Fwie-fwieieieiew!

Zo iemand zou ik kunnen zijn


Twee dagen geleden werd er opeens hard en doordringend gefloten onder mijn werkkamerraam. Dat typische ‘hee-lekker-ding’ fluitje dat ‘fwie-fwieieieieiew‘ gaat.
Ik het raam open gooien natuurlijk, enthousiast naar buiten kijken.
Niemand.
Maar wel een herhaling van dat fluitje. En nog eens. Zo ritmisch dat ik me al snel een beetje gegeneerd realiseerde dat het waarschijnlijk een telefoontje was dat daar niet opgenomen werd. Pech.
Raam weer dicht, verder werken.
Een paar uur later opnieuw een hele serie fwie-fwieieieiews.
Zou iemand nou een hele avond achter mijn tuin gaan staan om z’n telefoon niet op te nemen?
Leek me sterk. Wat dan?
Net op het moment dat ik de deur open deed om te gaan kijken hoe het nou zat, hield het geluid op. Dan niet.
Maar vanavond begon het opnieuw. Treuriger nu. Fwie-fwieeuuuuw!
En opeens leek het me logisch dat het telefoontje in z’n eentje ergens achter mijn tuin moest liggen. Misschien was het uit een tasje gevallen. Of het tasje was gestolen en de dief had het telefoontje minderwaardig gevonden en in de struiken achter mijn tuin gegooid.
De eigenaar, die er natuurlijk zielsveel van hield, probeerde nu al twee avonden lang wanhopig om de aandacht te trekken van een voorbijganger, door regelmatig zijn eigen nummer te bellen. In de hoop dat er iemand (ik, misschien wel) nieuwsgierig op het geluid zou afgaan, het telefoontje zou vinden, midden in een fwie-fwi... zou opnemen en zou zeggen:
‘Hoi! Ik heb je telefoon gevonden hoor!’

Zo iemand zou ik kunnen zijn! Een held!

Ik heb mijn jas aangedaan, ben naar buiten gelopen en heb met trage stappen achter mijn tuin lopen wachten tot het opnieuw fwie-fwieieieiewde.
Nu kon ik het geluid ook duidelijker traceren.
Het kwam uit het huis van de buren.
Sommige columns lopen heel suf af.
 

Schrijf je zelf liever over een belangrijker onderwerp? 
Kom naar de workshopdag Magisch Schrijven
op 18 november in Baak (bij Zutphen).
Meer informatie en inschrijven. 

Wie schrijft verdwijnt

Woorden voor consumptie & transformatie


Morgen vier ik mijn 35e schrijfjaar. ‘Wie schrijft, die blijft,’ geloofde ik toen ik begon om verhalen op papier te zetten.
Dat blijkt niet waar te zijn. Wie schrijft, verdwijnt. Pijlsnel. Als je het tenminste goed doet.

Nachtwereld van de ziel

Een stukkie schrijven is allereerst heerlijk om te doen. Woorden banen de weg van binnenwereld naar buitenwereld en zo wordt een gevoel, een overtuiging, een waarneming of een ervaring, zichtbaar. Als beginnend schrijver dacht ik dat dat vooral een dienst aan anderen was.
Toen ik er wat beter in werd, merkte ik dat schrijven ook vaak een fijne manier was om zelf zicht te krijgen op mijn binnenwereld: ergens diep over nadenken levert vaak minder op dan ergens woorden aan geven en daarin weerspiegeld zien wat er dan zoal leeft in die nachtwereld van de ziel.

