Schrijfwedstrijd: visie gevraagd

Ook voor blije slotzinnen


Treurig dat Toekomstschrijvers niet meer bestaat als schrijfwedstrijd?
Omdat ik er juryvoorzitter van was geef ik je graag een fijne tip om je tijd toch stevig vol te schrijven.
Hier is een andere optie. Je kunt er nog geld mee verdienen ook en publicatie, want de wedstrijd werd uitgeschreven door het tijdschrift VolZin.
Maar hoe win je zo’n ding? Kom de geheime trucs leren op een schrijfworkshop.

SCHRIJFAGENDA (klik voor meer info en om je in te schrijven)

-Slogans, koppen en pay-offs schrijven, 27 april, Roermond
-Nieuwsbrieven schrijven, 3 dinsdagavonden vanaf 1 mei, Amersfoort
-Schrijven om gezien te worden, voor zelfstandigen, 6 woensdagavonden vanaf 2 mei, Arnhem
-Functioneel schrijven, voor zelfstandigen, 7 mei, Hilversum
-Schrijf dat boek, voor auteurs en hun innerlijk criticus, 11 juni, Amersfoort
-En je mag me altijd inschakelen als je persoonlijke schrijfcoach, bijvoorbeeld om je inzending voor de wedstrijd nog even na te lezen voor professionele feedback en tips.

Schrijfwedstrijd 2012 van VolZin in teken van verandering
Maak het nieuw!
‘Maak het nieuw!’ luidt het thema van VolZin-opinieprijs 2012, de jaarlijkse schrijfwedstrijd van VolZin, tijdschrift voor zinvol leven. De opdracht luidt: schrijf een persoonlijk verhaal of een uitdagende bespiegeling over je eigen vernieuwingsdrift, of over de menselijke scheppingsdrang. Inzenders dingen mee naar een van de geldprijzen. Winnende verhalen worden gepubliceerd in VolZin. Iedereen kan meedoen.
Thema
Alle dingen zijn veranderlijk. Niets blijft. Ook wij mensen veranderen mee in de stroom der dingen. Maar bovendien voelen wij de aandrang – of is het een opdracht? – om steeds onszelf en de wereld te vernieuwen. Noem het ‘een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, noem het ‘new age’: wij mensen koesteren een visioen. Zonder gevaar is dat niet. Menige heilstaat veranderde in een hel.
Kort gezegd luidt de opdracht voor de VolZin-opinieprijs 2012: schrijf een pakkend en persoonlijk essay over de menselijke creativiteit, of je eigen vernieuwingsdrift. Ga in op vragen als: Wat moet er veranderen en hoe? Of mag het juist wel wat minder met al dat nieuw, nieuwer, nieuwst? Wat was een grote verandering in je eigen leven? Of verandert daar juist niet zoveel? Is dat een ramp of een zegen? Trouwens: moet je vooral zelf veranderen of gaat het in de eerste plaats om de wereld om je heen?
Meer informatie: VolZin
 

Vrijdag de 13e – geluksdag voor heidenen

Rituelen om vruchtbaarheid te bevorderen en de godin gunstig te stemmen


Heel lang geleden werd de tijd nog berekend aan de hand van de beweging van de zon, de maan en de sterren.
Als de maan dertien maal vol was geweest, waren er vier seizoenen verstreken. Da’s altijd handig om te weten als je geen CV of airco hebt en bovendien afhankelijk bent van zaai- en oogsttijden en een beetje knap weer.

Opwindende rituelen

Dit was de tijd dat de begeerlijke maar onberekenbaar energieke vruchtbaarheidgodin Freya ruim voldoende aandacht en respect eiste. Haar Werk, zorgen dat er voldoende te eten zou zijn en genoeg lammetjes en kinderen geboren zouden worden, werd natuurlijk van harte ondersteund met offers en opwindende rituelen. Bij die rituelen stonden vanzelfsprekend alle handelingen centraal die ook een bijdrage konden leveren aan het doorgeven van het leven. Gezellige boel dus, bij die heidenen.

