intensieve schrijfweek met schrijfcoaching

Intensieve schrijfweek in Nederland

Intensieve schrijfweek met schrijfcoachingEen week lang ongestoord werken aan je boek. Meters maken. In elke fase van je schrijfwerk doet een intensieve schrijfweek wonderen. Je hebt geen afleiding van je gewone dagritme, je gezin of je normale werk, je kunt je volledig concentreren op je verhaallijn, je schrijft of redigeert op elk moment dat het je uitkomt. Bovendien zit je niet in je eentje te worstelen met je boek. Elke dag heb je overleg met je schrijfcoach. En je blijft gewoon in Nederland dus in geval van nood ben je zo weer thuis.

Maak een schrijfplan met een schrijfcoach

Je start je schrijfweek met een schrijfcoachingsconsult van twee uur. Op de eerste dag van je week, of zelfs vooraf, maak je samen met een professionele schrijfcoach een schrijfplan voor je week. Dan heb je een realistische opzet voor je werk. De structuur van je boek, je werkuren, maar ook de momenten van ‘creatieve stilte’ geven je houvast. Daardoor weet je wat de speelruimte is voor jou en voor je boek.

Schrijfweek met ondersteuning

Schrijfweek in Hofstede Het KlaphekElke dag komt je schrijfcoach nu even bij je langs om te horen hoe het gaat met jou en met je boek. Ze heeft dan al gelezen wat jij de vorige dag schreef en geeft je verhelderende vragen, tips en toejuichingen over je werk. Je bespreekt wat je vandaag gaat schrijven en als je twijfelt heb je je professionele sparringpartner bij de hand. Je schrijfcoach helpt je ook aan een goede basis voor samenwerking met je innerlijk criticus. Is je inspiratie even opgedroogd, dan denkt ze met je mee zodat je je volgende hoofdstuk weer lachend in gaat.

Hoe houd je het vol

Schitterende omgeving voor schrijfinspiratieEen hele week schrijven houd je vol door bewust af en toe niet te schrijven. Deze creatieve stilte neem je door dagelijks een wandeling te maken, of een eindje te fietsen*) in de prachtige omgeving: de Overbetuwe. Je moet wel, trouwens, want je ruime schrijfatelier, in Bed & Breakfast Hofstede Het Klaphek in Randwijk, ligt op tien minuten fietsafstand van de dichtstbijzijnde supermarkt. Op woensdag en zaterdag is er markt in het bruisende Wageningen, waar je met het veerpontje naar toe kunt. Vind je jouw schrijfinspiratie in een grotere stad, dan ligt de metropool Arnhem aan je voeten op drie kwartier fietsafstand. Hoe houd je het vol? Het is gewoon zonde van je geld als je een schrijfdag voorbij laat gaan zonder te schrijven: je schrijfcoach is je ondersteuning en je stok achter de deur.

Wanneer is een intensieve schrijfweek slim voor jou

* Voordat je begint aan je boek

Je maakt samen met je schrijfcoach een schrijfplan, een opzet voor je boek, een overzicht van hoofdstukken die logisch in elkaar doorlopen. Bovendien maak je een Creatiepentagram dat je houvast geeft bij het maken van verstandige schrijfkeuzes.

* Als je een stoffig schrijfplan nu echt wilt uitvoeren

Je bent al een keer begonnen en ook weer gestopt met je boek. Te weinig tijd, geen inspiratie meer, te veel andere dingen, geen zin meer, je had een goede reden om het even te laten liggen. Met een intensieve schrijfweek krijg je er weer zin in. Bovendien helpt de begeleiding van je schrijfcoach je om een weg in te slaan die je zelf kunt volhouden, deze keer, tot je boek af is.

* Als je steeds twijfelt over je schrijfwerk

Je schrijft al een tijd aan je boek maar je blijft je afvragen of je nou wel op de goede weg zit. Is dit een aanpak die werkt? Is hier belangstelling voor? Moet het wel in deze stijl? Is dit duidelijk genoeg? Voor deze vragen heb je een schrijfcoach, die je dagelijks professionele adviezen geeft over je werk en je helpt om de juiste vorm te vinden – en te houden.