Tekst consumeren

Een enkele keer, als een lezer toevallig met een zelfde thema worstelt als ik, kan een tekst zelfs wel eens voor iemand anders iets betekenen.
Een lezer consumeert dan de tekst die ik schreef. Althans, de stukjes uit mijn tekst die aansluiten – de rest wordt weggefilterd en bereikt de lezersgeest niet, blijft ongegeten op het papier liggen.
De stukjes tekst, mijn gedachten die ik onder woorden bracht, worden opgenomen door de lezer in z’n eigen hoofd en hart. Ze nemen daarmee direct de kleur aan van de lezer zelf. Misschien weet hij zich de eerste paar dagen nog wel te herinneren wanneer hij deze gedachten-in-woorden heeft geconsumeerd. In een heel enkel geval weet hij zelfs nog dat mijn naam er onder stond.
Maar al snel raakt hij er van overtuigd dat hij zelf bedacht heeft wat hij nu denkt. Ik, als schrijver, ben verdwenen uit zijn belevingswereld. Mijn gedachten, die ik hem in woorden heb gegeven, hebben zich gevoegd naar zijn werkelijkheid en maken daar nu een onlosmakelijk deel van uit. Ik heb misschien verandering teweeg gebracht, maar gebleven ben ik zeker niet.

Jouw gedachten

Het is daarbij heel best mogelijk dat mijn lezer mijn woorden zo’n plek geeft in zijn eigen werkelijkheid, dat ik mezelf er helemaal niet meer in herken.
Af en toe schrijft een lezer me terug met een opmerking als: ‘Het klopt dat ik betere seks heb nu ik mijn huis regelmatig dweil, precies wat je al schreef in je boek.’
Nou weet ik heel, heel zeker dat ik dat nooit ergens geschreven heb. Ik ben kennelijk verdwenen uit de boodschap die de lezer zichzelf heeft gegeven, naar aanleiding van een tekst die ik ooit – over iets anders – heb geschreven. Wie schrijft, verdwijnt.
Lezer voedt zich met mijn woordenmaaltijd en zet die om in lichaam- en geesteigen energie. Nieuwe gedachten ontstaan uit de compost van mijn verwoorde gedachten, die nu de gedachten van lezer zijn geworden.
Okee. In die zin zou je bijna kunnen stellen: wie schrijft, die blijft. Als onherkenbaar getransformeerde ontwikkeling van de lezer.
Een kok heeft niets te zeggen over wat zijn gast doet met de energie die hij opdoet met het eten van een maaltijd.
Een schrijver moet maar afwachten in welke mysterieuze diepten van de geest zijn woorden terecht komen.
Het enige dat blijft is het moment van genot tijdens het eten, tijdens het lezen.
Soms lukt het om dat te bieden. Meer is het niet, dat schrijven.
Ik reken het goed.
Ik blijf.

Wil jij schrijven – of je nu blijft of verdwijnt – ?
Kom meedoen met de dagcursus ‘Schrijf dat boek’
op zondag 28 oktober in Arnhem.

Het Schrijfpentagram – schrijven als spel

Als Geest kan spelen, ontstaan de mooiste creaties


We worden doodgegooid met structuren en systeem, protocollen en procedures. Da’s jammer.
Want Geest houdt van spelen. Onze geest, welteverstaan. Geest wil dartelen en huppelen, buitelen en flapperen en zich verwonderen en verbazen en zomaar iets doen wat helemaal nergens nut voor heeft maar wel lekker is om te doen. Da’s mooi.
Vanuit die houding ontstaan ook de mooiste creaties. De bron van je eigen woordenstroom ontdek je als je er al spelend tegenaan loopt.
Als al die schrijfstructuren en tekstsystemen die je geleerd hebt eventjes een tijdje uit je hoofd mogen, schrijf je dus beter, lekkerder en inspirerender. Dan spring je in de wilde chaos aan ideeën, emoties en ervaringen die je met je meedraagt.
Wil je dat delen met anderen, dan is het zaak om keuzes te maken over wat je wel en niet opschrijft. De essentie weergeven. De bijzaken even laten zitten.
Die keuzes kun je maken met het Schrijfpentagram. Dat is een magisch schrijfgereedschap dat ik heb ontwikkeld omdat ik zelf ook behoorlijk allergisch ben voor al die schrijfstructuurfanaten. Met het Schrijfpentagram bepalen je lichaam, je hart en je gezonde verstand samen wat je schrijft.
Je voelt of je tekst klopt.
En met kloppen, structuurfanaten, bedoel ik gewoon dat de 5 W’s er in te herkennen zijn. Dat alle informatie die je wilde geven in je tekst staat.
Dat is vooral belangrijk als je schrijft om klanten te werven voor je eigen bedrijf, organisatie of praktijk.
Als je eenmaal je persoonlijke Schrijfpentagram hebt gevonden, houd je daar in al je teksten plezier van.
Je kunt het zien als de gestoffeerde schommel waarop je even kunt uitrusten om de speeltuin in je geest mee te overzien.
Of als de waterstraal waardoor je de glijbaan nog sneller af kunt roetsjen.
Of eh… als het bontgekleurde warme dekbed dat over je boomhutbed ligt zodat je de hele nacht in het bos kunt blijven luisteren naar alle geluiden om je heen en in je.
Geest wil namelijk spelen.
Ook als je schrijft.
Of als je potentiële klant jouw tekst leest.

