Schrijfoefening: het hele verhaal – outline
Gratis dure schrijfweek in Frankrijk 6 – slot
Vrijdag begonnen we en er was een zee van tijd waar we in sprongen, gewapend met niets meer dan een notitieblok en een pen. Nou ja, bij wijze van spreken dan, want we hadden ook laptops om het tempo bij te houden waarin onze verhalen zich aandienden en verteld wensten te worden. Vandaag, donderdag, is de laatste dag van deze schrijfweek. De laatste schrijfoefening zullen we vanavond voorlezen bij het vuur.
En tot mijn spijt is dit het moment dat het wel lastig voor de thuisschrijvers wordt om helemaal mee te doen. Onze schrijfochtend bestond uit een intensieve visualisatieoefening, en die kan ik je niet in een blog meegeven.
Visualisatie van je verhaal
De opzet van de visualisatie is dat je je echt helemaal overgeeft aan je fantasie, je zelfgecreeerde wereld als fictieschrijver in springt en onderzoekt wat daar allemaal gebeurt.
We hebben dat gedaan aan de hand van het Creatiepentagram, waarin de zes belangrijkste aspecten van je verhaal aan bod komen op een gelijkwaardige manier, en zo nauw aan elkaar gekoppeld dat ze allemaal veranderen als je er eentje verandert.
Meer over het Creatiepentagram kun je lezen in mijn boek ‘Schrijven met het Creatiepentagram.’
Schrijfoefening: stap in de wereld van je verhaal
Om je gemakkelijk in te leven in het verhaal dat je wilt vertellen is het fijn om er eens in rond te lopen. Dat doe je met deze oefening.
-Teken vooraf een poppetje met armen wijd, benen wijd, en teken daarin het Creatiepentagram.
Dat gaat makkelijk door eerst punten te zetten die je daarna met elkaar verbindt:
1- op voorhoofd – wie ben ik (hoofdpersoon)
2- op rechtervoet – wat moet de hoofdpersoon overwinnen, welke situatie of gebeurtenis bepaalt het verhaal3- op linkerhand – waar en wanneer speelt mijn verhaal zich af, en over welke periode
4- op rechterhand, aan de andere kant van de poort van het hart – waarom gedraagt mijn hoofdpersoon zich zoals hij/zij doet, wat bezielt hem/haar, wat is zijn/haar diepste drijfveer
5- op linkervoet – hoe slaat hoofdpersoon zich er doorheen; wat zijn zijn/haar kwaliteiten, talenten, handlangers
6- op kruin – plek voor jou als de god van de wereld die jij schept, de poppenspeler die het overzicht heeft en houdt op het hele verhaal.
Sluit je ogen, roep per punt de beelden op en beleef ze zo levendig mogelijk: geuren, kleuren, geluiden, haal alles er bij om een duidelijk beeld te krijgen van al deze aspecten van je verhaal.
Zodra je klaar bent noteer je op je schets wat je meemaakte en waarnam.
Dan sluit je af met een glas water en iets te eten (chocola heeft de voorkeur).
En nu?
Je hebt nu, als het goed is, een outline, je hele verhaal geschetst. Je kunt het beeld voor beeld gaan uitschrijven, je kunt ook eerst de gebeurtenissen in chronologische volgorde schrijven, als een kleurplaat waar je later gedeeltes van inkleurt met emoties (parelduiken), poetische omschrijvingen (landschapsschrijven), zintuiglijke waarnemingen (chocoladeschrijven) en hier en daar een 1,2,3-tje. Voila, je boek. En nu aan de slag.
Als je er wat begeleiding bij wilt: mail me maar even, dan maken we een afspraak in mijn praktijk als Boekenvroedvrouw. Ik ben bijna weer thuis.
Schrijfoefening: je schrijfplek
Gratis schrijfweek in Frankrijk 5
Vandaag gingen we, eigenlijk vooral omdat Jane hem adoreert om zijn heldere geest en humanitaire gedachten, op excursie naar de schrijftoren van de filosoof Michel de Montaigne (1533 – 1592) in Montaigne. Kan geen toeval zijn inderdaad. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van ‘m gehoord. Daar hoef ik me niet voor te schamen, want wat ik wel ken, heel goed zelfs, is het essay. En dat, de vorm ‘essay’, uitprobeersel, gedachtenoefening, is door hem uitgevonden en ontwikkeld.
