Schrijf dat boek!

Schrijf verder. Tot je boek af is.


“Nee, m’n boek is nog niet helemaal af,” hoorde ik de afgelopen tijd vaak.
“In het begin ging het lekker, maar nu kom ik er eigenlijk niet meer aan toe.”
“Zoiets heeft tijd nodig…” komt daar dan achteraan. Met een afsluitende opmerking als:
“Nou ja, er zit natuurlijk ook niet echt iemand op te wachten.”

‘Er zit niemand te wachten op mijn boek’

Dit misverstand wil ik even uit de weg helpen.
Er wordt wel degelijk gewacht op jouw boek.
1- Ten eerste door jou zelf. Je hebt je voorgenomen om het te schrijven. Maak die belofte dan waar. Jij voelt het boek misschien al een hele tijd zitten, nu is het tijd dat jij het zichtbaar maakt. Al is het maar voor je eigen gezondheid: een boek in je systeem kan de boel lelijk verstoppen. Stromen moet het, die woordenvloed.

 2- Ten tweede door je boek. Dat klinkt misschien mal voor wie nog nooit een boek heeft geschreven. Maar elke auteur weet dat een boek een eigen leven heeft. Elk verhaal heeft het verlangen verteld te worden. Het verhaal van jouw boek wil door jou verteld worden. Daarom heeft het zich bij je aangediend. Je boek zit er op te wachten geschreven te worden.

  3- Ten derde wordt er op je boek gewacht door mensen die nu nog geen idee hebben dat ze het zullen gaan lezen. Dat is niet iedereen. Maar die paar mensen die het lezen zullen daar iets aan beleven. Er wordt iets in ze wakker gekust dat zonder jouw boek voor altijd was blijven slapen. Het zal ze raken op een plekje dat alleen jouw boek kon bereiken. Of dat kort en vluchtig of levensveranderend en inzichtgevend is, is niet aan jou om te bepalen.

Schrijf dat boek!

Jouw werk is om dat boek te schrijven.
Niet alleen het eerste stukje, als de woorden als vanzelf je toetsenbord uit buitelen. Ook de volgende stukjes. De stukjes waar je geen zin in hebt omdat ze een beetje pijn doen of zelfs dwars door je ziel snijden. Omdat ze saai zijn vanwege de research die je ervoor moet doen. En als je al die stukjes geschreven hebt moet je er nog een goedlopend verhaal van maken ook, met uitwijdingen waar nodig, efficiënt taalgebruik waar mogelijk, een geurige bloesem van woorden waar het mag.
Net zo lang tot je boek af is.

Schrijfcoach: je hoeft het niet alleen te doen

Het goede nieuws: je hoeft het niet alleen te doen.
Ik word graag jouw schrijfcoach. Ik lees met je mee, ik ben de stok achter je deur, ik jubel over de mooie vondsten en geef je professionele adviezen om je verhaal nog beter op te schrijven. Spanningsboog, schrijfstructuur, schrijfdiscipline en schrijfgenot: we komen er wel uit.
Jij schrijft dat boek. En ik word je lievelingslezer.

Neem contact op voor auteurscoaching.
Meer informatie over hoe ik werk vind je hier.

Writers block? Denk het niet.

“Nou, ik ga gewoon zitten en dan begin ik te schrijven,” zeggen veel van mijn schrijfcursisten. Om er vervolgens met een diepe zucht aan toe te voegen: “Maar nu lukt het eventjes niet meer. Ik denk dat ik even een schrijfdipje heb. Een writers block.”
Oh? Ik denk van niet.
Als je een maaltijd wilt maken ga je toch ook niet gewoon maar staan om te koken tot het eventjes niet meer lukt?
Doe het op vergelijkbare manier. Schrijf in drie fases. En als je al begonnen was: gebruik deze drie schrijffases om fluitend over je schrijfdip heen te komen.
1 – Constructie
Maak even een korte schets van je verhaal zoals je dat wilt gaan schrijven. Hoe lang mag het worden? Begin bij waar het eindigt: is er een clou? Moet er een vervolg op komen? Gaat iedereen dood? Gebeurt er een wonder? Zorg dat je weet waar je heen moet als je de weg kwijt raakt tijdens het schrijven. Ook handig: onderzoek eventjes wie je hoofdpersoon is, wat de belangrijkste gebeurtenis wordt, waar je verhaal plaatsvindt, waarom het allemaal gebeurt en hoe het gebeurt. Weet je ook al voor wie je dit verhaal schrijft? De leeftijd van je doelgroep kan veel uitmaken. Eh… ja, het klopt: deze tips zijn gebaseerd op de 5 W’s: wie, wat, waar, waarom en whoe.
2- Gezegend schrijven
Ga nu gewoon zitten schrijven. Je weet waar je heen moet met je verhaal dus je kunt best een ommetje maken met een zijspoor of een afslag missen als je maar binnen het juiste aantal woorden bij de laatste regel aankomt. Je structuur zit in je hoofd, maar als je mazzel hebt schieten de schrijfgoden je te hulp en heb je het gevoel dat het verhaal zichzelf schrijft. Hopla! Houd de tijd in de gaten, want de schrijfgoden moeten er wel rekening mee houden dat je ook af en toe moet slapen, inspiratie of niet. Komt het moment dat je het eventjes niet meer weet, neem dan je constructie er bij en pak de draad weer op bij de volgende inrit.
3- Ambachtelijk schrijven
Klaar? Gefeliciteerd. Dat was lekker. En dan nu de laatste ronde: het ambachtelijk schrijven. De goden zijn namelijk Gul en Wijs maar ze weten de ballen van grammatica en het soepeltjes afwisselen van schrijfstijlen. Ga nog even over de tekst heen met je spellingscontrole. Veeg dubbele woorden weg door uit je woordenboek eufemismen te plukken die minstens zo mooi zijn. Verwijder de alinea’s die toch al overbodig zijn. Kill your darlings. ’t Wordt er alleen maar beter van als het korter is, echt waar. Laat je verhaal ook even lezen aan de meest onbeleefde bekende in je omgeving en vraag ‘m in het kort na te vertellen waar het verhaal over gaat. Zo weet je of je idee ook begrepen wordt uit je tekst.
Al deze fases hebben een andere schrijfsfeer. Probeer maar uit. En al lijkt het alsof je nu drie keer zo lang doet over je verhaal; uiteindelijk blijkt dat drie keer kort werken aan je verhaal een heel stuk minder lang duurt dan ineens lang achter elkaar schrijven tot je boinggggggg tegen een ‘schrijfdipje’ of writers block aan rent en je woorden voorgoed verloren gaan in een dampende koppijn.
Mooi doordoen, dus.
En als je er niet uitkomt mag je me mailen voor schrijfcoaching.