Ik leer je in een dag hoe je het Schrijfpentagram gebruikt tijdens de workshop Functioneel Schrijven in Hilversum, op 7 mei.
Voor 160 euro heb je de hele dag -en de rest van je leven- schrijfplezier. Schrijf je nu meteen in, want er kunnen maximaal zes mensen meedoen.
Meer informatie: dagworkshop Functioneel Schrijven 
 

 

De achterbakse zusters Pas-toch-op en Zie-je-wel

Als een losse tand hing de deur van mijn auto naast de bestuurdersplaats.*)
“Wacht maar, ik zie het al,” mompelde een aangesnelde aardige man. Hij pakte de autodeur in een soort tangogreep en wiegde ‘m een paar keer heen en weer, alsof hij de deur opnieuw leerde wat zijn functie was in het leven. “Pas op voor je vingers!” riep ik vanaf veilige afstand. De man reageerde niet en ging onverstoorbaar verder met z’n deurfluisteringen.
En op hetzelfde moment realiseerde ik me hoe onzinnig het is om iemand te waarschuwen om zichzelf geen pijn te doen. Hij heeft geen enkele reden om moedwillig z’n vingers te laten afklemmen met een autodeur. En als hij dat wel zou willen, dan zou mijn ‘pas op’ hem er vast niet van af kunnen houden. Natuurlijk paste hij op z’n vingers.
Mijn geroep had de functie van een disclaimer. Als hij toch, door welke akelige toestand ook, z’n vingers zou bezeren, zou ik opgelucht kunnen denken: ‘Dat is niet mijn schuld. Ik heb hem nog gewaarschuwd en ‘pas op’ geroepen. Nou is het toch fout gegaan, zie je wel…’ Want Zie-je-wel is het onvermijdelijke lelijke zusje van de kloeke Pas-op.
Pas op betekent: als het fout gaat is het je eigen schuld. Niet de mijne. Zie je wel is de incassering van het schuldvrij blijven als waarschuwer. Ik had je gewaarschuwd, ik heb mijn werk gedaan, jij faalde.
En waarom in vredesnaam? Alsof het niet al erg genoeg is om je vingers tussen de deur te krijgen! En alsof ik niet, mocht dat inderdaad gebeuren, ondanks mijn waarschuwing, gemeen hard naar het ziekenhuis zou rijden met de zielepoot die, zie je wel, toch z’n eigen vingers zo bezeerd had.
Zwijgend wiegde de man de deur een paar maal heen en weer. Hij negeerde mijn waarschuwing volkomen en kreeg desondanks geen enkele vinger tussen de deur. De deur begreep hem plotseling en sprong weer in z’n oorspronkelijke stand. “Zo. Nou heb ik nog een baco nodig,” zei de man, want zoiets zeggen mannen dan altijd. Waterpomptang was ook goed, of een sleuteltje tien.
Deur gered. Vingers in orde. Aardige man gezoend. Wijze les geleerd over de akelige zusters Pas-Toch-Op en Zie-je-wel.
Niet meer doen, dat waarschuwen. Het is uiteindelijk toch mijn verantwoordelijkheid dat er geholpen wordt als dat nodig is.
 
