Gratis dure schrijfweek

Schrijfoefening: Lovende recensies

20160923_202047_resizedOkee. Dus je zou ook wel eens willen meedoen met zo’n dure schrijfweek in Frankrijk. Een week lang unieke schrijfoefeningen doen met inspirerende mensen die, net als jij, graag een boek willen schrijven. Met een professionele schrijfcoach die een intensief programma aanbiedt waardoor je je schrijftechnieken uitbreidt en zin krijgt om dat boek nu echt af te maken. Zo’n week. Maar dan gratis. En zonder je gezin achter te hoeven laten.

Gratis dure schrijfweek in Frankrijk

20160923_155919_resizedZo’n schrijfweek begeleid ik op dit moment in Frankrijk.
En jij bent er ook welkom. Gratis.
Elke dag van deze schrijfweek geef ik de deelnemers hier aan tafel een schrijfoefening. Ik zet ‘m ook even online voor je, hier, met een aankondiging op facebook, dan kun je meedoen.
Wil je graag commentaar op je schrijfwerk? Mail het me dan toe. Na de voorleesavond (sorry, die mis je dan wel) kijk ik er naar en stuur je tekst terug met commentaar, vragen en toejuichingen. Worddocumenten graag.

1e opdracht: Lovende Recensie

Stel je voor: je eerste boek is gepubliceerd en uitstekend ontvangen. Stel je nu voor dat jij recensent bent voor een literair tijdschrift. Schrijf een lovende recensie over dit prachtige nieuwe boek. Bespreek daarbij:
– Inhoud
– Opbouw (techniek)
– Biografie van de auteur (jij dus)
– En natuurlijk de onvermijdelijke sneer die elke recensent toch wil uitdelen, ook al is ie laaiend enthousiast.
Maximaal 600 woorden.
Op mijn site vind je nog meer foto’s van de schrijfweek in 2015, ook in Saint Jean de Duras, bij Simply Canvas.

Slogan in kruissteekjes

Test je tekst met borduurzijde

kruissteekjesOkee, ik geef het toe, ik ben Yoeke en ik ben een stille borduurder (‘Hai Yoeke’, zou een zaal vol lotgenoten hier antwoorden als er zoiets bestond als de Borduurders Anonymous).
Ik borduur teksten. En dat is ok, vertel ik mijzelf.

Kort is goed

Het wonderlijke met tekst is dat het in waarde toeneemt naarmate het kortere tekst is en er zichtbaar meer zorg en aandacht aan besteed werd. Schrijf een boek en het is maar de vraag of je lezer oppikt wat je zo ongeveer bedoelt.
Zet de kern op een affiche en onderteken die met ‘Loesje’ bijvoorbeeld, en je hebt iets waar over nagedacht kan worden.

Hoe bedenk je korte tekst

De kunst is om korte tekst te bedenken. Niet ingewikkeld: je begint met een lange, waarin je onderzoekt wat je bedoelt en dan streep je gewoon alles weg rond de kern van wat je wilt zeggen. Een voorbeeld.
Gisteravond had ik een kennismakingsgesprek met een deelnemer aan de schrijfcursus die ik eind deze maand in Frankrijk aanbied.
“Je kunt je natuurlijk het hele jaar het schompes werken voor het geld, maar uiteindelijk gaat het daar niet om,” zei ze.
“Maar zie dat inzicht maar es vol te houden in de waan van de dag,” antwoordde ik. Kijk.
Zoiets is nou echt een ideale aanleiding om terstond nijver aan het kruissteken te slaan en een borduurtje te maken waarop staat:

“Hier gaat het niet om.”

Kleurige guirlandes eromheen van gekruissteekte bloemetjes en misschien wat roze vogeltjes die een hartje met gouddraad vasthouden in hun snaveltjes en klaar. Voor boven het buro, bijvoorbeeld. Lekker kort ook.
Mijn borduurtjes zijn vrijwel altijd kort, omdat ik het graag kado doe aan een jarige en daar denk ik dan natuurlijk te laat aan zodat ik snel moet borduren om er nog mee aan te komen voordat de volgende verjaardag alweer in zicht is.

