Schrijven in de bajes

Schrijven voorbij tralies


Je moet er wel wat voor doen om in de bajes terecht te komen. Dat lukte mooi. Een geestelijk verzorgster nodigde me uit om een schrijfworkshop te komen geven in de bajes.
December is natuurlijk ook achter de tralies – ‘binnen’, zoals ze het daar noemen – de tijd van het jaar om terug te denken aan fijne gebeurtenissen. Kerst vieren met z’n allen, thuis zijn met de mensen waar je van houdt, lekker eten… Veel gedetineerden groeiden niet echt op in een sfeer die veel fijne herinneringen oplevert. Als je maar weinig mooie momenten in je geheugen hebt, worden ze steeds stoffiger naarmate je ze vaker tevoorschijn tovert in het hoofd. Het beeld vergeelt een beetje.
Door de mooie momenten op te schrijven in geuren en kleuren gaan ze langer mee. Je vult ze met zintuiglijke waarnemingen. Hoe rook het ook al weer om chocolademelk te drinken naast je broertje, bij de kerstboom thuis? Welke muziek was er? Het doel van de schrijfochtend was dan ook om herinneringen op te schrijven op zo’n manier dat ze een soort geschreven fotoalbum met dierbare momenten kunnen vormen.
“Ja ho eens even,” zei na de eerste oefening al een van de deelnemers, “herinneringen ophalen? Ik doe juist alle mogelijke moeite om me niks te herinneren. Aan herinneringen zitten emoties en als ik wat voel word ik gek hier. Ik zet de knop om zodra ik hier binnen word gebracht en ik voel pas weer iets als ik weer buiten sta.”
“Nou, dan mis je toch iets,” antwoordde een ander. “Ik zit hier nou al vijftien jaar, maar ik kan juist steeds meer genieten van kleine dingetjes die wel goed gaan. Als de koffie een keer goed gelukt is, dan heb ik alweer een goed moment te pakken. Van dat soort kleine pleziertjes moet ik het hebben. Daar draai ik juist op.”
En zo ontstond een interessant gesprek over het belang van ‘voelen’.
“Pas op hè,” waarschuwde een deelnemer, “als jij zelf niks voelt, dan weet je ook niet hoe een ander zich voelt als je iets doet wat niet mag.”
Dat lijkt me een heel waardevolle tip. Mijn kerstgedachte van dit jaar komt uit de bajes. Voel. Voel naar hartelust. Voel tot het een beetje pijn doet. Het is de belangrijkste maatstaf die je hebt om te weten hoe dicht je bij je medemens kunt staan.

Wabi Sabi – de schoonheid van de imperfectie

De plek waar het licht binnen komt

Kunstwerk van Arild Veld


“There’s a crack in everything. That’s how the light gets in.”
De dichtregel werd beroemd toen Leonard Cohen, de Maestro, het zong, maar eigenlijk schreef de Perzische dichter Rumi het. ‘Er zit een scheur in alles. Zo komt het licht binnen.’
Dat geldt in hoge mate voor een dierbaar kopje, nog van mijn oma geweest, waar een scherfje af is. Voor de vergeelde foto en voor het laken met een klein hoekje verstelwerk, met zorg aangebracht. Wabi Sabi.
De tijd dat we alles wegpleurden als het niet meer perfect was is gelukkig voorbij. Natuurlijk, we leven nog steeds in overvloed. Maar we repareren ook weer spullen. En we neigen er zelfs voorzichtig naar om ook mensen met een rimpel of een bizar deukje in de creatieve geest te waarderen. Wabi Sabi.
Lees het artikel dat ik schreef over WabiSabi voor Libelle Balance in 2011

Schoonheid van imperfectie

webtekst-150x150Wabisabi is een prachtig principe uit de Japanse filosofie en betekent, kort samengevat: de schoonheid van de imperfectie. De vijver leeft pas als het perfect rimpelloze oppervlak wordt bewogen door de kikker die er in springt. Marketing en reclame zijn bij uitstek gebieden waar ons jarenlang juist ‘perfectie’ werd voorgeschoteld. Het perfecte jongetje met petje grinnikt om z’n pindakaas. De perfecte vrouw steekt haar perfecte voet in een perfecte schoen. Om doodmoe van te worden, al die gladde perfectie. Beledigend, ook wel. Want tijdenlang leek het alsof imperfectie geen bestaansrecht meer had. Althans; niet in het openbaar, niet in de foto’s en films op t.v., in krant en tijdschrift. Dat geeft problemen natuurlijk, al was het maar omdat we zelf maar al te goed onze eigen imperfectie kennen en die dus steeds harder onzichtbaar proberen te maken. Botox. Sausjes. Alter ego’s. Tegelijkertijd werd het verlangen naar ‘echt genieten’ steeds heviger – gestimuleerd door diezelfde advertenties. Maar hoe kun je echt genieten als je je schaamt voor je imperfectie?

