Opleiding Krachttassenmaker

tasjeslezen3x
Bijna, bijna, las ik 4000 damestasjes. Het blijft me boeien hoeveel de tas zegt over de draagster (m/v) ervan. Die kennis wil ik graag doorgeven aan tassenmakers. Daarom start in maart de opleiding ‘Krachttassenmaker’ die in vier avonden af te ronden is met een certificaat.

Tas en karakter

Geen vrouw stapt de winkel in om ongezien de tweede tas van links te grijpen. Een tas moet iets weerspiegelen van wie je bent. Een tas moet passen. Bij de functie die hij voor je heeft en bij je karakter. Aan het model van de tas is daar al heel wat over af te lezen. Drie voorbeeldjes:
ploftasDe Ploftas
Gemaakt van soepele stof. Geeft onmiddellijk haar vorm op als ze wordt neergezet, maar springt in de houding als ze haar werk moet doen. Geldt voor de tas. Geldt ook een beetje voor de draagster. Om vijf uur gaan de benen omhoog. De boog kan niet altijd gespannen zijn!
krachttassenmakenDe Flaptas
Een klep valt over de opening van de tas heen. ‘Eerst zien, dan geloven,’ vindt de draagster van de flaptas. Ze houdt haar reserves tot ze ‘om’ is. Zeker als het gaat om persoonlijke informatie.
rugtasDe Rugtas
De rugtasdraagster hecht enorm aan haar onafhankelijkheid. Avontuur en uitdaging gaat ze graag aan. Soms gedreven door een tikkeltje zelfoverschatting: ze heeft rugdekking voor dat veilige gevoel dat haar per ongeluk wel eens wat overmoedig maakt.

Krachttassenmaker (m/v)

Handig als je dit soort karakterschetsen kent als tassenmaker. Je kunt je klanten nog beter van dienst zijn met de tas die echt bij ze past. Daarom start ik in maart de opleiding ‘Krachttassenmaker’. In vier intensieve lesavonden met praktijkoefeningen als huiswerk leer je de fijne kneepjes van klantondersteunend krachttassenmaken. De opleiding wordt afgesloten met een meesterstuk. Na beoordeling mag de cursist het certificaat ‘Krachttassenmaker’ gebruiken voor zijn of haar eigen label.

Krachttassenmaker worden

De opleiding Krachttassenmaker bestaat uit vier avonden in het midden van het land. Er wordt zowel aandacht besteed aan Damestasjeslezen als aan het Creatiepentagram.
Speciaal voor tassenmakers die goed naar hun klant willen luisteren.
Kosten: 450,- incl. btw en het boek ‘Damestasjeslezen’.
Inschrijven

Meer informatie over de opleiding Krachttassenmaker

Damestasjeslezen – boek & workshop

Je boek ligt voor je klaar

Je boek ligt voor je klaar


Wat zit er in je tas? En waarom? Wat zeggen je spullen over jou? Hoe gedraag je je in een team? Welke kwaliteiten missen er in het team waarin jij werkt? Welke zijn oververtegenwoordigd en veroorzaken irritaties en inefficiente samenwerking? Welke persoonlijke kwaliteiten zou je nog wat meer kunnen ontwikkelen?
Al deze vragen en meer (veel meer) zijn te beantwoorden met de wonderlijke, hilarische, heldere, verbluffend accurate en keileuke inzichten van het DAMESTASJESLEZEN.
Ik schreef er dit boek over.
Het was te koop voor 14,50, in winkels online en boekenwinkels in… Heeeeee, waar bleven opeens de boekenwinkels? In elk geval: die paar exemplaren die nog niet verkocht waren zijn weer thuis, bij mij. Gezellig. Maar geen fatsoenlijke plek voor een boek, zo’n zolderkamer. Een boek hoort de wijde wereld in te gaan en zoveel mogelijk lezers blij te maken.