slogans en pay-offsInzichten

En toch werkt het louterend, meditatief, dat borduren. Het voorwerk is als het bedenken van een slogan, een pay-off voor de marketeer of ondernemer.
‘Wij bieden u een verzekering waardoor u blijft hopen dat u nog iets achter de hand hebt als uw leven in elkaar stort,’ is een weinig wervende tekst die niet beklijft. Het is niet borduurbaar. ‘Wat er ook gebeurt’ blijft hangen. Desnoods in kruissteekjes aan de muur.
Een Nuttig Inzicht moet samengevat kunnen worden in een borduurbare tekst. Eentje waar je niet snel op uitgekeken bent omdat je erover blijft denken, liefst.
Dat gaat vanzelf als je borduurt: het is meditatief. Met elk half kruissteekje verdwijnen meer afleidende gedachten en ontstaat er een gapender vacature in het hoofd. Die vult zich met mijmeringen over de tekst die geborduurd wordt. Als ie af is, heb je hem doorgrond tot op de bodem en terug.

Slogan of pay-off

Maar lang daarna nog hangt of staat hij in een verguld lijstje of houten frame in iemand’s woonruimte, hoop je als borduurder. Om te helpen herinneren aan de vergankelijkheid van het leven, aan het relatieve van ellende of onenigheid, aan de voornemens die we willen realiseren, de inzichten die we ons verwierven of hunkeren naar het moment dat we eindelijk zo ver zijn.
Net zoals een slogan lang mee moet kunnen op je site en je folders. Verveelt ie? Dan was hij niet goed genoeg. Borduren is dus de beste test voor de slogan die je wilt gaan gebruiken voor je eigen bedrijf. Voer ‘m uit in kruissteekjes en je weet of het een blijvertje is.

Nieuwe slogans test je met kruissteekjes

Slechte tekst

Voor een geliefde, die al tijden hevig worstelde met zijn financiele leven, borduurde ik eens: ‘GELD tja…’.
Als aansporing was het bedoeld, om zich een relatie te bouwen met dat goedje. Eigenlijk was dat een slechte tekst. Op advies van een vriendin tornde hij na enige tijd zorgvuldig de t weg. Nu veranderde de boodschap in een enthousiaste uitnoding:
‘GELD ja…’ is een duidelijk standpunt en klinkt veel hartelijker.

Wie schrijft blijft, wie borduurt bestuurt

 

Spreekwoorden

Zoutvaatje“Wij leven met een dode koekoek,” was zo’n prachtige spreekwoordvondst die een van mijn kinderen deed tijdens een potje ‘Verzin een spreekwoord of gezegde en laat de anderen raden wat het zou kunnen betekenen.’

Zelfbedachte spreekwoorden

Een goed zelfbedacht spreekwoord is direct helder. Deze raadden we dan ook meteen: we laten ons leven niet leiden door een klok of een agenda, we genieten van het moment. Of woorden van die strekking.
Het spel is volgens mij hard nodig in deze fase van de ontwikkeling van de mensheid. De spreekwoorden en gezegden die we hebben zijn bijna allemaal enorm gedateerd. Ze verwijzen naar een tijd waarin beroepsmatige handelingen in scheepvaart, leger en landbouw kennelijk de gesprekken bepaalden.
Iedereen hield destijds misschien wel eens een oogje in het zeil, had vorige week nog moeten maaien wat er gezaaid was of ging deze zondag weer eens een kogel door een kerk heen jagen, een knuppel in een hoenderhok gooien of een paar keer tegen een lamp lopen, gewoon, omdat het kon.

De zin van spreekwoorden

Spreekwoorden zijn hartstikke handig. Je kunt er onverwacht wijs mee uit de hoek komen (’t Kan vriezen, ’t kan dooien) zonder dat je nou per se de diepste diepte van wat je zegt hoeft te doorgronden. Je kunt ook straffeloos een oordeel uitspreken (‘Boontje komt om z’n loontje’) zonder dat je letterlijk je eigen, kwetsbare, mening geeft. Het geeft bovendien een lekkere culturele band als je samen snapt wat deze miniatuur-geheimtaaltjes betekenen. Geen wonder trouwens, want de blijvertjes onder de spreekwoorden komen ook voort uit een breed gevoelde Ervaring of Wetmatigheid binnen een bepaalde cultuur of tijd.

