Hou es op!

Hoe reageer je?

Stoppen, bijsturen, weggaan of wachten

spinDe dingen waar ik me aan erger moet ik, tot mijn spijt, onderverdelen in drie categorieen.
1- de Vuile-Sokkencategorie
Irritante dingen die ik kan en mag stoppen zodat ik er geen last meer van heb
2- de Onzinnige-Discussiecategorie
Irritante dingen waarbij ik bij kan sturen of weg kan gaan zodat ik er geen last meer van heb
3- de Oorlogscategorie
Irritante dingen die ik niet kan bijsturen of stoppen en waar ik niet bij weg kan gaan

1 Vuile sokken categorie

sokIn de eerste categorie (dingen die ik kan en mag veranderen) vallen onder andere huisgenoten die hun vuile sokken op mijn hoofdkussen leggen. Niet moedwillig, dat moest er gatdakke nog bijkomen, maar toch. Dat irriteert mij, want het stinkt de hele nacht door. Dus haal ik de sokken weg (eerste stap naar de terugkeer van mijn levensgeluk) en ik zeg tegen huisgenoot: ‘Hou es op! Mijn kussen, jouw sokken, niet meer doen.’ Desnoods gooi ik er een dreigend ‘Want anders’ achteraan, maar dat is meestal niet nodig. Mijn huisgenoten snappen wel dat ze ermee op moeten houden. Ze doen het niet meer. Ik ben weer gelukkig en alles is goed.

2 De Onzinnige Discussie categorie

lekkerschrijven1In deze tweede categorie (dingen waarbij ik weg kan gaan) valt weliswaar ook muziek in een saunacabine en stank in een treincoupe, maar ik wil het hier vooral hebben over een actuele topper uit categorie 2: de Onzinnige Discussie. Mensen in mijn omgeving of in de publieke ruimte zeggen bijvoorbeeld zomaar: ‘Wist je dat asielzoekers 43 euro per dag krijgen? Schoon in het handje? En ze voeren niks uit!’ Dat irriteert mij. Het is namelijk niet waar. Asielzoekers krijgen (even nakijken) maximaal 44,46 euro per week leefgeld, waarvan ze alles moeten doen. Daar staat tegenover dat ze niks mogen: hun vak niet uitoefenen en zelfs geen vrijwilligerswerk doen, want dan verliezen ze hun recht op behandeling van hun asielaanvraag. Zij vinden dat erg. Ik ook. Ik zou liever zien dat hun talenten en kwaliteiten gewoon kunnen worden benut. Het liefst zou ik daarom tegen de onzinnige mopperaars roepen: ‘Hou es op! Het klopt niet wat je beweert!’ Maar ik weet dat ik dan wel de moeite moet nemen om ze precies te vertellen hoe het dan wel zit. En ik kan het niet altijd opbrengen om de discussie aan te gaan met mensen die onzinnige dingen beweren. Soms ben ik moe. Boos. Verdrietig. Dan loop ik liever maar even weg. En dan ben ik niet tevreden over mezelf en daar blijf ik ook last van houden, zodat de irritatie nog niet weg is, maar wel verschoven (van hullie naar mij).

3 De Oorlogscategorie

skeletIn de derde categorie (dingen die ik niet kan stoppen en waarbij ik ook niet weg kan) vallen zware klappen. Letterlijk. Onweer kan heel hard gaan. Ik ben er niet bang voor maar soms zou ik wel eens, na een lange donderende nacht tegen de storm in willen brullen: ‘Hee! Hou es op!’ maar ik weet dat dat niet helpt. Ik kan er ook niet bij weg. Ik moet wachten tot het over is. Dat wachten kan ik zo verstandig mogelijk inrichten (naar beneden, kopje thee drinken, boek lezen) maar het blijft wachten. In dezelfde derde categorie valt geweld tegen mensen die hetzelfde zijn, in wezen, als ik. Oorlog. Vernietiging van steden, natuur, levens. Zelfs als duizenden mensen roepen ‘Hee, hou eens op, anders gaan we weg hoor!’ stopt het niet.
Ze roepen het. Ze gaan weg. Maar het houdt niet op. De enige manier om me er toe te verhouden is om zo verstandig mogelijk te wachten. Om iets te doen waardoor ik in elk geval eventjes tevreden ben met mezelf: verhelderende cijfers op facebook delen. Mijn extra dekbed en winterjas geven. Vluchtelingen uitnodigen voor een maaltijd, een gesprek, een kop thee. Taalles gaan geven. Toch maar weer uitleggen hoe het dan wel zit met vluchtelingen als er onzin over beweerd wordt. Vragen naar de herkomst van de naam van degene die ik tegenover me heb, omdat ook de grootste tegenstanders van vluchtelingen vaak zelf ook nazaten zijn van vluchtelingen.
Als ik niet weg kan en het niet stopt, wil ik toch tenminste bijdragen aan een oplossing.
Of nou ja, zinvol wachten tot er een oplossing is.
Of vooruit: op z’n minst het probleem niet groter maken met mijn houding.

