Magisch werk

Belemmerende gedachten gaan in rook op


“Schrijf even op van welke zorgen je vandaag geen last wilt hebben,” vraag ik meestal aan het begin van een workshop.
De briefjes verzamel ik in een nachtblauw zwijgdoosje met een prachtige maan op het deksel en zet dat weg.
“Goh. Dat lucht op!” zeggen cursisten dan vaak.
Het is letterlijk uit je systeem op het moment dat je je belemmerende gedachten in woorden hebt gevangen en apart hebt gezet.
Ik kan wel raden wat er op staat. ‘Snap ik dit wel.’ ‘Lachen ze me niet uit.’ ‘Haalt H. de kinderen wel op tijd bij oma op.’ ‘Is dit geen weggegooid geld’. Dat denk ik namelijk zelf ook altijd voordat ik me durf over te geven aan wat de dag me zal brengen.
We spreken af dat iedereen die dat wil z’n zorgen na de workshop weer mag terugpakken uit het doosje.
Tot nu toe is dat nog nooit gebeurd. Terecht. Zorgen die je echt nodig hebt vinden zelf de weg naar huis wel weer.
De andere zorgen en belemmerende gedachten verbrand ik, als ik weer thuis ben met het nachtblauwe zwijgdoosje.
Uit respect voor de zorgen – die dingen doen toch ook hun stinkende best om je leven kleur te geven – strooi ik in de vlammen nog even wat palo santo, lekker ruikend reinigend hout.
Simpel magisch werk waarvan het effect direct merkbaar is.
Dat lucht op.

Stijloefeningen

Zet zelf het honderdste kopje op www.wittekopjes.nl


 
Niet alleen professionele schrijvers maken graag gebruik van witte kopjes.
Het stijlboekje ’99 witte kopjes op een tafel’ is nog steeds te koop.
Je vindt er speelse schrijfvarianten in om de werkelijkheid als nieuw te zien en te beschrijven.
Bestel ‘m en geef ‘m cadeau. Bijvoorbeeld met sinterklaas of kerst.

Ja! Ik bestel dat lollige schrijfstijlenzakboek bij Bol.com!

Fwie-fwieieieiew!

Zo iemand zou ik kunnen zijn


Twee dagen geleden werd er opeens hard en doordringend gefloten onder mijn werkkamerraam. Dat typische ‘hee-lekker-ding’ fluitje dat ‘fwie-fwieieieieiew‘ gaat.
Ik het raam open gooien natuurlijk, enthousiast naar buiten kijken.
Niemand.
Maar wel een herhaling van dat fluitje. En nog eens. Zo ritmisch dat ik me al snel een beetje gegeneerd realiseerde dat het waarschijnlijk een telefoontje was dat daar niet opgenomen werd. Pech.
Raam weer dicht, verder werken.
Een paar uur later opnieuw een hele serie fwie-fwieieieiews.
Zou iemand nou een hele avond achter mijn tuin gaan staan om z’n telefoon niet op te nemen?
Leek me sterk. Wat dan?
Net op het moment dat ik de deur open deed om te gaan kijken hoe het nou zat, hield het geluid op. Dan niet.
Maar vanavond begon het opnieuw. Treuriger nu. Fwie-fwieeuuuuw!
En opeens leek het me logisch dat het telefoontje in z’n eentje ergens achter mijn tuin moest liggen. Misschien was het uit een tasje gevallen. Of het tasje was gestolen en de dief had het telefoontje minderwaardig gevonden en in de struiken achter mijn tuin gegooid.
De eigenaar, die er natuurlijk zielsveel van hield, probeerde nu al twee avonden lang wanhopig om de aandacht te trekken van een voorbijganger, door regelmatig zijn eigen nummer te bellen. In de hoop dat er iemand (ik, misschien wel) nieuwsgierig op het geluid zou afgaan, het telefoontje zou vinden, midden in een fwie-fwi... zou opnemen en zou zeggen:
‘Hoi! Ik heb je telefoon gevonden hoor!’

Zo iemand zou ik kunnen zijn! Een held!