*) Ik had echt goed achter me gekeken toen ik weg wilde rijden uit die parkeergarage, maar die pilaar stond links van mij en ik draaide mijn autodeur er met stevige kracht tegenaan. Eerst lukte het nog wel een beetje om ‘m met geweld dicht te slaan, maar na drie weken schoot ie plotseling los naar het losse-tand-model.
Ook zin om te schrijven? In april zijn alle schrijfcursussen voorzien van gulle lentekortingen. Soms wel 50% van de prijs!
Kijk hier even of er iets voor je bij zit om je boek, website of blog mooier te maken. 

Boeken & groeikracht

Van een boek blijf je genieten


Natuurlijk gaat de e-reader het niet winnen van het boek! Want boeken blijven interessant.
Als je ze schrijft.
Als je ze leest.
En als je ze uit hebt.
Wat ermee gebeurt als ze ‘klaar’ zijn heb je niet zelf in de hand. Maar als je er eentje aan het schrijven bent hoef je dat niet alleen te doen. Laat je ondersteunen door een professionele auteurscoach. Een meelezer die aan jouw kant staat en toch kritisch durft te zijn. Daar groeit je boek van, al tijdens het schrijven. En jij als auteur ook.

Boeken geven altijd plezier


al kun je er wel een computer bij gebruiken natuurlijk...


 



Ook fijn: op het blog van @dagtaak een uitgebreide handleiding over het gebruik van de boekenkast als apotheek. Een heel nieuw licht op ‘boeken lezen’.

Mondisering 1e Blufscrabble toernooi

Verdeelneem je nu voor Blufscrabble!


Het is zo ver! We hebben minstens voldoende deelnemers voor een geslaagd blufscrabble toernooi.
Vandaar dat ik hier met trots en gepaste exitatie mondiseer:

Het 1e Nederlandse
Blufscrabble toernooi

vindt plaats op

Zaterdag 26 november 
van 12.30 tot 17.00 uur
in De Oude Viltfabriek in Amersfoort

Jatsaar! 

 
Deze datum is met zorg gekozen voor alle blufscrabbelaars die de geest willen opsprankelen voor het schrijven van sinterklaasgedichten, wat ook moet gebeuren in deze tijd. En dat Blufscrabble de geest opsprankelt gaat zonder snok.
De details
Deelnemers betalen 10 euro inschrijfgeld en worden allemaal verzocht om een hapje of drankje mee te nemen voor de blufborrel achteraf.
We hebben tenslotte wel iets te vieren: het ontstaan van een totaal nieuwe spelvorm voor de een, eindelijk erkenning voor creatief toepassen van spelregels voor de ander, een hunkerende gooi naar de felbegeerde hoofdprijs – de Gouden Chimot – voor de derde.
Meer details – deelneming –
Verdeelneming is simpel: schrijf een commentje met je aanmelding onder dit blog. Schrik niet, je bent niet de eerste, maar die andere lijst staat onder het vorige blog over blufscrabble. Effe scrollen dus.
Houd vooral je twitter en dit blog in de gaten want zodra bekend is wie ons jurylid gaat worden en voor hoeveel de aardigste scrabblebordenfabriek ons wil sponsoren lees je het hier.
Nog meer details – de spelregels-
Voor wie het nog eventjes helemaal helder wil hebben:
Bij blufscrabble hoeven de woorden niet perse al eerder gebruikt te zijn, als je theorie maar goed is. Dat wordt bepaald door je drie medespelers.
Komen die er niet uit, dan wordt tijdens het toernooi de jury erbij geroepen.
Wordt een nieuw woord buitengewoon elegant gevonden door de medespelers en ontstaat het verlangen om het toe te voegen aan onze alledaagse woordenschat, dan wordt het met uitleg genoteerd door een blufscrabblesecretariaatsmedewerkster (3x woordwaarde).
Een partij duurt maximaal een uur. Na het speltoernooi noemen de spelers van elk bord hun drie favoriete woorden. De bedenker van het mooiste woord wint uiteindelijk de Gouden Chimot.
Tijdens het toernooi worden de deelnemers uitgenodigd eventuele aanvullingen op de spelregels te noteren, die bij consensus kunnen worden toegevoegd voor het volgende toernooi.
Wat we nog nodig hebben:
-Een Gouden Chimot
-Blufscrabbelsecretariaatsmedewerksters (m/v)
-Een jurylid van statuur
-Media die aandacht willen besteden aan dit woordevenement van het jaar
-Een vaandel waarop staat ‘Blufscrabble toernooi’ om aan de pui te hangen
-Schriftjes en pennen om de punten mee bij te houden
Kun jij hier een bijdrage aan leveren? Neem dan even contact met me op.
Vergeet niet je aan te melden: we hebben maar vijf borden dus met 20 deelnemers zit het Blufscrabbletoernooi vol.