In elke categorie is 1 beste reactie

schrijvenmetyoekenagelElke categorie irritatie vereist een andere reactie.
In categorie 1 irritaties, de sok, helpt het om in actie te komen door ‘Hou es op’ te roepen. In categorie 2 irritaties, de discussie, helpt het om ofwel zelf verantwoordelijkheid te nemen en bij te sturen, ofwel weg te gaan. In categorie 3 irritaties, onweer en oorlog, is alleen wachten een optie. Wachten zonder het probleem groter te maken.
Dat doe ik omdat ik niet weg kan van oorlog in mijn wereld. En omdat het geen zin heeft om ‘Hou es op’ te roepen. Maar wees ervan overtuigd dat ik veel liever had dat ik oorlog en alle gevolgen ervan zou kunnen benaderen als een categorie 1 probleem. En ik zie dat ook de onzinnige mopperaars dat eigenlijk zouden willen. Zij roepen alsmaar ‘Hou es op’ tegen de mensen die kiezen voor overleven, dan maar in een ander land. Ze worden moe, boos, verdrietig en roepen nog harder of ze roepen dat de ander dan maar weg moet gaan.
We weten allebei, de mopperaars en ik, dat het niet helpt. De frustratie zit ‘m er in dat elk probleem in elke categorie z’n eigen reactie vereist. Het houdt niet op. Het gaat niet weg en ik kan niet weg.

Ik heb je nodig

liefdesmagieOf het te verdragen is, ligt alleen maar aan mijn eigen houding. En dat is, bij een categorie 3 probleem, dan ook werkelijk het enige waaraan iets te veranderen is.
Ik werk er aan om een houding te ontwikkelen voor mezelf die het wachten dragelijk, en het probleem niet erger maakt. Daar heb ik je ondersteuning bij nodig met activiteiten die we samen kunnen ondernemen. Gesprekken die we kunnen voeren om onze twijfels en zorgen te delen met elkaar. Plannen die we kunnen uitvoeren. Moed en energie en doorzettingsvermogen om echt in actie te komen. En zachtheid en relativeringsvermogen die het wachten dragelijker maken.

10 tips om niet te schrijven

schrijfnietHet verlangen om iets te schrijven kan voor sommige mensen nogal hoog oplopen. Dat is jammer, want schrijven is tijdrovend en levert toch maar zelden roem en geld op. Bovendien komen veel nuttige activiteiten erdoor in de knel en talloze t.v.-programma’s blijven ongezien.
Hier tien beproefde tips om je eigen woorden effectief in de kiem te smoren.
-1- Wacht met schrijven tot je gebeld wordt door een uitgever die je verzoekt een manuscript op te sturen.
-2-  Eis van jezelf dat het een perfecte tekst wordt.
-3- Laat in gedachten steeds je moeder en je oude docent Nederlands meelezen en commentaar leveren op wat je schrijft.
-4- Laat je eerste opzet aan vijf mensen lezen en verwerk hun commentaar en tips zo dat ze allemaal tevreden zijn.
-5- Zoek tenminste vijf briljante boeken over jouw onderwerp en vraag je dan oprecht af wie er op een zesde zit te wachten.
-6- Vergelijk jezelf uitsluitend met topauteurs en wacht met schrijven tot je het net zo mooi kunt zeggen als zij.

-7-
 Schrijf dagelijks drie uur gedisciplineerd en stop als dat niet haalbaar blijkt.
-8- Verwacht van je partner of huisgenoten dat ze je inspireren, motiveren en waarderen als je je onttrekt aan gezamenlijke activiteiten omdat je moet schrijven.
-9- Ga zitten en schrijf gewoon tot de inspiratie opgedroogd is.
-10- Neem feedback niet serieus tot iemand werkelijk begrijpt waar je het over hebt.
Op deze manier houd je beslist tijd over om t.v. te kijken en met vrienden en familie te praten over de plannen voor je boek waar je nu al bijna aan gaat beginnen.

