Shit happens – schrijfretraite

Schrijfoefening Natuurlijk Schrijven

natuurlijkschrijvenEen week lang schrijven op een idyllisch plekje in Frankrijk, als schrijfbegeleidster van zes enorm creatieve schrijvers. Dat ben ik aan het doen. Ik ben een gelukkig mens. Overdag oefenen we met bijzondere schrijftechnieken. Met het creatiepentagram. ’s Middags schrijft iedereen huiswerk. Ik ook natuurlijk, anders zou het niet eerlijk zijn. Zin om stilletjes mee te doen? Hieronder staat mijn huiswerkopdracht van vandaag. Nog niet zeggen tegen de deelnemers natuurlijk, want we lezen vanavond bij het vuur pas elkaar onze verhalen voor.

Schrijfoefening

Beschrijf een moment dat je gisteren beleefde. Doe dat twee maal.
-De eerste keer met het schrijfdoel en de doelgroep die we afspraken: ervaring delen (doel), met de deelnemers van deze cursus (doelgroep).
-Daarna vertel je over hetzelfde voorval, maar nu neem je je een ander doel of een andere doelgroep voor ogen.
Voor de liefhebbers: vooral punt 2 en punt 6 van je schrijfpentagram kunnen goed veranderen, maar een ander punt (1, 4 of 3) mag ook. Punt 5 blijft gelijk: als vlogt doe je dat twee maal, als je schrijft of dicht doe je dat ook twee maal.
Voor beide verhalen heb je maximaal 350 woorden (dus 700 in totaal).
Hieronder mijn uitwerking van deze opdracht.
creatiepentagramoefeningen

Doel van het verhaal: delen van een ervaring

Voorzichtig met wat je vraagt

Oh, laat me nooit zo’n docent worden als Hildegard, dacht ik terwijl ik die ochtend onder de douche stond. ‘Liebe Leute, ik ben in mijn kamer en ik wil niet gestoord worden,’ zei zij als ze de tafel verliet terwijl wij, de deelnemers, nog zaten te eten. Alledaagse klusjes als afruimen en afwassen, daar stond zij duidelijk boven.
Ik droog me af. Ontbijt. Meditatiekussentjes recht leggen. Tanden poetsen. Programma nog even bekijken. Koffie. Ze zullen zo wel het vliegtuig uitstappen, dan zijn ze bijna hier. Naar de w.c. Doortrekken. Langzaam zie ik de pot vol lopen. Mijn bijdrage aan de ecocultuur van deze plek dobbert onstuitbaar naar de rand – en daar voorbij.
Met het schaamrood op de kaken (alsof ik het kan helpen) vertel ik Santi dat de w.c. overstroomt. Hij grijpt met beide handen mijn aanbod aan om de boel zelf weer eventjes te ontstoppen. Bodily fluids, daar heeft hij het helemaal niet op. “Pull the white thing from the toilet, pull! Pull!” moedigt hij me aan vanuit de gang, waar hij net niet hoeft te zien wat er allemaal vrij komt op dat vloertje.
Als het witte ding eindelijk meegeeft houd ik het voor me uit om het klotsend naar buiten te dragen. “En dat is Yoeke,” hoor ik Sandra, onze gastvrouw, zeggen.
Over de bak met golvende drab heen zie ik een voor een de deelnemers uit het busje stappen op het zonnige plaatsje voor het terras. Naast mij dribbelt Santi heen en weer in een wanhopige poging zijn maag in bedwang te houden.
“Ik kom er zo aan!” roep ik. “Even deze shit opruimen!”
Nee. Een docent als Hildegard zal ik wel nooit worden, grinnik ik als ik even later onder de douche uitstap. Maar een beetje voorzichtiger kan ik wel zijn met wat ik de goden vraag. Ik zou het kunnen krijgen.

voorlezenVersie 2.
Verandering: doel van het verhaal – werving

Shit happens

De start van de schrijfretraite ‘Natuurlijk Schrijven’ had ik me iets anders voorgesteld. Precies op het moment dat de deelnemers uit het busje stapten, waarmee ze van vliegveld Bergerac waren opgehaald, wankelde ik de cursusruimte uit met een bak vol shit. Letterlijk. Die ochtend was er, door een technisch probleempje, een w.c. kapot gegaan en dat moest met de hand worden verholpen. Dat klinkt neutraler dan zo’n klusje in werkelijkheid is, dat kan ik je verzekeren. In de bak klotste en dobberde het van jewelste, zodat ik pas na een verfrissende douche de cursisten van Natuurlijk Schrijven kon verwelkomen.
Dat is, op z’n zachtst gezegd, shit. Maar hoeveel ‘natuurlijker’ kun je het feitelijk hebben?
Dat schrijven geen romantische bezigheid in een idyllisch koetshuis is, werd toch maar mooi even helder geillustreerd met zo’n start. Door te schrijven, met name over wat je zelf meemaakt, kom je immers vroeg of laat vervelende herinneringen tegen, pijnlijke ervaringen of vastgekoekte vloeken. Dat blijft zo; ook als je al jaren en jaren schrijft. Wat dat betreft is de doorgewinterde veelschrijver geen woord beter af dan de beginnende plezierschrijver: shit happens. Voor mij als schrijfdocent is het dan de kunst om daarbij geen therapeutische begeleiding te geven – daar kom je niet voor naar een schrijfweek – maar te helpen om persoonlijke blokkades in woorden te vangen op zo’n manier dat zowel schrijver als lezer er beter van worden.
Schrijf je zelf wel eens tegen emotionele shit aan? Schrijf je dan nu vast in voor de volgende schrijfretraite ‘Natuurlijk Schrijven’. Daar heb je wat aan. No shit.

