Hij sprong

20150613_160808“Och lieverd toch!”

Een uurtje had ik, tussen twee afspraken. Genoeg om even thuis een boterhammetje te eten. Buiten was het snikheet, maar in de auto prees ik de goden voor de uitvinding van airconditioning. Ik reed al over de brug.
De auto voor me, een minibusje met een karretje er achter, remde af.
Dwars over het fietspad rende een jongen in een blauw shirt. Zijn gezicht strak, geconcentreerd. Hij rende gebukt. Zonder vaart te minderen sprong hij op de reling van de brug. Toen ik in mijn achteruitkijkspiegel keek was hij weg.
Hij was weg. Shit. Shit!
Mijn handen klemden zich om het stuur. Shit! Sprong hij? Hij sprong. Alles verstrakte in me.
De auto met het aanhangwagentje was gestopt op de vluchtstrook. De andere auto’s reden door.
Ik draaide snel de zijweg in die bij het water uitkomt, onder de brug. Ik stapte uit. Daar boven, op de brug, stond een man naast de auto met een telefoon in zijn hand.
“Hee!” riep hij. “Heb je het gezien? Hij sprong, verdomme!”
“Ik zag het!” riep ik terug. “Zie je hem nog?”
De man wees.
Aan de andere kant van de rivier klom een jongen met een kletsnat blauw shirt de kade op en ging zitten. Met beide handen voelde hij aan zijn borst. Misschien herkende ik hem. Hij zou de vriend kunnen zijn van een van mijn kinderen. Twintig misschien. Hooguit vijfentwintig. Zo jong.
Hij moest een enorme klap hebben gemaakt op het water, maar hij was niet dood.
Hij is niet dood, dacht ik.
Een wagentje van de plantsoenendienst stopte en de jongen stond op en praatte met de plantsoenenman.
Er zijn geen betere gesprekspartners dan plantsoenenmannen als je zo wanhopig bent dat je springt.
“Ik rij naar hem toe!” riep ik naar boven.
“Ik bel de politie al!” riep de man terug.
Toen ik aan de andere kant van de rivier was aangekomen parkeerde ik mijn auto waar het helemaal niet mag.
Ik liep de kade op. Mijn schoenen knelden.
Ik wilde naar de jongen toe lopen en tegen hem zeggen: “Och lieverd toch!”
En dan zou ik hem vragen hoe het met hem ging en naar hem luisteren en mijn volgende afspraak vergeten.
En dan wilde ik hem vertellen dat alles altijd alleen maar beter wordt. Dat het ergste voorbij is als je zo diep gevoeld hebt dat het allemaal niet de moeite waard is. Dat het maar een spelletje is, het leven, dat je gerust dood mag als je dat per se wilt, maar dat leven je enige kans is om te zien wat er nog voor moois kan komen en dat je dan altijd nog weg kunt als het echt niet gaat. Maar niet nu al! Niet zo jong al opgeven!
Op de kade stond een groep mensen om de jongen heen.
Ik dacht dat ik ook al uniformen zag.
Zijn agenten er tegenwoordig in getraind om tegen een jongen te zeggen: “Och lieverd toch”? Ik hoopte het van harte.
Met zoveel mensen om hem heen moest hij al weten dat we aan hem denken. Dat hij niet alleen is. Dat springen niet hoeft. Niet nu. Nog niet.
Ik heb me omgedraaid en ben teruggelopen naar mijn auto. Er waren al mensen voor hem.
Maar ik denk aan hem. En er zijn vast meer mensen die aan hem denken omdat ze het zagen gebeuren, vanaf de weg, vanaf de kade, vanaf een schip misschien.
Het kan me schelen hoe het nu met hem gaat.
Het kan die mensen schelen.
“Och lieverd,” denk ik voor hem. Echt. Het wordt zoveel beter vanaf nu.
Ik wens je liefs.