* Als je een deadline wilt halen

Zit er een uitgever of een scriptiebegeleider op je werk te wachten? Er zijn schrijvers die er jaloers op zouden zijn! Maar voor jou is het misschien een drama. Een intensieve schrijfweek biedt je de beste kans om je deadline te halen. Je schrijfcoach mept je er doorheen met zachte hand en professionele tips. Doordat je je tekst steeds laat lezen weet je bovendien dat je straks ook echt iets moois inlevert.

* In de redigeerfase van je manuscript

Je hebt je manuscript al klaar? Dan begint de redigeerfase. Een intensieve schrijfweek maakt dat je met frisse moed je hele werk nog een keer kritisch kunt doornemen. Om het nog beter te maken dan het al is. Je schrijfcoach kijkt over je schouder mee. Dat is je eerste lezer die echt aan jouw kant staat en je praktische tips geeft over het redigeren van je boek.

  • Liever zonder schrijfcoach aan het schrijven?
    Moet je doen. Betaal je iets meer voor je B&B maar je zit evengoed in een prachtige schrijfomgeving.

Je luxe schrijflocatie met schrijfcoaching 

De kleine lettertjes voor je intensieve schrijfweek

-Je schrijfcoach is Yoeke Nagel, auteur van o.a. ‘Schrijven met het Creatiepentagram’.
Je betaalt 550 euro plus btw voor 5 dagen intensieve schrijfcoaching op locatie. (vanaf 1 januari 2018 is de prijs 600 euro)
-Je schrijflocatie is B&B Hofstede Het Klaphek, Bredeweg 69 in Randwijk.
Voor 500 euro plus btw heb je een luxe schrijfatelier, voor 6 nachten schrijfretraite met schrijftafel, tweepersoonsbed, wifi, tuin, w.c. en douche.
-*) Een fiets heb je er bij voor 50 euro (hele schrijfweek), een meditatiekussentje kun je lenen, folders over de prachtige omgeving vind je in de B&B.
-Bespreken doe je na overleg met Yoeke en Het Klaphek, om zeker te weten dat er plek is voor je.

Op de foto zie je auteur Jennifer Hanenberg-Elders tijdens haar intensieve schrijfweek in Randwijk.
Ssssssst… Haar boek is al bijna af!

Jennifer Hanenberg maakte schrijfmeters in Randwijk
 
 

Ze slaat hem helemaal in elkaar

“En op haar bruiloft slaat ze haar broer helemaal in elkaar.”
“Tjonge jonge. Heftig zeg. En waarom doet ze dat dan?”
“Tja… wie zal het zeggen…”
“Jij! Jij moet het kunnen zeggen.”
“Nou, misschien omdat ze er achter is gekomen dat hij vreemd ging?”
“Of heeft ze een of ander eng medicijn waardoor ze zomaar agressieve buien krijgt?”
“Nee, ik weet het! Ze heeft een tumor! Daardoor weet ze niet meer wat ze doet en zelfs niet meer wie ze is. Bij vlagen.”
“Oh ja, dat is leuk. Een tumor. Wel even checken bij een oncoloog of zoiets bestaat en welke symptomen je haar dan allemaal moet geven.”
“Ja, en dan begin ik daar al kruimeltjes van te verklappen vanaf hoofdstuk 6, als ze net verkering hebben.”

Roman schrijven:
Is deze werkelijkheid aannemelijk?

Zo verloopt soms een Boekenvroedvrouwenconsult. Iemand wil een roman schrijven. Fictie. Maar omdat een verhaal alleen spannend is als er iets heftigs gebeurt, verzinnen we soms de gruwelijkste dingen. Vervolgens gaat de schrijver uitproberen of het werkt. En natuurlijk moet de schrijver op onderzoek uit bij specialisten. Research doen. Kan het wel? Is het realistisch genoeg? Welke details uit het dagelijks leven moeten toegevoegd worden om deze bedachte werkelijkheid aannemelijk te maken? Zelfs voor een lezer die echt zoiets heeft meegemaakt?

50 tinten grijs van binnenuit

Zo’n onderzoeksfase leidt bijna altijd tot nieuwe ontdekkingen voor de schrijver zelf. Een bezoekje aan een gevangenis hoorde er bij voor een van de auteurs. Met uitgebreide gesprekken met cipiers en gevangenen. Een vrouw die van plan was een soort ’50 tinten grijs’ te schrijven ging eerst op zoek naar iemand die haar kon laten ervaren hoe de situaties voelen die ze wilde beschrijven. Die persoonlijke ervaring maakt het verschil tussen ‘schrijven als toeschouwer’ en ‘schrijven vanuit het hart’.
En dat laatste leest altijd het lekkerst.