Vandaar dit onwaarschijnlijk aantrekkelijke aanbod:

Bepaal zelf de prijs die je wilt betalen voor 1 exemplaar. Tel daar 4,50 bij op voor handling. Mail me voor mijn rekeningnr en jouw adres en je hebt je boek overmorgen in huis, met persoonlijke opdracht als je wilt.
OF
-Haal je vriendinnen, collega’s, buren, familie, personeel of studiegenoten bij elkaar (minimaal 6, maximaal 30) en nodig me uit voor een workshop Damestasjeslezen of een teambuilding. Je betaalt dan 350 euro voor de workshop (plus btw en reiskosten natuurlijk) en alle deelnemers krijgen het boek ‘Damestasjeslezen – het orakel dat je met je meedraagt’ er gratis bij als aandenken aan een bijzondere middag of avond.
OF
-Maak gebruik van de bespottelijk aantrekkelijke aanbieding voor tassenmakers! DM me voor de pikante details.

“Ja! Ik help deze fijne, inspirerende, verrassende en altijd opgewekte boeken graag verder de wereld in.
Stuur er een paar naar me toe.”

Ook leuk als cadeautje trouwens!

Secretaressedag

secretaresses
Organisaties die me uitnodigen om een workshop damestasjeslezen te geven, mailen me meestal een maandje of twee, drie van tevoren. Handig, want dan kan ik de datum voor ze reserveren.
Dat gaat anders bij de voorbereidingen van ‘Secretaressedag’; de dag dat er iets extra’s gedaan moet worden voor secretaresses. De mails met aanvragen denderen dan m’n mailbox binnen vanaf drie weken tot drie dagen voor de datum zelf.

Organisatie op secretaresses gebouwd

Dat komt omdat de secretaresse zelf altijd zulke dingen regelt. Als zij verrast moet worden, moet iemand anders uit de organisatie het dus doen. Willen ze best, maar kunnen ze niet zo goed. Daarom stellen ze het te lang uit, weten niet wat de normale bedragen voor een evenement is en vergeten van alles af te spreken.
Secretaresses zijn nu eenmaal de pijlers waarop een organisatie gebouwd kan worden. Daarom had ik het enorm naar m’n zin op secretaressedag bij twee organisaties waar de bijzondere dag juist op rolletjes liep. Omdat ze hun eigen feestdag hadden georganiseerd.

Wat komt er uit een secretaressetas?

Zo merkte ik van dichtbij hoe onmisbaar die meiden zijn binnen een organisatie.
In vrijwel alle secretaressetassen las ik ook dezelfde thema’s: overvraagd worden (veel spullen voor en van anderen bij zich) geen nee kunnen zeggen (pijnstillers om vol te houden), onderwaardering en te weinig uitdaging voor persoonlijke ontwikkeling. Daardoor kan het zelfvertrouwen een deuk oplopen (veel kassabonnetjes want ‘misschien wil ik mijn aankoop wel ruilen’ – geen vertrouwen dus in de eigen keuzes).

Dweilen voor het feest

Win een boek met een huisvrouwenspreekwoord


Verzin en win!
Voor spreekwoorden en gezegden die uit de scheepvaart komen kun je echt alle zeilen bijzetten.
Een oogje in het zeil houden, katten, roeien met de riemen die je hebt, het komt allemaal uit de stoere mannenwereld van zeebonken, lichtmatrozen en scheepsmaatjes.
Maar wat deden de vrouwen eigenlijk, terwijl al die spreekwoorden en gezegden op zee bedacht werden?
Zij dweilden de vloer, deden de was, streken, verstelden, wasten af en lapten ruiten.
Om een of andere bizarre reden zijn veel spreekwoorden en gezegden die daaruit voortkwamen verloren geraakt.
Daarom roep ik taalliefhebbers en andere huisvrouwen (m/v) op om ze tot leven te wekken en naar hartenlust te gaan gebruiken: de volkswijsheden die in het vrouwenwerk door de eeuwen heen hun wortels hebben.
Nou ja… zouden kunnen hebben. Toch?
Noteer je eigen vrouwenspreekwoord of huisvrouwenuitdrukking hier onder in de comments.

Verzin en win

De inzender van de meest gebruiksvriendelijke uitdrukking wint helemaal gratis mijn boek
‘De magie van het huishouden’.