Moderne gezegden

Vraag is: waar blijven de nieuwe spreekwoorden en gezegden? Ze hoeven echt niet alleen maar te gaan over nieuwe technieken (‘Hij keek alsof z’n whatsapp account plotseling was opgeheven’) of ontwikkelingen (‘Hun relatie zit al 3 jaar in een IT-beursbubbel’).
Een tijd geleden informeerde ik of er dan niemand uitdrukkingen kende uit de Huisvrouwenwereld. Daar kwamen een paar schitterende reacties op. ‘Dweilen voor het feest,‘ of ‘Kruissteekjes borduren met staalkabel‘ noem ik. Daar moet meer te halen zijn. Waar blijven de gezegdes als ‘Hij zet er vuile borden bij als de afwasmachine al gedraaid heeft‘ (een onaangename en tijdrovende vergadertechniek, trouwens) of ‘Die opmerking was als aluminiumfolie in de magnetron‘.

Avocado of naaktslak

Onze totaal veranderde houding ten opzichte van de natuur zou evengoed kunnen leiden tot nieuwe spreekwoorden en gezegden. Niet meer het berustende en natuurbewuste ‘Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is’, maar meer het eigentijdse, natuurvervreemde: ‘Met je blote voet op een stuk avocado trappen is net zo shit als op een naaktslak staan, maar het is wel eerder weer schoon.’
Mag ik je eigen suggesties eens horen?
 

Wat staat er nou? Vampierwoorden!

vampierwoorden5Er blijkt veelvuldig een discrepantie op te treden tussen intentie en generale implementatie van cognitief acceptabele linguïstische uitwisseling. Hoewel de breed gedragen richtlijn ten aanzien van voornoemd gegeven is te streven naar significante en duurzame modificatie van de status quo op het terrein van effectieve communicatie, is inmiddels steekproefsgewijs en empirisch vastgesteld dat van enige relevante verschuiving in participatie organisatiebreed geen sprake is, terwijl op het vlak van semantiek zelfs nog nauwelijks vooruitgang is geboekt.
Derhalve zal zo spoedig mogelijk een onderzoek worden ingesteld naar de economische consequenties van genoemd gegeven op middellange termijn, wat moet uitmonden in aanbevelingen die de effectiviteit hiervan zullen vergroten.

IETS GEMAKKELIJKER GEZEGD:
Het is niet waar, hoewel iedereen het zegt, dat er, nadat we het er een keertje over hebben gehad, verandering is geweest in het taalgebruik hier. Dat merken we allemaal dagelijks. Daar moeten we iets tegen doen, anders levert het verlies op.
OFTEWEL:
We snappen nog steeds niet waar het over gaat. Dat kost vast geld!

Vampierwoorden. Brrrrrr….

vampierwoorden3Nee. Het is echt niet nodig om alles in kindertaal op te schrijven. Maar in beleidsstukken, white papers, zakelijke memo’s en verslagen zitten vaak zulke draken van zinnen dat echt niemand meer snapt wat er staat. Dat is de bedoeling ook, mag je vrezen. Het zijn vampierwoorden. Ik schreef er al eerder over.

Waar komen vampierwoorden vandaan?

vampierwoorden4Vampierwoorden zijn woorden die geen beeld oproepen, vaag blijven en vooral verdoezelen wat er (misschien wel) bedoeld wordt. Of misschien ook wel niet…
Vampierwoorden worden ingezet als het moeilijk wordt. De boodschap is pijnlijk, de schrijver weet nog niet precies waar het over moet gaan, niemand durft de verantwoordelijkheid te nemen, er is nog niks besloten – dat zijn de situaties waarin vampierwoorden worden ingezet om de lezer te verwarren, te vermoeien en uiteindelijk moedeloos te laten hopen op betere tijden.
Tijden waarin gewoon gezegd of geschreven wordt waar het over gaat.
Okee. Nog een voorbeeldje dan. Maar eerst even dit:


Win een WoordWaardeBon

Welke vampierconstructies ben jij zelf zoal tegen gekomen in het wild? Op je werk? Bij de wijkvereniging? In de gemeenteraad?
Laat het me weten en maak kans op een
WoordWaardeBon van 25 euro!