Hoe schrijf je een boek

Voorbereidend werk in 5 stappen

Goed. Je besluit staat vast. Dit keer gaat je boek er komen. Jij gaat schrijven.
En nu? Vergis je niet, er gaat heel wat aan vooraf voordat je werkelijk begint te schrijven. Als schrijfcoach en boekenvroedvrouw geef ik je daarom graag de 5 stappen die de meeste schrijvers zetten als voorbereidend werk.

1- Research

inleidingJe zou je bronnen kunnen inventariseren. Welke informatie heb je nog nodig om de opzet van je boek semi-definitief te maken? Research dus. Dat is heel veel werk en mogelijk moet je er het huis voor uit om locaties te bekijken, interviews te houden, unieke boeken te raadplegen.
Stort je dus enthousiast op een klus die ook vervelend is maar toch minder akelig dan dat.
 

2- Synopsis

synopsisEen korte inhoud van je boek vooraf schrijven geeft je houvast en laat bovendien een potentiele uitgever weten wat je plannen zijn. Met het schrijven van een synopsis leg je ook meteen de fijnste uitspattingen van je creatieve brein aan banden en dat voelt als een gemis, een beperking. Kies daarom voor een minder emotioneel beladen werk in je huis.
 

3- Inleiding

researchDoor alvast een inleiding te schrijven zet je de hoogtepunten van je boek even op een rijtje. Dit kan je helpen om de essentie te pakken en een aanloopje te nemen naar de uitwerking van je plannen. Je loopt daarbij het risico dat je daarna ook echt moet beginnen en dan is het eind voorlopig nog niet in zicht. Zorg daarom eerst voor een frisse werkomgeving voor als je werkelijk aan de slag gaat.
 

4- Hoofdstukindeling

facebookmeldingBij elk hoofdstuk dat je straks moet schrijven zul je opnieuw twijfelen over de schrijverskeuzes die je moet maken. Is het zomer of herfst? Citeer je Einstein of Goethe? Krijgen ze elkaar of valt hij uit een boom? Zorg dus dat je zulke momenten van twijfel kunt rekken door er de mening van anderen over te vragen. Meld daarom nu al je plan om een boek te gaan schrijven op Facebook en Twitter.

5- Deadline

deadlinesHet naderen van een deadline (Wat? Had je jezelf geen deadline gesteld? Doen! En geef jezelf vooral ruim de tijd, anders lukt het toch niet) genereert vaak een stevige dosis adrenaline. Nu komt het erop aan. Er is geen uitstel meer mogelijk. Het moet nu gebeuren. Aan de slag. Tenzij er op dit moment een klus veel belangrijker is natuurlijk en de deadline gerust nog even kan worden opgeschoven. Start dan weer bij 1.
 

En nou?

schrijfcoach4

Al deze stappen doorlopen? Meerdere keren?
Brandschoon huis en nog steeds geen heel hoofdstuk geschreven? Gun jezelf een schrijfcoach.
Mail nu. Nee, niet eerst de afwas doen of stofzuigen. Nu.
KLIK HIER.
Omdat er mensen zitten te wachten op dat boek van jou.
En omdat jij je een heel stuk beter voelt als je nu ook echt aan de slag gaat.

Fuck the facts

Wat is je schrijversdoel?

schrijven en research‘Alles is voortdurend in beweging – en dat zal altijd wel zo blijven,’ riep Loesje ooit op een poster. En dat is mooi pech voor wie een boek aan het schrijven is.
Voor de meeste boeken heb je research nodig, zoals dat in het Nederlands heet. Onderzoek. Je zult feiten moeten checken, zelfs als je fictie schrijft. Je doet misschien wat interviews met betrokkenen of kenners van je onderwerp. En je bezoekt mogelijk wat plekken die je in je boek wilt laten voorkomen.
Slim plan.

Onderzoek is nooit klaar

De meeste schrijvers, merk ik als schrijfcoach, kunnen zich tijdens deze researchfase al niet langer bedwingen. Ze moeten gaan schrijven. Ook een slim plan. Onderzoek is namelijk, elke wetenschapper kan dat beamen, nooit afgelopen. Onderzoek is als door het donkere bos lopen met een zaklamp. Het licht dat je om je heen op de bomen schijnt, maakt vooral het donker achter de lichtcirkel groter, dieper, voelbaarder en ja, donkerder.
Je kunt dus niet echt wachten tot je onderzoek ‘klaar’ is: dat moment zal nooit komen.