Deze actie loopt tot 1 februari 2013.

 
Uitdrukking:
“Zij dweilt voor het feest.”
Betekenis:
Ze wil een goede indruk maken voor een belangrijke gebeurtenis.
Voorbeeld:
Presentatie van een zakelijk project, waarbij de projectmanager vooraf alle betrokkenen een persoonlijk kaartje stuurt om sympathie te winnen.
 
Uitdrukking:
“Hoe sterker de stof, hoe moeilijker strijken.”
Betekenis:
Oude gewoontes zijn lastig te doorbreken.
Voorbeeld:
Na 30 jaar huwelijk je man pas vragen om ook eens de was te doen, heeft weinig kans van slagen.
 
Uitdrukking:
“Hij vindt zilveren lepeltjes in zijn afwasteiltje.”
Betekenis:
Hij brengt iets wat al lang bekend is alsof het een totaal nieuwe ontdekking is.
Voorbeeld:
Nieuw onderzoek wijst uit dat roken een slechte invloed op de gezondheid heeft.
 
Uitdrukking:
“Nylon sokken stoppen”
Betekenis:
Veel energie stoppen in iets dat z’n waarde allang verloren heeft.
Voorbeeld:
Pleiten voor winkelsluiting op elke zondag van het jaar.
 
Uitdrukking:
“Daar zakt de cake van in”
Betekenis:
Te vroeg vragen naar een bepaalde ontwikkeling beïnvloedt het resultaat negatief
Voorbeeld:
Aan de automonteur die je band aan het verwisselen is vragen of hij wel een beetje wil opschieten.
 

Amuletten in je portemonnee

Afrikaanse krachtvoorwerpen en amuletten


Of ik ook portemonnees lees, vroeg de redactie van ’10x beter – over geld’, een tv-programma. Tuurlijk. Als ik damestasjes en herenbroekzakken kan lezen, dan moet dat met portemonnees ook kunnen.
Vandaag hadden we dus opnames in, op mijn verzoek, het Afrikamuseum in Berg en Dal. Een aanrader.
Dat staat immers bol van de amuletten en geluksbrengers waar wij, westerlingen, een beetje om moeten giechelen.
Een katoenen koordje om je nek dragen om mooiere borsten te krijgen? Beetje mal. Een lint om je enkel om harder te kunnen lopen? Bijgeloof natuurlijk.
Nee, dan wij, nuchterlingen.
Wij hebben in onze portemonnee – het hart van de damestas, de trofeebuidel van de herenbroekzak –  uitsluitend functionele zaken zitten. Zeggen we.
Maar vandaag las ik opnieuw een aantal portemonnees en kan niet anders concluderen dan dat we, gelukkig maar, ons puur menselijk verlangen naar ondersteunende symbolische objecten niet verloren hebben.

Condoom of vruchtbaarheidsamulet

In veel portemonnees zitten bijvoorbeeld fotootjes van de kinderen. “Zo zijn ze toch een beetje bij me,” is de uitleg.

Westers krachtvoorwerp met stamduiding (winkelpasjes)


Of een sieraad. “Gekregen van een vriendin, kapot, maar zoiets doe je niet weg.” Nee. Maar de keuze om het altijd bij je te dragen in je portemonnee is nou ook weer het andere uiterste.
En een hele grappige: veel Afrikaanse amuletten en krachtvoorwerpen zijn gericht op het vergroten van de vruchtbaarheid. Die draag je dus altijd met je mee. Westerse vrouwen, daarentegen, hebben vaak in hun portemonnee een stripje van de pil, of een condoom.
Kun je maar beter bij je hebben, voor het geval dat… Ook al zijn ze al lang en breed over datum. Zo is aan de spullen die we met ons meedragen veel te zien over wat een samenleving belangrijk vindt. Kinderen krijgen, of juist voorkomen.

