Ben je een tekortschieter of een tekortkomer?

Dit is dus – ik wist ook niet dat het bestond – de tijd van de grote najaarsschoonmaak.
Eerder schreef ik dat we troep bewaren ‘voor het geval dat’. Heb je dan nog zo’n handige koevoet of spijkerbroekknoop liggen, dan ben je blij.
Wat is in de praktijk nu ‘het geval dat’?
Kort gezegd willen we voorbereid zijn op situaties waarin we niet willen tekortkomen of tekortschieten.

Bang dat je tekort komt? Dit keer niet!


-Tekortkomen:
Veel mensen zijn in een bepaalde periode van hun leven veel tekortgekomen. Aandacht bijvoorbeeld, omdat hun ouders het te druk hadden met ruzie maken inplaats van netjes te scheiden. Of veiligheid, omdat ze een ernstige ziekte hadden, geopereerd werden, lang van huis waren, te maken hadden met geweld. Of ze kwamen tekort aan plezier, omdat alles gericht was op presteren en braaf zijn.
Wie veel tekort kwam heeft zichzelf geleerd om voorraadjes te maken. Het lichaam werkt zo (volg een tijd een strikt dieet en het lichaam leert zichzelf om nijver vetten op te slaan als er weer eens wat eten komt, zodat je nog dikker wordt) en de geest ook: een tijd tekortkomen geeft altijd het gevoel dat er een buffer moet worden opgebouwd van iets, een idee, een ding, dat de klap kan opvangen ‘voor het geval dat’. Het geval dat is dus een situatie waarin je opnieuw het gevoel hebt tekort te komen. Daarom zit het tasje van een tekortkomer vol met snoepjes, snoeppapiertjes en kapotte suikerzakjes als er een tekort aan aandacht en troost is geweest (zoetigheid wordt veel gegeten als het effe tegenzit). En het zit vol met extra kleding als er te weinig bescherming is geweest, of te weinig erkenning voor de persoonlijkheid zelf.
In het huis van de tekortkomer is dit natuurlijk ook prachtig te zien: overal staat wel wat, de schuur, zolder en alle kasten puilen uit van de handige enkele sokken, kromme spijkers en palletjes-waarvan-niemand-meer-weet-waar-het-op-past. Je weet immers maar nooit.

En wie schiet jou te hulp?


-Tekortschieten:
Veel mensen (en vaak zijn dat dezelfde als de tekortkomers, maar ze gingen er anders mee om) hebben ook meegemaakt dat zij hulp nodig hadden in een bepaalde periode van hun leven en dat niet kregen. Of, ook akelig, dat iemand anders hulp nodig had en zij dat niet konden geven.
Zij wijden zich nu aan het bieden van snelle hulp. In hun tas zit de duvel en z’n ouwe moer ‘voor het geval dat’ iemand anders het nodig heeft. De tas puilt uit van pure dienstbaarheid. Pleisters, koeken, kinderspeelgoed, zakdoekjes, pennen, naaisetje, oploskoffie, motorzaag… Serieus: tijdens een workshop Damestasjeslezen verzuchtte een vrouw eens dat haar ‘finest hour’ zou zijn als er een amokmaker door de stad zou brullen: ‘Ik heb een motorzaag nodig!’ en dat zij dan haar tasje open zou knippen en kon zeggen: ‘Oh, die heb ik toevallig net bij me!’
Door anderen van dienst te zijn bewijzen ze niet alleen dat ze zorgzaam en lief zijn; ze maken zich ook nog es onmisbaar. Het enige dat ze niet bij zich hebben is ruimte voor zichzelf. En, oh ja, ruimte voor de ander om het eigen oplossend vermogen te trainen aan de interessante uitdagingen die het leven zo gul aan ons stelt.
Dit zijn de gevallen dat, waarvoor we troep om ons heen verzamelen.
Het grappige is: we komen tegenwoordig niet meer tekort. En we schieten ook niet tekort. Want als het erop aan komt verzinnen we wel wat.
Nu alleen nog even over de koekoeksvrouwen die helemaal niks willen verzamelen en voortdurend alles weg doen, al is het maar om plaats te maken voor de zojuist in een vlaag van enthousiasme aangeschafte gloednieuwe spul of kleer. Daar is ook al iets wonderlijks mee mis gegaan. Een volgend blog meer daarover.
Commentaar? Commaarop! 
 