Ik heb mijn jas aangedaan, ben naar buiten gelopen en heb met trage stappen achter mijn tuin lopen wachten tot het opnieuw fwie-fwieieieiewde.
Nu kon ik het geluid ook duidelijker traceren.
Het kwam uit het huis van de buren.
Sommige columns lopen heel suf af.
 

Schrijf je zelf liever over een belangrijker onderwerp? 
Kom naar de workshopdag Magisch Schrijven
op 18 november in Baak (bij Zutphen).
Meer informatie en inschrijven. 

Tot onze spijt – jij wint

Het licht viel net een beetje mal op het gezicht van die soldaat, vond de eindredacteur van dienst. Het was 1967.
Hij koos een paar foto’s uit van het rolletje dat Co Rentmeester hem stuurde. De rest ging terug. Geen belangstelling. Co zelf vond het toch nog best een aardig beeld, voor het eerst in kleur, dat van die militair in een tank, ergens in Vietnam, met dat lichtstreepje dat net in z’n gezicht viel. Het bemodderde gezicht. De uitdrukkingsloze kramp rond de mond. Hij stuurde hem op naar de World Press Photo – en won. Google ‘m even.

Kwaliteit herkennen

Afgekeurde foto’s die de wereldgeschiedenis ingaan als icoon voor een tijd.
Teksten die eindeloos werden bijgewerkt, omgegooid, weggeschrapt en aangevuld om uiteindelijk eeuwige roem te vergaren onder een titel als ‘I can’t get no satisfaction’.
Een stel schetsen van Jeroen Bosch, verborgen onder een schilderij dat al door duizenden kunstkenners werd bekeken.
Nou ja, ik bedoel maar.
Heb jij ook wel eens zo’n mailtje gevonden dat begint met: ‘Tot onze spijt…’ ?
Trek het je niet te veel aan.
Kwaliteit wordt wel vaker niet direct herkend.
Niet door de maker zelf, die er maar aan blijft knutselen tot het nog beter is.
Niet door de officiële beoordeler van het werk, die het afkeurt omdat hij iets anders in of aan z’n hoofd had.
Maar uiteindelijk, soms, wel, na verloop van tijd, per ongeluk, toch nog, toevallig.

Advies voor succes

Leef dus zo dat toeval altijd een goede kans heeft.
Kun je altijd nog beroemd worden.
Later.

Niets

Niets komt er aan


Hoe beschrijf je niets?

Bewustwoordingswedstrijd

Dit is de tijd dat niets zich opdringt.
Geen zonnige ochtenden. Geen vogeltjes in de weer met takjes. Geen groene sprietjes boven de aarde. Geen kortebroeken-dag. Geen bouwvakkers met bloot bovenlijf.Geen geluid. Geen fut, zelfs.
Niets. Blad valt. Licht slinkt. Een aangename rust daalt neer. Bos wordt stil.
Je hoort niets.
Het zal wel al bijna hier zijn.
Maar hoe schrijf je over niets?
Welke woorden raken niets in de kern?
Kom.
Comment.
Ik nodig je uit tot het bewoorden van niets.
Bewustwoording van het niets.
Schrijf een klinkende zin, waar alles mee gezegd wordt over niets.
Haiku, limerick of sonnet mogen ook.
Aan de schrijver van de mooiste zin geef ik een WoordWaardeBon van 50 euro.
Voor niets.
Nou ja, om in te wisselen natuurlijk voor een heerlijke schrijfactiviteit. Kijk hier even hoe dat werkt.

En als niets lukt terwijl je toch graag over iets schrijft, kom dan naar de Schatschrijfdag
in Amersfoort op 4 november.
Krijg je inspiratie van en woordplezier.

Snelle service van de goden

Soms werken Ze opeens pijlsnel


Met grote moeite scheurde ik me uit mijn bed op zaterdagochtend. Tijd voor mijn reis naar het trainingsweekend met Vivianne Crowley, een gewaardeerde docente die ons onder andere zou meenemen in een Samhain ritueel.
Beetje vroeg in het jaar, maar ja.
Samhain is het jaarfeest waarbij afscheid nemen en loslaten een belangrijke rol speelt. Geen lichtzinnig feestje dus, maar een pittig weekeinde zou het worden. Voor voorbereidingen had ik totaal geen tijd gehad: de hele week al volgden de afspraken elkaar op. Leuk, maar ook vermoeiend.