Bittere kou of bloeiende magnolia

Het akelige daarvan is dat er zich dus steeds nieuwe feiten zullen aandienen tijdens het schrijven van je boek of scriptie. Een Amerikaanse schrijfcoachingsklant kwam er bijvoorbeeld opeens achter dat haar ouders niet in november maar in april zouden zijn gevlucht uit Oostenrijk, terwijl ze de hele vluchtscene al prachtig had beschreven, compleet met sneeuw en bittere kou. In 4000 woorden. Moet je zo’n meesterlijk hoofdstuk dan omschrijven naar lente?

Fuck the facts

Meer over schrijven met het creatiepentagram in dit boek

Meer over schrijven met het creatiepentagram


Als schrijfcoach zeg ik dan: fuck the facts. Ga terug naar de essentie. Wat is het doel van je boek? Wat is je missie? Waarom schrijf je dit boek? Dat heb je allemaal vooraf bedacht en, flexibel, vastgelegd in je Creatiepentagram. In grote lijnen komt je doel meestal neer op: ‘Een boek schrijven dat de mensen graag willen lezen, om het iets duidelijk maakt over hoe het leven in elkaar zit’.*)
En bittere kou onderstreept trouwens veel mooier de ellende van het moment dan prille zonnestralen over bloeiende kersenboomgaarden.

Zelfs als je dood bent

In de meeste gemeenten is het de regel dat er geen straten worden genoemd naar levende personen. Je weet immers nooit of ze zich niet per ongeluk nog gaan ontpoppen als tiran, of door de geschiedenis worden ingehaald als ‘fout’. Je zult maar in de Bill Cosby-steeg wonen! In de Stalinstraat, of aan het PeeWee Herman-pleintje… Zelfs als je protagonisten al lang en breed dood zijn kunnen ze nog, met terugwerkende kracht, veranderen. In de ogen van je lezer in elk geval.

Het is allemaal waar, maar…

Alles is natuurlijk relatief, al ben je dan een beetje god zelf als schrijver. Ook goden hebben zich te houden aan natuurwetten. Sommige nieuwe feiten zullen onmogelijk te negeren zijn. Als blijkt dat je verhaal zich afspeelde in Marseille en niet op Schiermonnikoog zul je wel het een en ander moeten wijzigen. Maar dat soort grote lijnen behoren al min of meer vast te staan voordat je begint met schrijven. Je schrijfwerk kun je zien als een serie foto’s. Momentopnames.
‘Het is allemaal waar, maar aan elkaar geschreven tot een grote leugen,’ zeggen verstandige mensen (mijn vader) over hun eigen beste verhalen.

De werkelijkheid als houvast

Gun jezelf schrijversvrijheid door te spelen met de werkelijkheid. Dat is dat spul dat zich sowieso al aan elk mens verschillend voordoet. Fuck the facts waar nodig. En gebruik de werkelijkheid als houvast om je eigen interpretatie en fantasie aan op te hangen.
*) Als je een historisch non-fictie boek schrijft ligt dat natuurlijk anders. Dan is je belangrijkste missie vermoedelijk ook iets als: ‘Feiten ordenen zodat de lezer de geschiedenis leert kennen.’
bibliotheekteylers

Schrijven in de vakantie

7 redenen
om juist in de vakantie te schrijven

1
Tijd en aandacht

20150608_103027Schrijven kost tijd en aandacht. Van dat spul waar je het hele jaar door maar weinig van hebt zodat je het niet gaat besteden aan iets waarvan je toch niet weet of het wel wat wordt. De vakantie is bij uitstek een periode waarin je de tijd aan jezelf hebt. Waarin je werkelijk aandacht kunt besteden aan wat je belangrijk vindt. Schrijven dus.

2
Schrijfgenot

20150610_134550Hee, het is markt in dat kleine dorpje! Pakken we even mee. En kijk, een meertje! We huren een bootje! Impulsen horen bij vakantie. Afgaan op je impulsen hoort ook bij creatie. Creëren is geen 9 tot 5 klus. Het lukt niet als je vindt dat het moet. De juiste woorden groeien niet op een bodem van kille discipline maar op het plezier van het scheppen. Schrijf om het genot ervan.

3
Goed gezelschap

schrijfworkshopYoeke-e1424260836633Je gezin, je geliefde, je reisgenoten… ze hebben al vaak genoeg gehoord dat je nu echt binnenkort zult gaan beginnen aan dat boek van je. Zet je toetsenbord waar je mond is. Begin. Claim een paar uur per dag, een dag per vakantieweek, wat er dan ook werkt voor jou, maar schrijf. Ze amuseren zich wel even zonder jou en jij bent er de rest van de tijd aangenamer gezelschap door. Trouwens: je weet snel of je op dreef bent – dan is je vorderende tekst ook goed gezelschap voor jou.