Symbool van Wilde Zeden

Daar moest maar snel een einde aan gemaakt worden, vonden de nieuwe machthebbers, de kerkvorsten die een rendabeler model van spiritualiteit wilden installeren.
Vrijdag – genoemd naar de enthousiaste vruchtbaarheidsgodin – de dertiende – als in de dertiende maand die verklapte dat er eerder naar de maan zelf dan naar de kalender werd gekeken en dus symbool van heidendom en Wilde Zeden – werd willens en wetens in een kwaad daglicht gesteld.
Vrijdag de dertiende werd het symbool van alles wat opwindend, voortplantingsgericht, heidens en ongetemd was.
Een goed Christen moest ervoor uitkijken.

Valt er nog wat te vrijen?

Heidenen, daarentegen, zouden vandaag juist extra veel lol kunnen hebben.
Dit is onze dag! Valt er nog wat te vrijen?
Niet voor mezelf hoor, maar om de traditie in ere te houden.
 

Meer vrije tijd, meer geld

Ik ben aan het sparen


“Dus als ik eventjes omreken hoeveel uren je deze maand hebt gewerkt, hm, mmm… ja, zo… tegenover hoeveel je deze maand hebt verdiend, even zien, dus… ja… hm-hm… Dan verdien je nu gemiddeld vijf euro per uur,” vertelde een rekenende man me. Het was bedoeld als waarschuwing. Misschien moest ik toch maar eens uitkijken naar een paar uurtjes loondienst. Of meer commercieel werk aanpakken en niet alleen de dingen doen die ik echt leuk vind. Of gewoon, in het algemeen, meer geld eisen van de bedrijven die me inhuren voor schrijfworkshops of damestasjeslezen.
Vijf euro per uur is best weinig. “Maar er is een hele simpele oplossing voor,” legde een rekenende vrouw me uit. “Meer vrije tijd nemen zodat je je inkomsten door minder uren hoeft te delen. Dan schiet je uurloon opeens omhoog.”
Dit  blijkt  geweldig goed te werken. Alleen deze paasdagen al is mijn uurloon tenminste verviervoudigd!
Ik streef nu naar een uurloon van rond de 70 euro, dus ik moet nog heel wat uurtjes lekker fietsen, prachtige boeken lezen in de tuin of uitslapen om een appeltje voor de dorst bij elkaar te sparen. Rekenen geeft meer vrijheid dan ik altijd dacht.

Toekomstschrijvers – de winnaars


De bundel '2020: eindelijk kwam alles goed'


Het was een klein feestje gisteren in Amsterdam, op Vijzelgracht nummer 11 bij ‘Boek ’n plank’, ook voor mij als juryvoorzitter.
De prijsuitreiking van de schrijfwedstrijd Toekomstschrijvers 2011-2012. Kort maar gezellig.
Op eentje na waren alle auteurs van de shortlist (16 schrijvers) er bij toen de Top-3 bekend werd gemaakt.
Er was een glaasje, leuke ontmoetingen, een man van de stads-t.v. Amsterdam.
Als juryvoorzitter mocht ik zelfs op een handig krukje staan om…
Oh kom op, je wilt toch gewoon weten wie die drie winnaars waren!
Daar gaat ie:

Elisabeth Elegeert en Janneke Heimweg


3 Hemelsbrood – Janneke Heimweg
De kerk heeft in 2020 een bijzondere manier gevonden om goedbezochte diensten te houden. De priester die daarop kritiek krijgt van een bezorgde kerkganger weet dat hij moet ingrijpen om valse noten in de kiem te smoren.
Geloofwaardig verhaal waarin religieuze tradities subtiel worden ingezet voor een spannend plot.
Goede spanningsboog, mooie overgangen in het verhaal en intrigerend einde.
2 Wat ben ik kwijt – Django Mathijsen
De wereld gezien door de ogen van een vrouw met Alzheimer. Indrukwekkend beschreven en een interessante stellingname: er is in 2020 een manier om Alzheimer te genezen. De omslag na die ingreep is goed beschreven, er worden emoties opgeroepen en er zit humor in het verhaal.
(Django! Als je dit leest: er ligt een fijn certificaat voor je klaar!) 