Laat hem maar schrijven
Montaigne was door de koning dwingend verzocht om burgemeester van Bordeaux te worden, maar daar had hij al heel snel totaal geen trek meer in. ‘Que sais je?’ vroeg hij zich af, ‘Wat weet ik eigenlijk?’ Om dat te onderzoeken wilde hij alleen zijn met zijn boeken en zijn essays in zijn torenkamer. Daar sloot hij zichzelf op en schreef. Omdat hij bulkte van het geld liet hij onderin zijn toren een prive kapelletje maken met een nachtblauwe koepel waar hij sterren op liet schilderen. Hij maakte zich er vrolijk over dat hij daardoor ‘boven de hemel’ leefde.
Hoe ziet jouw schrijfplek eruit?
Onze schrijfopdracht van vandaag is dan ook: hoe zou jouw schrijfplek er idealitair uit moeten zien? Wat inspireert je? Wat geeft je schrijfgemak? Wat heeft je lichaam nodig om tot schrijven te komen en hoe voed je de geest?
En, nog concreter: als je kijkt naar de plek waar je nu je schrijfwerk doet, wat ga je dan veranderen om het jezelf gemakkelijker te maken en jezelf uit te nodigen om echt te doen wat je wilt doen: schrijven?
Schrijfopdracht:
– Onderzoek wat voor jou de ideale schrijfplek zou zijn. Beschrijf die (maximaal 150 woorden).
– Beschrijf de stappen die je gaat ondernemen om je huidige schrijfplek te transformeren naar deze ideale plek. (maximaal 150 woorden)
Oh, en doe me een lol: stuur me een foto van je schrijfplek voor en na deze oefening!
Hier nog een paar details van het schrijftorentje en chateau van de Montaigne. Waar trouwens ook prima wijn vandaan komt.
Schrijfoefening: dialoog
Gratis dure schrijfweek in Frankrijk 4
“Maar hoe gebruik je eigenlijk dialoog in je tekst?” vroeg een van de cursisten.
Ik pakte een viltstift van de flipoverstandaard, aarzelde, en schudde mijn hoofd. “Gaan we het vandaag over hebben,” antwoordde ik, en legde de viltstift weer neer. “Maar eerst koffie.”
Dialoog: een gesprek zonder stinkvoeten
In het echt gaan gesprekjes vaak over niks. Dat vinden we niet erg omdat we intussen rondkijken, constateren dat het weer meevalt, een chocolaatje pakken en ons afvragen welke voeten hier nu zo enorm stinken.
Dialoog in een tekst is platter. Het zijn maar woorden. Maar het is wel een andere vorm dan jouw stem als verteller. Dialoog in een tekst kan de boel enorm opvrolijken. Lezer hoort nu niet alleen maar de voice-over van de schrijver als verteller. De karakters die in het boek voorkomen krijgen een eigen stem. En daarmee ook nog meer karakter.
Het nadeel van dialoog
Het vervelende is dat gesproken tekst gemakkelijk opkomt. Je kent, als schrijver, immers je hoofdpersonen al goed en je hoort ze als het ware spreken. Het is dus helemaal geen kunst om ze eindeloos door te laten lullen. Niet doen. Ik ben ervan overtuigd dat dat meestal een vorm van schrijversluiheid is. Jij bent de verteller, dus je hoeft niet je hoofdpersonen jouw werk te laten doen door hen te laten vertellen hoe het verder gaat of wat er daarvoor gebeurde.
“Zesentwintig jaar gelden liepen we hier ook,” zegt hij.
“Jazeker, je beloofde dat je terug zou komen en hopla, nu ben je hier.”
“En daar ben ik maar wat blij om zeg!”
“Nou, anders ik wel. Mijn hele leven gebeurde in die jaren.”
Bwehhhhh…
Inhoud en context
Dialoog is er niet voor het alledaagse geneuzel dat we met elkaar uitwisselen. Dialoog is er om informatie te geven die je als schrijver niet kunt geven (omdat het in het verleden plaatsvindt, of op een andere plek) en het is om je karakters meer smoel te geven. Bovendien voeg je sfeer toe door hun woorden met zorg te kiezen.