Ruimte is gewoon een rots

20150610_162855Mijmeringen uit de Verenigde Staten 1

Okee, ik geef het toe. Ik ben in de Verenigde Staten geweest. Een hele maand. Wat een indrukken! Wat een ruimte! Rijd van Highway 1 naar het oosten (van halverwege de linkerkust in de richting van de rechterkust maar dan maar tot halverwege dat enorme land, voor de liefhebbers van details) en elke bocht in de weg is een belevenis. Wat hebben ze nu weer voor landschap voor je uitgerold?
Die ruimte… Had ik dat al genoemd? Nee echt. Zo ver het oog reikt geen bebouwing. Alleen 20150608_103027maar natuur. En zulke vreemde, onbekende natuur! Geen menselijke ingreep te zien. Eindeloze, glooiende bossen waar beren wonen. Sombere zandvelden met grauwe bollen van takjes eroverheen geknikkerd. Grillige zwarte asfaltvlakten van gestold lava waar maar heel af en toe een plantje z’n worteltjes in wist te persen. Brokkelige zuilen van terracotta en bosbes-met-vanille-laagjes. Donkergroene banen leven door verdorde vlaktes ver beneden, waar eigenlijk een rivier zou moeten stromen. Gloeiende gladde witte reuzenblokken graniet met kleine glinstertjes er in. Gapende diepten en angstaanjagende hoogten. Knaloranje spelonken waar het zonlicht door een kier binnenkomt en zich dan uitvouwt als een plooigordijn.
20150618_090037“Eh… mam? Dit is alweer een rots,” merkte mijn opmerkzame en verstandige dochter op, omstreeks de vijftigste foto. “Maar WAT voor rots!” zuchtte ik verlekkerd.
Zij ging even naar de keuken om een glaasje voor ons in te schenken en bleef akelig lang weg.
Ze had gelijk.
Ruimte kun je niet zien op een vlak schermpje. Ruimte is adembenemend groot en hartelijk en 20150618_134531leeg en vol tegelijk als je er in staat en zelfs dan kun je het niet helemaal zien omdat het nu eenmaal heel ruim is, ruimer dan je kunt zien.
Als ik hier dan even een stichtelijk woord aan mag toevoegen: zo werkt dat met schrijven ook.
Probeer compleet te zijn, geen detail te vergeten in je tekst, en je lezer zal iets denken in de sfeer van ‘Dat is alweer een rots’.
“En wat is dat?” vroeg mijn dochter even later met oprechte belangstelling, terwijl ze wees naar het fotoscherm.
“Dat is een steentje met een scheur er in,” zei ik. Het ding had bij mijn voet gelegen tijdens een lange wandeling door de oranje woestijn van Monument Valley.
“Wow!” zei ze. “Wat moet het daar dan heet zijn.” Ik knikte. “En droog.”
20150619_110149“Zei ik toch al,” mompelde ik, maar ik realiseerde me dat dit veel beter was. Ze had het zelf ontdekt. Gevoeld. Door een enkel detail in een foto. Dat is veel meer waard dan dat ik alles maar ging lopen voor te kauwen.
Als ik hier even een tweede stichtelijk woord mag toevoegen: zo werkt dat met schrijven ook.
Beschrijf een enkel detail en Lezer ziet niet alleen de wereld waarin dat thuishoort, maar begrijpt ook welk weer het er is en waarom het daar is. Beschrijf alles tot in detail en Lezer rent naar de keuken om verlost te zijn van je tekst.
Dat soort mijmeringen dus.
Ik had er heel wat van, daar. Omdat het er zo mooi is. En zo groot. En volslagen krankzinnig. Okee. Ik zal je er nog wel wat meer over vertellen later.

Eens in de maand een film

Cursisten wachten op de aanvang van de workshop Schrijven met Yoeke

Ja, de workshop start op vrijdagmiddag.