Wil je toch schrijven, doe het dan niet alleen. Laat je op weg helpen met de inspirerende serie van zes avonden: Schrijven om gezien te worden. De feedback van je mede-cursisten en de professionele begeleiding maakt dat je dit keer wel die tekst af maakt. En mooi. Of het nu een boek of een webtekst is.

Perfect voor wie wil of moet schrijven over eigen bedrijf, praktijk of organisatie. Website, blog,  folder, nieuwsbrief, column, sociale media en boek komen aan de orde. Na beoordeling van je slotopdracht kun je een certificaat ontvangen dat door niemand wordt erkend. Kijk in de agenda wanneer we starten.
Meer informatie en inschrijven 

Vraag blijdschap

Betaal met blijdschap, geld of energie


Stel: de wet van behoud van energie klopt.
Je doet iets. Dat kost energie. En aandacht natuurlijk. En soms ook materie.
Dat gaat dan niet verloren, blijkt uit die wet.
Stel nu: de wet van behoud van energie klopt niet alleen op grote schaal, maar ook op een kleintje. Individueel. Per mens.
Dan doe je iets; energie, aandacht, materie gaat uit je systeem.
Dat moet ook weer terug, omdat energie nu eenmaal behouden moet blijven. It’s the law.
Kies dan voor het principe van de betaling in blijdschap.
Jij doet iets. Een ander doet iets terug.
A- Je laat je betalen met geld. Handig spul, waar je veel goede dingen over hoort omdat je er spullen mee kunt kopen waar je blij van wordt.
B- Je laat je betalen met energie. Iemand anders doet iets terug voor jou waar je blij van wordt.
C- Je slaat A en B over en wordt meteen al blij van wat je doet.
D- Je laat je betalen met de blijdschap van een ander die daar weer anderen blij mee wil maken door goede dingen over je te vertellen.
Maak leuke combinaties van bovenstaande mogelijkheden. Natuurlijk bepaalt de ontvanger hoe er betaald mag worden. Kom mij niet aanzetten met pure blijdschap dus als ik hartstikke rood sta en alleen met geld mijn problemen kan oplossen. Laat me vooral weten waar je je nog meer mee kunt laten betalen.

Vooral niet loslaten

“En nou ga ik het anders doen,” bedacht ik toen ik mijn overweldigende irritatie voor die luidruchtige medecursist voelde opborrelen als gloeiende lava.
Ik moest ermee afrekenen voordat die lava mijn handen zouden bereiken en ik een lel zou gaan uitdelen, gewoon, per ongeluk, maar heel erg welgemeend.

Lekker vasthouden werkt soms beter


“Gewoon loslaten,” is het gebruikelijke advies onder Verstandige Mensen als er irritaties optreden, wrok, jaloezie, woede, heftig begeren of andere aardse gevoelens de overhand dreigen te krijgen.
In het vuur gooien, de rivier af laten drijven, er doorheen ademen of begraven blijkt in de praktijk voor mij meestal niet zo effectief te zijn. Ik schrijf mijn grieven op een briefje, steek het in de fik, beleef een aangenaam moment van Heelheid met de Kosmos en Terugkeer van de Balans in mijn leven, om de volgende dag te moeten constateren dat dat wat ik heb losgelaten op gluiperige sokken het achterdeurtje van mijn bewustzijn weer ingeslopen is.
Niks loslaten. Vasthouden dan maar. Toen ik de luidruchtige medecursist tegen kwam tijdens een pauze omhelsde ik hem dus stevig en, dicht tegen elkaar aan geleund vertelde ik hem: “Wat ben jij luidruchtig! Soms irriteert het me zo dat ik je wel kan slaan.”
Hij grinnikte en zei oprecht en volkomen eerlijk: “Yep, that’s me!”
“En kun je daar nou helemaal niks aan doen?” wilde ik natuurlijk weten.
“Nee, dat gaat niet. Zo ben ik.”
“Okee, dan kan ik me daarop instellen.”
We gaven elkaar een stevige knuffel en per direct was de irritatie verdwenen.
Hier stond een luidruchtig mens. Hij kon niet anders.
Nou ja… Iedereen heeft wel wat.
Ik ga het nooit meer proberen, dat loslaten. Gewoon vasthouden, dat werkt veel beter. En het is nog gezelliger ook.
 