Vampiertekst uit onverwachte hoek

vampierwoorden2Hoewel relevante cijfermatige onderzoeksgegevens omtrent generale implementatiemogelijkheden voor duurzame toepassingen in gangbare praktijksituaties tot dusver helaas ontbreken, wordt empirisch herhaaldelijk vastgesteld dat imponderabele en niet zelden cryptische technieken als het door toedoen van onder andere wilskracht en semi-klassieke sententies beïnvloeden van synchroniciteit alsmede modificaties van enige status quo, primordiaal significante effecten blijken teweeg te brengen.
IETS MAKKELIJKER GEZEGD:
Hoewel er nooit onderzoek naar gedaan is of je het ook algemeen toepasbaar kunt maken in het dagelijks leven, blijkt uit de ervaring dat niet-meetbare en vaak vreemde technieken, zoals het toeval beïnvloeden en veranderingen teweegbrengen met wilskracht en spreuken, duidelijk effect hebben.
OFTEWEL:
Magie werkt kennelijk.

Neem contact op voor meer waardevolle schrijftips

Pretpark voor schrijvers

schrijflustscreendumpMeestal geef ik de cursus, maar af en toe volg ik een cursus bij een ander. Nu bijvoorbeeld bij mijn vakvereniging, de NVJ. Tijdens de tweede dag luisterde ik geboeid naar de huiswerkopdrachten van mijn medecursisten. “Ik koos voor de opdracht ‘Maak een webpagina’,” zei een schrijfster. “En ik heb er meteen maar even de ideale naam voor een website boven gezet.” Ja hoor, daar stond het. Schrijflust. “Maar die is helaas al weg,” verzuchtte ze.
Tadaaaaaaaa! glunderde het in mij in een bingomomentje: “Ja! Die is van mij!”

Schrijflust bleek van mij te zijn

Nog tijdens de cursus mailde ik even naar Jan Runhardt, die mijn URL-parkje beheert. Ja hoor, Schrijflust.com had ik weliswaar al jaren links laten liggen omdat ik er niet aan toe kwam om er wat leuks mee te doen, maar hij staat nog steeds op mijn naam. Pas nu de naam door een ander zo hoog werd aangeschreven realiseerde ik me dat ik er hoognodig iets moois van moest maken. Maar ja… tijd heb ik nog steeds niet.

Pretpark voor schrijvers

Gelukkig werd precies op dat moment mijn dochter ziek. Zo ziek dat ze alleen nog maar wat achter een computer kon zitten. Huppekee, aan de slag gezet dus, dat arme kind. En met een lange lijst schrijfoefeningen die ik in de loop der jaren bedacht en de handigheid van twintigers had ze in no-time voor elkaar waar deze plek al jaren voor klaar lag: een pretpark voor schrijvers. Schrijflust.com.

Schrijflust.com om er weer lol in te krijgen

Een pretpark voor schrijvers dus, omdat er meer dan 100 schrijfoefeningen staan (111 namelijk). Om schrijfuren te maken. Om er weer lol in te krijgen als je altijd saaie teksten moet maken. Of om er voor het eerst lol in te krijgen als je schrijven altijd een akelige bijwerking vond van iets anders. Op Schrijflust kun je je schrijfoefening laten lezen door andere schrijvers, als je zin hebt in wat commentaar en tips. Of je houdt het resultaat lekker voor jezelf tot je ze alle 111 hebt gehad. Hoe dan ook: de bedoeling is om er je schrijflust mee te vinden. Waar die ook was.

Show don't tell

emotieschrijvenYoekeNagelTijdens mijn schrijfworkshops geef ik graag een wat merkwaardige oefening die het beroemde principe ‘Show, don’t tell’ gemakkelijk toepasbaar maakt: laat zien, verklap niet wat er gebeurt. Je krijgt een kaartje met een emotie erop. Die emotie roep je op, je neemt waar wat er gebeurt in je lichaam als die emotie bezit van je neemt, en je noteert wat je voelt. Oproepen, waarnemen, weergeven.
Vervolgens leest iedereen de waarnemingen op en de anderen mogen raden welke emotie er wordt beschreven. Dat gaat geweldig goed. Probeer maar. ‘Mijn borst voelt zachter en ruim aan de binnenkant, mijn gezicht ontspannen en licht, ik glimlach, mijn ogen voelen helderder, het draait een beetje, heel vrolijk, in mijn keel. Mijn lippen tintelen. Ik zou willen zingen. En kusjes geven.’
Welke emotie? Ergens tussen ‘vertederd’, ‘ontroerd’ en ‘blij’ in.