“En eens in de maand werden de houten banken achter elkaar gezet, in het zaaltje achter de kerk, en dan kwam er een Film. Dat kostte wel een kwartje, maar daar spaarde je voor!”
Als cursusaanbieder kan ik krijsend jaloers worden op dit soort verhalen uit onze culturele oudheid. Je zult maar filmaanbieder zijn in een tijd waarin er verder geen ruk te doen is in het leven. Nou ja, niks anders dan om zes uur opstaan, het land op, om je in de vrieskou het schompes te werken tussen het opgroeiende gewas, dagelijks twaalf kinderen te baren en droog brood met spinnenkoppen te eten. Ik wil die tijd niet idealiseren, bedoel ik maar, maar een groot voordeel had het wel: als je dan een keer iets organiseerde had je ook meteen lekker aanloop.

Kiezen uit overvloed

Kijk ik even op Facebook. Vandaag kan ik kiezen uit 27 evenementen bij mij in de stad, waarvan 9 me eigenlijk onmisbaar lijken omdat ik er nieuwe mensen leer kennen, iets leer wat ik altijd al had willen kunnen, mezelf ermee tot bloei kan laten komen als een olieraffinaderij in het tropische regenwoud en ongekende kwaliteiten zal ontwikkelen. (maar kost geld, geen tijd, niet urgent genoeg, prio’s, prio’s). En verdomme, morgen is er weer zo’n dag.

Wat een eer!

Aan die gedachte klamp ik mij stevig vast als ik me voorbereid op het geven van een cursus voor vier enthousiaste deelnemers terwijl ik plek heb voor acht. Wij hebben de luxe van overvloed van kennisdeling, overvloed van ontwikkelingsmogelijkheden. En die vier kozen – uit dat enorme overdadige aanbod spannende en interessante activiteiten – die workshop van mij. Wow. Wat een eer. Ik ga er vol voor.

Karma strikes back

karmastrikesback

Soms verlies ik mijn geduld even enorm.
Bij bezopen regelgeving en stugge ambtenaren, bij instanties die opgetrokken zijn uit onzinnige protocollen, bij mensen die liever een idee van een ander jatten dan er zelf eentje te bedenken, bij haastige spoed waarmee sowieso altijd alles tegen zit.
Dan troost ik me met deze kalmerende gedachte.
Adem in. Adem uit. Herhaal.
Uitbarsten is niet nodig. Karma strikes back, so that we don’t have to.
Karma slaat terug, zo dat wij dat niet hoeven te doen.
Adem in. Adem uit. Herhaal.

Meer energie

webtekst“Wat duurt dat toch verschrikkelijk lang voordat mijn telefoon weer opgeladen is!” klaagde ik tegen mijn dochter. “Het lijkt alsof er nooit meer energie bij komt.”
Ze deed de dwarswiebel met haar hoofd, wierp een enkele blik op m’n telefoon en zei ‘Mahaaaamm…’ wat klonk als ‘duhhh’. “Kijk dan!”
Ik zag niks bijzonders op het schermpje dat ze voor m’n gezicht hield.
“Jij laat wel zeven appjes draaien! Ja, nee, dan duurt het lang voordat je weer opgeladen bent.”
Een nieuw inzicht daalde langzaam en statig mijn bewustzijn binnen.
Een telefoon laadt sneller op als alle appjes tot stilstand zijn gekomen.
En dat heb ik zelf ook.

Meer energie – appjes stoppen

Als ik echt te druk ben en honderd dingen tegelijk doe en geen tijd heb en dan nog wat meer haast maak om het toch nog af te krijgen moet ik mezelf af en toe opnieuw opladen. Dat gaat het snelste als ik dan ook werkelijk alle activiteit stop.
Stoppen met plannen maken. Stoppen met bedenken hoe ik het beter had kunnen doen. Stoppen met nagiechelen over wat er fout ging. Stoppen.
Opladen. Meer energie krijgen.
Dit is vermoedelijk de essentie van meditatie.
Zitten in stilte.
Al je actieve appjes stoppen.
Opladen.
Klaar.

Het 27-Glimmende-Knoppen-syndroom

zakelijkschrijven

Nu met 27 glimmende knoppen


“Er zitten 27 knoppen aan mijn tamelijk prijzige en gloednieuwe machine, waarvan er vier enorm glimmen, een handgreep die op de maat gemaakt werd en hij maakt nauwelijks geluid. Dat is een groot verschil met de Dyver-Club-Snah Dynamic 2.0 en de Pong die ik eerder gebruikte! Ik ben er van overtuigd dat ik je nu nog beter van dienst kan zijn.”