Troep voor het geval dat

Je bent slimmer tijdens het geval dat


Waarom bewaren we dingen ‘voor het geval dat’? Wat is er mis met ons tijdens dat geval dat zelf dan, dat we ons daar jaren van tevoren op moeten voorbereiden?
Ik zie het natuurlijk dagelijks in al die damestasjes die ik te lezen krijg, maar ik zie het ook in m’n eigen huis: we omgeven ons met spullen die we niet nodig hebben en vervolgens kunnen we er geen afstand meer van doen. Zelfs niet als we weer een nieuw spul, een nieuwe kleer hebben gekocht (alleen al het feit dat daar geen enkelvoud voor wordt gebruikt geeft al te denken). En alles ‘voor het geval dat’.
Terwijl ik aan het opruimen was (ja, dit is de tijd van de nazomer-schoonmaak, ontdekte ik door de enorme hoeveelheid bestellingen voor De Magie Van Het Huishouden) bedacht ik bij elk overbodig voorwerp voor welk geval dat ik het had bewaard.
-Een pak supergrote mikado. Voor het geval ik het ooit eens bij de workshop Damestasjeslezen zou willen gebruiken om aan te geven dat een tassenworp voorzichtig moet worden bekeken. Maar de mikado lag naast m’n bed waar ik er zeker niks mee ga doen.
-Een rubberen hamer om tentharingen in te slaan. Op een rommelmarkt gekocht omdat ik altijd een rubberen hamer moet lenen van een campingbuur. Wat trouwens bijna altijd tot leuke contacten leidt.
-Een handig houdertje voor scheermesjes, met een plaksticker die vrijwel zeker binnen de 24 uur weer los zal laten en dus nooit opgehangen. Ik bewaar mijn scheermesjes in een mandje bij het bad, waar ik er gemakkelijk bij kan.
Er was meer. Zucht. En van alles wat ik tegenkwam realiseerde ik me dat ik er ‘voor het geval dat’ uitstekend uitkom zonder die extra voorwerpen.
Het feit dat ik het heb bewaard laat alleen maar zien dat ik nogal twijfel aan mijn eigen oplossend vermogen. Als het geval dat zich voordoet ben ik prima in staat iets even uit te leggen, te lenen of te improviseren.
Ik neig nu dus naar de stelling: wie veel bewaart twijfelt aan het eigen oplossend vermogen.
Dat sluit uitstekend aan bij mijn eerdere constatering: vrouwen van boven de veertig hebben minder spullen in hun tas.
Jonge meiden het meeste, want die willen overal op voorbereid zijn, voor het geval dat – ze de laatste bus missen, opeens ergens blijven slapen, je weet maar nooit… Vrouwen boven de veertig zeggen: ‘Als ik de bus mis neem ik wel een taxi. En een tandenborstel kan ik altijd wel van iemand lenen.’
De conclusie: bewaar niks voor het geval dat.
Mocht zich dat geval voordoen, dan verzin je ter plekke namelijk een oplossing die veel handiger is.
(En het boek De Magie van het Huishouden kun je bij mij bestellen met een mailtje)

Het 1e NL Blufscrabble toernooi

Maak 't mooi op 't Blufscrabble toernooi!


Het zou wel eens het woordevenement van het jaar kunnen worden: het eerste Nederlandse Blufscrabble toernooi.
Onvermijdelijk, gezien het feit dat alleen via Twitter al binnen de 24 uur zeven enthousiaste deelnemers staan te trappelen om van start te gaan en naar hartelust legitiem vals te spelen. Zodra de tiende deelnemer zich heeft aangemeld organiseer ik het toernooi. Hoe? Och, zei @thee_met_koekjes terecht: daar bluffen we ons wel doorheen.
In de jury vragen we natuurlijk Philip Freriks, taalludagoog bij uitstek.
Of Ewoud Sanders misschien wel, die toch al jaarlijks een woordenboek samenstelt met nieuwe woorden, voor het NRC.
Of eh… Lydia Rood, omdat ze ook zulke grappige woordconstructies kan maken. Of misschien doen we het zelf wel.
En dan als prijs een gouden chimot!
In elk geval: je kunt meedoen met het Blufscrabble toernooi. Het wordt nazomer en je kunt er een hele winter op teren.
Schrijf je in bij de comments onder het vorige stukkie.
Trouwens: op Omdenken is het concept van Blufscrabble uitgebreid genoemd als voorbeeld van eh… nou ja, omdenken.
Je kunt ‘m ook volgen op Twitter: @Omdenken