Schrijfoefening
emotieschrijven

Bekijk de emoties die in het plaatje hierboven zijn gemeten. Roep de emoties in alle rust zelf op.20160103_154238_resized_1 Noteer waar en wat jij daarvan waarneemt in je eigen lichaam. Tintelt het? Wordt het warmer, kouder, voller, leger, onrustig, kriebelig, hard, zacht, strak, versteend? Noteer.
Sta vervolgens op. Schud je armen en benen uit en schud de emotie van je af. Het is maar een spelletje. Adem goed door.
Laat nu iemand anders lezen wat je noteerde. Kan hij of zij raden om welke emotie het ging?

Emotie is meetbaar

emotieschrijvenYoekeNagelNu stuurde iemand me dit plaatje op van een Fins wetenschappelijk onderzoek, uit 2013, waarbij mensen werd gevraagd naar hun fysieke waarnemingen bij het voelen van 14 emoties. Ze tekenden op twee figuurtjes waar meer lichaamswarmte of energie leek te zijn, op de ander waar warmte of energie juist leek weg te trekken.
Niet iedereen voelde hetzelfde, maar de gemiddelden lieten wel degelijk een helder beeld zien: bepaalde emoties neemt iedereen op een vergelijkbare manier waar. En dat is kennelijk internationaal, want tijdens mijn schrijfworkshops bereiken we dezelfde conclusies. Je zintuiglijke waarneming is kennelijk een geweldig instrument in handen van de kundige schrijver.
Wil je een fragment meeslepend maken en ben je uit op emotioneel effect van je lezer, duik dan zelf de emotie in die je je hoofdpersoon wilt laten hebben (en je meelevende lezer dus ook). Oproepen, waarnemen, weergeven. Je zou kunnen zeggen dat dat het geheim is van ‘show, don’t tell’, maar geheim is het niet meer, want jij kunt het nu ook. En als schrijver zelfs iets nauwkeuriger, omdat je ook kunt aangeven of de verandering langzaam of snel gaat, prettig of akelig is.
(Doe zelf het onderzoekje op deze pagina)

Voorbeeld
Show don’t tell

Schrijf je: ‘Hij was op slag verliefd op haar’ dan denkt je lezer vermoedelijk ‘Nou ja, dat zal nog wel meevallen.’ Of je lezer denkt helemaal niks en neemt het voor kennisgeving aan.
Schrijf je: ‘Hij staarde naar haar neusvleugeltjes zonder te knipperen. Elke gedachte verdampte uit zijn hoofd en een warme gloed verspreidde zich door zijn voelbaar uitdijende borstkas. Een schaapachtige glimlach zette zich vast op zijn gezicht. “Eh… helemaal alleen hier?” bloosde hij,’
dan denkt je lezer vermoedelijk iets als: ‘Zeg! Ik heb ‘m in de gaten, die ouwe! Hij is gewoon verliefd!’
Die conclusie maakt meer indruk als je lezer er zelf op gekomen is dan als jij het hem verklapt hebt. Je hebt laten zien wat er gebeurde, zonder het te benoemen. Show. Don’t tell. Dat doet je lezer wel.

 

emoties schrijven

Spreekwoorden over schrijven

spreekwoorden Waar geworsteld wordt ontstaan spreekwoorden en gezegden. Waarom zijn er dan maar zo weinig over de kunst van het schrijven en de wanhoop die dat soms oplevert? Tijd voor nieuwe schrijfspreekwoorden.
Spreekwoorden over schrijven, uit verdachte bronnen, die best waar zouden kunnen zijn.

  • Elk geschreven woord verlicht een nieuw deel van je ziel
    (uitgetest Hongaars spreekwoord)
  • Een geschreven tekst is beter dan tien cavia’s
    (ec0nomisch onderbouwd handelaars spreekwoord)
  • Wie schrijft als honing kan bijen verwachten
    (waarschuwend heidevolk spreekwoord)
  • Een goede tekst is als neushaar. Als er veel uit getrokken wordt doet het zeer. Als er weinig uit getrokken wordt doet het ook zeer.
    (betrouwbaar herenspreekwoord)
  • Wie niet woordt, die niet scoort
    (boekenvroedvrouwenspreekwoord)
  • God geeft een pen aan de wijze en een toetsenbord aan de nar
    (digitaal spreekwoord)
  • Inspiratie is een donker gat vol grommende woorden
    (schrijverswaarneming)
  • Het juiste woord op de juiste plek is zelden interessant
    (recensentenspreekwoord)
  • Schrijvers die nooit lezen schrijven hun eigen ondergoed
    (provocatief lezersspreekwoord)
  • Tussen de managementrapporten is elk persoonlijk blog een literair werk
    (mysterieus spreekwoord)
  • Je boek komt niet uit de bloemkool
    (auteurscoachingsgezegde)
  • Er zijn hele goede taxichauffeurs en caissières voortgekomen uit een writersblock
    (statistisch onbewezen spreekwoord)
  • Wie gezegend schrijft heeft geen brood nodig
    (sociologisch onbewijsbaar spreekwoord)