Je zou het kunnen krijgen

Daardoor kwam ik er pas in de auto aan toe – anderhalf uur rijden is voor zoiets wel genoeg – om na te denken over de vraag die Vivianne de deelnemers vooraf stelde: waarvan zou je zelf afscheid willen nemen?
In zulke gevallen moet je altijd voorzichtig zijn met wat je vraagt, want je zou het kunnen krijgen. Op de gekste momenten horen de goden je verzoeken en beantwoorden die soms met een griezelig gevoel voor humor.
De vraag om ‘meer rust’ bijvoorbeeld zou wel eens kunnen leiden tot een heftige blessure waardoor je niet meer kunt werken. En ‘minder werk’ is al helemaal geen goed verzoek, omdat ik als zelfstandig ondernemer geniet van leuke klussen en er ook nog eens financieel afhankelijk van ben. Uiteindelijk besloot ik mijn ‘afscheidsverzoek’ weloverwogen te formuleren als: ‘Minder jachtig in het leven staan en toch volop genieten van overvloed.’

Vrolijke smiley

Zodra ik aankwam op de prachtige locatie waar het weekeinde gepland was viel het me al op dat het er behoorlijk rustig was. Deelnemers aan een paganistische training kunnen nogal eens buitengewoon levenslustig en eh… hoorbaar zijn. Nu niet.
Ik dwaalde door lege gangen, opende zelfs hier en daar een zaaldeur… Niemand.
Uiteindelijk sms-te ik dus de organisatrice van het geheel maar. ‘In welke zaal zitten we eigenlijk?’
Op mijn schermpje verscheen het antwoord, met een vrolijke smiley erbij: ‘In Zaal Vijf. Half november, trouwens.’

Toeoeoeoet…

Ik ben inmiddels heel wat wonderen gewend. Maar de snelheid waarmee de goden dit keer mijn verzoek om een minder jachtig leven inwilligden, sloeg alles. In grote dankbaarheid en met een brede grijns stapte ik weer in m’n nog warme auto en reed in anderhalf uur terug naar huis. Heel rustig. Om lekker te genieten van een onverwachte vrije dag.

Amuletten in je portemonnee

Afrikaanse krachtvoorwerpen en amuletten


Of ik ook portemonnees lees, vroeg de redactie van ’10x beter – over geld’, een tv-programma. Tuurlijk. Als ik damestasjes en herenbroekzakken kan lezen, dan moet dat met portemonnees ook kunnen.
Vandaag hadden we dus opnames in, op mijn verzoek, het Afrikamuseum in Berg en Dal. Een aanrader.
Dat staat immers bol van de amuletten en geluksbrengers waar wij, westerlingen, een beetje om moeten giechelen.
Een katoenen koordje om je nek dragen om mooiere borsten te krijgen? Beetje mal. Een lint om je enkel om harder te kunnen lopen? Bijgeloof natuurlijk.
Nee, dan wij, nuchterlingen.
Wij hebben in onze portemonnee – het hart van de damestas, de trofeebuidel van de herenbroekzak –  uitsluitend functionele zaken zitten. Zeggen we.
Maar vandaag las ik opnieuw een aantal portemonnees en kan niet anders concluderen dan dat we, gelukkig maar, ons puur menselijk verlangen naar ondersteunende symbolische objecten niet verloren hebben.

Condoom of vruchtbaarheidsamulet

In veel portemonnees zitten bijvoorbeeld fotootjes van de kinderen. “Zo zijn ze toch een beetje bij me,” is de uitleg.