Weten of ik je kan helpen bij het schrijven van een felrealistisch verzonnen verhaal?
Mail me

Schrijven met Penrose

‘Als je kunt schrijven met het pentagram, kun je dan ook schrijven met penrose?’ vroeg mij een man die van uitdagingen houdt. Vanzelfsprekend is ‘ja’ het antwoord. Alles waar een pen in zit maakt het leven immers beter. Maar hoe dan?

De Driehoek van Penrose

Eerst even wat pikante details over de Driehoek van Penrose. Je kent ‘m misschien uit PlayStation 3 of omdat Escher hem graag gebruikte in zijn grafische werk, deze kittige isometrische projectie. Anders dan het pentagram (een ster met vijf punten waarvan je er zes gebruikt in het Creatiepentagram) is de Driehoek van Penrose driedimensionaal. Althans, daar lijkt het op. Je ziet drie balken die haaks op elkaar staan en toch een driehoek vormen. Dat is goed te doen op papier, maar in het echt, van houten balkjes, is hij niet te maken.

“Hoe dan?”

En in die onmaakbaarheid zit ‘m nou precies de unieke schrijfgebruikswaarde van de penrose driehoek. Het ziet er vanzelfsprekend en harmonieus uit, dat ding, maar er moet een menselijke geest aan te pas komen om hem interessant te maken. Niet de menselijke geest die het houdt op een platvloers ‘Oh ja. Een malle driehoek. Whatever.’ Nee, om tot leven te komen is de Penrose Driehoek afhankelijk van een waarnemer die bereid is te twijfelen aan zijn waarneming. Eentje die ‘Hee wacht… Hoe dan? denkt. Eentje die het uitprobeert in z’n hoofd. Zo werkt het ook met tekst – en met politiek, maar daarover later.

Tekstdriehoek

Een goede tekst bestaat, net als een driehoek, uit drie aspecten die drie delen van het menselijk lichaam van de lezer raken: woordinslagpunten *):

  • Feiten (het hoofd)
    –‘Op maandagochtend wordt de stoep opgebroken i.v.m. de aanleg van een nieuwe riolering’
  • Emoties (het hart)
    ‘Mijn eigen stoep! Helemaal verdwenen! Ik kan wel janken.’
  • Ervaringen (de buik)
    ‘Loop je daar door die modder met je goeie schoenen.’

De lezer schept jouw verhaal

Heb je je tekst geschreven met deze volledige driehoek, dan heb je in principe een compleet verhaal. En toch: het is de geest van de lezer die bepaalt of hij je verhaal ook werkelijk voor zich ziet en het diepte, kleur en leven geeft. Dat kan alleen de lezer die zich afvraagt ‘Hoe dan?’ en er eigen beelden bij fantaseert.
Die lezer kun jij als schrijver niet scheppen. De lezer schept, omgekeerd, zelf jouw verhaal in z’n hoofd, met de details die jij geeft als bouwstenen. Is de lezer niet bereid tot dat deel van de klus, dan blijft je verhaal plat en eendimensionaal, als een malle driehoek. Dat is zo frustrerend voor schrijvers dat we vaak onze toevlucht nemen tot meer. Meer feiten, meer emotie, meer ervaringen.

Driedimensionaal verhaal

Hou maar op. Het werkt niet. Zeg het simpel. In het vertrouwen dat de leukste lezers je toch wel weten te vinden om eens lekker aan je tekst te twijfelen, net zo lang tot ze hem zo interessant gemaakt hebben als een onmogelijke, driedimensionale driehoek. Die van Penrose.
 


*) Bij commerciële teksten wordt graag nog een vierde lichaamsdeel van de lezer geraakt:
-Call to action
– de voeten
, om naar de winkel te rennen, of de handen die hunkeren naar een button om op te klikken voor meer informatie, deelnameformulier of om geld over te maken.
Lezer is alleen in beweging te krijgen met dit vierde punt als de overige drie al geraakt zijn.

In het voorbeeld zou dat kunnen zijn:
‘Klik hier als je nog een paar schoenen voor me hebt.’
 