Je geld of je energie

Tijd waar geen energie in wordt gestoken druppelt weg


Al tijden gebruik ik de ‘je-geld-of-je-energie-regeling’ voor wie mee wil doen aan mijn workshops en cursussen, maar het net niet kan betalen.
De basis is simpel: je betaalt wat je kunt in geld, je vult aan met een wederdienst waar we beiden gelukkig van worden. Overleg vooraf is dus wel effe handig.
Veel cursisten vragen me naar de regeling omdat ze weinig geld hebben. Toch maken er maar  heel weinig gebruik van. “Oh jeetje, maar als ik je een wederdienst moet geven ben ik daar veel meer tijd mee kwijt dan als ik je gewoon met geld betaal!” ontdekt iedereen al tamelijk snel. Is ook. Dat verklaart ook wel de populariteit van dat goedje: geld is ingedikte tijd. Zoals oploskoffie ingedikte koffie is. Als je op vakantie gaat is het makkelijker om een potje oploskoffie mee te nemen dan de twaalf liter koffie die je wilt gaan nuttigen. Cursisten investeren dus liever geld dan extra tijd in zichzelf. ’t Is jouw feestje.
Toch blijft het een lastig punt om geld te vragen (hoeveel dan?) voor een dienst, zeker als die dienst samenhangt met iets wat we helemaal gratis allemaal al kunnen. Het beleven van alledaagse vormen van spiritualiteit, bijvoorbeeld. Ik noem maar wat: damestasjeslezen of magisch huishouden of zoiets.
Ik ben er stevig over aan het mijmeren.
Dat geld samenhangt met keuzes, bijvoorbeeld. De cursist die wel geld wil betalen, gematerialiseerde waardering voor mijn dienst of product, maar geen tijd of energie; ongestolde waardering voor mijn dienst of product. Wel koffiepoeder, geen koffie.
En ik kan ermee worstelen of ik nou wel voldoende vraag voor mijn dienst, te veel of te weinig. Hoeveel waardering wil ik eigenlijk krijgen voor de tijd die ik investeer in de ander? Voor de kennis die ik verzamelde en nu beschikbaar maak voor anderen? Waarom is er zoveel weerstand tegen het krijgen van geld voor een dienst? Keuzes worden definitief als er geld aan te pas komt, ontdekte ik. En dat verklaart misschien wel waarom we er zo verkrampt mee om gaan.
Als ik iets moois creëer ben ik daar trots op, blij mee. Als iemand anders het ook mooi vindt is dat erg leuk. Als die het wil hebben hoor ik de dwarrelstemmetjes al: ‘geven is zaliger dan ontvangen’. Maar ik wil het ook houden. Als er dan geld voor wordt gegeven is er pas echt een deal gesloten: met het accepteren van het geld heb ik mezelf gedwongen om mijn creatie over te dragen aan de geldgever en het dus los te laten, de wereld in te sturen.
Dat is niet altijd fijn. Ik heb tenslotte mijn persoonlijke energie in de tijd gestoken om er iets nieuws uit te creëren. Aan die creatie hecht ik me.
Soms omdat ik het zelf wilde houden, soms omdat ik het nog niet goed genoeg vond, soms omdat ik er niet op durf te vertrouwen dat de geldgever er goed voor zal zijn, soms omdat ik zelf nog niet uitgeleerd ben met mijn creatie. Het is mijn energie, gestold in de tijd. Da’s nogal persoonlijk. Ruil ik dat tegen geld, dan ben ik het kwijt; de definitieve transformatie van energie en tijd naar materie, geld. Toch is die laatste stap: energie ruilen tegen geld, nodig om ook weer anderen van energie te kunnen voorzien: als het geld rolt blijft het spel van leren, creeren, uitwisselen en loslaten voortdurend in beweging. We noemen dit boodschapjes doen, of economie. Yech.
Of het nu gaat om een voorwerp of gedachtengoed, een workshop of een boek, maakt bij deze onderstroom van geldweerstand weinig uit.
En dan nog effe wat: omgekeerd gaat het principe ook op. Vroeger merkten we dat de opruiende krantjes die we uitdeelden bij scholen direct werden weggegooid als we ze gratis gaven. Vroegen we er daarentegen een dubbeltje voor (ha ha, een dubbeltje!) dan raakten we er misschien iets minder kwijt, maar ze werden wel gelezen.
Zou misschien een gratis workshop ook minder impact hebben dan een workshop waarvoor gestolde waardering is teruggegeven?
De weerstand tegen geld zit ‘m bij mij dus niet zo zeer in het ontvangen van gestolde waardering, maar in de consequentie dat ik daarmee een keuze definitief maak: iets loslaten. En dat blijf ik lastig vinden. Niet alleen op het niveau van geld, trouwens…
Daarom blijf ik daar graag intensief mee oefenen, want ik ga de confrontatie met mijn zwakheden niet uit de weg.
Mail me gerust voor mijn bankrekening om me nieuw oefenmateriaal toe te sturen.