Westers krachtvoorwerp met stamduiding (winkelpasjes)


Of een sieraad. “Gekregen van een vriendin, kapot, maar zoiets doe je niet weg.” Nee. Maar de keuze om het altijd bij je te dragen in je portemonnee is nou ook weer het andere uiterste.
En een hele grappige: veel Afrikaanse amuletten en krachtvoorwerpen zijn gericht op het vergroten van de vruchtbaarheid. Die draag je dus altijd met je mee. Westerse vrouwen, daarentegen, hebben vaak in hun portemonnee een stripje van de pil, of een condoom.
Kun je maar beter bij je hebben, voor het geval dat… Ook al zijn ze al lang en breed over datum. Zo is aan de spullen die we met ons meedragen veel te zien over wat een samenleving belangrijk vindt. Kinderen krijgen, of juist voorkomen.

Winkelpasje: ‘Ik hoor bij deze stam’

Bij een stam horen, met een bijzondere gevlochten ketting, is in Afrika belangrijk. Hier draag je een winkelpasje bij je. Bij die zaak wil je vaker komen. Daar voel je je vertrouwd, die past bij je.
Nee, dat is niet ‘puur praktisch’, want de meeste winkelpasjesdrager geven ruiterlijk toe dat ze het ding altijd vergeten als ze in de betreffende winkel zijn. De symbolische waarde is belangrijker: ‘hier hoor ik bij.’ En om dat te bewijzen gaan ze me een voorkeursbehandeling geven met korting. Winkelpasjes zijn de magische objecten van het westen, waar onze identiteit aan is af te lezen.
De uitzending van deze aflevering van 10xbeter – geld – is inmiddels geweest en kun je bekijken op de ‘film’pagina van deze site.

Wie schrijft verdwijnt

Woorden voor consumptie & transformatie


Morgen vier ik mijn 35e schrijfjaar. ‘Wie schrijft, die blijft,’ geloofde ik toen ik begon om verhalen op papier te zetten.
Dat blijkt niet waar te zijn. Wie schrijft, verdwijnt. Pijlsnel. Als je het tenminste goed doet.

Nachtwereld van de ziel

Een stukkie schrijven is allereerst heerlijk om te doen. Woorden banen de weg van binnenwereld naar buitenwereld en zo wordt een gevoel, een overtuiging, een waarneming of een ervaring, zichtbaar. Als beginnend schrijver dacht ik dat dat vooral een dienst aan anderen was.
Toen ik er wat beter in werd, merkte ik dat schrijven ook vaak een fijne manier was om zelf zicht te krijgen op mijn binnenwereld: ergens diep over nadenken levert vaak minder op dan ergens woorden aan geven en daarin weerspiegeld zien wat er dan zoal leeft in die nachtwereld van de ziel.

Tekst consumeren

Een enkele keer, als een lezer toevallig met een zelfde thema worstelt als ik, kan een tekst zelfs wel eens voor iemand anders iets betekenen.
Een lezer consumeert dan de tekst die ik schreef. Althans, de stukjes uit mijn tekst die aansluiten – de rest wordt weggefilterd en bereikt de lezersgeest niet, blijft ongegeten op het papier liggen.
De stukjes tekst, mijn gedachten die ik onder woorden bracht, worden opgenomen door de lezer in z’n eigen hoofd en hart. Ze nemen daarmee direct de kleur aan van de lezer zelf. Misschien weet hij zich de eerste paar dagen nog wel te herinneren wanneer hij deze gedachten-in-woorden heeft geconsumeerd. In een heel enkel geval weet hij zelfs nog dat mijn naam er onder stond.
Maar al snel raakt hij er van overtuigd dat hij zelf bedacht heeft wat hij nu denkt. Ik, als schrijver, ben verdwenen uit zijn belevingswereld. Mijn gedachten, die ik hem in woorden heb gegeven, hebben zich gevoegd naar zijn werkelijkheid en maken daar nu een onlosmakelijk deel van uit. Ik heb misschien verandering teweeg gebracht, maar gebleven ben ik zeker niet.