en de winnaarrrrrrrr:

1 Interview met prof. Christel v.d. Laken – Elisabeth Elegeert
Een betrokken medicus vertelt enthousiast over haar genetische knutselwerk en de dagelijkse consequenties daarvan. Elegant en consequent doorgevoerde stijlvorm: het interview. Invalshoek is verrassend, de opbouw van het interview blijft interessant, al stelt de journalist weinig kritische vragen – maar dat hoort misschien ook wel bij 2020.

Wat zij wonnen:
De derde en tweede prijswinnaars mogen drie van hun verhalen of een manuscript opsturen naar een van de vier juryleden naar keuze:
Ed Nissink, Jolanda Janssen, Natasha Gerson of Yoeke Nagel.
Zij krijgen professionele feedback en handige tips om nog beter te gaan schrijven.
Elisabeth Elegeert, die de hoofdprijs won, mag daarnaast (na auteurscoaching) haar manuscript publiceren bij ShopMyBook.

Als je de verhalenbundel ‘2020: eindelijk kwam alles goed’ wilt lezen die is samengesteld met zestien interessante inzendingen bij deze laatste editie van de verhalenwedstrijd Toekomstschrijvers, dan kun je terecht bij Je Boek In De Winkel.
Je leest dan ook de verhalen van de andere auteurs van de shortlist:
Inge Moons, Marlies de Vries, Jaap-Willem Mol,  Isabel Vanzieleghem, Dirk Straaijer, Ellen de Ruiter, Bert Kobus, Cathalijne Verworden, Jered Vroon, Jan-Willem Verkiel, Elisabeth Elegeert, Dominique Biebau, Django Mathijsen, Ad Lodewijk, Janneke Heimweg en J. Meinardi

Zelf meer schrijven?

Wil jij ook wel eens wat zinvolle reacties van anderen horen op je eigen verhalen? Ga dan eens naar www.schrijverspunt.nl om intrigerende verhalen van andere onbekende auteurs te lezen en die van jou er bij te zetten.
Wil je ook meedoen met een schrijfwedstrijd, heb je meegedaan of twijfel je nog of je wel mee moet doen? Neem dan gewoon even contact met me op. Leg me een of twee verhalen voor die je schreef. Ik geef je dan snel wat schrijftips om je tekstwerk nog kansrijker te maken.

Jouw boek... wanneer is het nou af?

En wanneer is jouw boek nou af?

Ben je zelf aan het worstelen met een boek en zou je er nou wel eens echt mee willen doorzetten? Kom dan vooral naar de Hilversum op zondag 15 april. ‘Schrijf dat boek’ is de titel van de dagworkshop met mij, Yoeke Nagel, auteurscoach, waarbij je al je schrijfblokkades ineens onderuit haalt zodat je gewoon lekker aan de slag kunt met je boek. Tot het af is.
Deze workshop is alleen in april beschikbaar voor 80 euro, de helft van de normale prijs! Ook fijn voor wie al meedeed aan Toekomstschrijvers. Schrijf je pijlsnel in want het is al bijna zo ver.
 