Schrijfoefening op maat

Wist je dat je hierop zat te wachten?

schrijftechniek.jpgSoms vraagt iemand me om een schrijfoefening die precies aansluit bij de schrijfblokkade of schrijfvalkuil waar hij of zij steeds tegenaan of in loopt.
“Er zit toch niemand te wachten op mijn boek…” was de blokkade die iemand me voorlegde.
“Doe dan eens deze schrijfopdracht,” was mijn antwoord.
Het resultaat vond ik wel zo adembenemend mooi dat ik het graag met je deel.
Nog even een woord vooraf: dit verhaal hieronder heb ik dus niet zelf geschreven, hoe graag ik dat ook had gewild. Het werd geschreven door een talentvol schrijfcoachingsklant die nu heel zenuwachtig zit te wachten of er ook commentaar op komt en wat De Mensen er dan wel niet van zullen zeggen.
Wil je haar stimuleren om meer te schrijven? Laat dan even weten wat je van dit verhaal vindt, via facebook of in een mailtje aan mij. Ik geef het allemaal door.
Blokkade:
“Er zit toch niemand te wachten op mijn boek.”
Schrijfoefening:
“Start een verhaal met de zin: ‘Soms schrijft iemand een boek waar niemand op zat te wachten.’
Eindig ongeveer 450 woorden later met de zin: ‘En daarom werd het geschreven.'”

Verhaal voor één lezer (465 w)

Soms schrijft iemand een boek waar niemand op zat te wachten.

Er zijn boeken die met veel zelfvertrouwen ter wereld komen, precies op de juiste plek. Ze binden miljoenen lezers aan zich. Oud, jong, man, vrouw, maakt niet uit. De boeken vliegen de winkels uit, worden door iedereen gekocht en bij elke gelegenheid cadeau gegeven. Allemansvrienden.

Andere boeken hebben een bescheiden lezerskringetje.

Sommige boeken sterven in het kraambed. Ik herinner me een verhaal over twee katjes. Het was grappig, lief, met mooie tekeningen. Het was helemaal af. Maar de eerste druk mislukte en verdween in een container. Tijdens de herdruk vloog de drukkerij in brand. De verzekering dekte de schade niet vanwege een clausule in de kleine lettertjes. Het geld raakte op. De schrijfster kwam te overlijden voordat het boekje het daglicht had gezien.

Ik vind het jammer, maar ik kan daar niets aan doen. Ik heb daar geen invloed op. Mijn taak is alleen om het juiste verhaal bij de juiste schrijver te brengen. Wat er verder mee gebeurt, ligt niet in mijn handen.

De verhalen krijg ik ’s ochtends op mijn bureau. Ze zijn dan nog wat wild en vormeloos maar ze hebben een herkenbaar karakter. Meestal kunnen ze niet wachten om geboren te worden. Ik zoek schrijvers die bij het verhaal passen en die bereid zijn om hen de wereld in te helpen. Ik stuur beelden naar de schrijvers als ze dromen. Of ik plaats een stukje van het verhaal in hun hart. Ze gaan dan vanzelf op zoek naar de rest.

Als het verhaal en de schrijver eenmaal met elkaar in contact staan, zit mijn taak erop. Mijn collega zoekt de lezers bij de verhalen en ik heb er geen idee van hoe hij dat doet.

Hij zit in het kantoortje naast het mijne. Hij schrijft de namen van de verhalen op een groot bord, de lezersaantallen schrijft hij er met een rode stift achter. Ik wil hem al lang vragen, hoe hij aan zijn cijfers komt. Waarom hij zo weinig lezers zoekt voor het ene verhaal en zo veel voor het andere. Maar mijn collega is nors, weinig toegankelijk. En altijd verdwenen als ik op zijn deur klop voor een praatje.

Het verhaal dat ik hier heb, is er een van het asociale soort. Er zal maar één lezer de reis van het begin tot het einde volbrengen. Een schrijver heb ik al. Maar ik heb medelijden met hem. Eén lezer is niet veel. Hij zal aan zichzelf gaan twijfelen.