4
Alles is nieuw

20150619_110149Een ver land, een andere taal om je heen, nieuwe smaken, geluiden en geuren… Je verwondert je vanzelf over alles op vakantie. Door vanuit diezelfde verwondering te schrijven vind je nieuwe woorden, een andere kijk op wat ooit vanzelfsprekend leek. Verwonder je. Dat is de ideale basishouding van de schrijver.

5
Toeristische attracties

20150618_134531Niks is zo moeilijk als schrijven over dat waar je hart sneller van gaat kloppen. Je familiegeschiedenis. Je werk. Je bedrijf. Je favoriete fantasiewereld. Op vakantie train je jezelf om de dingen om je heen te zien als toeristische attracties. Je neemt ze waar, maar je maakt er geen deel van uit. Ook je eigen verhaal wordt gemakkelijker te vertellen als je er een beetje afstand van neemt. Schrijf jouw verhaal alsof het over de Eiffeltoren gaat; met bewondering maar zonder er in weg te zakken.

6
Ren die tunnel uit

20150618_094057Een goed verhaal dat verteld wil worden heeft een grote zuigkracht op de geest. Voor je het weet zit je uren achter elkaar over je toetsenbord gebogen, koffiekopje links, muis rechts, muziek aan of juist in doodse stilte. Er ontstaat een tunneltje waarin verhaal en jij elkaar vanaf de uiteinden tegemoet lopen. Lekker, die flow. In een heel andere omgeving zou je wel eens een volstrekt nieuw tunneltje kunnen ontdekken. Of je rent er uit, het zonlicht in. Daar krijg je heel andere teksten van.

7
Samen schrijven

schrijfworkshop2Waarom zou je het alleen moeten doen? Gun jezelf de ondersteuning van andere schrijvers of een professionele schrijfcoach. Er worden, zeker in de vakantiemaanden, veel schrijfweken georganiseerd waar je met of zonder je gezin heen kunt om eens stevig aan de slag te gaan met je boek, scriptie of webteksten. Je komt er op nieuwe ideeën, je verbetert je schrijfstijl door de tips van anderen en je maakt heel wat schrijfuren.

Schrijfweek in Frankrijkschrijveninfrankrijk

11 tot 18 september 2015
bij Simply Canvas in Bonac (bij Bergerac)
voor 850 euro incl. boek, biologisch eten, volpension
in een schitterende omgeving waar je geen woorden aan vuil hoeft te maken
met schrijfcoach en boekenvroedvrouw Yoeke Nagel – en het Creatiepentagram

Hij sprong

20150613_160808“Och lieverd toch!”

Een uurtje had ik, tussen twee afspraken. Genoeg om even thuis een boterhammetje te eten. Buiten was het snikheet, maar in de auto prees ik de goden voor de uitvinding van airconditioning. Ik reed al over de brug.
De auto voor me, een minibusje met een karretje er achter, remde af.
Dwars over het fietspad rende een jongen in een blauw shirt. Zijn gezicht strak, geconcentreerd. Hij rende gebukt. Zonder vaart te minderen sprong hij op de reling van de brug. Toen ik in mijn achteruitkijkspiegel keek was hij weg.
Hij was weg. Shit. Shit!
Mijn handen klemden zich om het stuur. Shit! Sprong hij? Hij sprong. Alles verstrakte in me.
De auto met het aanhangwagentje was gestopt op de vluchtstrook. De andere auto’s reden door.
Ik draaide snel de zijweg in die bij het water uitkomt, onder de brug. Ik stapte uit. Daar boven, op de brug, stond een man naast de auto met een telefoon in zijn hand.
“Hee!” riep hij. “Heb je het gezien? Hij sprong, verdomme!”
“Ik zag het!” riep ik terug. “Zie je hem nog?”
De man wees.
Aan de andere kant van de rivier klom een jongen met een kletsnat blauw shirt de kade op en ging zitten. Met beide handen voelde hij aan zijn borst. Misschien herkende ik hem. Hij zou de vriend kunnen zijn van een van mijn kinderen. Twintig misschien. Hooguit vijfentwintig. Zo jong.
Hij moest een enorme klap hebben gemaakt op het water, maar hij was niet dood.
Hij is niet dood, dacht ik.
Een wagentje van de plantsoenendienst stopte en de jongen stond op en praatte met de plantsoenenman.
Er zijn geen betere gesprekspartners dan plantsoenenmannen als je zo wanhopig bent dat je springt.
“Ik rij naar hem toe!” riep ik naar boven.
“Ik bel de politie al!” riep de man terug.
Toen ik aan de andere kant van de rivier was aangekomen parkeerde ik mijn auto waar het helemaal niet mag.
Ik liep de kade op. Mijn schoenen knelden.
Ik wilde naar de jongen toe lopen en tegen hem zeggen: “Och lieverd toch!”
En dan zou ik hem vragen hoe het met hem ging en naar hem luisteren en mijn volgende afspraak vergeten.
En dan wilde ik hem vertellen dat alles altijd alleen maar beter wordt. Dat het ergste voorbij is als je zo diep gevoeld hebt dat het allemaal niet de moeite waard is. Dat het maar een spelletje is, het leven, dat je gerust dood mag als je dat per se wilt, maar dat leven je enige kans is om te zien wat er nog voor moois kan komen en dat je dan altijd nog weg kunt als het echt niet gaat. Maar niet nu al! Niet zo jong al opgeven!
Op de kade stond een groep mensen om de jongen heen.
Ik dacht dat ik ook al uniformen zag.
Zijn agenten er tegenwoordig in getraind om tegen een jongen te zeggen: “Och lieverd toch”? Ik hoopte het van harte.
Met zoveel mensen om hem heen moest hij al weten dat we aan hem denken. Dat hij niet alleen is. Dat springen niet hoeft. Niet nu. Nog niet.
Ik heb me omgedraaid en ben teruggelopen naar mijn auto. Er waren al mensen voor hem.
Maar ik denk aan hem. En er zijn vast meer mensen die aan hem denken omdat ze het zagen gebeuren, vanaf de weg, vanaf de kade, vanaf een schip misschien.
Het kan me schelen hoe het nu met hem gaat.
Het kan die mensen schelen.
“Och lieverd,” denk ik voor hem. Echt. Het wordt zoveel beter vanaf nu.
Ik wens je liefs.