Het zijn driedimensionele wezens en hun stem gaat samen met hun handelingen. Ik denk dat het daardoor komt dat een dialoog altijd sterker wordt als je er beweging bij gooit ter ondersteuning.
Met lome stappen slenteren ze over het boerenveld.
“Zesentwintig jaar geleden liepen we hier ook,” zegt hij zacht.
Ze bukt zich, leunend op haar stok, en pakt een klompje vette klei op, dat ze weegt in haar handen.
“Mijn hele leven gebeurde in die jaren,” antwoordt ze en gooit het met een onverwacht krachtige zwaai over het veld.
Hij volgt het klompje klei met zijn ogen tot de plek waar het neerkomt, zoals hij al die jaren al met zijn aandacht bij haar is geweest, haar leven lang.
Schrijfoefening: dialoog
Geef betekenis aan de volgende dialoog door het verhaal eromheen te geven: een scene te beschrijven waarin de woorden een door jou bepaalde betekenis krijgen.
Kies daarbij vooraf bewust welke informatie over de scene jij als verteller geeft, en welke informatie of sfeer je door je hoofdpersonen laat vertellen in een dialoog. Die afwisseling maakt beiden, dialoog en handelingen of verdere context, interessanter. Wat je kunt laten zien met een actie heeft geen woorden nodig, wat gezegd kan worden wordt sterker door het te illustreren met een activiteit of waarneming.
Werk met deze dialoog:
“Lekker weertje vandaag, vind je niet?”
“Dat zal wel ja.”
Schrijfoefening: Marktschrijven
Gratis dure schrijfweek in Frankrijk – 3
Maandag. Marktdag in Miramont le Grande. Wij erheen natuurlijk, met z’n allen, voor deel 2 van het Emotieschrijven. Gisteren onderzochten we: hoe beinvloedt een emotie het lichaam? Hoe ga je zitten, lopen, staan, als je verdrietig bent? Zielsgelukkig? Jaloers? Woedend?
Dit keer biedt de markt de andere kant van deze oefening. We zien mensen in een bepaalde houding, in een gebeurtenis. Door scherp waar te nemen raden we welke emotie maar ook welke situatie ze meemaken. Marktschrijven.
Marktschrijven
Wie bezig is met een bepaald project neemt een interessante houding van zo’n Fransman of -vrouw (of een voorbijganger in je eigen winkelcentrum) als uitgangspunt om een aangrijpende scene in het eigen boek te schrijven.
Anderen verzinnen een prachtverhaal rond een of meer marktbezoekers.
Voor wie al eerder een schrijftraining bij mij deed: verwerk in je verhaal tenminste een 1,2,3-tje! (hier lees je hoe deze westerse haiku werkt).
Maximaal 600 woorden.
Deze man wordt mijn eigen project.
Schrijfoefening: parelduiken
Gratis dure schrijfweek in Frankrijk 3
Terwijl wij hier in Frankrijk een schrijfweek hebben met elke dag nieuwe schrijfoefeningen, huiswerk maken en onze verhalen voorlezen bij het vuur, geef ik jou graag dezelfde schrijfoefeningen die we hier doen – kado.
Vandaag is ‘Emotiedag’ want een verhaal is plat, leeg en saai als er geen emotie in voorkomt.
Emoties beschrijven is als het opduiken van parels in de zee.
Je duikt er in, pakt de oester vast waar de parel in zit en komt weer omhoog om naar het strand te rennen, waar je de parel uit de schelp haalt en zorgvuldig vastlegt in woorden.
De kunst is om die hele reis af te leggen zonder dat ding kwijt te raken.
Parelduiken werkt alsvolgt:
-Kies een emotie.
-Kies een herinnering waarin je die emotie voelde, zittend met gesloten ogen.
-Maak die herinnering levendig en zie jezelf daar in. Dit is je zee.
-Neem nu afstand van de scene die de emotie opriep, haal al je aandacht weg bij de scene, adem die aandacht helemaal in en richt ‘m op jezelf, op je lichaam. Dit is je oester.
-Hoe reageert je lichaam op deze emotie (de parel)?