Perfectie houdt de dood buiten

Toegegeven. Perfectie lijkt aantrekkelijk. Het houdt de gedachte aan verval en de dood buiten. Zodra het duister zich aandient, in de vorm van slijtage, een vlek, een kras, een afgebroken pootje, verwijderden we het uit onze samenleving. Zelfs oude mensen, met rimpelige lichamen, hebben we liever niet in ons blikveld. Hoe dichter we het verval en de dood op onze hielen voelen, hoe krampachtiger we ons omringen met perfectie.

Transformatie wint van perfectie

Het lijkt daardoor misschien alsof wij, mensen, de baas zijn over de materie, maar misschien heeft de materie wel van ons gewonnen. Die begerenswaardige staat van perfectie is immers uitsluitend vol te houden door strikt levenloze voorwerpen. De vaas die nooit gebruikt wordt kan in alle rust perfect van vorm blijven. Een auto die altijd in de garage staat loopt nooit een deukje op en blijft prachtig in de lak zitten. Kiezen voor leven betekent bereid zijn te veranderen, een deukje op te lopen. Wijs worden betekent verdriet verwerken, pijn voelen. Wie die donkere kant van het leven buiten wil sluiten, komt nooit tot volle bloei.
Waar de donkere kant van het leven steeds voelbaarder aanwezig wordt – tijden van economische crisis, bezuinigingen, het wegvallen van zekerheden en meer rampspoed – is de perfectie al snel niet meer in stand te houden. De beweging, het leven, de ontwikkeling, de natuurlijke weg van ontstaan – groei – bloei – verval – transformatie wint van het statische levenloze perfecte.

Creatie is imperfect

oefeningbaartkunstWie schrijft of op een andere manier creeert, weet dat je creatie alleen in je hoofd perfect is. Tijdens het schrijven, schilderen, timmeren of tuinieren, heb je te maken met noodzakelijke praktische aanpassingen. Je verhaal gaat een andere kant op dan je had gepland. Het blauw dat je mengde blijkt paarser te zijn dan je het bedoelde. De elegante zwaluwstaartverbinding werkt niet goed met dit hout. Hoe dan ook: er komen barstjes in het perfecte beeld van wat je zou gaan maken, omdat je het maakt.
Kun je dat niet verdragen, blijf je verkrampt vasthouden aan hoe het had moeten worden, dan kun je niet creeren. Daarom is ‘de kunstenaar’, waaronder ik iedereen versta die iets nieuws toevoegt aan de wereld, materie, beeld, idee of evenement, per definitie overgeleverd aan wabi sabi. Geniet er maar van. Daar zonder zou er niets zijn. En vooral jij niet.
 

Onzevader als marketingtekst

Onzevader-150x150Onzevader… Toe maar. Je kent ‘m. Teksten die lang mee gaan zijn kennelijk bijzonder knap geschreven, anders zouden we er eerder op uitgekeken zijn. Wie zelf wil schrijven doet er dus verstandig aan om zulke evergreens te bestuderen en te onderzoeken of je iets kunt leren van die schrijfstijl. Misschien kun je er ook iets van toepassen in je eigen tekstwerk.
Een van de beroemdste evergreens, internationaal gewaardeerd en gebruikt zelfs, is natuurlijk het Onzevader.
De intentie van die tekst is groots: contact tussen mens en God leggen, terwijl we helemaal niet weten of God daar wel op zit te wachten. De reden dat de mens die verbinding tot stand wil brengen is ook nog es wat beladen: wij, mensen, willen iets van ‘M. We willen aandacht, brood, vergeving en bescherming – tegen onszelf nota bene -.
Zoiets vraagt een tactische benadering. Precies zo’n tactische benadering als een aanbieder van een product of dienst nodig heeft als hij een nieuwe klant wil benaderen.
Ook daarbij is het belang van de schrijver – zeker in eerste instantie – groter dan dat van de lezer.
Grote groepen mensen zijn ervan overtuigd dat deze tekst effectief is. Laten we daarom eens even kijken wat er herhaalbaar is aan het succes van het Onze Vader en hoe je die kunstgrepen toe zou kunnen passen op je eigen tekstwerk.