Winkelpasje: ‘Ik hoor bij deze stam’

Bij een stam horen, met een bijzondere gevlochten ketting, is in Afrika belangrijk. Hier draag je een winkelpasje bij je. Bij die zaak wil je vaker komen. Daar voel je je vertrouwd, die past bij je.
Nee, dat is niet ‘puur praktisch’, want de meeste winkelpasjesdrager geven ruiterlijk toe dat ze het ding altijd vergeten als ze in de betreffende winkel zijn. De symbolische waarde is belangrijker: ‘hier hoor ik bij.’ En om dat te bewijzen gaan ze me een voorkeursbehandeling geven met korting. Winkelpasjes zijn de magische objecten van het westen, waar onze identiteit aan is af te lezen.
De uitzending van deze aflevering van 10xbeter – geld – is inmiddels geweest en kun je bekijken op de ‘film’pagina van deze site.

Doorzichtige mensen

Facebook en damestas: alles open en bloot


Doorzichtige tassen voor doorzichtige mensen. Dat gaat de nieuwe mode worden deze zomer, las ik vorige week in Le Monde. ‘Iedereen zet toch al z’n hele priveleven op Facebook,’ moeten de tassenmakers hebben gedacht. ‘Dan kunnen we net zo goed helemaal open kaart spelen.’
Weten tassenmakers dan niet dat zo’n tas vol komt te zitten met puur persoonlijke zaken? Alle spullen in je tas staan symbool voor een angst of verlangen. Een kort moment heb je gedacht, voor je het huis uit ging: ‘Stel je voor dat ik vandaag die leuke man tegen kom. Toch even een wat opvallendere kleur lipstick in m’n tas doen…’ en terwijl je die lipstick in de tas laat glijden is de gedachte zelf al weer teruggezakt naar het achterhoofd, waar honderden terloopse gedachten dobberen in het onderbewuste. Maar die lipstick is zichtbaar. Voor de goede tassenlezer is dat ding terug te voeren op de gedachte die eraan vooraf ging. Dat geldt niet alleen voor de lipstick. Ook de pennen, schone onderbroek, koek en losse euro’s, het kinderspeeltje en benzinebonnetje zeggen iets over de angsten en verlangens die we met ons meedragen in gematerialiseerde vorm.
Het is dan ook nogal een sprong om iedereen op straat letterlijk je hele hebben en houden te laten bekijken.
Op Facebook bepaal je zelf wat je prijsgeeft van je privee leven. Wie in je tas kijkt ziet ongecensureerd wie je bent.
Prima voor iedereen die het liefste alles deelt met anderen en als het even kan bloot door de stad loopt.
Voor iedereen die nog een stukje privacy wil behouden in deze openbare, doorzichtige wereld, is een dichte tas wel zo fijn.

Hoe pakt een blinde blind een kaart?

Met handschoen kan een blinde blind pakken


“Eh… Tarotkaarten zijn zeker niet zo handig he?” realiseerde ik me bij het plannen van de workshop ‘Werken met de vijf elementen’ in Centrum Wakan in Velsen-Noord. Geen probleem, vond een van de blinde deelnemers.
“Je hoeft echt niks anders dan anders te doen hoor omdat we blind zijn,” verzekerde Tinah me. Met een groepje van negen mensen, waarvan vier blind of slechtziend, zouden we een dag lang ‘werken met de vijf elementen’. Een workshop om kennis te maken met alledaagse magische technieken om het leven net effe gemakkelijker te maken. De workshop zelf gaf ik al heel wat keer, maar nog nooit met blinden.
Ik ben er een groot voorstander van dat je zelfstandig je eigen ontdekkingen kunt doen om ook zelf te bepalen wat je daarvan belangrijk vindt om als nieuw inzicht te behouden. Daarom heb ik toch gezocht naar een manier om een ‘orakel’ te kunnen gebruiken dat ook voor blinden zelfstandig te gebruiken is bij het nadenken over levensvragen. Het ‘Orakel van Pan’ werd het. Een grote soeppan, gevuld met zo’n honderd alledaagse voorwerpen.
Bij de meeste orakels gaat het erom dat een bepaald beeld de intuitie aanspreekt en door associaties een antwoord ontstaat op de vraag die gesteld wordt.
Toeval is dan belangrijk, omdat dat nu eenmaal de taal is die de goden graag spreken.
Door de pan rond te laten gaan – zoals je ook met een set Tarotkaarten kunt doen om een bepaald beeld te krijgen voor iedereen -, kon nu iedereen geen kaart maar een voorwerp pakken om dat te duiden als symbool.
*Een zakmes dat niet opengaat – geen keuze durven maken of niet daadkrachtig zijn, maar wel jezelf de illusie geven dat je je eigen situatie niet kunt veranderen.
*Een pannensponsje – eerst eens even stevig moeten poetsen om oude overtuigingen weg te krijgen. En pas op voor krassen!
*Een microfoon – zeg het nou maar eens gewoon!
Dat soort dingen.
Het zien van de voorwerpen gaat uitstekend met de getrainde handen van blinden. Punt is alleen: hoe pak je blind als je vingers direct herkennen welk voorwerp je ‘bij de hand’ hebt in die pan? Vandaar dat iedereen die aan de beurt was om een voorwerp te pakken even een stugge handschoen om kreeg. Zo kan ook een blinde blind een kaart pakken zonder dat het een kaart is.
Wie ook eens met het Orakel van Pan wil kennismaken is natuurlijk van harte welkom. Mail effe.