Je emotie als toeristische attractie
Observeer, als een toerist in je eigen lichaam, wat er verandert aan je ademhaling, nu je deze emotie helemaal toelaat terwijl je zit met je ogen gesloten. Wat gebeurt er met je temperatuur? Ontstaat er ergens tinteling, kriebel, een gevoel alsof er iets draait, knijpt, drukt of wat dan ook? Neem waar. Ontstaat er een neiging tot bewegen? Wat? Geef er niet aan toe, maar neem waar dat die neiging ontstaat.
Open dan je ogen en noteer je waarnemingen. Je lezer kan nu raden welke emotie jij hebt gevoeld.
Dat is prettig voor het ‘show, don’t tell’ effect van een verhaal: je hoeft nu niet meer te vertellen dat je hoofdpersoon verliefd wordt (saaaaaaai), je kunt beschrijven hoe ze een vage glimlach op haar gezicht krijgt, diepe zuchten haar verlichting geven en haar lichaam steeds in een elegante dans lijkt uit te willen barsten terwijl haar ogen steeds dromerig blijven plakken aan alles waar ze naar kijkt.
Lezer zal nu zelf gaan vermoeden dat het mens verliefd is, terwijl ze het zelf nog niet eens door hoeft te hebben. En lezer gelooft dat ook nog es eerder dan als jij het beweert met zoveel woorden.
Schrijfoefening: Parelduiken
Beschrijf een emotie, van binnenuit. Neem bijvoorbeeld het moment dat, in Roodkapje, de jager de deur van grootmoeder’s huisje opent en daar ziet dat er een wolf in bed ligt met een dikke buik, terwijl grootmoeder en Roodkapje nergens te bekennen zijn.
Let op: je beschrijft de emotie zelf, dus de fysieke effecten van die emotie op hemzelf. Niet de gedachten die hij heeft, niet de actie die hij gaat ondernemen. Al mag die emotie daar best in uitmonden.
Maximaal 200 woorden.
Trouwens: hier zie je fragmenten van hoe Chris ons het sprookje van Roodkapje vertelde in gebarentaal! Ook een manier om geen last te hebben van taalverschillen.
Gratis dure schrijfweek 2
Cyrano-schrijven & Landschapsschrijven
De schrijfweek die ik begeleid is in de buurt van Bergerac. Daar woonde ook Cyrano de Bergerac. Google ‘m even en je ziet dat hij vooral beroemd was om twee dingen: zijn woordvaardigheid en het indrukwekkende slagschip dat zijn gezicht sierde. Het woord ‘neus’ alleen al wilde hij in z’n omgeving niet horen en hij mepte er onmiddellijk op als iemand ‘neus’ zei in combinatie met ‘groot’.
Geen oordeel, geen het
Vandaag is de dag van het Cyrano-schrijven. Zeg iets niet. Beperk je. Maar maak wel duidelijk waar je het over hebt. We oefenen dat hier met voorwerpen: iedereen zet een dierbaar persoonlijk voorwerp op tafel. De anderen beschrijven het, maar vermijden de exacte aanduiding. Bijvoeglijk naamwoorden (mooi, lelijk) moeten beperkt blijven tot feitelijke informatie: bruin mag, afgrijselijk niet. Je wilt degene waar het voorwerp van is toch niet voor het hoofd stoten.
En als eerbetoon aan Cyrano gebruikt ook niemand het woord ‘het’.
Klinkt apart, maar probeer maar eens. Je gaat er beslist alerter van schrijven.
Bovendien kan ik dan later deze cursus nog eens uitrollen in Engeland, bij het Castle of Arggggh, waar de Knights who say Ni in de buurt wonen. Ander verhaal.
Voor de thuisschrijvers:
Cyrano-schrijven
Pak een voorwerp dat je dierbaar is en beschrijf het met gevoel, maar zonder oordelende bijvoeglijk naamwoorden. En vermijd ‘het’.
Minimaal 400 woorden. Maximaal 600.
Schrijfoefening voor gevorderden:
Landschapsschrijven
Beschrijf een landschap of een locatie, met gevoel, met gebruikmaking van al je zintuigen (chocoladeschrijven, voor wie al eens een cursus bij mij deed), zonder oordelende bijvoeglijk naamwoorden.
Maximaal 600 woorden.