Eerst de vraag. Dan pas jouw antwoord.

Ok. Sorry. Zo wordt het niks tussen ons.
Veel zakelijke websites leiden aan het ’27-glimmende-knoppen-syndroom’: de aanbieder staat centraal. Niet jij.
Als bezoeker kom je veel te weten over opleiding, technieken, huwelijkse staat en bibliografie van de aanbieder van een dienst of product. Jouw situatie of probleem wordt niet genoemd, dus weet je ook niet of deze aanbieder daar de oplossing voor gaat bieden. De schrijver van de website is kennelijk meer bezig met zichzelf dan met jou. Zijn antwoord staat centraal. Niet jouw vraag.

Techniek is je gereedschap,
niet je product

Het interesseert jou toch ook niet of je loodgieter een Seramadohdoh of een S42 gebruikt als gereedschap? Als hij het gat in je waterleiding maar dicht krijgt. Je mag ervan uit gaan dat hij precies weet wat hij daarvoor nodig heeft en zo uit z’n gereedschapskistje kan pakken.
Zo kan het zinvol gereedschap zijn als jij Reiki geeft, een cursus hypnotherapie, kleurcoaching of hotstone-massage hebt gedaan en gediplomeerd stenografiste bent, maar je klant heeft daar pas wat aan als jij dat handig weet in te zetten om hem of haar weer overeind te helpen als ie omgevallen is in het leven.

Zinvol gereedschap voor jou als tekstschrijver

Even opnieuw.
Wil jij je kennis doorgeven aan anderen? Zoek je meer klanten via internet? Dan moeten je teksten goed in elkaar zitten. Jij weet wat je te bieden hebt. Met het creatiepentagram verleid je anderen om daar gebruik van te maken. Daar wordt iedereen beter van. En de wereld ook.
Toegegeven. Het creatiepentagram is natuurlijk in zekere zin ook een blinkend gereedschap met 27 glimmende knoppen. Maar het is bijzaak. Centraal staat wat je klant er aan heeft. Een goede tekst schrijven gaat er makkelijker mee. Dat is informatie van belang.
En als jij wilt weten of dat allemaal wel waar is ben je van harte welkom om kennis te komen maken met dat creatiepentagram.
Heeft mooi wel 6 glimmende punten en een cirkel voor beter schrijfwerk. Daar kun je je webteksten zo mee schrijven dat het knalt.

MEER INFORMATIE OVER DE CURSUS

Schrijven om gezien te worden
(met het creatiepentagram)
– Cursus voor zelfstandig ondernemers –
Aan het einde van deze 6 avonden (november) heb je je site klaar.
We beginnen 25 september 2014 en het kost 450,- euro inclusief boek.

Balans vinden

In balans blijven

In balans blijven


Dit is de tijd van het jaar dat je niet bang wilt zijn voor het donker. Net even wat minder fut, net even wat meer mijmeringen over hoe het leven, de wereld en wijde omgeving er uit ziet.
Met deze simpele oefening herstel je je balans als je even wankelt. Ook te gebruiken in de zomer, trouwens.

-Ga stevig staan: voeten onder je schouders, knieen licht gebogen.
-Leg het puntje van je tong tegen het zachte gedeelte van je verhemelte. Je ademhaling zakt dan gemakkelijker naar je buik.
-Teken met je wijs- en middelvinger een liggende lemniscaat boven je hoofd, waarbij de uiteinden boven je schouders uitkomen.

(Wafferding? Een lemniscaat. Het eeuwigheidsteken. Een liggende 8, zoals op het plaatje staat. Voor de liefhebbers: in de Tarot staat ie boven het hoofd van De Magier).