 
 

Acht uur overwerk

Met z'n allen zitten pielen inplaats van in je eentje


Nooit gedacht dat het zo’n feestje kan zijn om over te werken. Met vier teams van vijf creatievelingen werkten we vrolijk door tot twee uur ’s nachts, aan campagnes voor vier goede doelen.
Dat was op 30 maart en het gebeurde in 21 steden over de hele wereld! Ik was als ‘mentor’ toegevoegd aan het team dat in het Inspiratiehuis aan de slag ging voor de Houdinibeweging. Een mentor is iemand die zich steeds laat uitleggen wat het leukste is om te doen.
Geweldig mooi en dapper  initiatief trouwens, die Houdinibeweging, van mensen die betrokken zijn bij jeugdzorg maar het allemaal veuls te ingewikkeld vinden gaan daar. Ontwar en verbind, bedachten we dus als slogan. En we maakten webteksten, t-shirts, een huisstijl en een website-structuur voor ze. Kan best, in acht uur! Hier zie je hoe beregezellig het bovendien was.
Ik teken nu alvast in voor volgend jaar acht uur overwerk.
De foto’s zijn van Rene Wouters.
 

De kunst is gevoed te blijven. Met inspiratie natuurlijk. Van Urban Chef. Lekker!


Kaarsen van Pieter van de Pol rond het Inspiratiehuis in Arnhem. Prachtig he?

De achterbakse zusters Pas-toch-op en Zie-je-wel

Als een losse tand hing de deur van mijn auto naast de bestuurdersplaats.*)
“Wacht maar, ik zie het al,” mompelde een aangesnelde aardige man. Hij pakte de autodeur in een soort tangogreep en wiegde ‘m een paar keer heen en weer, alsof hij de deur opnieuw leerde wat zijn functie was in het leven. “Pas op voor je vingers!” riep ik vanaf veilige afstand. De man reageerde niet en ging onverstoorbaar verder met z’n deurfluisteringen.
En op hetzelfde moment realiseerde ik me hoe onzinnig het is om iemand te waarschuwen om zichzelf geen pijn te doen. Hij heeft geen enkele reden om moedwillig z’n vingers te laten afklemmen met een autodeur. En als hij dat wel zou willen, dan zou mijn ‘pas op’ hem er vast niet van af kunnen houden. Natuurlijk paste hij op z’n vingers.
Mijn geroep had de functie van een disclaimer. Als hij toch, door welke akelige toestand ook, z’n vingers zou bezeren, zou ik opgelucht kunnen denken: ‘Dat is niet mijn schuld. Ik heb hem nog gewaarschuwd en ‘pas op’ geroepen. Nou is het toch fout gegaan, zie je wel…’ Want Zie-je-wel is het onvermijdelijke lelijke zusje van de kloeke Pas-op.
Pas op betekent: als het fout gaat is het je eigen schuld. Niet de mijne. Zie je wel is de incassering van het schuldvrij blijven als waarschuwer. Ik had je gewaarschuwd, ik heb mijn werk gedaan, jij faalde.
En waarom in vredesnaam? Alsof het niet al erg genoeg is om je vingers tussen de deur te krijgen! En alsof ik niet, mocht dat inderdaad gebeuren, ondanks mijn waarschuwing, gemeen hard naar het ziekenhuis zou rijden met de zielepoot die, zie je wel, toch z’n eigen vingers zo bezeerd had.
Zwijgend wiegde de man de deur een paar maal heen en weer. Hij negeerde mijn waarschuwing volkomen en kreeg desondanks geen enkele vinger tussen de deur. De deur begreep hem plotseling en sprong weer in z’n oorspronkelijke stand. “Zo. Nou heb ik nog een baco nodig,” zei de man, want zoiets zeggen mannen dan altijd. Waterpomptang was ook goed, of een sleuteltje tien.
Deur gered. Vingers in orde. Aardige man gezoend. Wijze les geleerd over de akelige zusters Pas-Toch-Op en Zie-je-wel.
Niet meer doen, dat waarschuwen. Het is uiteindelijk toch mijn verantwoordelijkheid dat er geholpen wordt als dat nodig is.
 