Ruimte is gewoon een rots

20150610_162855Mijmeringen uit de Verenigde Staten 1

Okee, ik geef het toe. Ik ben in de Verenigde Staten geweest. Een hele maand. Wat een indrukken! Wat een ruimte! Rijd van Highway 1 naar het oosten (van halverwege de linkerkust in de richting van de rechterkust maar dan maar tot halverwege dat enorme land, voor de liefhebbers van details) en elke bocht in de weg is een belevenis. Wat hebben ze nu weer voor landschap voor je uitgerold?
Die ruimte… Had ik dat al genoemd? Nee echt. Zo ver het oog reikt geen bebouwing. Alleen 20150608_103027maar natuur. En zulke vreemde, onbekende natuur! Geen menselijke ingreep te zien. Eindeloze, glooiende bossen waar beren wonen. Sombere zandvelden met grauwe bollen van takjes eroverheen geknikkerd. Grillige zwarte asfaltvlakten van gestold lava waar maar heel af en toe een plantje z’n worteltjes in wist te persen. Brokkelige zuilen van terracotta en bosbes-met-vanille-laagjes. Donkergroene banen leven door verdorde vlaktes ver beneden, waar eigenlijk een rivier zou moeten stromen. Gloeiende gladde witte reuzenblokken graniet met kleine glinstertjes er in. Gapende diepten en angstaanjagende hoogten. Knaloranje spelonken waar het zonlicht door een kier binnenkomt en zich dan uitvouwt als een plooigordijn.
20150618_090037“Eh… mam? Dit is alweer een rots,” merkte mijn opmerkzame en verstandige dochter op, omstreeks de vijftigste foto. “Maar WAT voor rots!” zuchtte ik verlekkerd.
Zij ging even naar de keuken om een glaasje voor ons in te schenken en bleef akelig lang weg.
Ze had gelijk.
Ruimte kun je niet zien op een vlak schermpje. Ruimte is adembenemend groot en hartelijk en 20150618_134531leeg en vol tegelijk als je er in staat en zelfs dan kun je het niet helemaal zien omdat het nu eenmaal heel ruim is, ruimer dan je kunt zien.
Als ik hier dan even een stichtelijk woord aan mag toevoegen: zo werkt dat met schrijven ook.
Probeer compleet te zijn, geen detail te vergeten in je tekst, en je lezer zal iets denken in de sfeer van ‘Dat is alweer een rots’.
“En wat is dat?” vroeg mijn dochter even later met oprechte belangstelling, terwijl ze wees naar het fotoscherm.
“Dat is een steentje met een scheur er in,” zei ik. Het ding had bij mijn voet gelegen tijdens een lange wandeling door de oranje woestijn van Monument Valley.
“Wow!” zei ze. “Wat moet het daar dan heet zijn.” Ik knikte. “En droog.”
20150619_110149“Zei ik toch al,” mompelde ik, maar ik realiseerde me dat dit veel beter was. Ze had het zelf ontdekt. Gevoeld. Door een enkel detail in een foto. Dat is veel meer waard dan dat ik alles maar ging lopen voor te kauwen.
Als ik hier even een tweede stichtelijk woord mag toevoegen: zo werkt dat met schrijven ook.
Beschrijf een enkel detail en Lezer ziet niet alleen de wereld waarin dat thuishoort, maar begrijpt ook welk weer het er is en waarom het daar is. Beschrijf alles tot in detail en Lezer rent naar de keuken om verlost te zijn van je tekst.
Dat soort mijmeringen dus.
Ik had er heel wat van, daar. Omdat het er zo mooi is. En zo groot. En volslagen krankzinnig. Okee. Ik zal je er nog wel wat meer over vertellen later.