-Herhaal in gedachten de beweging waarmee je hem tekende boven je hoofd. Links, midden, rechts, midden, links, midden…
-Laat de lemniscaat nu in alle rust naar beneden zakken, net zo ver naar links als naar rechts draaiend, waarbij het middelpunt via je kruin, je keel, je hart, je navel, je sex, je benen, je voeten, naar beneden glijdt.
-Stel je voor hoe hij als een herfstwind alle overbodige ballast meeneemt uit je lichaam, recht de aarde in, waar de zooi wordt getransformeerd tot bruikbare energie.
-Klaar.
-Het donker is banger voor jou.

Verkering of sokken

Kika (7,5): 'Maximaal 2 verkeringen'.

Kiki (7,5): ‘Maximaal 2 verkeringen’.


“En dit is het kapstokje van Emile en dat is het kapstokje van Bernd en met hun heb ik verkering,” glundert Kiki als ik haar ophaal van school. Ze komt logeren en omdat ze zeven en een half is weet ze precies hoe het leven in elkaar zit. Dat komt goed uit, want ik heb daar veel vragen over die ik haar allemaal kan stellen. Met name dat met die verkering houdt me persoonlijk nogal bezig, want terwijl Kiki het houdt bij twee verkeringen, neig ik op het moment naar drie. Heerlijk, over het algemeen, maar er komt ook wel wat geregel en gedoe bij kijken.

“Ja duhhh…”

“Is dat niet lastig, om twee verkeringen te hebben?” informeer ik dus bezorgd bij haar. “Welnee!” legt ze uit. “Alleen soms wordt het me een beetje te druk, dan heb ik er geen zin in en zeg ik: ‘Ga nou maar even wat anders doen hoor,’ en dan gaan ze naar de andere kant van het schoolplein. Maar ja, ze zijn verliefd op mij he, dus ze komen wel steeds weer terug.” Zij is ook verliefd op hen, want ja, duhhh, anders zou ze echt geen verkering met ze willen. “En als ik geplaagd word, dan roepen de anderen snel Emile en Bernd er bij en die komen me dan helpen. Bernd wel meer hoor. Emile denkt dan soms: ‘Ja zeg, daar heb ik geen zin in,’ en dan komt ie niet. Daarom is Bernd soms eigenlijk wel leuker om verkering mee te hebben, maar als ik dat tegen Emile zou zeggen zou hij het denk ik wel uitmaken en dat wil ik natuurlijk ook niet.”

Waar laat je je sokken?

Polyamorie: waar laat je je sokken?

Liever sokken!

Ik knik. Haar oprechtheid is inspirerend. “En zou je er nog wel een verkering bij willen hebben, of vind je twee wel genoeg?” leg ik haar voor, want deze vraag houdt me zelf al een tijdje bezig.
“Nee,” zegt ze stellig. “Eentje erbij kan niet. Want kijk, ik krijg nu al alsmaar blaadjes van ze met een hartje er op en dan hun naam achterop. Daar heb ik echt al zoooooooooo’n stapel van, van allebei. Ik bewaar ze in een doos. Eentje voor Bernd en eentje voor Emile. En nu zijn de dozen op, thuis. Er zijn er nog twee, maar in de ene zitten mijn onderbroeken en in de andere zitten mijn sokken. Als ik nog een verkering erbij zou nemen zou ik dus mijn sokken weg moeten doen. Nou, dan heb ik toch liever sokken!”

Meervoudige liefde

Dit lijkt me een buitengewoon realistisch standpunt. De situatie lijkt verbluffend veel op wat ik zelf in de afgelopen jaren meemaak met de meervoudige liefdes in mijn leven. Heb je er een paar die elkaar goed aanvullen, dan loopt het allemaal gesmeerd. Maar als er eentje de boventoon gaat voeren kost het je uiteindelijk je sokken. Al kan ik niet direct zeggen hoe dat moment er in de praktijk dan uitziet.
Een klein beetje jaloers ben ik wel op de helderheid van geest die Kiki hierover heeft.
Zelf twijfel ik toch nog wel eens over wat ik nu liever heb in het leven: voldoende sokken, of een doos vol met hartjes…

In 7 stappen naar een happy end

happyendWanneer is je tekst klaar?