*) Ik had echt goed achter me gekeken toen ik weg wilde rijden uit die parkeergarage, maar die pilaar stond links van mij en ik draaide mijn autodeur er met stevige kracht tegenaan. Eerst lukte het nog wel een beetje om ‘m met geweld dicht te slaan, maar na drie weken schoot ie plotseling los naar het losse-tand-model.
Ook zin om te schrijven? In april zijn alle schrijfcursussen voorzien van gulle lentekortingen. Soms wel 50% van de prijs!
Kijk hier even of er iets voor je bij zit om je boek, website of blog mooier te maken. 

Toekomstschrijvers

2020. Eindelijk kwam alles goed.
Dat was het thema van de laatste editie van Toekomstschrijvers, de schrijfwedstrijd die vraagt om visie en woordkunst.
Veel mensen verwachtten al eerder bericht, maar pas nu is er een shortlist bekend waartussen de winnaars van de eerste, tweede en derde prijs ook staan.
Prijkt jouw naam op de lijst? Dan zie ik je waarschijnlijk op zaterdag 7 april in Amsterdam, bij Boek ’n Plank, Vijzelstraat 11.
Om 15.00 uur is er een feestelijke prijsuitreiking. Daar wordt de bundel uitgedeeld met alle zestien shortlistverhalen.
Wil je nou eindelijk wel eens weten of je op die shortlist staat? Je kunt hier het Toekomstschrijverspersbericht downloaden als pdf, maar je krijgt als deelnemer ook nog per mail een uitnodiging. Ook als je niet op de shortlist bent gekomen trouwens, want je verhaal is wel degelijk gelezen. Dank je wel daarvoor. Ik heb er als juryvoorzitter weer van genoten.
Schrijftips
Wat me enorm opviel: binnen de jury kregen we soms discussies over bepaalde verhalen waarbij gezegd werd: ‘Kijk, als er nou iets meer gebruik was gemaakt van actieve werkwoorden’, of: ‘Deze alinea had veel beter aan het einde pas kunnen worden geschreven,’ of ‘Is er geen beginzin aan dit verhaal?’ Of juist: ‘Zonder die beginzin zou het verhaal veel spannender van start gaan.’
Allemaal tips en schrijfkunsten die je gerust zou kunnen krijgen van een auteurscoach.
Da’s dan weer een tip voor iedereen die wel eens iets schrijft: volg af en toe eens een leuke schrijfcursus.
Stuur eens wat werk op naar een schrijfcoach en vraag om feedback.
Oefen met schrijfstijlen en test ze uit op verschillende lezers.
Vertel je familieleden niet dat jij zelf het verhaal schreef, vraag ze wel om commentaar.

Als je een heel andere manier van schrijven wilt uitproberen:
op maandag 27 februari geef ik in Amersfoort een dag lang ‘Functioneel Schrijven’.
Je stelt er je eigen Schrijfpentagram samen waardoor je met groot gemak nieuwe verhalen maakt – en nog mooier dan ze al waren.
Hier vind je er meer informatie over.

