Vooral niet loslaten

“En nou ga ik het anders doen,” bedacht ik toen ik mijn overweldigende irritatie voor die luidruchtige medecursist voelde opborrelen als gloeiende lava.
Ik moest ermee afrekenen voordat die lava mijn handen zouden bereiken en ik een lel zou gaan uitdelen, gewoon, per ongeluk, maar heel erg welgemeend.

Lekker vasthouden werkt soms beter


“Gewoon loslaten,” is het gebruikelijke advies onder Verstandige Mensen als er irritaties optreden, wrok, jaloezie, woede, heftig begeren of andere aardse gevoelens de overhand dreigen te krijgen.
In het vuur gooien, de rivier af laten drijven, er doorheen ademen of begraven blijkt in de praktijk voor mij meestal niet zo effectief te zijn. Ik schrijf mijn grieven op een briefje, steek het in de fik, beleef een aangenaam moment van Heelheid met de Kosmos en Terugkeer van de Balans in mijn leven, om de volgende dag te moeten constateren dat dat wat ik heb losgelaten op gluiperige sokken het achterdeurtje van mijn bewustzijn weer ingeslopen is.
Niks loslaten. Vasthouden dan maar. Toen ik de luidruchtige medecursist tegen kwam tijdens een pauze omhelsde ik hem dus stevig en, dicht tegen elkaar aan geleund vertelde ik hem: “Wat ben jij luidruchtig! Soms irriteert het me zo dat ik je wel kan slaan.”
Hij grinnikte en zei oprecht en volkomen eerlijk: “Yep, that’s me!”
“En kun je daar nou helemaal niks aan doen?” wilde ik natuurlijk weten.
“Nee, dat gaat niet. Zo ben ik.”
“Okee, dan kan ik me daarop instellen.”
We gaven elkaar een stevige knuffel en per direct was de irritatie verdwenen.
Hier stond een luidruchtig mens. Hij kon niet anders.
Nou ja… Iedereen heeft wel wat.
Ik ga het nooit meer proberen, dat loslaten. Gewoon vasthouden, dat werkt veel beter. En het is nog gezelliger ook.
 

Tasjes lezen? Fake!

De vrouw zegt toch altijd meer dan de tas


Groot in de Telegraaf: het onderzoek van ‘een graanonbijtproducent’ toont een lijst van de spullen die een vrouw in haar handtas met zich meezeult. Da’s natuurlijk interessant voor een damestasjeslezer zoals ik.
(Meer over damestasjeslezen)
Kellogs, van die cornflakes, liet 2049 vrouwen in de UK hun tas omkieperen om te checken wat ze bij zich hadden. Zeggen ze.
En in die tassen, zeggen ze, vonden ze de tien belangrijkste voorwerpen die vrouwen met zich meedragen.
Sleutels, pennen, zakdoekjes en paracetamol staan hoog op de lijst. Een snack, en dan meestal ook de Kellogs Mini Bar of zoiets, zit er ook in. Zeggen ze.
Nou heb ik natuurlijk inmiddels al heel wat tassen van binnen gezien. Ik las er om precies te zijn 3643.
En het valt me op dat vrouwen in de UK heel anders zouden moeten zijn dan wij, Nederlandse en Belgische vrouwen. Of eh… dat zou natuurlijk ook kunnen, het onderzoek is gewoon fake. Geen telefoon in de tassen (wat alleen maar kan als de tassen bij de dames thuis zijn gelezen, want dan ligt ie naast haar of op het aanrecht, maar aangezien er maar twee maanden tijd besteed is aan het onderzoek kan dat niet zo zijn). Geen snoeppapiertjes of ander grof leefgruis (wat alleen maar kan als de tassen van tevoren zijn gecensureerd door de draagsters ervan). Geen borstel (terwijl juist Engelse vrouwen vaak extra aandacht besteden aan een spotless voorkomen en een onschuldige haardracht).
Wel porno dvd’s, ‘intimate toys’, Tarotkaarten, een voodoopoppetje en de eerste schoenen van de dochter…
Okee, tarotkaarten, damesspeelgoed (gebruikt en ongebruikt) en een bijzondere sleutelhanger zie ik ook wel eens in een tas. Maar de rest ben ik nog nooit tegengekomen. De Engelse vrouw kan dus A) andere overlevingssymbolen bij zich willen dragen dan wij. Of B) het is fake.
En dan verdenk ik de Engelse vrouw ervan dat zij de cornflakes-tellers van Kellogs gewoon bij de neus heeft genomen door haar tas effe stevig bij te stellen. Gniffelend. Dit eruit. Dat erin. Kun je lachen met die ontbijtboeren.
Toch blijft de conclusie van de onderzoekers hetzelfde als die van mij: de damestas bevat het geheime gereedschap dat een vrouw denkt nodig te hebben om te overleven in deze wereld. ‘Voor het geval dat’ heeft ze haar leven aan haar schouder hangen.
Maar om ze te vertellen wat het betekent om zes lipsticks, een stemvork en een stukje olijfhout in je tas te hebben, daar zou Kellogs me gerust een keertje voor mogen inhuren.
Of de Telegraaf natuurlijk, maar die hebben al eens een artikel gehad over ‘Damestasjeslezen – het orakel dat je bij je draagt’.
Lees ‘m effe zelf,dat onderzoek:
http://www.kelloggs.co.uk/whatson/pressoffice/News/special-k/women-literally-do-carry-everything-but-the-kitchen-sink-in-their-handbag