Blufscrabble verruimt de geest

Bij blufscrabble scoor je niet alleen, je creeert ook ruimte in de geest - en een hele hoop nieuwe woorden


Als de schoonheid van het woord extra punten zou opleveren zou ik bij scrabble niet vals hoeven te spelen. Mijn naaste omgeving en god zelf weet dat ik dat wel doe. Graag en onverbeterlijk. Omdat het kan.
“Het is toch do-re-vi-ma-sol, he?” informeer ik zekerheidshalve even bij mijn tegenspeler. Knikt die afwezig ‘ja’ kan ik dus mooi 26 punten opstrijken voor ‘vi’, met de V dubbel geteld op 3x letterwaarde. Of ik vraag hoopvol: “Als iemand z’n haardos helemaal in de war is he, dan heet dat toch ‘wardos’?” Meestal wordt hier tamelijk afwijzend op gereageerd. Jammer is wel dat veel mensen daardoor niet graag met mij scrabbelen: ze moeten er zo bij blijven opletten.
Maar op de camping trof ik Miek die graag in mijn voortent een potje kwam spelen omdat haar man toch niet zo van scrabble houdt.
Al bij het eerste plankje bleek dat ik hier met een zielsverwant te maken had.
“Rekenen we het voltooid deelwoord van zelfstandige naamwoorden ook goed?” vroeg ze min of meer terloops.
Alleen al uit nieuwsgierigheid leek me dat vanzelfsprekend. “De regel is immers dat het niet uitmaakt of je woord al eerder gebruikt is, als je theorie maar goed onderbouwd is,” besloten we streng. Een mens kan niet zonder duidelijke regels.
Vervolgens legde Miek met een stalen gezicht het prachtige woord RAJIXLO neer. Op mijn vragende blik antwoordde ze geduldig: “Dat is die bekende Mexicaanse dans. Dit is het voltooid deelwoord ervan.”
Onze avond kon niet meer stuk. Tot zeven maal toe hadden we een volledig plankje leeg en dus 50 punten extra te pakken. Er werden fenomenen beschreven die geen enkel woordenboek ooit zouden halen: de spiegelshovel, die nochtans handig is voor moeilijk bereikbare plekken waar net zo goed wel eens geshoveld moet worden. Het volledige oud-Drentse recept voor een harde krentenkoek werd bijna afgekeurd omdat er geen chocola in leek voor te komen, maar omdat de garnering altijd bestaat uit melkchocolade kevertjes kon het woord DROMKE toch nog worden goedgekeurd. Het grappige geborduurde schortje van de joods-siberische minderheid op Ijsland, de LECHME, moest worden afgekeurd omdat er te weinig bewijs voor was. Ja, we waren meedogenloos, maar rechtvaardig.

Blufscrabblen kan iedereen leren


Uiteindelijk wonnen we met 1 punt verschil (dat leg ik nog wel eens uit).
Het aardige van blufscrabble is dat het de boodschap aan de geest geeft dat alles in principe mogelijk is. De zelfopgelegde beperkingen die ons normaal gezien ernstig hinderen bij het vrije associeren en lekker woordspelen zijn opgeheven. De geest kan dartelen. Dat is te merken aan het feit dat plotseling niet alleen de prachtigste blufwoorden en creatieve beschrijvingen ontstaan, maar dat er ook een hele extra galerij aan bestaande woorden blijkt te worden aangeboord. Deuren en ramen zwaaien zonnig open in de hersenen.
Als de bluf voor scrabble al zo stimulerend werkt, hoe heilzaam zal het dan wel niet zijn voor de economie?
Hierover later. Of misschien ook wel niet. In elk geval kan ik je een potje blufscrabble warm aanbevelen. Noteer vooral even je mooiste vondsten en vermeld ze hier eventjes. Met uitleg graag, want als het goed is kent niet iedereen je woord al.