Jouw gedachten

Het is daarbij heel best mogelijk dat mijn lezer mijn woorden zo’n plek geeft in zijn eigen werkelijkheid, dat ik mezelf er helemaal niet meer in herken.
Af en toe schrijft een lezer me terug met een opmerking als: ‘Het klopt dat ik betere seks heb nu ik mijn huis regelmatig dweil, precies wat je al schreef in je boek.’
Nou weet ik heel, heel zeker dat ik dat nooit ergens geschreven heb. Ik ben kennelijk verdwenen uit de boodschap die de lezer zichzelf heeft gegeven, naar aanleiding van een tekst die ik ooit – over iets anders – heb geschreven. Wie schrijft, verdwijnt.
Lezer voedt zich met mijn woordenmaaltijd en zet die om in lichaam- en geesteigen energie. Nieuwe gedachten ontstaan uit de compost van mijn verwoorde gedachten, die nu de gedachten van lezer zijn geworden.
Okee. In die zin zou je bijna kunnen stellen: wie schrijft, die blijft. Als onherkenbaar getransformeerde ontwikkeling van de lezer.
Een kok heeft niets te zeggen over wat zijn gast doet met de energie die hij opdoet met het eten van een maaltijd.
Een schrijver moet maar afwachten in welke mysterieuze diepten van de geest zijn woorden terecht komen.
Het enige dat blijft is het moment van genot tijdens het eten, tijdens het lezen.
Soms lukt het om dat te bieden. Meer is het niet, dat schrijven.
Ik reken het goed.
Ik blijf.

Wil jij schrijven – of je nu blijft of verdwijnt – ?
Kom meedoen met de dagcursus ‘Schrijf dat boek’
op zondag 28 oktober in Arnhem.

NLP: volg je plan, negeer je droom

NLP, Neuro Linguistisch Programmeren, is een schitterende set inzichten in de menselijke geest.
In het kort gezegd gaat NLP hiervan uit: als je je brein op de juiste manier de juiste opdracht geeft kun je alles, omdat je gelooft dat je alles kunt.
Dit is natuurlijk, in essentie, hartstikke waar.
Daarom maken steeds meer mediaspecialisten en marketingtrainers gebruik van NLP-technieken. 

Bom op dinsdagochtend!

Iedereen die een mailbox heeft ontvangt daarom wekelijks vurige aansporingen van deze mediaspecialisten en marketingtrainers, die ons van harte een succesvol leven en meer omzet EN werkplezier gunnen.
Teksten als ‘Maak je droom waar!’ ‘Volg je hart!’ en ‘Leef succesvol!’ spetteren in drie kleuren (energiek rood, vertrouwenwekkend blauw en zakelijk zwart) tegen je scherm aan. De zinnen raken beurtelings visueel ingestelden (‘Ik heb zelf gezien hoe succes je leven verandert!’), de tactielen (‘Je voelt je lekker als je met gemak je inkomen binnenhaalt’), de auditieven (‘Dat klinkt goed he?’) en maar zelden de nasielen (‘Steek je neus er maar eens in’). Er staan nergens ontkenningen in, ook niet als dat qua zinsbouw LOGISCHER zou zijn. En jouw naam wordt er tenminste twee maal in genoemd.
Zo’n mailtje komt binnen op dinsdagochtend, want onderzoek wijst uit dat dat het beste moment is om te mailen. Weekeindmail is opgeruimd, we beginnen de week met frisse moed.
En steeds als ik zo’n energiebom in mijn mailbox vind, zakt me die moed juist in de schoenen.

Oude vrouw in klederdracht

Dat komt zo. Mijn dromen noteer ik sinds kort elke ochtend. Het zijn bizarre gebeurtenissen en beelden, met echte emoties er in, maar zonder veel samenhang. Die dromen volgen lijkt me een slecht plan. Ze waarmaken trouwens ook. Eentje dan: waarom zou ik in een huisgrote koekenpan 42 kippen gaan bereiden onder toeziend oog van een oude vrouw in klederdracht?
Ook mijn hart volgen is een lastige. Waar ik heen ga, is mijn hart bij me. Het is, als het ware, een onderdeel van me. Het zit van binnen.
In overdrachtelijke zin mijn hart volgen – energie steken in de dingen die me gelukkig maken – is voor mij de definitie van de derde leuze: succesvol leven.
Dat dan weer wel. Zoals ik al zei: er zit heus wel wat in die NLP.