Heeeeeel ander medium

Ooit leerde ik dat er een groot schrijfstijlverschil moet zijn tussen verhalen in een dagblad en in een tijdschrift. ‘Heeeeeel ander medium,’ beweerde een doorgewinterd journalist erbij.
Nou is internet natuurlijk geen medium op zich.
Je hebt websites, blogs, nieuwsbrieven, twitter, facebook, linked-in, hyves. En dan ook nog eens e-mail, sms, whatsup, skype. En telefoon. En folders, kranten en tijdschriften. En, ach ja, weet je nog; brieven en ansichtkaarten.
Er zijn ontelbare mogelijkheden om ons met elkaar te verbinden. Als dat geen overcompensatie is…
Hopla. Daar gaat ’t vaak effe mis: die verbinding ontstaat niet altijd goed. Logisch: als de een sms’t terwijl de ander aan het bellen is komt er geen direct contact tot stand. Als de een mailt terwijl de ander uitsluitend op z’n facebookberichten let, lukt het ook niet.
Dat rijtje communicatiemiddelen hierboven bestaat uit ‘hele verschillende media met hele eigen kwaliteiten,’ zou je kunnen zeggen. Toch worden ze allemaal door elkaar heen gebruikt. Daarom stel ik voor dat we – al hou ik niet van die dingen – een protocol opstellen voor welke media je in welke gevallen gebruikt. Belangrijke maatstaf daarbij is wat je wilt zeggen, wat je wilt bereiken met je boodschap en voor wie die bedoeld is. De gewone dingen dus.
Stel: je boodschap is ‘ik heb zo’n hoofdpijn dat ik vandaag niet kan werken.’
Je wilt met deze boodschap bereiken dat je medeleven krijgt en, als het kan, dat iemand boodschappen voor je gaat doen.
Het maakt jou niet uit wie dat doet, als het maar redelijk snel gebeurt. Post is dus uitgesloten.
In dit geval is het dus geen goed idee om sms of whatsup te gebruiken: je bereikt maar een enkel persoon (of een hele lijst tegelijk) die je in het beste geval terug sms’t: ‘lullig voor je. Sterkte.’
-SMS is vooral geschikt voor eenzijdige mededelingen waar haast bij is.
Een tweetje kan natuurlijk altijd, maar de kans dat iemand die boodschappen voor je gaat doen is nihil.
-Twitter is vooral geschikt voor korte mededelingen, vaak met een verwijzing naar een website, waar niet direct een reactie op verwacht wordt. Vluchtigheid is het kernwoord.
Tenzij je snel een vraag wilt stellen aan veel mensen tegelijk. ‘Weet jij nog een goed middel tegen barstende koppijn? #durftevragen’
Mail is misschien wat te afstandelijk: er is geen directe reactie, je moet maar afwachten wanneer iemand het leest. Bovendien kan het zijn dat je helemaal niet wilt tikken als je hoofdpijn hebt.
-Mail is vooral geschikt voor langere berichten waar wat uitleg bij nodig is en geen haast bij is.

Een mededeling op Facebook zou er toe kunnen leiden dat allerlei mensen je tips en adviezen gaan geven: ‘doe vooral de gordijnen dicht.’ ‘Hier, een grappig plaatje dat mij er altijd bovenop helpt.’ Daar zit je niet op te wachten.
-Facebook is vooral geschikt voor het delen van persoonlijke ervaringen en uitwisselen van informatiepuntjes, zonder al te veel gedoe. Tenzij je in een revolutiegevoelig gebied zit natuurlijk, dan is het van belang om elkaar te vinden via Facebook om te weten wanneer je de straat op moet om de regering omver te werpen.

Een bericht op je LinkeIn pagina slaat natuurlijk nergens op. Je wilt toch niet dat dat hele netwerk je zo ziet. Shinen wil je!
-LinkedIn is vooral geschikt voor zakelijke contacten, zakelijk netwerken.

Om te skypen wil je liefst zeker weten dat de ander in alle rust, skypebaar en wel, achter de computer zit. Jammer is wel dat je van pijn vertrokken gezicht in beeld kan komen.
-Skype is vooral geschikt om van tevoren geplande uitgebreide mondelinge contacten mee te hebben. Ook een bijeenkomst van mensen die op andere continenten zitten kan er prachtig mee.

Voor je iemand kunt bellen moet je een keuze maken wie je eigenlijk durft aan te spreken met je vraag. Dat kan effe lastig zijn: een anonieme vraag in een groot donker meer van digitale medemensen is gevoelsmatig wat gemakkelijker dan echt te vragen om wat je nodig hebt bij iemand die je kent. Wees gerust: iets vragen aan iemand die je niet kent is nog veel lastiger.
-Opbellen is vooral geschikt als je even direct menselijk contact wilt hebben met iemand. Een stem, een mens die direct op je reageert en vraagt wat je bedoelt als je niet meteen duidelijk bent.
Om bij iemand langs te gaan moet je je bed uit. Dat is koud en het doet zeer. De beloning is groot. Je bent bij een echt mens die niet alleen naar je luistert maar ook een arm om je heen kan slaan en een kopje soep voor je kan maken tot je je weer beter voelt.
-Langsgaan is vooral geschikt als je gewoon wel weer eens echt contact wilt hebben met iemand die warm en gezellig en aandachtig is.
Ik neem me nu voor om op z’n minst even te bellen als ik een sms krijg waar paniek uit spreekt. Maar liever zou ik, als het tenminste om een beminde gaat, zelf dat telefoontje krijgen waarin ik hoor: ‘Ik kom nu naar je toe, om op je bank te liggen tot ik weer beter ben.’