Doe mee aan het woordevenement van het jaar

Schrijf je in voor het eerste Nederlandse Blufscrabble Toernooi

bij de comments hieronder

 
Een fijne tip
van @Tine_S :
Cock en Ab van der Laak speelden ook al naar hartelust
Blufscrabble avant la lettre…


Even een essay schrijven

Opgewekt aan de slag met je essay


Het essay wordt zwaar overschat. Eigenlijk is het gewoon een stukkie schrijven. Zoiets als een wandeling maken. Een stevige wandeling liefst, want dan valt er meer te zien onderweg. De bedoeling van een wandeling en een essay schrijven is hetzelfde: dingen zien die je eerder nog niet opgevallen waren. Het voordeel van het essay boven de wandeling is dat je met een essay meteen een ander – je lezer – ook wat nieuws laat zien. Aan de slag. In, zoals ik al eerder zei: drie fases. Voorbereiden, schrijven en bijslijpen. Elf stappen.
Fase 1
VOORBEREIDEN
(Voorbereidend schrijven)

-1-
Voordat je gaat wandelen pep je jezelf op om er tegenaan te gaan. Je zoekt een dag op die waarschijnlijk droog, maar niet te warm is, je zorgt voor goede schoenen.

Voor je begint met schrijven plan je tenminste drie uur schrijftijd op een plek waar je ongestoord kunt werken. Zorg dat je computer in orde is. Leg voor het schrijven zelf krachtvoer naast je computer: bijvoorbeeld een pot thee, vers fruit, genoeg licht, een goede stoel.
-2-
Je kiest een bestemming. Hoe ver weg mag het ongeveer zijn? Trekt een bepaalde regio je?
Je krijgt of kiest een onderwerp. Je bepaalt een minimale en maximale lengte. Bepaal zelf hoe je je onderwerp wilt beschrijven anders is er geen klap aan om een essay te maken: persoonlijk, grappig, filosofisch, verrassend, beeldend, technisch, wetenschappelijk of met veel dialogen erin….
-3-
Kies in die regio een interessante locatie uit – stad, hotel – en reserveer er vast een plekje zodat je er zeker terecht kunt op de dag dat jij wilt wandelen. Mocht je verdwalen onderweg, dan kun je altijd iemand de weg vragen naar je eindpunt.

Bepaal om te beginnen het slot van je essay: een stelling of een interessante vraag. Met welke gedachte wil je straks je lezer achterlaten? Schrijf, als het even kan, je laatste zin of alinea alvast op. Zo heb je niet alleen een kern van je betoog maar ook lekker praktisch een eindpunt van je verhaal. Dat geeft je de ruimte om ook af en toe even uit te wijden over een onderwerp dat maar zijdelings raakt aan je verhaal. Je kunt altijd de draad weer oppakken; je weet waar je heen wilt. Het eindpunt van je verhaal noemen we Z. Je begint bij A. Daar tussen zit het hele alfabet dat jij schrijft in je essay.
-4-
Beoordeel waarvandaan je wilt starten. Vaak is het leuker om eerst met de trein, fiets of auto naar een mooi gebied te rijden en daar met je wandeling te beginnen.

Bedenk wat de meeste mensen al zullen weten of denken over je onderwerp. Dat is het beginpunt van je verhaal: A. Als je wilt schrijven hoe gezond tomatensoep is hoef je niet eerst uit te leggen wat een tomaat is; dat weet iedereen al. Begin bijvoorbeeld bij: ‘Als u van tomatensoep houdt heb ik goed nieuws voor u!’
-5-
Je weet nu hoe lang je reis ongeveer zal zijn. Verzamel de bagage die je nodig zult hebben voor onderweg. Denk ook aan voetenbalsem voor als de vermoeidheid toeslaat! Mik het allemaal in een handig rugzakje en zorg dat je niet te zwaar bepakt bent.

Doe je research. Verzamel materiaal. Ga op speurtocht op internet, sla je boeken er op na, interview betrokkenen, zoek citaten van Plato, professor doctor ingenieur Dingetje, check de feiten die je in de Wikipedia leest en noteer ook je eigen visie even. Breng alles wat je vindt, liefst met URL of bronvermelding erbij, in kaart met een mindmap (gedachtenspin) zodat je alles door elkaar kunt noteren. Verzamel niet te veel: je mag gerust argumenten of feiten weglaten als jou dat beter van A naar Z brengt! Sterker nog: gebruik alleen de informatie die je nodig hebt om van A naar Z te komen. Anders blijft er niks over voor andere schrijvers. Een essay hoeft niet compleet te zijn, als het maar het door jou gekozen deel van het onderwerp goed beschrijft.