Onze Vader – marketingstructuur

Onze Vader Die in de Hemelen zijt,
                  Benoem de positie van je prospect. Zo laat je zien dat je weet wat zijn of haar situatie is. 
                  Bijv.: ‘U draagt dagelijks de verantwoordelijkheid voor uw kinderen.’
Uw Naam worde geheiligd;
                  Laat zien dat je daar respect voor hebt
                  Bijv.: ‘Dat valt nog helemaal niet mee in tijden van crisis!’
Uw Koninkrijk kome;
                  Doe een belofte voor de toekomst
                  Bijv.: ‘Later zullen ze u dankbaar zijn.’
Uw wil geschiede,
                  Benoem de verantwoordelijkheid van je prospect
                  Bijv.: ‘Hun gezondheid hangt af van uw inzet’
gelijk in de Hemel als op de aarde.
                  Benadruk dat nog eens, zodat die niet onderschat wordt
                  Bijv.: ‘Op school, buiten en thuis’
Geef ons heden ons dagelijks brood;
                  Kom pas na deze inleiding tot je eigenlijke voorstel
                  Bijv.: ‘Lees uw kind dus regelmatig voor’
en vergeef ons onze schulden,
                   Rek de welwillendheid van je toekomstige klant nog wat op met een 2e suggestie
                   Bijv.: ‘uit een prachtig sprookjesboek dat wij in de aanbieding hebben’
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
                   Stel een tegenprestatie in het vooruitzicht
                   Bijv.: ‘We geven u daar deze week een mooie korting op.’
en leid ons niet in verzoeking,
                   Raad subtiel de diensten van de concurrent af
                   Bijv.: ‘U vindt het nergens zo goed en goedkoop als bij ons’
maar verlos ons van de Boze.
                   Suggereer dat je product of dienst andere producten of diensten overbodig maakt
                   Bijv.: ‘Zo kan de televisie lekker uit blijven.’
Want van U is het Koninkrijk
                    Herhaal je eerdere respectbetuiging voor de positie van je klant met een belofte
                    Bijv.: ‘Opvoeden wordt een feestje.’
en de kracht en de heerlijkheid
                    Versterk de belofte naar een ideaal resultaat
                    Bijv.: ‘Voor u, maar ook voor uw kinderen en al hun vriendjes!’
tot in eeuwigheid.
                     Benadruk dat dat resultaat blijvend is en dus een goede investering
                     Bijv.: ‘Zelfs uw kleinkinderen zullen u ooit dankbaar zijn voor deze kleine maar oh zo waardevolle traditie!’
Amen.
                     Sluit af met een pay-off die het voornemen van je prospect bevestigt: zo zal het zijn.
                     Bijv.: ‘Sprookjes voorlezen. Voor blije kinderen en gelukkige ouders.’

Boekentip

Lekkere boeken en waarom je ze zou moeten lezen


Schrijven is iets anders dan lezen. Toch doe ik dat ook wel es. Gelukkig maar, want mijn uitgever A3boeken vroeg me een paar vragen te beantwoorden voor Boekentip. Wat m’n lievelingsboek is, welke boeken ik allemaal aan kan raden en meer. Nou. Graag natuurlijk!
Boekentip interview over boeken waar ik van hou.
 

Eerst jij

We kijken naar de televisie. Niet naar het programma.