Jij kunt er bij zijn.

Het 1e NL Blufscrabble toernooi

Maak 't mooi op 't Blufscrabble toernooi!


Het zou wel eens het woordevenement van het jaar kunnen worden: het eerste Nederlandse Blufscrabble toernooi.
Onvermijdelijk, gezien het feit dat alleen via Twitter al binnen de 24 uur zeven enthousiaste deelnemers staan te trappelen om van start te gaan en naar hartelust legitiem vals te spelen. Zodra de tiende deelnemer zich heeft aangemeld organiseer ik het toernooi. Hoe? Och, zei @thee_met_koekjes terecht: daar bluffen we ons wel doorheen.
In de jury vragen we natuurlijk Philip Freriks, taalludagoog bij uitstek.
Of Ewoud Sanders misschien wel, die toch al jaarlijks een woordenboek samenstelt met nieuwe woorden, voor het NRC.
Of eh… Lydia Rood, omdat ze ook zulke grappige woordconstructies kan maken. Of misschien doen we het zelf wel.
En dan als prijs een gouden chimot!
In elk geval: je kunt meedoen met het Blufscrabble toernooi. Het wordt nazomer en je kunt er een hele winter op teren.
Schrijf je in bij de comments onder het vorige stukkie.
Trouwens: op Omdenken is het concept van Blufscrabble uitgebreid genoemd als voorbeeld van eh… nou ja, omdenken.
Je kunt ‘m ook volgen op Twitter: @Omdenken

Blufscrabble verruimt de geest

Bij blufscrabble scoor je niet alleen, je creeert ook ruimte in de geest - en een hele hoop nieuwe woorden