Pretpark voor schrijvers

schrijflustscreendumpMeestal geef ik de cursus, maar af en toe volg ik een cursus bij een ander. Nu bijvoorbeeld bij mijn vakvereniging, de NVJ. Tijdens de tweede dag luisterde ik geboeid naar de huiswerkopdrachten van mijn medecursisten. “Ik koos voor de opdracht ‘Maak een webpagina’,” zei een schrijfster. “En ik heb er meteen maar even de ideale naam voor een website boven gezet.” Ja hoor, daar stond het. Schrijflust. “Maar die is helaas al weg,” verzuchtte ze.
Tadaaaaaaaa! glunderde het in mij in een bingomomentje: “Ja! Die is van mij!”

Schrijflust bleek van mij te zijn

Nog tijdens de cursus mailde ik even naar Jan Runhardt, die mijn URL-parkje beheert. Ja hoor, Schrijflust.com had ik weliswaar al jaren links laten liggen omdat ik er niet aan toe kwam om er wat leuks mee te doen, maar hij staat nog steeds op mijn naam. Pas nu de naam door een ander zo hoog werd aangeschreven realiseerde ik me dat ik er hoognodig iets moois van moest maken. Maar ja… tijd heb ik nog steeds niet.

Pretpark voor schrijvers

Gelukkig werd precies op dat moment mijn dochter ziek. Zo ziek dat ze alleen nog maar wat achter een computer kon zitten. Huppekee, aan de slag gezet dus, dat arme kind. En met een lange lijst schrijfoefeningen die ik in de loop der jaren bedacht en de handigheid van twintigers had ze in no-time voor elkaar waar deze plek al jaren voor klaar lag: een pretpark voor schrijvers. Schrijflust.com.

Schrijflust.com om er weer lol in te krijgen

Een pretpark voor schrijvers dus, omdat er meer dan 100 schrijfoefeningen staan (111 namelijk). Om schrijfuren te maken. Om er weer lol in te krijgen als je altijd saaie teksten moet maken. Of om er voor het eerst lol in te krijgen als je schrijven altijd een akelige bijwerking vond van iets anders. Op Schrijflust kun je je schrijfoefening laten lezen door andere schrijvers, als je zin hebt in wat commentaar en tips. Of je houdt het resultaat lekker voor jezelf tot je ze alle 111 hebt gehad. Hoe dan ook: de bedoeling is om er je schrijflust mee te vinden. Waar die ook was.

Show don't tell

emotieschrijvenYoekeNagelTijdens mijn schrijfworkshops geef ik graag een wat merkwaardige oefening die het beroemde principe ‘Show, don’t tell’ gemakkelijk toepasbaar maakt: laat zien, verklap niet wat er gebeurt. Je krijgt een kaartje met een emotie erop. Die emotie roep je op, je neemt waar wat er gebeurt in je lichaam als die emotie bezit van je neemt, en je noteert wat je voelt. Oproepen, waarnemen, weergeven.
Vervolgens leest iedereen de waarnemingen op en de anderen mogen raden welke emotie er wordt beschreven. Dat gaat geweldig goed. Probeer maar. ‘Mijn borst voelt zachter en ruim aan de binnenkant, mijn gezicht ontspannen en licht, ik glimlach, mijn ogen voelen helderder, het draait een beetje, heel vrolijk, in mijn keel. Mijn lippen tintelen. Ik zou willen zingen. En kusjes geven.’
Welke emotie? Ergens tussen ‘vertederd’, ‘ontroerd’ en ‘blij’ in.

Schrijfoefening
emotieschrijven

Bekijk de emoties die in het plaatje hierboven zijn gemeten. Roep de emoties in alle rust zelf op.20160103_154238_resized_1 Noteer waar en wat jij daarvan waarneemt in je eigen lichaam. Tintelt het? Wordt het warmer, kouder, voller, leger, onrustig, kriebelig, hard, zacht, strak, versteend? Noteer.
Sta vervolgens op. Schud je armen en benen uit en schud de emotie van je af. Het is maar een spelletje. Adem goed door.
Laat nu iemand anders lezen wat je noteerde. Kan hij of zij raden om welke emotie het ging?