Je moet ook es dood gaan joh!

“Zeg, ik kom waarschijnlijk niet naar het familiefeest volgende maand. Als het goed is ben ik dan dood.”
Aan de telefoon een oude vriend van de familie met dit intrigerende bericht. “Als het goed is?”
“Ja. Ik wil dat graag omdat ik kanker heb en geen behandelingen meer wil. Nu kan ik nog helder van geest uitstappen; als ik onder de morfine zit is voor mij de lol er toch wel af. Maar er zijn nog wat protocolaire problemen. De huisarts wil wel meewerken maar moet een second opinion vragen en die tweede arts heeft in tien minuten besloten dat ik nog niet dood mag. Nu moet ik dus gaan bedenken hoe ik het dan moet aanpakken. Maar, zoals gezegd, als het goed is kom ik in elk geval niet op het feest omdat ik dood ben.”
Tjonge.
“En hoe is dat dan voor je, om te weten, tenminste heel hard te hopen, dat je over een weekje dood bent? Wat verandert dat aan het leven?” wil ik natuurlijk weten.
De man zucht diep en het klinkt mal genoeg tamelijk gelukzalig als hij antwoordt: “Het is geweldig! Klinkt dat raar?”
Ja, dat klinkt raar. Maar zijn opgetogen verslag van de gebeurtenissen in zijn leven, in het licht van de dood, maakt doodgaan opeens onverwacht aantrekkelijk.
“Alles wordt intenser,” vertelt hij. “Plekken waar ik altijd graag kwam bezoek ik nog een laatste keer en ik geniet ervan met volle teugen. Het groen is groener. En de mensen… Opeens hoor ik van mensen dat ze me lief vinden, dat ze me zullen missen. Soms wist ik helemaal niet dat ze zich zo met me verbonden voelden. Ik ben ook mensen gaan opzoeken uit het verleden. Drie meisjes met wie ik vroeger op school zat. Een geweldige avond had ik met ze! En met de familie: samen zitten huilen. Daar moet je dan wel voor doodgaan, maar het is een geweldige ervaring om zo met elkaar verbonden te zijn en zo emotioneel te kunnen zijn samen.
Er is geen tijd meer voor flauwekul; als ik het nu niet zeg zeg ik het nooit meer. Ik heb niks meer te verliezen, dus overdreven beleefdheidsvormen kunnen beter achterwege blijven. Er is oprechte belangstelling, oprecht meeleven en intensief contact. Geweldig vind ik het! Het is echt een aanrader hoor: je moet ook es doodgaan joh!”
Ik beloof hem dat ik dat zeker een keertje zal gaan doen. En ik neem me voor om niet zo lang te wachten om het groen groener te zien en mijn contacten oprecht en intensief aan te gaan. Ik aarzel nog een beetje over het bezoeken van mensen van lang geleden. Er zijn er zeker een paar die ik dolgraag nog zou willen zien als ik wist dat ik dood zou gaan volgende week. Maar hoe zeg ik dat? “Hoi, ik stel me voor dat ik dood ga en dan wil ik nog een keer met je samen zijn, naast je liggen, in je ogen kijken, je stem horen…” Misschien is dat de geheime kracht van de dood in zicht wel: dat het niet meer uitmaakt wat ik zeg. Als het maar waar is.
Ik heb de man een fijne dood toegewenst voor ik ophing.
Maar zo leven. Dat wil ik leren. Voordat ik niet anders meer kan.