Gratis dure schrijfweek
Schrijfoefening: Lovende recensies
Okee. Dus je zou ook wel eens willen meedoen met zo’n dure schrijfweek in Frankrijk. Een week lang unieke schrijfoefeningen doen met inspirerende mensen die, net als jij, graag een boek willen schrijven. Met een professionele schrijfcoach die een intensief programma aanbiedt waardoor je je schrijftechnieken uitbreidt en zin krijgt om dat boek nu echt af te maken. Zo’n week. Maar dan gratis. En zonder je gezin achter te hoeven laten.
Gratis dure schrijfweek in Frankrijk
Zo’n schrijfweek begeleid ik op dit moment in Frankrijk.
En jij bent er ook welkom. Gratis.
Elke dag van deze schrijfweek geef ik de deelnemers hier aan tafel een schrijfoefening. Ik zet ‘m ook even online voor je, hier, met een aankondiging op facebook, dan kun je meedoen.
Wil je graag commentaar op je schrijfwerk? Mail het me dan toe. Na de voorleesavond (sorry, die mis je dan wel) kijk ik er naar en stuur je tekst terug met commentaar, vragen en toejuichingen. Worddocumenten graag.
1e opdracht: Lovende Recensie
Stel je voor: je eerste boek is gepubliceerd en uitstekend ontvangen. Stel je nu voor dat jij recensent bent voor een literair tijdschrift. Schrijf een lovende recensie over dit prachtige nieuwe boek. Bespreek daarbij:
– Inhoud
– Opbouw (techniek)
– Biografie van de auteur (jij dus)
– En natuurlijk de onvermijdelijke sneer die elke recensent toch wil uitdelen, ook al is ie laaiend enthousiast.
Maximaal 600 woorden.
Op mijn site vind je nog meer foto’s van de schrijfweek in 2015, ook in Saint Jean de Duras, bij Simply Canvas.
Schrijven is scheppen
Een wereld scheppen in 7 dagen
“Dit keer ben ik zo snel gaan schrijven dat ik mijn gedachten steeds voor kon blijven,” hoorde ik Peter Terrin zeggen, schrijver van o.a. het gloednieuwe boek Yucca. Prachtig! En wie eerder al een aantal bestsellers schiep, zoals Terrin, kan zich dat permitteren.
Voor alle andere schrijvers is het slim om, ook bij fictie, een plan te hebben. Als schrijver ben je de god van je eigen nieuwe wereld en je bouwt je verhaal stapsgewijs op. Laten we wel wezen: God schiep de wereld in zeven dagen, wordt er gezegd. We kunnen ervan uit gaan dat daar ook een plan achter zat. Daarmee is niet gezegd dat je net zo krampachtig als hij moet vasthouden aan de volgorde van stappen die je bedacht hebt, of een stramien waar je je aan moet houden. Het verhaal kan gerust haar eigen weg gaan. Jouw taak als schrijver is om een wereld te scheppen waarin het verhaal zich kan bewegen en ontwikkelen.
1 – In den beginne…
Elk verhaal begint met duisternis. In den beginne is er dus wel een woord, maar het woord is nog bij jou als schrijver en jij bent het woord omdat het nog geen eigen leven heeft. Schrijven is scheppen. Anders gezegd: er is ergens een verhaal dat erop wacht verteld te worden, maar je voelt er de hunkering nog niet naar. Als het verhaal door jou verteld wil worden en jij bent bereid om dat op je te nemen, dan zal het zich aandienen. Sluipend en daarna steeds groter en helderder, als een vlammetje dat een bosbrand wordt. De goddelijke vonk die we inspiratie noemen en de noodzaak tot schrijven opdringt. Het gaat gebeuren. Jij weet het. Het verhaal weet het. Nu is het wachten op het moment dat het echt ‘aan’ is.
2 – De eerste dag: hemel en aarde
Je plannen zijn woest, je document nog leeg. Wat ga je doen? De meeste verhalen dienen zich aan met een levensgroot ‘Wat’. Er is een thema, een gebeurtenis, een persoon misschien die verteld wil worden. Wat, wie of waar roept het hardst om je aandacht? Waar krijg je energie van als je eraan denkt? Waar word je nieuwsgierig van? Dat verhaal. Het is er al, maar het moet nog verteld worden. Definieer. Kies. Scheid de essentie van de hoofdzaak, de hemel van de aarde, de aarde van het water. Wat ga je vertellen?
