Eerst jij
De televisie staat aan en er wordt naar gekeken. Niet naar het programma, maar naar de bewegende beelden er op. Naar het ding. Met veel geduld trouwens, want vrijwel alles wordt goed gerekend als inbreng van het ding.
“En dan gaan we nu naar New York.” Zoiets kan de televisie, als volwaardig gesprekspartner, gerust zeggen. In veel huiskamers praat ie gewoon mee. Stukje gesprek, tot aan het punt dat het te persoonlijk wordt. Dan gaat de aandacht in een vloeiende lijn weer terug van mens naar scherm. Stukje televisie. Tot er een aanknopingspunt is om weer een opmerking te maken.
“Had ik laatst ook. Toen nam ik een boterham met pindakaas en jam. Lekker man.”
“Yuuuhuukie!”
“Echt wel.”
“Nee. Smeerkaas dan.”
“Hm.”
En we gaan terug naar de televisie.
Ik maakte me er oprecht zorgen over, een tijdje geleden. Waar blijft het menselijk contact? De uitwisseling, de inspiratie die opvlamt als er urenlang wordt doorgefantaseerd op een thema? De vrolijke lach en de waardering om de gewaagde kwinkslag, de troostende arm om de schouder, de persoonlijke ontboezeming, het feest van herkenning: ‘Oh, heb jij dat ook? Ik dacht dat ik de enige was!’
Nu zie ik dat dat niet verdwenen is. Mensen laten zich nog steeds graag zien zoals ze werkelijk zijn. Alleen duurt het nu wat langer voordat dat gebeurt. Omdat ze eerst door een laagje stugge weerstand heen moeten, opgelegd door nieuwe, strikte omgangsvormen. Zoals ooit de oude adel als eerste mocht spreken, zo is nu de televisie de aanwezige met de hoogste status. Als die er niet is, of als er een aanleiding gegeven wordt door dat ding, dan barst de dijk van persoonlijke informatie los. Hopla, daar wordt een nieuw woord gelegd met wordfeud. Hier roept iemand ‘Kijk eens wat ik allemaal in m’n tas heb!’ Daar vloekt iemand kort en heftig tegen een regenplas op de stoep.
Het verlangen ons te uiten is niet weg. Het heeft alleen een wat benepener vorm aangenomen. Alsof de opening waardoor de berichten de wereld in kunnen worden geslingerd kleiner is geworden, waardoor de interne druk is verhoogd en het persoonlijke er van tijd tot tijd met een knal uitspettert.
‘Nee nee, eerst jij vertellen’ is nog steeds de basishouding. Waarbij de televisie beleefd afwachtend wordt aangekeken.