Wie schrijft kent het probleem: aan een tekst beginnen is nog niet zo’n toer. Maar wanneer is het nou eens klaar?
Met deze 7 stappen breng je je lezer met aandacht en plezier naar de conclusie (Klik hier) of het happy end van je verhaal.
Zowel voor zakelijke teksten als voor plezierschrijverij.

 
Stap 1:
Sluit de deuren

Bedenk waar je verhaal over moet gaan. Zakelijke tekst, fictie of non-fictie: je hebt een thema, een idee, een boodschap die je wilt delen met je lezer. Hoe beter je dat terrein afbakent, hoe meer ruimte je jezelf geeft om uit te weiden over details.
Stap 2:
Informeer naar bijzonderheden

Onderzoek wat je lezer al weet over je onderwerp en start je verhaal daar.
Dit is A, het begin van je tekst.
Stap 3:
Bepaal tot waar je gaat
Wat moet je lezer verzuchten als hij straks je tekst uit heeft? Bedenk het van tevoren en zorg dat je hem of haar daarheen leidt. Dit is Z, het einde van je verhaal, je happy end.
Tussen A en Z voer je straks je lezer aandachtig door het hele alfabet heen tot hij er is.
Stap 4:
Bouw het op en varieer

Bedenk tenminste 3 interessante handelingen, gebeurtenissen of beweringen om de aandacht van je lezer vast te houden. Zet ze bijvoorbeeld in een mindmapje. Wissel positieve en negatieve lading van de gebeurtenissen en emoties af. Begin met een heel interessante, dan de minst interessante, werk zo toe naar het einde, wat weer een knaller is. Dit zijn de ‘stepping stones’ waarlangs je je lezer leidt naar het hoogtepunt van je verhaal.
Stap 5:
Sssssssst… Fantasie spreekt!
Geest wil spelen. Laat daarom in je tekst hier en daar ruimte voor de fantasie van je lezer. Vertel niet wat er aan de hand is, maar schets een sfeerbeeld waardoor hij het zelf kan ontdekken. ‘Show, don’t tell’, wordt deze techniek genoemd.
Schrijf: ‘Hij sloot zijn ogen even. Zijn ademhaling versnelde hoorbaar en zijn neusvleugels bewogen als de vloedlijn – ritmisch en onstuitbaar.’
Niet: ‘Hij werd ongeduldig.’
Stap 6:
Begin. Ga door.

Nu begin je pas met het werkelijke schrijfwerk. Je verbindt de punten van aandacht die je al bedacht had met elkaar in een logische volgorde en maakt er een mooi geheel van.
Reken op drie fases voor je schrijfwerk:

  • -structuur bedenken (stap 1 tm 4),
  • -gezegend schrijven (stap 5 en 6),
  • -ambachtelijk schrijven (stap 7).

Gun jezelf geen uitwegen: je hoeft niet te zitten wachten op inspiratie of zoiets, je hebt je schrijfschema of je mindmapje bij de hand en je gaat gewoon door tot het klaar is.
Stap 7:
Klaar! En nu even opruimen.

Als je met je tekst aangeland bent bij punt Z, je conclusie, de lekkere uitsmijter of het happy end dat je had bedacht voor je verhaal, kun je stoppen.
Maar nog wel eventjes opruimen! Drink even wat, neem pauze. Dat geeft een frisse kijk.
Loop dan je hele verhaal door op losse eindjes, d’s en t’s, alinea’s die beter verwisseld kunnen worden, en meer ambachtelijk schrijfwerk.
Doordat je van tevoren al weet dat je deze klus achteraf doet, hoef je je niet steeds te laten afleiden door grammaticale of andere twijfels tussendoor. Gewoon lekker doorschrijven. Tot het klaar is.

Lees ook: ‘Schrijven met het creatiepentagram’. Te koop voor 14,50 bij je boekhandel of bij Bol.com

Ik heb er genoeg van

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.