De televisie staat aan en er wordt naar gekeken. Niet naar het programma, maar naar de bewegende beelden er op. Naar het ding. Met veel geduld trouwens, want vrijwel alles wordt goed gerekend als inbreng van het ding.
“En dan gaan we nu naar New York.” Zoiets kan de televisie, als volwaardig gesprekspartner, gerust zeggen. In veel huiskamers praat ie gewoon mee. Stukje gesprek, tot aan het punt dat het te persoonlijk wordt. Dan gaat de aandacht in een vloeiende lijn weer terug van mens naar scherm. Stukje televisie. Tot er een aanknopingspunt is om weer een opmerking te maken.
“Had ik laatst ook. Toen nam ik een boterham met pindakaas en jam. Lekker man.”
“Yuuuhuukie!”
“Echt wel.”
“Nee. Smeerkaas dan.”
“Hm.”
En we gaan terug naar de televisie.
Ik maakte me er oprecht zorgen over, een tijdje geleden. Waar blijft het menselijk contact? De uitwisseling, de inspiratie die opvlamt als er urenlang wordt doorgefantaseerd op een thema? De vrolijke lach en de waardering om de gewaagde kwinkslag, de troostende arm om de schouder, de persoonlijke ontboezeming, het feest van herkenning: ‘Oh, heb jij dat ook? Ik dacht dat ik de enige was!’
Nu zie ik dat dat niet verdwenen is. Mensen laten zich nog steeds graag zien zoals ze werkelijk zijn. Alleen duurt het nu wat langer voordat dat gebeurt. Omdat ze eerst door een laagje stugge weerstand heen moeten, opgelegd door nieuwe, strikte omgangsvormen. Zoals ooit de oude adel als eerste mocht spreken, zo is nu de televisie de aanwezige met de hoogste status. Als die er niet is, of als er een aanleiding gegeven wordt door dat ding, dan barst de dijk van persoonlijke informatie los. Hopla, daar wordt een nieuw woord gelegd met wordfeud. Hier roept iemand ‘Kijk eens wat ik allemaal in m’n tas heb!’ Daar vloekt iemand kort en heftig tegen een regenplas op de stoep.
Het verlangen ons te uiten is niet weg. Het heeft alleen een wat benepener vorm aangenomen. Alsof de opening waardoor de berichten de wereld in kunnen worden geslingerd kleiner is geworden, waardoor de interne druk is verhoogd en het persoonlijke er van tijd tot tijd met een knal uitspettert.
‘Nee nee, eerst jij vertellen’ is nog steeds de basishouding. Waarbij de televisie beleefd afwachtend wordt aangekeken.

Hoe pakt een blinde blind een kaart?

Met handschoen kan een blinde blind pakken


“Eh… Tarotkaarten zijn zeker niet zo handig he?” realiseerde ik me bij het plannen van de workshop ‘Werken met de vijf elementen’ in Centrum Wakan in Velsen-Noord. Geen probleem, vond een van de blinde deelnemers.
“Je hoeft echt niks anders dan anders te doen hoor omdat we blind zijn,” verzekerde Tinah me. Met een groepje van negen mensen, waarvan vier blind of slechtziend, zouden we een dag lang ‘werken met de vijf elementen’. Een workshop om kennis te maken met alledaagse magische technieken om het leven net effe gemakkelijker te maken. De workshop zelf gaf ik al heel wat keer, maar nog nooit met blinden.
Ik ben er een groot voorstander van dat je zelfstandig je eigen ontdekkingen kunt doen om ook zelf te bepalen wat je daarvan belangrijk vindt om als nieuw inzicht te behouden. Daarom heb ik toch gezocht naar een manier om een ‘orakel’ te kunnen gebruiken dat ook voor blinden zelfstandig te gebruiken is bij het nadenken over levensvragen. Het ‘Orakel van Pan’ werd het. Een grote soeppan, gevuld met zo’n honderd alledaagse voorwerpen.
Bij de meeste orakels gaat het erom dat een bepaald beeld de intuitie aanspreekt en door associaties een antwoord ontstaat op de vraag die gesteld wordt.
Toeval is dan belangrijk, omdat dat nu eenmaal de taal is die de goden graag spreken.
Door de pan rond te laten gaan – zoals je ook met een set Tarotkaarten kunt doen om een bepaald beeld te krijgen voor iedereen -, kon nu iedereen geen kaart maar een voorwerp pakken om dat te duiden als symbool.
*Een zakmes dat niet opengaat – geen keuze durven maken of niet daadkrachtig zijn, maar wel jezelf de illusie geven dat je je eigen situatie niet kunt veranderen.
*Een pannensponsje – eerst eens even stevig moeten poetsen om oude overtuigingen weg te krijgen. En pas op voor krassen!
*Een microfoon – zeg het nou maar eens gewoon!
Dat soort dingen.
Het zien van de voorwerpen gaat uitstekend met de getrainde handen van blinden. Punt is alleen: hoe pak je blind als je vingers direct herkennen welk voorwerp je ‘bij de hand’ hebt in die pan? Vandaar dat iedereen die aan de beurt was om een voorwerp te pakken even een stugge handschoen om kreeg. Zo kan ook een blinde blind een kaart pakken zonder dat het een kaart is.
Wie ook eens met het Orakel van Pan wil kennismaken is natuurlijk van harte welkom. Mail effe.