Paradijsvrouw of koekoeksvrouw

Heel veel spullen in je tas? Dan ben je waarschijnlijk een tekortkomer of een tekortschieter. Ik schreef er hier al eens over.
Maar er zijn ook vrouwen die maar heel weinig spullen in hun tas hebben. Sterker nog: er zijn vrouwen die het liever zonder tas doen.
Als damestasjeslezer neig ik inmiddels naar de overtuiging dat er twee – okee dan, drie – groepen vrouwen zijn met weinig spullen in d’rlui tas. Ik neig ernaar, zeg ik heel voorzichtig, want al heb ik dan al ruim 4000 tasjes gelezen, de techniek van het damestasjeslezen is toch voortdurend in ontwikkeling.
Twee groepen dus. En nog eentje extra. Ik beschrijf ze hier even.

'Nou nee, die andere appel lijkt me toch lekkerder...'


De Paradijsvrouw
Zij heeft weinig in haar tas omdat ze altijd op zoek is naar plekken waar het gras groener is dan in haar eigen tas. De Paradijsvrouw hecht zich nauwelijks aan spullen. Toch is ze ongelofelijk hebberig. Ze loopt door de stad, ziet een voorwerp dat haar begeren opwekt omdat het ‘precies goed’ is en koopt het. De vraag of ze het nodig heeft is totaal irrelevant: ze wil het. Zo’n voorwerp levert genot op. Als ze het ziet. Als ze de winkel binnen loopt en het koopt. Als ze het thuis uitpakt. Direct daarna – dit kan een kwestie van minuten zijn, hooguit een paar uur – slaat de twijfel haar plezier uit haar geest. Ze vermoedt, nee, ze weet dat dit voorwerp niet perfect was. Er moet iets zijn dat nog mooier, nog beter, nog slimmer is dan dit. Eigenlijk kan het direct na aanschaf weg. Omdat ze zich daar schuldig over voelt – Paradijsvrouw heeft zich gerust al georiënteerd op de wereld – doet ze het voorwerp niet weg. Ze hecht zich er alleen niet aan en ze gaat het zeker niet met zich meedragen. Ze wil namelijk ruimte hebben in haar tas voor een voorwerp dat beter is dan dit en dat ze absoluut wil hebben. Daarom ziet ze het als haar levensvervulling om alert te zijn. Altijd op jacht, ook als er niets is om op te jagen. Je weet immers maar nooit wat je dit keer tegen zult komen. Het paradijs is altijd maar een enkel voorwerp van haar verwijderd. Toch komt ze er niet. Logisch. Als je dat wat je zoekt niet vindt in je eigen tas, dan vind je het ook niet daar buiten…
Het voordeel van de Paradijsvrouw is dat ze vermoedelijk een goede neus heeft voor trendy spulletjes.
Het nadeel is dat ze denkt dat haar levensgeluk ‘m daar in zit. Da’s niet waar. Iets ouds, lelijks en stuks kan dierbaar zijn. Betekenisvol. Omdat er leefgruis op zit: de sporen die onze levenservaringen achterlaten op materie: rimpels in het gezicht, kraaienpootjes rond de ogen en kruimeltjes in onze tas.
Wie lang als Paradijsvrouw leeft haalt uiteindelijk de lust uit het leven en maakt het steriel en perfect bloedeloos.
Oefenen met Wabi Sabi, de schoonheid van imperfectie, kan een uitstekende therapie zijn!