Bedenk een plan!

Wie op z’n dromen let, doet zelfonderzoek. Ons onderbewuste, dat meestal behoorlijk slim is, kunnen we zien via onze dromen. Dromen zijn bovendien de taal waarin de goden en de voorouders tot ons spreken, zei laatst een Sangoma tegen me. ‘Wie z’n dromen niet onthoudt, is als wie z’n brieven ongeopend weggooit,’ staat zelfs in de Talmoed. Dus. Dromen zijn vensters naar onze angsten en verlangens. Die bevinden zich op een totaal ander niveau dan daar waar ‘een succesvol leven‘ ligt. Dromen zijn de weg van buiten naar binnen: aandacht glijdt elegant de ziel in en kijkt daar aandachtig en respectvol rond om mondjesmaat informatie over onze onbewuste kennis en inzichten door te geven aan onze geest. Een prachtige manier om onszelf te leren kennen in de stilte van de slaap. Maar zelfinzicht betekent ook twijfel. Verdriet. Machteloosheid. Tomeloos enthousiasme. Wilde passie. Allemaal menselijke emoties die het leven tamelijk onbestuurbaar maken als je alleen wilt geloven in de maakbaarheid ervan.
De werkelijke boodschap van de marketingers-met-NLP is dan ook helemaal niet dat je je dromen moet volgen. De boodschap is dat je, ondanks alles wat je dromen je vertellen, een slim en winstgevend plan moet bedenken voor jezelf. Je verzint iets. Met je brein, je ratio. En dat ga je uitvoeren. Het is, zogezegd, de weg van binnen naar buiten: het bedachte plan wordt gerealiseerd, gematerialiseerd in de wereld. Aan de hoeveelheid materialisatie is vervolgens die succesvolheid uit te rekenen. Simpel.

Sturing van de goden

Als er iets niet samen gaat zijn het wel dromen en bedachte plannen. Een droom wordt samengesteld uit een mengsel van de kennis van  je onderbewuste en de toevallige gebeurtenissen die je hebt beleefd. Een droom is vaak fragiel, stil, en hij bloeit maar eventjes.
Een bedacht plan walst  juist alles omver dat toevallig in de weg staat. Een Doel moet bereikt worden. De goden, die zich kenbaar maken via dromen en het toeval, kunnen daardoor maar weinig voor je doen als je een zelfbedacht plan volgt. Ook niet als je het je droom volgen noemt. Een plan uitvoeren sluit immers toeval uit: jij hebt je leven onder controle als je doet wat je zelf bedacht.
En dat vind ik nou zo jammer. Want juist door ontspannen toe te geven aan het schitterend spel van toeval, gezond verstand en ons onderbewuste ontstaan de mooiste ervaringen. Mooier dan wat we zelf aan plannen bedenken. Wie bereid is af en toe juist niet doelgericht z’n eigen plan uit te voeren, krijgt sturing van de goden zelf. Kortom: wees succesvol, laat je dromen met rust.
Daarom doe ik het, ook op dinsdagochtend, toch maar anders.
Ik noteer mijn dromen om mijn onderbewuste beter te horen. Ik volg ingevingen, plezier en het toeval. Met hart en ziel. En daar zal ik dan uiteindelijk ook wel heel succesvol in worden.
Maar daar ga ik je echt niet in dinsdagochtendmails mee lastig vallen hoor.

Vanuit het hart

Wel vind je het misschien leuk om te weten dat mijn nieuwe agenda met schrijfworkshops online staat. Met zes nieuwe mogelijkheden om vanuit het hart te schrijven, waar alle woorden kloppen. Het zou best eens kunnen dat daar iets voor je bij zit. Je bent welkom.
 

 
 
 
 
 

Najaarsschoonmaak

Vraag goede vrienden om je te waarschuwen als je schoonmaakneigingen reden tot bezorgdheid geven. Overdrijf nooit.


