een Christus de verlosser en een waarheid.”
“Oh, daarom…” zeg ik.
Maar omdat ik altijd wat vrijpostig word als ik een workshop heb gegeven (had ik dat al eens verteld?) informeer ik per ongeluk: “Hoe weet je dat dan?”
“Dat staat geschreven,” legt hij uit, maar het is goed te zien dat hij me nu al een beetje suf vindt dat ik dat niet uit mezelf snap. Hij zet een bordje shoarma voor me neer. Met een beetje sla. “Een waarheid,” herhaalt hij een beetje dreigend. “En die heeft God ons gegeven, maar wij kennen Zijn aangezicht niet, dat kan ik u zeggen.”
Die toevoeging brengt me een beetje van m’n stuk. “Dus God kan ook wel een vrouw zijn?” probeer ik.
Pijlsnel komt zijn antwoord: “Dat is helaas niet zo.”
Wow, denk ik. Had hij, diep in zijn hart, dan ook eigenlijk liever gehad dat zijn God een vrouw was? Ik durf het hem niet te vragen, de vrijpostigheid daalt alweer een beetje.
“En wat geloof u dan, als ik vragen mag?” zegt hij dan, terwijl hij met een staalborstel de grill schoonpiept.
Lastige. “Ik geloof dat we respect moeten hebben voor alles en iedereen, als het leeft, maar ook als het niet leeft,” begin ik. “En dat alles wat we denken en doen consequenties heeft. En dat alles met elkaar samenhangt en dat je eerlijk moet zijn tegen elkaar en dat je elkaar moet helpen om beter te worden dan je was en de wereld mooier te maken dan ie was.” Hij zwijgt. “En dat iedereen z’n eigen naam heeft voor god en z’n eigen waarheid…” flap ik eruit. Hij houdt op met borstelen. Ik ben een beetje bang dat dit het verkeerde antwoord was, hoewel het wel echt waar is allemaal. Voor mij. Op dit moment.
“Misschien zijn er wel meer goden. Niet eentje,” gooi ik er dan ook nog maar even achteraan.
Hij legt zijn staalborstel neer en staart er een tijdje naar. Dan keert hij zich naar mij toe en antwoordt met een zekerheid zoals alleen gelovigen die hebben: “Dat is helaas niet waar. Als het wel waar was zou ik het u zeggen.”
Gerustgesteld door die belofte heb ik hem bedankt, heb mijn broodje shoarma betaald en ben weer naar huis gereden.

Shindogu

Er is altijd een andere optie. Shindogu rules.


 
Waarom zou je een interessant probleem
om zeep helpen met simpele oplossingen?
Een shindogu is een handige uitvinding die geen nut heeft.
De problemen die ze zouden kunnen oplossen worden er stukken leuker door.
Het leven vraagt eigenlijk voortdurend om shindogu’s: ingewikkelde oplossingen voor simpele problemen. Gewoon, voor de sport ervan.
Prachtige inspiratiebron:
http://chindogu.com/chindogu/