'Ach, draag jij dit even voor me? Ik heb niks bij me...'


De Koekoeksvrouw
De koekoek legt haar ei in het nest van een andere vogel. De Koekoeksvrouw gebruikt diezelfde techniek. Zij heeft weinig bij zich omdat anderen haar zooi wel willen dragen. “Ach, neem jij even mijn sleutels in jouw tas… ik heb niks bij me,” zegt ze nog bij haar eigen voordeur als je haar ophaalt om de kroeg in te gaan. Met het aannemen van haar sleutels draagt ze ook een deel van haar verantwoordelijkheid over aan je. Het is nu, onuitgesproken, jouw taak geworden ervoor te zorgen dat zij vanavond weer veilig bij deze zelfde voordeur aan zal komen. Draag je ook haar portemonnee? Dan ben jij dus de klos als er drankjes gehaald moeten worden. Zij is zo vrij als een vogeltje omdat al haar lasten voor haar gedragen worden.
De Koekoeksvrouw is best bereid om iets te doen voor anderen, maar dat ligt dan in de sfeer van communicatie, niet in dienstverlening. Zo heeft zij natuurlijk geen pleistertje bij zich als jij gevallen bent en je knie openhaalt. Maar ze durft wel op een stoel te springen en over het hele terras te galmen: ‘Heeft er iemand een pleistertje voor mijn vriendin?’ Daarom lukt het haar ook om die spullen door een ander te laten dragen: ze is een inspirerend mens dat een hoop gekke dingen doet. En trouwens: is het niet minstens zo gek dat jij bereid bent haar zooi voor haar te dragen?
Oh: belangrijk om even op te letten: veel partners hebben ook koekoeksneigingen. Ik zie soms damestassen waarin minstens de helft van de spullen van de echtgenoot zijn. ‘Schat, je hebt de autopapieren toch wel bij je he? En m’n zakdoek? M’n sleutels? Je weet dat m’n broek raar zit als ik die in m’n zak hou…’ Als je er allebei gelukkig mee bent is het natuurlijk prachtig. Zo niet: geef ‘m dan gewoon die spullen terug. Zelf doen.
Het voordeel van een koekoeksvrouw is haar grote fantasie, haar avonturenzin en haar kinderlijke naïviteit waarmee ze meer voor elkaar krijgt dan jou als weldenkend mens ooit zou lukken.
Het nadeel van een koekoeksvrouw is dat jij er de verantwoordelijkheid bij krijgt voor haar spullen (in elk geval) en voor wat ze daarmee zou kunnen of moeten doen (waarschijnlijk).
Overweeg nog eens even of je het eigenlijk wel een goede deal vindt: jij draagt die spullen en dus een deel van haar verantwoordelijkheid, zodat zij haar handen en geest vrij heeft om wilde avonturen te bedenken. Och… misschien best leuk! Maar ga dan niet zitten mopperen dat zij niet weet dat ze geen geld meer heeft om een tientje aan die straatmuzikant te geven: jij draagt haar portemonnee immers. Geef die dan terug.

'Laat me maar even zonder tas.'