Schrijvers bepalen de gedachten van de lezer. Denken we. Met woorden zouden we een vorm kunnen creeren die ruimte is. Een sierlijk kader rond de creatieve gedachten van de lezer.
Doen we niet.
We schrijven zo exact mogelijk, geven richting, laten het liefst geen ruimte voor twijfels. De lezer ergert zich daar al snel aan en voelt zich gemanipuleerd. Terecht.
Woorden, namelijk, zijn vaak enorm beperkend.

De vleugel ‘seks’ wordt gesloten

Noem, bijvoorbeeld, een band tussen twee mensen ‘relatie’ en er schuift meteen een hele expositieruimte open naar alle overtuigingen die we zoal hebben over ‘relatie’.
Een sokkeltje waarop ‘uniek’ staat, een vitrinekast met voorwerpen als ‘familiefeest’, ’toekomstplannen’ en ‘samen doen’, een mooi uitgelicht hoekje met ‘wederzijdse verplichtingen’ en ‘compromissen sluiten’, misschien zelfs een stilleventje rond ‘samenwonen’.
Noem het ‘gewoon vrienden’ en de hele vleugel ‘seks’ wordt gesloten, terwijl de dependence met ‘leuke dingen doen’ openzwaait.

De kracht van overtuigingen

Dat zit ‘m niet in de woorden zelf, maar in de overtuigingen die we ongemerkt hebben opgebouwd over de invulling van zo’n woord. Ongemerkt en onbewust: we weten vaak pas welke overtuigingen we hebben over een thema als we tegen zo’n vitrinekast aanbotsen en ons afvragen of het nou wel zo terecht is dat het er bij staat. Of als iemand anders uitroept dat deze expositie beter kan worden aangevuld of uitgedund omdat het niet hoort wat er staat.
De kunst is om woorden zo te gebruiken dat er een prachtige ruimte ontstaat, met zorg afgewerkt. Een door de schrijver afgebakende ruimte – zij bepaalt het thema, de rest is vrij –  die de lezer uitnodigt om z’n eigen expositie samen te stellen, zelf te bedenken hoe zo’n woord precies de juiste persoonlijke invulling krijgt. Niet te veel, niet te weinig, precies goed.

Woordmagie en dwarrelwoorden

Deze kunst is Woordmagie. Het klopt precies wat er staat, omdat de tekst vorm geeft aan de ruimte die de lezer aangeboden krijgt. Dat vraagt om een spelende geest van schrijver en lezer. Het vraagt om oprechtheid, tegen het pijnlijke aan. Het vraagt ook om geduld, waarmee je wacht tot precies het juiste woord is neergedwarreld, een dwarrelwoord dat traag en elegant op je hand valt om met een spotje erop in je tekst te worden gehangen via je toetsenbord.

Ik heb er genoeg van

‘Ik heb er genoeg van’ is zulke woordmagie. In mijn omgeving zijn tot mijn grote plezier een paar mensen waarvan ik genoeg heb. Ze lopen de deur niet plat bij me en toch hoef ik ze nooit lang te missen. Het is precies genoeg. Toch kan ik ze beter niet zeggen dat ik schoon genoeg van ze heb, want het zou reuze jammer zijn als ze dat reuzecompliment niet op waarde weten te schatten.
Woordmagie valt dus niet echt mee. Je moet rekening blijven houden met de inrichtingsgewoontes van de ruimte die je creeert door er woorden aan te geven. En je moet er mee leren leven dat je als schrijver niet alles voor het zeggen hebt: je geeft ruimte. Hoe die wordt ingericht is aan je lezer.
 

Schatschrijven in Den Haag

Een prachtige kans om hiermee te spelen, te oefenen en elkaars beste schrijftips te horen dient zich al snel aan: de dagcursus Schatschrijven op zondag 1 september in Den Haag.
Voor 121 euro, incl. btw, maak je een schrijfdag mee vanaf 09.30 waar je helemaal genoeg van hebt om 17.00 uur.

Meer informatie
Inschrijven