Hoe Koot & Bie Dodewaardacties saboteerden

Zo. Dan moet me nu even iets van het hart dat een enkeling misschien nog wel weet. Toch?
Het was 1980. We fietsten met z’n allen over de Bandijk. Langs de kernreactor en dan nog een stukje verder, daar lag een grasveld met een meertje er bij.
Er stonden feestelijke marktkraampjes waar onder andere het tijdschrift ‘Wij Eisen Geluk’ werd verkocht, wat me zeer aansprak omdat het de algemene stemming goed weergaf. Nooit meer wat van gehoord trouwens…
Ons groepje was naar Dodewaard gekomen met Grote Plannen. Ik weet niet meer precies wat de theorie over onze bagage was, maar we hadden onder andere een ruim eikenhouten tweepersoons bed mee, een staande schemerlamp, een strijkplank, een houtkachel, een stevige eetkamertafel met stoelen en een vloerkleed dat onze hoek van Het Kamp reuze sfeervol maakte.
Hoewel het eigenlijk te koud was dook een aantal van ons toch op zeker moment dat meertje in, wat het allemaal nog feestelijker maakte. Er was een podium, waar af en toe iemand op stond om te spreken, er speelden kinderen, er werden tofuburgers op barbecues of open vuurtjes gebakken en er werd overal muziek gemaakt. Hier was echt een Beweging aan de gang, dat kon je goed voelen. Ik kan me, vreemd genoeg, weinig meer herinneren van het geduw en geren bij de reactor zelf, maar op Het Kamp was de nieuwe wereld al begonnen.
We zouden blijven tot de reactor dicht ging, vertelden we elkaar met grote vanzelfsprekendheid. En omdat het zo beregezellig was leek me dat ook best goed te doen.
Toen werd het zondag. Een voor een verdwenen steeds meer enthousiaste actievoerders van het terrein.
Er vielen kale plekken tussen de tentjes. De muziek was gestopt, de gitaren en accordeons waren ingepakt. In de loop van de middag was de dijk vol vervoersmiddelen die weer wegreden van Het Kamp-waar-we-zouden-blijven-tot-die-reactor-gesloten-was.
Verbijsterd schoot ik een man met een bakfiets aan, die daar zojuist zijn laatste tentstokken in legde.
“Ga jij ook al weg?”
“Ja, natuurlijk,” zei hij, en keek op zijn horloge. “Ik moet nog even fietsen voor ik thuis ben, straks mis ik het nog.”
“Mis je wat? Het gebeurt toch hier allemaal?” zei ik verward.
“Koot en Bie vanavond. En je ziet, ik ben echt niet de enige die daarvoor naar huis gaat.”
Natuurlijk heb ik het nog meer vertrekkers gevraagd en inderdaad: ze gingen allemaal naar huis om Koot en Bie te kijken.
Ik wil het die twee niet nadragen, ze hebben vast te goeder trouw gehandeld, destijds. Maar diep in m’n hart verwijt ik ze toch nog wel een beetje dat ze de acties bij Dodewaard saboteerden met hun uitzendingen. Het slijt, dat wel. Het slijt zo dat ik in elk geval vanavond toch met plezier heb kunnen kijken.
En toch… de wereld had er vermoedelijk anders uitgezien als ze toen op een andere dag werden uitgezonden.