Tussen de regels lezen

Wat je schrijft ben je zelf

subtiel taalgebruikIn alles wat we doen, zeggen of creëren, tonen we – vaak onbewust – onze persoonlijkheid.
Bij kunstenaars is dat een gerespecteerd handelsmerk: het werk van Rembrandt, Mick Jagger, Jamie Oliver of Steven Spielberg wordt door de kenners herkend aan de subtiele afdruk van de sprankelende geest van de maker.
Datzelfde geldt voor teksten. Daar staat niet alleen een verhaal, in de woorden die de schrijver koos. Tussen de regels door zien we ook nog de weerspiegeling van de schrijver zelf.
In typerend taalgebruik kun je zelfs karaktertrekken van de schrijver herkennen. Handig om te weten voor iedereen die teksten beoordeelt. Maar ook geweldig leuk voor wie z’n eigen teksten wil beoordelen.
Natuurlijk, wat fout is moet in een redigeerrondje worden gecorrigeerd. Maar gebruik eerst je tekst nog even als analytisch model om je eigen blokkades en uitdagingen in het leven helder in beeld te krijgen. Zo kun je handenvol geld uitsparen aan therapiekosten als je je eigen teksten analyseert.
Een stuk of zes eigenaardigheden om jezelf op te betrappen.
Dit artikel werd in iets andere vorm geplaatst in het tijdschrift Schrijven.

Tijdwissel

“Ze loopt voorzichtig naar de keukendeur, houdt haar adem in en keek in de donkere ruimte.”2015-05-27-EOS600D-2882
Ook doorgewinterde schrijvers glijden soms even uit in de tijd: een zin of fragment begint in het heden en duikt opeens naar de verleden tijd.
Dit gebeurt op het moment dat het verhaal de schrijver te dicht op de huid komt. Veel schrijvers ‘voelen’ of ‘zien’ hun verhaal vlak voordat de juiste woorden neerdwarrelen om te beschrijven wat er gebeurt. Bij fictie vindt dit proces vaak bewuster plaats dan bij non-fictie.
Bij fragmenten waarin spanning moet worden opgebouwd, waarin heftige emoties worden beschreven of persoonlijke herinneringen de kop opsteken, is dat ‘doorvoelen’ soms even teveel. Omschakelen naar de verleden tijd geeft dan net voldoende afstand. De schrijver zit niet meer middenin het verhaal, haalt opgelucht adem en schrijft verder.
Tijdwissels ‘lees’ je dus om te ontdekken welke situaties spanning oproepen.

Persoonswissel

2015-05-27-EOS600D-2876“Ik scheidde vorig jaar van hem. Het duurt toch nog een hele tijd voordat je weer normaal functioneert met je kinderen.”
Van eerste naar tweede of zelfs derde persoon doorschakelen is in therapeutische gesprekken een belangrijk aandachtspunt. ‘Zeg dat eens in de ik-vorm?’ is de aansporing die therapeuten gebruiken om de spreker met volle aandacht bij zichzelf en een gebeurtenis, emotie of verlangen te brengen.
Bij schrijfwerk heeft zo’n persoonswissel dezelfde functie als een tijdwissel: effe een beetje afstand nemen. Niet ik maar je, zij of het nog abstractere algemene ‘men’ maakt dit mee. Dat scheelt.
Persoonswissels in je tekst wijzen je de weg naar de plek waar nog wat onverwerkte emoties liggen te wachten op je volle aandacht.

Tussenvoegsels

“Het is soms best wel lastig om uiteindelijk dan toch maar te gaan beginnen aan een klusje dat je 2015-05-27-EOS600D-2880misschien eigenlijk helemaal niet zo enorm leuk vindt!”
Relativerende woorden – wel een beetje, eigenlijk, af en toe, misschien wel, niet echt, soort van, of zoiets, denk ik – moeten verzachtend werken. Dat werkt niet. Zeg het nou maar, verdomme! Tussenvoegsels vormen een glibberige laag glijmiddel die je lezer met misverstanden bedruipt.
De lezer wordt dus niet gespaard, terwijl de meeste schrijvers juist tussenvoegen om medeleven en begrip te suggereren, om een vervelende boodschap (‘Doe die rotklus direct!’) pijnloos te brengen. Elke communicatietraining leert ons daarentegen dat een ‘slecht nieuws gesprek’ maar op een manier gevoerd kan worden: breng het slechte nieuws. Je lezer is uitstekend in staat om dat te verwerken of naast zich neer te leggen. Moet ie wel eerst snappen wat je  beweert. Daar ligt het probleem dus. Ben je onzeker? Geloof je je eigen boodschap wel? Durf jij als schrijver eigenlijk wel stelling te nemen? Onderschat je je lezer niet?
Gebruik onderstaand vragenrijtje als je stuit op een overdosis tussenvoegsels:
-Wat wil ik eigenlijk zeggen?
-Wat is de akeligste reactie die daarop kan komen?
-Is het realistisch om die reactie te verwachten?
-Zeg ik het dan toch of zeg ik het niet?
-Hoe doe ik dat open en eerlijk, in het vertrouwen dat mijn lezer tegen een stootje kan?
-Kan het helpen om mijn stelling te brengen als vraag?