-6-
Bepaal je route (terwijl je van tevoren al weet dat jij toch liever een leuk zijpaadje inslaat als je er eentje ziet).

Orden je researchmateriaal uit je mindmap op de lijn van A tot Z. Waar begin je je essay? Wat is dan een logische opbouw naar het einde van je verhaal, je Z?
Dit is de structuur, het geraamte van je verhaal. Nu is het nog een kwestie van het verbinden van de puntjes tot er een volledige tekst staat. Appeltje-eitje.
Fase 2
SCHRIJVEN
(Gezegend schrijven)

-7-
Ga lekker aan de wandel, geniet van de prachtige omgeving, huur een fiets onderweg als dat opeens leuker lijkt, neem een spannende andere route, pik een terrasje onderweg en vergeet de tijd even, babbel met de boswachter die je toevallig tegenkomt… Geniet! Neem op tijd pauze, zodat je altijd wat fut blijft houden om verder te gaan.

Ga lekker schrijven. Maak het mooi. Kom op nieuwe gedachten, voeg een grapje toe, dwaal af, kom terug op je onderwerp, maak van een pikant weetje een grappig kader, verwerk je cijfermateriaal in een prachtig gekleurd taartdiagram met slagroom, speel met stijlen en schrijftechnieken, gooi wat streamers (spannende uitspraken of verleidelijke zinnetjes uit je verhaal) tussendoor, neem op tijd pauze (uur schrijven, kwartier pauze). Beweeg tussendoor even, drink iets, zorg voor frisse lucht. Hoe lekkerder je schrijft, hoe lekkerder het leest.
-8-
Kom aan bij je bestemming en geniet van je prestatie, van de vermoeidheid in je lijf, van al die prachtige dingen die je gezien en beleefd hebt. Schop je schoenen uit en stop met wandelen, neem rust. Vier je aankomst.

Heb je je conclusie bereikt? Gefeliciteerd. Dan ben je er. Stop nu met schrijven. Ga even wat anders doen.
 
Fase 3
BIJSLIJPEN
(Ambachtelijk schrijven)

-9-
Als je een beetje bent bijgekomen in je hotel, pak dan je routekaart er nog es bij. Waar ben je er van afgeweken? Was het de moeite waard? Heb je alles gezien onderweg wat je graag wilde zien? Heb je totaal onverwachte dingen beleefd? Brachten die je dichter bij je bestemming? En als dat niet zo was: heb je er plezier in gehad om bepaalde obstakels te overwinnen en toch door te gaan? En eh… Zit je wel in het goede hotel?

Lees je verhaal rustig door, liefst op een andere plek dan waar je hebt geschreven. Stel jezelf de vragen:

  • a- Is het een goed lopend verhaal?
    b- Ben je aangekomen bij Z, je conclusie? En als je iets anders concludeert dan je van tevoren bedacht: is dit interessanter? Houden zo, dan!
    c- Zitten er voldoende argumenten, feiten en meningen in om je lezer mee te nemen van A naar Z?
    d- Heb je nog iets heel interessants over uit je mindmap wat je misschien in een kadertje kwijt kunt?
    e- Gebruik je veel dezelfde woorden? Zoek er vervangende woorden voor.
    f- Heeft elk woord een eigen betekenis? Haal ‘m anders weg.

Neem je spellingscontrole serieus! Zorg dat je hele verhaal in dezelfde tijd is geschreven (tegenwoordig of verleden). Zorg dat de d’s en t’s op de goeie plek staan. Als je echt niet weet waar dat is omdat je bijvoorbeeld dyslectisch bent, vraag dan even iemand anders om je hiermee te helpen.
-10-
Praat eens met anderen over deze route. Misschien hebben zij nog tips voor je aan de hand van jouw belevenissen. Let goed op of ze het wel over dezelfde route hebben als jij! Misschien hadden zij heel andere herkenningspunten!