Daarom heb ik het verhaal een begin meegegeven:

Soms schrijft iemand een boek waar niemand op zat te wachten. Een schitterend verhaal wilde dolgraag geboren worden, meer niet. Een schrijver hoorde dat en kon niet laten om het verhaal te helpen. En daarom werd het geschreven.

-Anoniem-

Oproepje

Red een schrijver. Laat weten wat je van dit verhaal vindt.
Heb je zelf een onhandige schrijfblokkade? Wil je graag een schrijfoefening op maat om ‘m te overwinnen? Mail me even, dan stuur ik je een oefening toe.

De Ptoei in je tekst

Overtuig je lezer met je herkenbare ervaring

ptoei“Straks vormt die boom pluisjes die op de wind overal heen zweven.
Als ik er dan langs fiets krijg ik er vast eentje in m’n mond. Ptoei!”

Die prachtige zin noteerde een van de cursisten van de schrijfweek in de Dordogne.
De schrijfopdracht was niet eenvoudig. Beschrijf een rijtje bomen. Voeg geen bijvoeglijk naamwoorden toe (lelijk, prachtig, stinkend, fris) maar laat je lezer zelf ontdekken wat jij van die bomen vindt. Effectief manipuleren met woorden, terwijl je objectief lijkt te omschrijven wat je waarneemt.
We splitsten ons op in twee groepen zodat het een toernooitje werd: de ene helft van de schrijvers zou de bomen in hun volle schoonheid beschrijven. De andere helft zou de bomen neersabelen met woorden.

Je lezer is net zo eigenwijs als jij

siteeierenzoekenHet doel van de opdracht is om je te bekwamen in je leidende rol als schrijver. Jij bepaalt, vooraf, wat je je lezer wilt laten ontdekken. Dat lijkt omslachtig: je kunt toch ook gewoon zeggen dat het rotbomen zijn, of juist prachtige, statige groene wuivers die de longen van onze wereld vormen?
Nee dus. Je lezer is net zo eigenwijs als jij. Die wil zelf dat paasei vinden. Door hem of haar met argumenten op te leggen wat hij ergens van moet vinden, bepaalt het hoofd, de ratio. Lezer voelt hij zich onderschat in zijn creatieve vermogens.
Je kunt ook lezer laten weten wat je ervan vindt door je emoties centraal te stellen: het hart, de emotie, bepaalt. Je irritatie bijvoorbeeld, die je voelt toenemen in je samengeknepen billen, je tintelende handen, je diepe frons, en je snuivende ademhaling. Je stelt je hart open en raakt je lezer ook direct emotioneel, want die herkent je fysieke signalen van onvrede. Maar het kost wel veel woorden.
Het krachtige ‘Ptoei’ in de korte tekst hierboven is de derde manier om je lezer mee te trekken in jouw beleving, de buik bepaalt.
Je beschrijft je ervaring. Pluisje in je mond. Ptoei…
Zelfs als lezer zelf een ander geluidje maakt als hij dat ding weer uitspuugt weet hij precies dat die rotboom ongemak veroorzaakt.

Vind de Ptoei in alledaagse ervaringen

hijsprongLezer wil liever zelf tot conclusies komen dan dat die haarfijn voor ‘m uitgespeld worden. Leg je een paar handige stenen in de rivier, dan zoekt hij daar graag z’n eigen weg over (en komt uit bij het punt dat jij wilt maken) dan dat je een brug van argumenten en oordelen over de rivier legt waardoor hij maar een kant op kan (en halverwege van die brug afspringt omdat hij zich verveelt en liever zelf denkt). Vandaar: show, don’t tell. Laat zien wat jou tot een conclusie brengt en verleid je lezer om je daarin te volgen terwijl hij, spelenderwijs, zelf op het idee komt. Jouw idee.
De kunst is om voor elke mening die je wilt overdragen de ‘Ptoei’ te vinden: de alledaagse ervaring die lezer direct herkent.
 