De Nu-Even-Niet-vrouw
Okee, ik moet haar er wel bij zetten: de nu-even-niet-vrouw heeft ook bijna niks in haar tas, of ze heeft gewoon geen tas bij zich. Het is de vrouw die al haar aandacht eventjes nodig heeft voor zichzelf. Ze kan ‘m nu niet delen met haar tas. Ze heeft iets akeligs meegemaakt. Een ernstige ziekte misschien. Het overlijden van een dierbare. Een grote zorg over verdriet. De vrouw zonder tas heeft alle aandacht nodig. Geef het haar. Als ze dat wil, tenminste.
Lees hier nog even na hoe je de Tekortkomer en de Tekortschieter herkent aan de volle tas.
Meer weten over hoe je geheime angsten en verlangens zichtbaar zijn in je tas of broekzak? Kijk op www.damestasjeslezen.nl Ook voor netwerkbijeenkomsten en teambuilding. 

 

Ben je een tekortschieter of een tekortkomer?

Dit is dus – ik wist ook niet dat het bestond – de tijd van de grote najaarsschoonmaak.
Eerder schreef ik dat we troep bewaren ‘voor het geval dat’. Heb je dan nog zo’n handige koevoet of spijkerbroekknoop liggen, dan ben je blij.
Wat is in de praktijk nu ‘het geval dat’?
Kort gezegd willen we voorbereid zijn op situaties waarin we niet willen tekortkomen of tekortschieten.

Bang dat je tekort komt? Dit keer niet!


-Tekortkomen:
Veel mensen zijn in een bepaalde periode van hun leven veel tekortgekomen. Aandacht bijvoorbeeld, omdat hun ouders het te druk hadden met ruzie maken inplaats van netjes te scheiden. Of veiligheid, omdat ze een ernstige ziekte hadden, geopereerd werden, lang van huis waren, te maken hadden met geweld. Of ze kwamen tekort aan plezier, omdat alles gericht was op presteren en braaf zijn.
Wie veel tekort kwam heeft zichzelf geleerd om voorraadjes te maken. Het lichaam werkt zo (volg een tijd een strikt dieet en het lichaam leert zichzelf om nijver vetten op te slaan als er weer eens wat eten komt, zodat je nog dikker wordt) en de geest ook: een tijd tekortkomen geeft altijd het gevoel dat er een buffer moet worden opgebouwd van iets, een idee, een ding, dat de klap kan opvangen ‘voor het geval dat’. Het geval dat is dus een situatie waarin je opnieuw het gevoel hebt tekort te komen. Daarom zit het tasje van een tekortkomer vol met snoepjes, snoeppapiertjes en kapotte suikerzakjes als er een tekort aan aandacht en troost is geweest (zoetigheid wordt veel gegeten als het effe tegenzit). En het zit vol met extra kleding als er te weinig bescherming is geweest, of te weinig erkenning voor de persoonlijkheid zelf.
In het huis van de tekortkomer is dit natuurlijk ook prachtig te zien: overal staat wel wat, de schuur, zolder en alle kasten puilen uit van de handige enkele sokken, kromme spijkers en palletjes-waarvan-niemand-meer-weet-waar-het-op-past. Je weet immers maar nooit.

En wie schiet jou te hulp?


-Tekortschieten:
Veel mensen (en vaak zijn dat dezelfde als de tekortkomers, maar ze gingen er anders mee om) hebben ook meegemaakt dat zij hulp nodig hadden in een bepaalde periode van hun leven en dat niet kregen. Of, ook akelig, dat iemand anders hulp nodig had en zij dat niet konden geven.
Zij wijden zich nu aan het bieden van snelle hulp. In hun tas zit de duvel en z’n ouwe moer ‘voor het geval dat’ iemand anders het nodig heeft. De tas puilt uit van pure dienstbaarheid. Pleisters, koeken, kinderspeelgoed, zakdoekjes, pennen, naaisetje, oploskoffie, motorzaag… Serieus: tijdens een workshop Damestasjeslezen verzuchtte een vrouw eens dat haar ‘finest hour’ zou zijn als er een amokmaker door de stad zou brullen: ‘Ik heb een motorzaag nodig!’ en dat zij dan haar tasje open zou knippen en kon zeggen: ‘Oh, die heb ik toevallig net bij me!’
Door anderen van dienst te zijn bewijzen ze niet alleen dat ze zorgzaam en lief zijn; ze maken zich ook nog es onmisbaar. Het enige dat ze niet bij zich hebben is ruimte voor zichzelf. En, oh ja, ruimte voor de ander om het eigen oplossend vermogen te trainen aan de interessante uitdagingen die het leven zo gul aan ons stelt.
Dit zijn de gevallen dat, waarvoor we troep om ons heen verzamelen.
Het grappige is: we komen tegenwoordig niet meer tekort. En we schieten ook niet tekort. Want als het erop aan komt verzinnen we wel wat.
Nu alleen nog even over de koekoeksvrouwen die helemaal niks willen verzamelen en voortdurend alles weg doen, al is het maar om plaats te maken voor de zojuist in een vlaag van enthousiasme aangeschafte gloednieuwe spul of kleer. Daar is ook al iets wonderlijks mee mis gegaan. Een volgend blog meer daarover.
Commentaar? Commaarop! 
 