3- De tweede dag: schep de wereld
Als je weet wat de essentie van je verhaal is, schep dan de wereld waarin dit verhaal tot leven en groei kan komen. Bepaal de context. In welke tijd speelt het zich af? Op welke plek? Een kantoor? Een stad? Een kelder? Een klooster? Hoe lang volg je het verhaal: een dag? Van vraag en overwinning van de weerstand tot het antwoord? Een leven?
4- De derde dag: de queeste
Welke belangrijke gebeurtenis maken we straks mee? Is dat het startpunt of het jubelend slot van het verhaal? Welke andere gebeurtenissen leiden tot deze kern? Wat zijn de gevolgen ervan? Welk doel wordt uiteindelijk bereikt (en welke niet)? Schets, in een mindmap, een tekening, een schema of met duizend postits op de muur, hoe je verhaal zich kronkelt, voortsleept, danst, afdaalt en opspringt langs de gebeurtenissen en ontmoetingen. Wissel hoop en tegenslag af, gebed en geilheid, om ze allemaal een grotere impact te geven op je lezer, zodat die door leest tot je laatste punt.
5- De vierde dag: schep de mens
Met wie leef jij – en straks je lezer – mee? Je hoofdpersoon. Wie is die mens? Wat is het persoonlijke doel van deze mens? Hoe is zij betrokken bij de belangrijkste gebeurtenis? Wat draagt hij bij? En welke weerstanden moet hij overwinnen voordat hij zijn doel bereikt? Wie helpt? Wie werkt tegen? Wie is het werkelijk? Hoe beweegt hij zich? Wat gelooft zij over zichzelf en haar wereld? Hoe reageert de wereld op haar? Wat wil de omgeving van hem? Welke kleding draagt hij graag? Welke zijn belangrijk voor haar? Loop een dag rond als je hoofdpersoon. Luister gesprekken af en noteer typerende uitspraken, gedachtengangen, twijfels, overtuigingen.
6- De zesde dag: verdeel de taken
Ontlast je hoofdpersoon. Ze hoeft niet alles alleen te doen. Schep medestanders, tegenstanders, loyalen, bedriegers, cynici, naieve vragers; iedereen die je nodig hebt om een ander stemgeluid te laten horen. Geef ze een duidelijke functie. In goede fictie kruipt geen regenworm de grond uit zonder reden. Elke gebeurtenis, elke locatie, elk mens helpt het verhaal verder of geeft het meer diepte. Je hoofdpersoon krijgt het meeste smoel door haar interacties met de anderen.
7- De zevende dag: blaas er leven in
Nu kunnen de gebeurtenissen zich gaan ontvouwen. Gebruik verteltrant en beschrijvingen om je wereld tot leven te brengen. Beschrijf zintuiglijke waarnemingen om het landschap op te laten bloeien. Noteer fysieke gewaarwordingen om emoties te laten meevoelen zonder ze te benoemen. En laat ze spreken, de door jou geschapen mens, maar nooit zonder reden. Vul een dialoog altijd aan met ankerpunten in de omgeving, of geef nieuwe informatie via dialoog.
Gooi de poorten van dat paradijs open en laat ze eruit. Of er in natuurlijk, afhankelijk van jouw verhaal.
De rustdag van de schrijver
Rustdag? Dat kun je wel vergeten als het verhaal je te pakken krijgt. Om je schrijftijd te claimen bij je gezin, werk en geliefden, plan je daarom eerst je vrije tijd. Eerst jij en zij. Dan je schrijftijd. Zorg dat je er bent op die tijd, ook als je geen inspiratie hebt. Schrijf. Zo leren je hoofdpersonen je kennen en dienen ze zich aan als je ze nodig hebt. Laat ze ook weten wat je schrijftijden zijn als ze midden in de nacht opduiken. ‘Nu niet, morgen weer,’ is best af te spreken (maar maak voor de zekerheid even een aantekening van die plotselinge ingeving zodat je er morgen echt mee verder kunt).
Zorg voor een professionele meelezer die aan jouw kant staat.
Meld je aan bij de Boekenvroedvrouw voor de beste zorg aan auteur en manuscript.
Vanaf je eerste plan totdat je boek er is.
Slogan in kruissteekjes
Test je tekst met borduurzijde
Okee, ik geef het toe, ik ben Yoeke en ik ben een stille borduurder (‘Hai Yoeke’, zou een zaal vol lotgenoten hier antwoorden als er zoiets bestond als de Borduurders Anonymous).