Emotie is meetbaar

emotieschrijvenYoekeNagelNu stuurde iemand me dit plaatje op van een Fins wetenschappelijk onderzoek, uit 2013, waarbij mensen werd gevraagd naar hun fysieke waarnemingen bij het voelen van 14 emoties. Ze tekenden op twee figuurtjes waar meer lichaamswarmte of energie leek te zijn, op de ander waar warmte of energie juist leek weg te trekken.
Niet iedereen voelde hetzelfde, maar de gemiddelden lieten wel degelijk een helder beeld zien: bepaalde emoties neemt iedereen op een vergelijkbare manier waar. En dat is kennelijk internationaal, want tijdens mijn schrijfworkshops bereiken we dezelfde conclusies. Je zintuiglijke waarneming is kennelijk een geweldig instrument in handen van de kundige schrijver.
Wil je een fragment meeslepend maken en ben je uit op emotioneel effect van je lezer, duik dan zelf de emotie in die je je hoofdpersoon wilt laten hebben (en je meelevende lezer dus ook). Oproepen, waarnemen, weergeven. Je zou kunnen zeggen dat dat het geheim is van ‘show, don’t tell’, maar geheim is het niet meer, want jij kunt het nu ook. En als schrijver zelfs iets nauwkeuriger, omdat je ook kunt aangeven of de verandering langzaam of snel gaat, prettig of akelig is.
(Doe zelf het onderzoekje op deze pagina)

Voorbeeld
Show don’t tell

Schrijf je: ‘Hij was op slag verliefd op haar’ dan denkt je lezer vermoedelijk ‘Nou ja, dat zal nog wel meevallen.’ Of je lezer denkt helemaal niks en neemt het voor kennisgeving aan.
Schrijf je: ‘Hij staarde naar haar neusvleugeltjes zonder te knipperen. Elke gedachte verdampte uit zijn hoofd en een warme gloed verspreidde zich door zijn voelbaar uitdijende borstkas. Een schaapachtige glimlach zette zich vast op zijn gezicht. “Eh… helemaal alleen hier?” bloosde hij,’
dan denkt je lezer vermoedelijk iets als: ‘Zeg! Ik heb ‘m in de gaten, die ouwe! Hij is gewoon verliefd!’
Die conclusie maakt meer indruk als je lezer er zelf op gekomen is dan als jij het hem verklapt hebt. Je hebt laten zien wat er gebeurde, zonder het te benoemen. Show. Don’t tell. Dat doet je lezer wel.

 

Tussen de regels lezen

Wat je schrijft ben je zelf

subtiel taalgebruikIn alles wat we doen, zeggen of creëren, tonen we – vaak onbewust – onze persoonlijkheid.
Bij kunstenaars is dat een gerespecteerd handelsmerk: het werk van Rembrandt, Mick Jagger, Jamie Oliver of Steven Spielberg wordt door de kenners herkend aan de subtiele afdruk van de sprankelende geest van de maker.
Datzelfde geldt voor teksten. Daar staat niet alleen een verhaal, in de woorden die de schrijver koos. Tussen de regels door zien we ook nog de weerspiegeling van de schrijver zelf.
In typerend taalgebruik kun je zelfs karaktertrekken van de schrijver herkennen. Handig om te weten voor iedereen die teksten beoordeelt. Maar ook geweldig leuk voor wie z’n eigen teksten wil beoordelen.
Natuurlijk, wat fout is moet in een redigeerrondje worden gecorrigeerd. Maar gebruik eerst je tekst nog even als analytisch model om je eigen blokkades en uitdagingen in het leven helder in beeld te krijgen. Zo kun je handenvol geld uitsparen aan therapiekosten als je je eigen teksten analyseert.
Een stuk of zes eigenaardigheden om jezelf op te betrappen.
Dit artikel werd in iets andere vorm geplaatst in het tijdschrift Schrijven.