RSI in je hoofd

Er zijn nu mildere technieken om RSI te bestrijden


Om je even te laten weten wat die fantastische nieuwe theorie is over RSI – waardoor jij er ook geen last meer van gaat krijgen – moet ik je eerst eventjes wat inleidende dingetjes vertellen. Gaat ie.
Twee weken geleden sloeg het opeens toe. Pijn in de rechterarm, vanaf de elleboog naar beneden. Da’s niet leuk voor als je evengoed je geld wilt verdienen met computerwerk. Meteen de hulptroepen ingeschakeld dus en met loeiende sirene (nou ja, in gedachten dan) naar de chiropractor, want dat zijn Verstandige Mensen.
Eerst werd het probleem verholpen. Dat klinkt misschien mal als je van je huisarts weet dat RSI-klachten uitsluitend voorbij kunnen gaan met eindeloos veel rust of, als het een carpaal tunnel syndroom is geworden, na een heftige operatie. Maar voor iemand die weet wat een chiropractor doet is het waarschijnlijk niks bijzonders: een stevige, goedgeplaatste en pijnloze ruk aan de arm en de pijn is weg. Voorbij. Maar nog wel wat zeurend gevoel in de wijsvinger en kom, als toch vrijwel alles mogelijk is word je gulzig. Zo’n soort tovervisjes-syndroom slaat toe. Die wijsvinger wilde ik ook weer helemaal goed hebben.
Mijn chiropractor gebruikt spiertesten om direct te meten of zijn ingrepen werken of niet. Dat is niet alleen praktisch, maar ook heel bevredigend omdat we beiden direct effect voelen. Nu liet hij me het verschil voelen tussen de kracht in mijn hand als ik mijn gezicht naar voren houd – zoals ik dat doe als ik al lang op mijn beeldscherm tuur – of recht op mijn romp – zoals ik doe als ik even door het bos loop -.
Die tweede houding van mijn hoofd bleek de irritatie in mijn vinger vrijwel weg te nemen.
“Logisch,” zegt zo’n chiropractor dan. En dan komt mijn favoriete gedeelte van de behandeling: De Theorie – waarvan hij zelf vaak zegt dat het ook maar zijn theorie is, maar het klinkt tot nu toe altijd op een vreemde manier volkomen logisch -.

Komt ie. Bij stress, maar ook bij irritatie en lust, maakt het lichaam meer adrenaline aan. Daardoor verwijden de pupillen (wist ik niet). En daardoor zie je wat lastiger. Bovendien kan licht gaan irriteren. Daarom gaat de lamp (bij ’s avonds werken) uit en het hoofd gaat naar voren om het scherm beter te kunnen zien. De elleboog gaat meer naar buiten om gemakkelijker voorover gebogen te kunnen zitten. In die houding wordt de spier die naar de hand loopt vanaf de elleboog vreemd belast. Voila. De perfecte basis voor RSI-klachten. Het zit dus wel degelijk, zoals cynici altijd al zeiden, in je hoofd. En in de rest van je lijf trouwens ook, want adrenaline komt overal.

Wat je dus moet doen om RSI te voorkomen:
Zorg voor voldoende licht. Blijf rechtop zitten. En als je gestressed raakt of op een andere manier een adrenalineboost dreigt te krijgen: stop. Ga 20 minuten mediteren, maak een boswandeling, doe je ademhalingsoefeningen of masturbeer, maar werk niet door achter je computer. Trouwens: een ergonomisch gegolfd toetsenbord helpt ook wel om pijnklachten uit te stellen, maar neemt wat hierboven staat niet weg.
Zo. Klaar. Nou weer even wat anders doen. Als je meer wilt weten mail je me maar.

Op de radio

Uurtje op de radio over de zin van het leven


Een uur lang praten over de zin van het leven. Wat een luxe! Rinus van Warven, van Radio Tendens, op Omroep Gelderland, nodigde me er voor uit.
Waarom maken we structuren en protocollen om volledig mens te worden?
Kunnen we de last die god op Haar schouders torst niet effe een beetje lichter maken door zelf de handen uit de mouwen te steken?
Hoe wil de geest waaien en hoe krijgen we die zo ver?
Zijn we allemaal collega’s in het grote bedrijf dat onder management van de goden staat?
Wat bedoelde de Cheshire Cat van Alice? Hebben we een bestemming en zo ja komen we daar dan ook aan? Is dat voor iedereen hetzelfde?
Hoe vinden we het goddelijke in onszelf zodat we niet meer afhankelijk zijn van religie?
Een vrolijk gesprek over leven, dood, creativiteit en gelijk worden aan god door uniek te zijn, zelf te scheppen en ons lekker te ontplooien.
Met een potje blufscrabble om nieuwe mogelijkheden te scheppen op ons pad naar wereldvrede.
Zoek zelf even naar de uitzending op
Radio Gelderland 07.00-08.00 30 oktober 2011


 

Eerst zien – dan schrijven

Een verhaal maken? Eerst zien. Dan schrijven.