Als de schoonheid van het woord extra punten zou opleveren zou ik bij scrabble niet vals hoeven te spelen. Mijn naaste omgeving en god zelf weet dat ik dat wel doe. Graag en onverbeterlijk. Omdat het kan.
“Het is toch do-re-vi-ma-sol, he?” informeer ik zekerheidshalve even bij mijn tegenspeler. Knikt die afwezig ‘ja’ kan ik dus mooi 26 punten opstrijken voor ‘vi’, met de V dubbel geteld op 3x letterwaarde. Of ik vraag hoopvol: “Als iemand z’n haardos helemaal in de war is he, dan heet dat toch ‘wardos’?” Meestal wordt hier tamelijk afwijzend op gereageerd. Jammer is wel dat veel mensen daardoor niet graag met mij scrabbelen: ze moeten er zo bij blijven opletten.
Maar op de camping trof ik Miek die graag in mijn voortent een potje kwam spelen omdat haar man toch niet zo van scrabble houdt.
Al bij het eerste plankje bleek dat ik hier met een zielsverwant te maken had.
“Rekenen we het voltooid deelwoord van zelfstandige naamwoorden ook goed?” vroeg ze min of meer terloops.
Alleen al uit nieuwsgierigheid leek me dat vanzelfsprekend. “De regel is immers dat het niet uitmaakt of je woord al eerder gebruikt is, als je theorie maar goed onderbouwd is,” besloten we streng. Een mens kan niet zonder duidelijke regels.
Vervolgens legde Miek met een stalen gezicht het prachtige woord RAJIXLO neer. Op mijn vragende blik antwoordde ze geduldig: “Dat is die bekende Mexicaanse dans. Dit is het voltooid deelwoord ervan.”
Onze avond kon niet meer stuk. Tot zeven maal toe hadden we een volledig plankje leeg en dus 50 punten extra te pakken. Er werden fenomenen beschreven die geen enkel woordenboek ooit zouden halen: de spiegelshovel, die nochtans handig is voor moeilijk bereikbare plekken waar net zo goed wel eens geshoveld moet worden. Het volledige oud-Drentse recept voor een harde krentenkoek werd bijna afgekeurd omdat er geen chocola in leek voor te komen, maar omdat de garnering altijd bestaat uit melkchocolade kevertjes kon het woord DROMKE toch nog worden goedgekeurd. Het grappige geborduurde schortje van de joods-siberische minderheid op Ijsland, de LECHME, moest worden afgekeurd omdat er te weinig bewijs voor was. Ja, we waren meedogenloos, maar rechtvaardig.

Blufscrabblen kan iedereen leren


Uiteindelijk wonnen we met 1 punt verschil (dat leg ik nog wel eens uit).
Het aardige van blufscrabble is dat het de boodschap aan de geest geeft dat alles in principe mogelijk is. De zelfopgelegde beperkingen die ons normaal gezien ernstig hinderen bij het vrije associeren en lekker woordspelen zijn opgeheven. De geest kan dartelen. Dat is te merken aan het feit dat plotseling niet alleen de prachtigste blufwoorden en creatieve beschrijvingen ontstaan, maar dat er ook een hele extra galerij aan bestaande woorden blijkt te worden aangeboord. Deuren en ramen zwaaien zonnig open in de hersenen.
Als de bluf voor scrabble al zo stimulerend werkt, hoe heilzaam zal het dan wel niet zijn voor de economie?
Hierover later. Of misschien ook wel niet. In elk geval kan ik je een potje blufscrabble warm aanbevelen. Noteer vooral even je mooiste vondsten en vermeld ze hier eventjes. Met uitleg graag, want als het goed is kent niet iedereen je woord al.

Doe mee aan het woordevenement van het jaar

Schrijf je in voor het eerste Nederlandse Blufscrabble Toernooi

bij de comments hieronder

 
Een fijne tip
van @Tine_S :
Cock en Ab van der Laak speelden ook al naar hartelust
Blufscrabble avant la lettre…


Even een essay schrijven

Opgewekt aan de slag met je essay


Het essay wordt zwaar overschat. Eigenlijk is het gewoon een stukkie schrijven. Zoiets als een wandeling maken. Een stevige wandeling liefst, want dan valt er meer te zien onderweg. De bedoeling van een wandeling en een essay schrijven is hetzelfde: dingen zien die je eerder nog niet opgevallen waren. Het voordeel van het essay boven de wandeling is dat je met een essay meteen een ander – je lezer – ook wat nieuws laat zien. Aan de slag. In, zoals ik al eerder zei: drie fases. Voorbereiden, schrijven en bijslijpen. Elf stappen.
Fase 1
VOORBEREIDEN
(Voorbereidend schrijven)

-1-
Voordat je gaat wandelen pep je jezelf op om er tegenaan te gaan. Je zoekt een dag op die waarschijnlijk droog, maar niet te warm is, je zorgt voor goede schoenen.