Laat je verhaal lezen aan anderen en vraag ze om het in het kort na te vertellen. Zo ontdek je of je bedoeling ook overgekomen is.
Als je geen haast hebt met inleveren, lees je tekst dan een dag later nog es door en maak ‘m nog mooier. Laat ‘m daarna met rust: zo’n tekst moet ook eens op eigen benen kunnen staan, al blijf je als schrijver bezorgd om z’n welzijn.
-11-
Plak foto’s in als je die had en geniet zo lekker na van je prachtige wandeling. Op naar de volgende!
Lever je essay in, zet het op je blog of verkoop het aan een tijdschrift of krant. Leer van de commentaren die je erop krijgt. Ga er van uit dat ze kloppen, ook als het een beetje zeer doet. Verheug je vast op je volgende verhaal. Dat gaat beslist NOG beter worden dan dit!

essay-schrijven – download de pdf

of mail me voor persoonlijk advies over je eigen schrijfwerk.
 

Vraag blijdschap

Betaal met blijdschap, geld of energie


Stel: de wet van behoud van energie klopt.
Je doet iets. Dat kost energie. En aandacht natuurlijk. En soms ook materie.
Dat gaat dan niet verloren, blijkt uit die wet.
Stel nu: de wet van behoud van energie klopt niet alleen op grote schaal, maar ook op een kleintje. Individueel. Per mens.
Dan doe je iets; energie, aandacht, materie gaat uit je systeem.
Dat moet ook weer terug, omdat energie nu eenmaal behouden moet blijven. It’s the law.
Kies dan voor het principe van de betaling in blijdschap.
Jij doet iets. Een ander doet iets terug.
A- Je laat je betalen met geld. Handig spul, waar je veel goede dingen over hoort omdat je er spullen mee kunt kopen waar je blij van wordt.
B- Je laat je betalen met energie. Iemand anders doet iets terug voor jou waar je blij van wordt.
C- Je slaat A en B over en wordt meteen al blij van wat je doet.
D- Je laat je betalen met de blijdschap van een ander die daar weer anderen blij mee wil maken door goede dingen over je te vertellen.
Maak leuke combinaties van bovenstaande mogelijkheden. Natuurlijk bepaalt de ontvanger hoe er betaald mag worden. Kom mij niet aanzetten met pure blijdschap dus als ik hartstikke rood sta en alleen met geld mijn problemen kan oplossen. Laat me vooral weten waar je je nog meer mee kunt laten betalen.

Writers block? Denk het niet.

“Nou, ik ga gewoon zitten en dan begin ik te schrijven,” zeggen veel van mijn schrijfcursisten. Om er vervolgens met een diepe zucht aan toe te voegen: “Maar nu lukt het eventjes niet meer. Ik denk dat ik even een schrijfdipje heb. Een writers block.”
Oh? Ik denk van niet.
Als je een maaltijd wilt maken ga je toch ook niet gewoon maar staan om te koken tot het eventjes niet meer lukt?
Doe het op vergelijkbare manier. Schrijf in drie fases. En als je al begonnen was: gebruik deze drie schrijffases om fluitend over je schrijfdip heen te komen.
1 – Constructie
Maak even een korte schets van je verhaal zoals je dat wilt gaan schrijven. Hoe lang mag het worden? Begin bij waar het eindigt: is er een clou? Moet er een vervolg op komen? Gaat iedereen dood? Gebeurt er een wonder? Zorg dat je weet waar je heen moet als je de weg kwijt raakt tijdens het schrijven. Ook handig: onderzoek eventjes wie je hoofdpersoon is, wat de belangrijkste gebeurtenis wordt, waar je verhaal plaatsvindt, waarom het allemaal gebeurt en hoe het gebeurt. Weet je ook al voor wie je dit verhaal schrijft? De leeftijd van je doelgroep kan veel uitmaken. Eh… ja, het klopt: deze tips zijn gebaseerd op de 5 W’s: wie, wat, waar, waarom en whoe.
2- Gezegend schrijven
Ga nu gewoon zitten schrijven. Je weet waar je heen moet met je verhaal dus je kunt best een ommetje maken met een zijspoor of een afslag missen als je maar binnen het juiste aantal woorden bij de laatste regel aankomt. Je structuur zit in je hoofd, maar als je mazzel hebt schieten de schrijfgoden je te hulp en heb je het gevoel dat het verhaal zichzelf schrijft. Hopla! Houd de tijd in de gaten, want de schrijfgoden moeten er wel rekening mee houden dat je ook af en toe moet slapen, inspiratie of niet. Komt het moment dat je het eventjes niet meer weet, neem dan je constructie er bij en pak de draad weer op bij de volgende inrit.
3- Ambachtelijk schrijven
Klaar? Gefeliciteerd. Dat was lekker. En dan nu de laatste ronde: het ambachtelijk schrijven. De goden zijn namelijk Gul en Wijs maar ze weten de ballen van grammatica en het soepeltjes afwisselen van schrijfstijlen. Ga nog even over de tekst heen met je spellingscontrole. Veeg dubbele woorden weg door uit je woordenboek eufemismen te plukken die minstens zo mooi zijn. Verwijder de alinea’s die toch al overbodig zijn. Kill your darlings. ’t Wordt er alleen maar beter van als het korter is, echt waar. Laat je verhaal ook even lezen aan de meest onbeleefde bekende in je omgeving en vraag ‘m in het kort na te vertellen waar het verhaal over gaat. Zo weet je of je idee ook begrepen wordt uit je tekst.
Al deze fases hebben een andere schrijfsfeer. Probeer maar uit. En al lijkt het alsof je nu drie keer zo lang doet over je verhaal; uiteindelijk blijkt dat drie keer kort werken aan je verhaal een heel stuk minder lang duurt dan ineens lang achter elkaar schrijven tot je boinggggggg tegen een ‘schrijfdipje’ of writers block aan rent en je woorden voorgoed verloren gaan in een dampende koppijn.
Mooi doordoen, dus.
En als je er niet uitkomt mag je me mailen voor schrijfcoaching.