Je voelt ‘m misschien al wat sneaky aan komen kruipen: de drang om eens een paar dingen weg te doen -pas op!- Eens eventjes een verfje over een kozijn te halen -hellend vlak!-  nu het nog lekker weer is, misschien eens een keer die ruiten lappen -code rood, gevarenzone!-, je klerenkast uit te mesten -schei uit nu het nog kan!- en alles wat je deze zomer niet droeg in een zak te stoppen… -huuuuu! Ren!-
Het lijkt, zo onafhankelijk van elkaar genoemd, heel onschuldig. Maar tel het bij elkaar op en je blijkt besmet te zijn met de Najaarsschoonmaakwoede. Hij waart dit jaar al vroeg rond en wat achtergrondinformatie erover kan voorkomen dat je weggezogen wordt in woeste schoonmaakbuien en zo kostbare tijd verspilt aan huishoudelijk werk, die je ook had kunnen besteden aan eh… persoonlijke ontwikkeling, of lichaamsbeweging. Bijvoorbeeld. Hieronder vind je belangrijke informatie om die drie kwaliteiten – huishouden, persoonlijke ontwikkeling en lichaamsbeweging – juist te combineren.

Voorjaar: dartelen in een hooiberg

Jawel, dat bestaat wel degelijk, de najaarsschoonmaak. De bewijzen duiken hier en daar al op: twitteraars hebben het over ‘weer lekker fris huis’, facebookers roemen hun uitgedunde garderobe. ‘Allemaal naar een goed doel gebracht!’
Zoiets verwacht je misschien vooral rond de beruchte voorjaarsschoonmaak. Geen fabeltje.
In het voorjaar ging vroeger de kachel naar het boetje om meer ruimte te krijgen in de keuken. Omdat zo’n kreng altijd stevige roetsporen achterliet had het dan pas zin om alles even grondig te poetsen. Voila, voorjaarsschoonmaak. Dat ‘vroeger’ is natuurlijk nog maar een paar honderd jaar oud – vanaf de tijd dat we in huizen woonden en iets hadden om schoon te maken en zo ruimte te scheppen voor groei, voor lentebloesem en voor gedartel in hooibergen.

Najaarspoets: schaam je niet!

De najaarsschoonmaak zit misschien nog wel dieper dan de voorjaarsschoonmaak in onze genen verstopt. Veel vroeger vroeger leefden we buiten tot het weer zo slecht werd dat we ergens een onderkomen moesten zoeken. Een grot, bijvoorbeeld. Die moest dan zorgvuldig worden doorzocht en uitgemest zodat niet halverwege de winter opeens een beer in de achterkamer zou blijken te wonen. Zodra de bladeren begonnen met vallen, stel ik me zo voor, begon er een drang te kriebelen om ergens binnen te gaan, op te ruimen en te poetsen. Voila, de najaarsschoonmaak.
Het is beslist heldhaftig en bewonderenswaardg om  je er tegen te verzetten zo lang het nog kan. Maar als je toch voor de bijl gaat en toegeeft aan je najaarspoetsbui, schaam je er dan niet voor. Poets je huis, maar neem meteen ook even geest en wereld mee. Magisch huishouden werkt op zoveel niveaus tegelijk!

Het boek dat zelfs het huishouden zin geeft.

3 tips voor magisch huishouden:

1-Vul die dozen met overbodig spul, geef het aan een goed doel, train je keuzespieren door af te wegen wat mag blijven en wat weg gaat.
2-Haal je kledingkast leeg en bedenk hoe elk kledingstuk een bepaald aspect van je persoonlijkheid naar boven haalt. Doe weg wat niet meer bij je past.
3-Dweil de gebeurtenissen van afgelopen zomer van je vloer af, zodat je weer een schone basis hebt voor nieuwe belevenissen.

Meer magisch huishouden-tips? Sinds vandaag is mijn boek ‘De Magie Van Het Huishouden’ weer te bestellen bij mij.
Mail me even met je adresgegevens en ik stuur ‘m gesigneerd en wel naar je toe.
Voor 15 euro, incl. verzendkosten en een persoonlijke tip om de huishoudelijke klus die jij het allerverschrikkelijkst vindt toch Zinvol te maken.