Voor je begint met schrijven plan je tenminste drie uur schrijftijd op een plek waar je ongestoord kunt werken. Zorg dat je computer in orde is. Leg voor het schrijven zelf krachtvoer naast je computer: bijvoorbeeld een pot thee, vers fruit, genoeg licht, een goede stoel.
-2-
Je kiest een bestemming. Hoe ver weg mag het ongeveer zijn? Trekt een bepaalde regio je?
Je krijgt of kiest een onderwerp. Je bepaalt een minimale en maximale lengte. Bepaal zelf hoe je je onderwerp wilt beschrijven anders is er geen klap aan om een essay te maken: persoonlijk, grappig, filosofisch, verrassend, beeldend, technisch, wetenschappelijk of met veel dialogen erin….
-3-
Kies in die regio een interessante locatie uit – stad, hotel – en reserveer er vast een plekje zodat je er zeker terecht kunt op de dag dat jij wilt wandelen. Mocht je verdwalen onderweg, dan kun je altijd iemand de weg vragen naar je eindpunt.

Bepaal om te beginnen het slot van je essay: een stelling of een interessante vraag. Met welke gedachte wil je straks je lezer achterlaten? Schrijf, als het even kan, je laatste zin of alinea alvast op. Zo heb je niet alleen een kern van je betoog maar ook lekker praktisch een eindpunt van je verhaal. Dat geeft je de ruimte om ook af en toe even uit te wijden over een onderwerp dat maar zijdelings raakt aan je verhaal. Je kunt altijd de draad weer oppakken; je weet waar je heen wilt. Het eindpunt van je verhaal noemen we Z. Je begint bij A. Daar tussen zit het hele alfabet dat jij schrijft in je essay.
-4-
Beoordeel waarvandaan je wilt starten. Vaak is het leuker om eerst met de trein, fiets of auto naar een mooi gebied te rijden en daar met je wandeling te beginnen.

Bedenk wat de meeste mensen al zullen weten of denken over je onderwerp. Dat is het beginpunt van je verhaal: A. Als je wilt schrijven hoe gezond tomatensoep is hoef je niet eerst uit te leggen wat een tomaat is; dat weet iedereen al. Begin bijvoorbeeld bij: ‘Als u van tomatensoep houdt heb ik goed nieuws voor u!’
-5-
Je weet nu hoe lang je reis ongeveer zal zijn. Verzamel de bagage die je nodig zult hebben voor onderweg. Denk ook aan voetenbalsem voor als de vermoeidheid toeslaat! Mik het allemaal in een handig rugzakje en zorg dat je niet te zwaar bepakt bent.

Doe je research. Verzamel materiaal. Ga op speurtocht op internet, sla je boeken er op na, interview betrokkenen, zoek citaten van Plato, professor doctor ingenieur Dingetje, check de feiten die je in de Wikipedia leest en noteer ook je eigen visie even. Breng alles wat je vindt, liefst met URL of bronvermelding erbij, in kaart met een mindmap (gedachtenspin) zodat je alles door elkaar kunt noteren. Verzamel niet te veel: je mag gerust argumenten of feiten weglaten als jou dat beter van A naar Z brengt! Sterker nog: gebruik alleen de informatie die je nodig hebt om van A naar Z te komen. Anders blijft er niks over voor andere schrijvers. Een essay hoeft niet compleet te zijn, als het maar het door jou gekozen deel van het onderwerp goed beschrijft.

-6-
Bepaal je route (terwijl je van tevoren al weet dat jij toch liever een leuk zijpaadje inslaat als je er eentje ziet).

Orden je researchmateriaal uit je mindmap op de lijn van A tot Z. Waar begin je je essay? Wat is dan een logische opbouw naar het einde van je verhaal, je Z?
Dit is de structuur, het geraamte van je verhaal. Nu is het nog een kwestie van het verbinden van de puntjes tot er een volledige tekst staat. Appeltje-eitje.
Fase 2
SCHRIJVEN
(Gezegend schrijven)

-7-
Ga lekker aan de wandel, geniet van de prachtige omgeving, huur een fiets onderweg als dat opeens leuker lijkt, neem een spannende andere route, pik een terrasje onderweg en vergeet de tijd even, babbel met de boswachter die je toevallig tegenkomt… Geniet! Neem op tijd pauze, zodat je altijd wat fut blijft houden om verder te gaan.