Ik borduur teksten. En dat is ok, vertel ik mijzelf.
Kort is goed
Het wonderlijke met tekst is dat het in waarde toeneemt naarmate het kortere tekst is en er zichtbaar meer zorg en aandacht aan besteed werd. Schrijf een boek en het is maar de vraag of je lezer oppikt wat je zo ongeveer bedoelt.
Zet de kern op een affiche en onderteken die met ‘Loesje’ bijvoorbeeld, en je hebt iets waar over nagedacht kan worden.
Hoe bedenk je korte tekst
De kunst is om korte tekst te bedenken. Niet ingewikkeld: je begint met een lange, waarin je onderzoekt wat je bedoelt en dan streep je gewoon alles weg rond de kern van wat je wilt zeggen. Een voorbeeld.
Gisteravond had ik een kennismakingsgesprek met een deelnemer aan de schrijfcursus die ik eind deze maand in Frankrijk aanbied.
“Je kunt je natuurlijk het hele jaar het schompes werken voor het geld, maar uiteindelijk gaat het daar niet om,” zei ze.
“Maar zie dat inzicht maar es vol te houden in de waan van de dag,” antwoordde ik. Kijk.
Zoiets is nou echt een ideale aanleiding om terstond nijver aan het kruissteken te slaan en een borduurtje te maken waarop staat:
“Hier gaat het niet om.”
Kleurige guirlandes eromheen van gekruissteekte bloemetjes en misschien wat roze vogeltjes die een hartje met gouddraad vasthouden in hun snaveltjes en klaar. Voor boven het buro, bijvoorbeeld. Lekker kort ook.
Mijn borduurtjes zijn vrijwel altijd kort, omdat ik het graag kado doe aan een jarige en daar denk ik dan natuurlijk te laat aan zodat ik snel moet borduren om er nog mee aan te komen voordat de volgende verjaardag alweer in zicht is.
Inzichten
En toch werkt het louterend, meditatief, dat borduren. Het voorwerk is als het bedenken van een slogan, een pay-off voor de marketeer of ondernemer.
‘Wij bieden u een verzekering waardoor u blijft hopen dat u nog iets achter de hand hebt als uw leven in elkaar stort,’ is een weinig wervende tekst die niet beklijft. Het is niet borduurbaar. ‘Wat er ook gebeurt’ blijft hangen. Desnoods in kruissteekjes aan de muur.
Een Nuttig Inzicht moet samengevat kunnen worden in een borduurbare tekst. Eentje waar je niet snel op uitgekeken bent omdat je erover blijft denken, liefst.
Dat gaat vanzelf als je borduurt: het is meditatief. Met elk half kruissteekje verdwijnen meer afleidende gedachten en ontstaat er een gapender vacature in het hoofd. Die vult zich met mijmeringen over de tekst die geborduurd wordt. Als ie af is, heb je hem doorgrond tot op de bodem en terug.
Slogan of pay-off
Maar lang daarna nog hangt of staat hij in een verguld lijstje of houten frame in iemand’s woonruimte, hoop je als borduurder. Om te helpen herinneren aan de vergankelijkheid van het leven, aan het relatieve van ellende of onenigheid, aan de voornemens die we willen realiseren, de inzichten die we ons verwierven of hunkeren naar het moment dat we eindelijk zo ver zijn.
Net zoals een slogan lang mee moet kunnen op je site en je folders. Verveelt ie? Dan was hij niet goed genoeg. Borduren is dus de beste test voor de slogan die je wilt gaan gebruiken voor je eigen bedrijf. Voer ‘m uit in kruissteekjes en je weet of het een blijvertje is.
Nieuwe slogans test je met kruissteekjes
Slechte tekst
Voor een geliefde, die al tijden hevig worstelde met zijn financiele leven, borduurde ik eens: ‘GELD tja…’.
Als aansporing was het bedoeld, om zich een relatie te bouwen met dat goedje. Eigenlijk was dat een slechte tekst. Op advies van een vriendin tornde hij na enige tijd zorgvuldig de t weg. Nu veranderde de boodschap in een enthousiaste uitnoding:
‘GELD ja…’ is een duidelijk standpunt en klinkt veel hartelijker.