Tijdwissel

“Ze loopt voorzichtig naar de keukendeur, houdt haar adem in en keek in de donkere ruimte.”2015-05-27-EOS600D-2882
Ook doorgewinterde schrijvers glijden soms even uit in de tijd: een zin of fragment begint in het heden en duikt opeens naar de verleden tijd.
Dit gebeurt op het moment dat het verhaal de schrijver te dicht op de huid komt. Veel schrijvers ‘voelen’ of ‘zien’ hun verhaal vlak voordat de juiste woorden neerdwarrelen om te beschrijven wat er gebeurt. Bij fictie vindt dit proces vaak bewuster plaats dan bij non-fictie.
Bij fragmenten waarin spanning moet worden opgebouwd, waarin heftige emoties worden beschreven of persoonlijke herinneringen de kop opsteken, is dat ‘doorvoelen’ soms even teveel. Omschakelen naar de verleden tijd geeft dan net voldoende afstand. De schrijver zit niet meer middenin het verhaal, haalt opgelucht adem en schrijft verder.
Tijdwissels ‘lees’ je dus om te ontdekken welke situaties spanning oproepen.

Persoonswissel

2015-05-27-EOS600D-2876“Ik scheidde vorig jaar van hem. Het duurt toch nog een hele tijd voordat je weer normaal functioneert met je kinderen.”
Van eerste naar tweede of zelfs derde persoon doorschakelen is in therapeutische gesprekken een belangrijk aandachtspunt. ‘Zeg dat eens in de ik-vorm?’ is de aansporing die therapeuten gebruiken om de spreker met volle aandacht bij zichzelf en een gebeurtenis, emotie of verlangen te brengen.
Bij schrijfwerk heeft zo’n persoonswissel dezelfde functie als een tijdwissel: effe een beetje afstand nemen. Niet ik maar je, zij of het nog abstractere algemene ‘men’ maakt dit mee. Dat scheelt.
Persoonswissels in je tekst wijzen je de weg naar de plek waar nog wat onverwerkte emoties liggen te wachten op je volle aandacht.

Tussenvoegsels

“Het is soms best wel lastig om uiteindelijk dan toch maar te gaan beginnen aan een klusje dat je 2015-05-27-EOS600D-2880misschien eigenlijk helemaal niet zo enorm leuk vindt!”
Relativerende woorden – wel een beetje, eigenlijk, af en toe, misschien wel, niet echt, soort van, of zoiets, denk ik – moeten verzachtend werken. Dat werkt niet. Zeg het nou maar, verdomme! Tussenvoegsels vormen een glibberige laag glijmiddel die je lezer met misverstanden bedruipt.
De lezer wordt dus niet gespaard, terwijl de meeste schrijvers juist tussenvoegen om medeleven en begrip te suggereren, om een vervelende boodschap (‘Doe die rotklus direct!’) pijnloos te brengen. Elke communicatietraining leert ons daarentegen dat een ‘slecht nieuws gesprek’ maar op een manier gevoerd kan worden: breng het slechte nieuws. Je lezer is uitstekend in staat om dat te verwerken of naast zich neer te leggen. Moet ie wel eerst snappen wat je  beweert. Daar ligt het probleem dus. Ben je onzeker? Geloof je je eigen boodschap wel? Durf jij als schrijver eigenlijk wel stelling te nemen? Onderschat je je lezer niet?
Gebruik onderstaand vragenrijtje als je stuit op een overdosis tussenvoegsels:
-Wat wil ik eigenlijk zeggen?
-Wat is de akeligste reactie die daarop kan komen?
-Is het realistisch om die reactie te verwachten?
-Zeg ik het dan toch of zeg ik het niet?
-Hoe doe ik dat open en eerlijk, in het vertrouwen dat mijn lezer tegen een stootje kan?
-Kan het helpen om mijn stelling te brengen als vraag?

Stopwoordje

2015-05-27-EOS600D-2871“We liepen dus over het strand en opeens trapte ik dus in een kwal. Dat deed dus behoorlijk zeer.”
Elke schrijver (elke!) heeft z’n eigen lievelingswoorden. Die dingen leiden een soort eigen leven. Ongemerkt sluipen ze je eigen tekst in en…
Sorry. Die van mij is op dit moment kennelijk ‘eigen’.
Hoewel er stevig bezuinigd kan worden op stopwoorden is het interessant om ze te duiden. Kijk naar de intentionele waarde van het woord om de achilleshiel van de auteur in beeld te krijgen.
eigen – auteur stelt persoonlijke beleving centraal, durft niet te veralgemeniseren
maar – auteur blijft twijfelen of relativeren, vreest zichzelf of kritiek
dus – auteur suggereert logische samenhang tussen beweringen, wat een lezer ook zelf wel kan als die samenhang er is
en – auteur wil met een opsomming volledig zijn, maar benoemt kennelijk de kern niet
als/alsof/zoals – auteur zoekt het in eufemismen, twijfelt kennelijk aan directe omschrijvingen
toch – auteur wil overtuigen, twijfelt kennelijk aan inzicht lezer en eigen argumenten
wel – auteur wil overtuigen (‘de economische crisis is bij dit probleem wel belangrijk’) of relativeren (‘hij had 50 kilometer gewandeld en was wel moe’).