Stopwoordje

2015-05-27-EOS600D-2871“We liepen dus over het strand en opeens trapte ik dus in een kwal. Dat deed dus behoorlijk zeer.”
Elke schrijver (elke!) heeft z’n eigen lievelingswoorden. Die dingen leiden een soort eigen leven. Ongemerkt sluipen ze je eigen tekst in en…
Sorry. Die van mij is op dit moment kennelijk ‘eigen’.
Hoewel er stevig bezuinigd kan worden op stopwoorden is het interessant om ze te duiden. Kijk naar de intentionele waarde van het woord om de achilleshiel van de auteur in beeld te krijgen.
eigen – auteur stelt persoonlijke beleving centraal, durft niet te veralgemeniseren
maar – auteur blijft twijfelen of relativeren, vreest zichzelf of kritiek
dus – auteur suggereert logische samenhang tussen beweringen, wat een lezer ook zelf wel kan als die samenhang er is
en – auteur wil met een opsomming volledig zijn, maar benoemt kennelijk de kern niet
als/alsof/zoals – auteur zoekt het in eufemismen, twijfelt kennelijk aan directe omschrijvingen
toch – auteur wil overtuigen, twijfelt kennelijk aan inzicht lezer en eigen argumenten
wel – auteur wil overtuigen (‘de economische crisis is bij dit probleem wel belangrijk’) of relativeren (‘hij had 50 kilometer gewandeld en was wel moe’).

Ouderwets taalgebruik

“Niettegenstaande het feit dat archaïsche taal thans naast weerstand tevens misverstanden 2015-05-27-EOS600D-2879oproept, wordt het nochthans met regelmaat gebezigd.”
Een enkele echter, tevens of evenzeer moet kunnen. Maar de schrijver die zijn teksten consequent hult in een nevel van statige woorden verdoezelt daarmee vermoedelijk gewoon dat ie de ballen snapt van z’n onderwerp. Ja toch? Anders zeg je het toch gewoon zoals het is?
Er is nog een opvallende overeenkomst tussen moeilijkschrijvers. Ze lijden vaak aan wetenschap in het voorgeslacht. Dat klinkt viezer dan het is. In de praktijk betekent het dat paps of mams een universitaire opleiding volgde en op verwijtende toon zei: “Kind toch! Journalistiek? Dat is toch geen echt vak!” Met het gebruik van ingewikkelde woorden en zinnen bewijst de schrijver nu dat ie heus niet van de straat is, tot paps of mams (of beste vriend of partner of kind) het respect geeft waar hij nog steeds stiekem zo naar verlangt.
Dat gaat niet gebeuren. Daarom kun je net zo goed gewone woorden gebruiken. Hoeft niemand zich dom van te voelen. Ook je lezer niet.

Leestekens

2015-05-27-EOS600D-2891“Daar stond ze!!! Wie had dat verwacht? Ik zeker niet…”
Leestekens. Fout van de schepping, of nuttig schrijfgereedschap?
Achter een leestekenlawine schuilt een onzekere, angstige schrijver. Leestekens vormen accenten in een tekst. Zonder die accenten moet de tekst ook al iets voorstellen. Alleen de faalangstige schrijver vreest te vaak dat ‘m dat niet lukt en overcompenseert.
De leestekens op zich:
-!-
Als een gegeven verbijstert kan het altijd zo genoteerd worden dat de zin zelf een uitroepteken is. Die hoeft er dan niet achter te staan. Wie veel uitroeptekens gebruikt komt misschien uit een gezin met twaalf kinderen, waar het heel wat moeite kost om een beetje aandacht te krijgen. Of hij is bang dat z’n lezer naar zijn vinger kijkt en niet naar de maan waar hij naar wijst. Onzekerheid dus!
-?-
Vraagtekens? Ook niet altijd terecht. De meeste vragen worden sterker als ze aan het denken zetten zonder als vraag te zijn gesteld. Veel vraagtekens wijzen erop dat de auteur ervan overtuigd is dat hij toch geen antwoord zal krijgen. Misschien omdat de vraag retorisch of niet interessant genoeg is?
-…-
De suggestieve puntjes… ze duiden maar al te vaak op een schrijver die bang is voor zijn leidinggevende functie. Een schrijver hoort richting te geven. Doel te bepalen. Met puntjes wordt de lezer daarentegen aangezet tot zelfwerkzaamheid… Er wordt iets bedoeld, maar wat? Nou, eigenlijk vooral dat de schrijver liever niet de eigen geest, maar, beetje laf, die van z’n lezer laat bepalen hoe het verhaal verder gaat…