Troep voor het geval dat

Je bent slimmer tijdens het geval dat


Waarom bewaren we dingen ‘voor het geval dat’? Wat is er mis met ons tijdens dat geval dat zelf dan, dat we ons daar jaren van tevoren op moeten voorbereiden?
Ik zie het natuurlijk dagelijks in al die damestasjes die ik te lezen krijg, maar ik zie het ook in m’n eigen huis: we omgeven ons met spullen die we niet nodig hebben en vervolgens kunnen we er geen afstand meer van doen. Zelfs niet als we weer een nieuw spul, een nieuwe kleer hebben gekocht (alleen al het feit dat daar geen enkelvoud voor wordt gebruikt geeft al te denken). En alles ‘voor het geval dat’.
Terwijl ik aan het opruimen was (ja, dit is de tijd van de nazomer-schoonmaak, ontdekte ik door de enorme hoeveelheid bestellingen voor De Magie Van Het Huishouden) bedacht ik bij elk overbodig voorwerp voor welk geval dat ik het had bewaard.
-Een pak supergrote mikado. Voor het geval ik het ooit eens bij de workshop Damestasjeslezen zou willen gebruiken om aan te geven dat een tassenworp voorzichtig moet worden bekeken. Maar de mikado lag naast m’n bed waar ik er zeker niks mee ga doen.
-Een rubberen hamer om tentharingen in te slaan. Op een rommelmarkt gekocht omdat ik altijd een rubberen hamer moet lenen van een campingbuur. Wat trouwens bijna altijd tot leuke contacten leidt.
-Een handig houdertje voor scheermesjes, met een plaksticker die vrijwel zeker binnen de 24 uur weer los zal laten en dus nooit opgehangen. Ik bewaar mijn scheermesjes in een mandje bij het bad, waar ik er gemakkelijk bij kan.
Er was meer. Zucht. En van alles wat ik tegenkwam realiseerde ik me dat ik er ‘voor het geval dat’ uitstekend uitkom zonder die extra voorwerpen.
Het feit dat ik het heb bewaard laat alleen maar zien dat ik nogal twijfel aan mijn eigen oplossend vermogen. Als het geval dat zich voordoet ben ik prima in staat iets even uit te leggen, te lenen of te improviseren.
Ik neig nu dus naar de stelling: wie veel bewaart twijfelt aan het eigen oplossend vermogen.
Dat sluit uitstekend aan bij mijn eerdere constatering: vrouwen van boven de veertig hebben minder spullen in hun tas.
Jonge meiden het meeste, want die willen overal op voorbereid zijn, voor het geval dat – ze de laatste bus missen, opeens ergens blijven slapen, je weet maar nooit… Vrouwen boven de veertig zeggen: ‘Als ik de bus mis neem ik wel een taxi. En een tandenborstel kan ik altijd wel van iemand lenen.’
De conclusie: bewaar niks voor het geval dat.
Mocht zich dat geval voordoen, dan verzin je ter plekke namelijk een oplossing die veel handiger is.
(En het boek De Magie van het Huishouden kun je bij mij bestellen met een mailtje)