Zelf een ritueel maken

Zelf een ritueel maken is het beste glijmiddel om de stap van toen naar straks te zetten. Elke grote verandering wordt namelijk simpeler als je er, met een ritueel, aandacht aan besteedt.
Rituelen laten de drempel tussen twee levensfases fluorescerend oplichten. Een geboorte, een overlijden, een huwelijk, maar ook een echtscheiding, het behalen van een diploma, een nieuwe baan, een nieuw seizoen… perfecte momenten voor een zelfgemaakt ritueel met betekenisvolle, magische handelingen. Huh? Nou, gewoon.

Een ritueel maken: leuk en zinvol

Elke handeling waar bewust een intentie aan wordt gekoppeld is een magische handeling. Een ritueel, groot of klein. Of het nou het vouwen van de handen voor een gebed is, zout over je schouder gooien als je ruzie hebt gehad, de ander gezondheid toewensen bij het drinken van een glas, stofzuigen na een heftige ruzie of intense fijn-dat-je-er-weer-bent-seks na lange afwezigheid. Of een cirkel van vrienden die letterlijk om je heen staan en je allemaal iets goeds toewensen voor je 50e verjaardag.
Voor handvast- en trouwrituelen vind je hierbij een pdf met een handleiding om zelf een ritueel te maken.

Iemand die een ritueel met me bedenkt?

Als je wilt overleggen wat wel en niet werkt, of liever samen met mij een ritueel bedenkt, dan weet je me te vinden. Je kunt me ook inhuren om het ritueel betekenisvol en heel persoonlijk met je uit te voeren.
Meer voorbeelden van rituelen en hun functie via deze pagina.
Download de pdf ritueelmaken (alleen voor eigen gebruik)
 
rituelen maken veranderingen makkelijker 

De kracht van rituelen

 
De waarde van rituelen is groot, maar de waarde van liefde is groter.
Met liefde en aandacht uitgevoerd, welbewust samen met geestverwanten, ongeacht hun spirituele achtergrond
is de waarde van rituelen misschien voor sommigen wel te groot.

Het lijkt dan opeens te gaan om een serie handelingen die in een bepaalde volgorde en door een bepaald aantal personen moet worden uitgevoerd, inplaats van om de waardevolle en integere intentie van rituelen.
Tot ieders spijt moest ik daardoor op dringend verzoek uit religieuze kringen het veelgelezen blog over een waardevol huwelijksritueel dat ik samen met een kerkelijk geestelijke uitvoerde, verwijderen.


“People should not worry as much about what they do but rather about what they are.
If they and their ways are good, then their deeds are radiant.
If you are righteous, then what you do will also be righteous.
We should not think that holiness is based on what we do
but rather on what we are,
for it is not our works which sanctify us
but we who sanctify our works.”

– Meister Eckhart –