Ga lekker schrijven. Maak het mooi. Kom op nieuwe gedachten, voeg een grapje toe, dwaal af, kom terug op je onderwerp, maak van een pikant weetje een grappig kader, verwerk je cijfermateriaal in een prachtig gekleurd taartdiagram met slagroom, speel met stijlen en schrijftechnieken, gooi wat streamers (spannende uitspraken of verleidelijke zinnetjes uit je verhaal) tussendoor, neem op tijd pauze (uur schrijven, kwartier pauze). Beweeg tussendoor even, drink iets, zorg voor frisse lucht. Hoe lekkerder je schrijft, hoe lekkerder het leest.
-8-
Kom aan bij je bestemming en geniet van je prestatie, van de vermoeidheid in je lijf, van al die prachtige dingen die je gezien en beleefd hebt. Schop je schoenen uit en stop met wandelen, neem rust. Vier je aankomst.

Heb je je conclusie bereikt? Gefeliciteerd. Dan ben je er. Stop nu met schrijven. Ga even wat anders doen.
 
Fase 3
BIJSLIJPEN
(Ambachtelijk schrijven)

-9-
Als je een beetje bent bijgekomen in je hotel, pak dan je routekaart er nog es bij. Waar ben je er van afgeweken? Was het de moeite waard? Heb je alles gezien onderweg wat je graag wilde zien? Heb je totaal onverwachte dingen beleefd? Brachten die je dichter bij je bestemming? En als dat niet zo was: heb je er plezier in gehad om bepaalde obstakels te overwinnen en toch door te gaan? En eh… Zit je wel in het goede hotel?

Lees je verhaal rustig door, liefst op een andere plek dan waar je hebt geschreven. Stel jezelf de vragen:

  • a- Is het een goed lopend verhaal?
    b- Ben je aangekomen bij Z, je conclusie? En als je iets anders concludeert dan je van tevoren bedacht: is dit interessanter? Houden zo, dan!
    c- Zitten er voldoende argumenten, feiten en meningen in om je lezer mee te nemen van A naar Z?
    d- Heb je nog iets heel interessants over uit je mindmap wat je misschien in een kadertje kwijt kunt?
    e- Gebruik je veel dezelfde woorden? Zoek er vervangende woorden voor.
    f- Heeft elk woord een eigen betekenis? Haal ‘m anders weg.

Neem je spellingscontrole serieus! Zorg dat je hele verhaal in dezelfde tijd is geschreven (tegenwoordig of verleden). Zorg dat de d’s en t’s op de goeie plek staan. Als je echt niet weet waar dat is omdat je bijvoorbeeld dyslectisch bent, vraag dan even iemand anders om je hiermee te helpen.
-10-
Praat eens met anderen over deze route. Misschien hebben zij nog tips voor je aan de hand van jouw belevenissen. Let goed op of ze het wel over dezelfde route hebben als jij! Misschien hadden zij heel andere herkenningspunten!

Laat je verhaal lezen aan anderen en vraag ze om het in het kort na te vertellen. Zo ontdek je of je bedoeling ook overgekomen is.
Als je geen haast hebt met inleveren, lees je tekst dan een dag later nog es door en maak ‘m nog mooier. Laat ‘m daarna met rust: zo’n tekst moet ook eens op eigen benen kunnen staan, al blijf je als schrijver bezorgd om z’n welzijn.
-11-
Plak foto’s in als je die had en geniet zo lekker na van je prachtige wandeling. Op naar de volgende!
Lever je essay in, zet het op je blog of verkoop het aan een tijdschrift of krant. Leer van de commentaren die je erop krijgt. Ga er van uit dat ze kloppen, ook als het een beetje zeer doet. Verheug je vast op je volgende verhaal. Dat gaat beslist NOG beter worden dan dit!

essay-schrijven – download de pdf

of mail me voor persoonlijk advies over je eigen schrijfwerk.