Vandaag met tien middelbare scholieren van het Liemers College in Zevenaar in een uur een sprookje geschreven. Of, beter gezegd: tien sprookjes.
Aan de opmerking ‘Ik kan niet schrijven’ zijn we niet eens toegekomen. Wat een enthousiasme!
De kunst is eigenlijk heel simpel: graaf even een kanaaltje naar je inspiratiebron – de fantasie.
Voor een verhaal moet je een begin hebben – we noemen het even A – en een einde – vooruit dan maar: Z.- Met een rol w.c.papier heb je de hele verhaallijn ineens in beeld. Start bij A.
Prinsesje woont in paleis. Als ze altijd gelukkig blijft, lieve ouders houdt en veel goede vriendjes, totdat ze een prins ontmoet met wie ze naar hartelust nog lang en gelukkig kan leven, dan is er geen klap aan het verhaal.
Drama en ellende moet het arme kind hebben.
“We laten haar het paleis uitsturen!” was de eerste briljante vondst uit de groep.
“Door haar moeder!” detailleerde een ander. “Omdat ze niet goed genoeg is om prinses te worden.”
“En dan gaat ze de wijde wereld in omdat ze ook wel eens wat anders wil zien dan een suf paleis.”
“Oh ja. En dan gaat ze dood. Of moet het goed aflopen?”
Kijk. Dan heb je wat. Nee. Natuurlijk hoeft een sprookje niet goed af te lopen. Als je schrijft ben je een beetje God: Je kunt alles laten gebeuren wat Je een goed idee lijkt. Door je eigen moeder, de koningin, verdreven worden uit het paleis is een uitstekende start voor een verhaal.
We beginnen dus met de gevoelens van het prinsesje. Wat gaat er door dat arme kind heen als ze te horen krijgt dat ze kan vertrekken?
En wat heeft die koningin eigenlijk precies gezegd tegen haar?
Nog interessanter: wat doet ze dan, als ze met haar koffertje voor de paleispoort staat op zoek naar de wijde wereld? Wie komt ze tegen? Van welk vervoersmiddel kan ze gebruik maken en hoe ziet de omgeving eruit waar ze doorheen komt?
Wie het moet verzinnen krijgt hoofdpijn.
Een fijnere manier om zo’n verhaal te maken is om je ogen dicht te doen. Zet de film in je hoofd aan. Roep de beelden op en zet ze stil waar ze interessant worden. Kruip in de huid van het prinsesje en voel hoe het lichaam van de koningin zich fier strekt als ze haar pijnlijke bericht uitroept tegen haar verbijsterde dochter: “Ik verzoek je onmiddellijk dit pand te verlaten. Je weet niks van de wereld en je misbruikt je positie.”
Ohhhhh… Erg! Krijgt het prinsesje het er warm van? Borrelt er een kolkende woede op in haar borst? Zit ze als versteend, of springt ze op en scheldt ze met haar handen in haar zij, voorovergebogen van kwaadheid, de koningin uit?
Roep het beeld op.
Neem het waar.
Geef het weer.
Wie zo een verhaal schrijft moet weliswaar af en toe eventjes stoppen met schrijven om de film verder te laten gaan, maar dan heb je ook wat.
De omgevingsbeschrijvingen waren bijvoorbeeld zo adembenemend dat ik nu precies weet hoe het ruikt op een hobbelende platte wagen, terwijl het bergpad waarover de prinses de wijde wereld in rijdt steeds moeilijker begaanbaar is door de vallende herfstbladeren. En de paardestaart van de koetsier maar heen en weer wiebelen, de wielen piepen en het paleis verdwijnt langzaam uit zicht.
“Ik had nooit gedacht dat de wijde wereld zo mooi zou zijn,” verzucht het prinsesje dan ook.
Zoiets verzin je niet.
Eerst zien. Dan schrijven. Scheelt een hoop denkwerk en het wordt er kleurrijker van dan als je alles verzint.