Geneer je nooit

Okee. Dus al deze afwijkingen zie je terug in je eigen teksten? Geneer je niet. Je bent in goed gezelschap. Let er maar eens op: broodschrijvers en topauteurs, facebookers en notulisten, ze maken allemaal graag uitglijders in hun tekst. De kunst is om zowel hun als je eigen teksten met warmte en vergevingsbereidheid te lezen. Corrigeer dus onbekommerd wat fout is. Je wordt er zelf alsmaar beter van. Dat is nu eenmaal de lijn der dingen.
(de foto’s zijn trouwens genomen tijdens een workshop ‘Zakelijk schrijven met het creatiepentagram’ voor ondernemers uit het Westland.
Fotografie Edwin Lansbergen)

Ster

imageEen hele dag lang vertelde ik de studenten van Tori Kindercoaching over de schoonheid van woorden. Voor alles is er wel eentje die precies klopt: een dwarrelwoord dat traag naar je toetsenbord glijdt om dat wat je bedoelt precies in een woord te vangen, zei ik.
Toen we klaar waren met de cursusdag ‘Schrijven met het Creatiepentagram’ richtte Christa het woord tot mij.
‘Je schrijft als een ster. Je draagt een ster om je nek. En vanaf vandaag heb je je eigen ster hoog aan de hemel. Hij heet Yoeke.’
Ze overhandigde me een prachtig pakketje met een heel officieel document waar het echt stond, zwart op wit met coördinaten en alles. Ergens daarboven dwaalt vanaf vorige week een sterretje dat Yoeke heet…
Een woeste ontroering kolkte uit mijn borst omhoog en denderde mijn lijf uit via mijn wijdopen  mond.
Wroahhhh! Whoeoeeeh! Oohhrggh! brulde iets wat op mijn stem leek, maar dan rauwer.
Niks juiste woorden.
Helemaal geen woorden.
Alleen maar vlammende blijdschap.
Whoeeeffffsh
En tranen ook. Zomaar van blijheid.
Geloof dus nooit wat woordkunstenaars beweren. Voor sommige dingen zijn er echt geen woorden. En als ze beweren van wel, geef ze dan een ster. Moet je horen wat er dan gebeurt.

Magisch Schrijven

groep schrijft buitenIn de zon, onder de hoge eiken rond het Inspiratiehuis Arnhem, in de bloembak bij de rotonde, bij de parkeerplaats op het muurtje en op de gemakkelijke stoel in de tuin zitten mensen aandachtig te schrijven. Het ziet ernaar uit dat ze de woorden vinden waar ze naar zoeken. Straks hoor ik die.
Wat heb ik een heerlijk vak. Schrijfcoach.
En wat was het een aangename workshop Magisch Schrijven.
Jan-Peter schrijft
 
fred schrijft   christieschrijft
renataschrijft
 

Geef een WoordWaardeBon op moederdag

Geef een WoordWaardeBon op moederdag

woordwaardebonMoeders hebben altijd wat te vertellen. Bied haar de kans om dat dan ook uitgebreid en elegant te doen. Geef haar (of iemand anders natuurlijk) op moederdag (of op een andere dag natuurlijk) een echte WoordWaardeBon kado.
Daarmee kan ze nog tot maart 2016 iets leuks voor zichzelf doen: een workshop schrijven of zelfs individuele schrijfcoaching krijgen.
Omdat ze graag zou willen schrijven maar het alsmaar niet doet.
Bekijk hier hoe je WoordWaardeBon er uit kan zien (maar dan met je eigen tekst natuurlijk).

Met een WoordWaardeBon haal je schrijfplezier in huis. Verzilver ‘m met:

krachttermenschrijven-150x150creatief schrijven, schrijfcoaching, creatiepentagram, bloggen, zakelijk schrijven, columns, schrijven om gezien te worden, magisch schrijven, schatschrijven, chocoladeschrijven, coaching bij het schrijven een boek, mailen, webteksten schrijven, journalistieke supervisie, bloggen, redigeertips, SEO teksten, scriptie of essay schrijven, witte kopjes schrijven, plezierschrijven, wiebertjeschrijven, nieuwsbrieven schrijven, jouw schrijfpentagram, schrijfoefeningen, afrekenen met je writersblock, dagboekschrijven,  folder schrijven bij schrijfcoach Yoeke Nagel.
Je ontvangt je WoordWaardeBonnen per mail, uiterlijk 36 uur na ontvangst van je betaling. Geef je eigen favoriete tekst op en het bedrag dat je wilt besteden, want elke WoordWaardeBon is een helemaal op maat gemaakte PDF. Elke WoordWaardeBon mag gebruikt worden bij alle schrijfactiviteiten en aanschaf van boeken van Yoeke Nagel.
De WoordWaardeBon is niet om te ruilen voor geld.

Hoe kom ik aan mijn WoordWaardeBon?

siteeierenzoekenVul het formulier hier onder volledig in. Na verzending daarvan zie je het rekeningnummer op je scherm verschijnen. Maak dan vlug het geld over en wacht rustig tot je WoordWaardeBon in je mailbox valt. Gaat het je niet snel genoeg? Mail me dan even.

PAS OP: de hele maand juni 2015 worden er geen WoordWaardeBonnen verzonden!

[form form-4]