Emotieschrijven – retraite

Met gevoel

20150914_112004_resizedHoe moet je lezer weten in welke stemming je hoofdpersoon is? Als je zegt: ‘hij is boos’ denkt lezer over het algemeen iets sussends als ‘kom kom, dat zal toch wel meevallen, niet?’
Daarom is het beter om emoties zelf te laten ontdekken door je lezer: show, don’t tell, wordt deze techniek in Nederlandse vaktermen genoemd.
Een emotie is herkenbaar aan lichaamshouding, aan gebaren, ademhaling, de hele zooi. Als je als schrijver dezelfde signalen geeft als de signalen die je lezer kent als hij zelf eens zo’n specifieke emotie heeft, dan zit je goed.
Daarom was de opdracht van gisteren ook: loop over de markt van het bruisende Miramond-de-Guyenne, in de sfeervolle Dordogne, en neem een scene waar die je later ‘met gevoel’ kunt navertellen. Op papier natuurlijk. Emotieschrijven. Serieus: de zakdoekjes waren niet aan te rukken tijdens de voorleesavond.
Hieronder het trieste verhaal van Babette.

Markt

Ze spert haar ogen wijd open als ze de eerste geluiden op het plein hoort. Haar benen schuiven pijnlijk over de rand van het groezelige bed. Ze mompelt een schor liedje terwijl ze stap voor stap naar de oude eiken kledingkast sloft. Het is maandag. Babette trekt haar roze plooirok aan en de vaalblauwe blouse met het strikje.
Als ze de voordeur open heeft geduwd blijft ze even staan om uit te rusten van de tocht door haar woning. Haar tasje bungelt aan haar arm. Ze snuift. Leer en knoflook. En gegrilde kip. De visboer is dus alweer de laatste.
“Bonjour Babette!” zwaait Hercule van achter zijn tomaten. Ze knikt en waggelt naar zijn kraam. Hercule heeft al een mooie stapel gemaakt van zijn koopwaar als ze hem bereikt voor haar wekelijkse begroeting. “Bjour cheri,” lispelt ze en houdt zich stevig vast aan zijn rechterschouder terwijl ze hem twee kussen op zijn stoppelige wang geeft. “Ça va?” vraagt hij, terwijl hij al om zich heen kijkt of er ook nog andere begroetingen op stapel staan. Babette laat haar arm van zijn schouder glijden en zucht. Haar voeten zijn zwaar en haar buik rommelt en krampt, maar het is maandag. “Comme si comme ça…” gromt ze, en sloft naar het stalletje van Jean-Pierre. “Bonjour Babette!” roept hij haar toe en schuift een sliert knoflook aan de kant. “Merci cheri, bonjour…” zucht Babette en laat haar vermoeide billen een momentje op de kraam zakken.
De kar staat er al. Vanaf hier kan ze zien hoe de visboer de metalen luiken opent. Ze sjokt erheen. Haar hart klopt in haar keel en met haar knokige vingers schuift ze een plukje haar uit haar gezicht weg. Ze zet haar tasje op de smalle balk aan de voorkant van de kar en staart strak naar de visboer. Dan steekt ze haar kin naar voren als een slang die zijn prooi bespringt. “Wat moet je hebben voor die rode poon?” vraagt ze uitdagend. De visboer zucht.
“Bonjour Babette! Twee euro maar.” Babette snuift en schudt haar hoofd traag en misprijzend. Ze leunt nog wat verder naar voren en trekt een hoek van haar bovenlip op. “Boef! Twee euro voor dat vieze beest? Ik kan hem hier ruiken!”
Tussen haar tanden door spuugt ze een keer krachtig op de stoep. Ptoeiii! De visboer grijnst gelaten.
“Vooruit Babette. Anderhalf voor jou.” Haar verontwaardigde stem krast en schuurt, maar ze blijft onderhandelen met hem tot ze uiteindelijk de rode poon aanpakt, in een stuk wit papier.
“Boef…” herhaalt ze dreigend, en drukt hem een warme euro in zijn hand. Dan laat ze de poon in haar tas verdwijnen en sloft naar de zijkant van de kar. De visboer legt een geurige arm om haar rug en trekt haar even tegen zich aan. Ze glimlacht over zijn schouder en sluit haar vermoeide ogen voor een momentje. Dan doet hij een klein stapje achteruit en kijkt bezorgd toe hoe zij zich omdraait en terug slentert naar haar woning. “Bonne journee Babette!” roept hij haar na.
Als ze eindelijk weer in haar keukentje staat heeft ze een schaduw van een glimlach op haar lippen.
Dan opent ze de pedaalemmer en laat de rode poon er in glijden. Volgende week is het weer maandag. Gezellig.