Een van de meest misplaatste adviezen aan de lijdende medemens is wel ‘loslaten’. Of, nog erger: ‘Gewoon loslaten’.
Maar verdriet, boosheid, angst, grote verlangens en wilde giechelbuien terwijl je toch echt probeert om serieus te blijven kijken zijn krachtig spul.
Dat laat je niet zomaar los.
Gelukkig laten we nog veel meer niet los, zodat we goed oefenmateriaal hebben.
Zo betrapte ik me er laatst op dat ik de boodschappen in mijn keukenkastje wilde doen met de ene hand, terwijl ik in de andere hand alvast de groenten vast hield die ik strakjes – heel gemakkelijk – allemaal tegelijk in de koelkast zou gaan leggen.
Mijn dochter zag ik haar make-up opdoen terwijl ze in dezelfde hand een leeg sigarettenpakje hield dat ze straks wilde gaan weggooien.
Nu heb ik me voorgenomen om eens stevig aan het trainen te gaan met dat loslaten.
Eerst maar eens m’n handen vrijmaken. Neerleggen wat ik niet nodig heb op dat moment.
Kan ik later altijd nog zien of dat ook gaat leiden tot een kalmere geest zonder overbodige ballast.