Ouderwets taalgebruik

“Niettegenstaande het feit dat archaïsche taal thans naast weerstand tevens misverstanden 2015-05-27-EOS600D-2879oproept, wordt het nochthans met regelmaat gebezigd.”
Een enkele echter, tevens of evenzeer moet kunnen. Maar de schrijver die zijn teksten consequent hult in een nevel van statige woorden verdoezelt daarmee vermoedelijk gewoon dat ie de ballen snapt van z’n onderwerp. Ja toch? Anders zeg je het toch gewoon zoals het is?
Er is nog een opvallende overeenkomst tussen moeilijkschrijvers. Ze lijden vaak aan wetenschap in het voorgeslacht. Dat klinkt viezer dan het is. In de praktijk betekent het dat paps of mams een universitaire opleiding volgde en op verwijtende toon zei: “Kind toch! Journalistiek? Dat is toch geen echt vak!” Met het gebruik van ingewikkelde woorden en zinnen bewijst de schrijver nu dat ie heus niet van de straat is, tot paps of mams (of beste vriend of partner of kind) het respect geeft waar hij nog steeds stiekem zo naar verlangt.
Dat gaat niet gebeuren. Daarom kun je net zo goed gewone woorden gebruiken. Hoeft niemand zich dom van te voelen. Ook je lezer niet.

Leestekens

2015-05-27-EOS600D-2891“Daar stond ze!!! Wie had dat verwacht? Ik zeker niet…”
Leestekens. Fout van de schepping, of nuttig schrijfgereedschap?
Achter een leestekenlawine schuilt een onzekere, angstige schrijver. Leestekens vormen accenten in een tekst. Zonder die accenten moet de tekst ook al iets voorstellen. Alleen de faalangstige schrijver vreest te vaak dat ‘m dat niet lukt en overcompenseert.
De leestekens op zich:
-!-
Als een gegeven verbijstert kan het altijd zo genoteerd worden dat de zin zelf een uitroepteken is. Die hoeft er dan niet achter te staan. Wie veel uitroeptekens gebruikt komt misschien uit een gezin met twaalf kinderen, waar het heel wat moeite kost om een beetje aandacht te krijgen. Of hij is bang dat z’n lezer naar zijn vinger kijkt en niet naar de maan waar hij naar wijst. Onzekerheid dus!
-?-
Vraagtekens? Ook niet altijd terecht. De meeste vragen worden sterker als ze aan het denken zetten zonder als vraag te zijn gesteld. Veel vraagtekens wijzen erop dat de auteur ervan overtuigd is dat hij toch geen antwoord zal krijgen. Misschien omdat de vraag retorisch of niet interessant genoeg is?
-…-
De suggestieve puntjes… ze duiden maar al te vaak op een schrijver die bang is voor zijn leidinggevende functie. Een schrijver hoort richting te geven. Doel te bepalen. Met puntjes wordt de lezer daarentegen aangezet tot zelfwerkzaamheid… Er wordt iets bedoeld, maar wat? Nou, eigenlijk vooral dat de schrijver liever niet de eigen geest, maar, beetje laf, die van z’n lezer laat bepalen hoe het verhaal verder gaat…

Geneer je nooit

Okee. Dus al deze afwijkingen zie je terug in je eigen teksten? Geneer je niet. Je bent in goed gezelschap. Let er maar eens op: broodschrijvers en topauteurs, facebookers en notulisten, ze maken allemaal graag uitglijders in hun tekst. De kunst is om zowel hun als je eigen teksten met warmte en vergevingsbereidheid te lezen. Corrigeer dus onbekommerd wat fout is. Je wordt er zelf alsmaar beter van. Dat is nu eenmaal de lijn der dingen.
(de foto’s zijn trouwens genomen tijdens een workshop ‘Zakelijk schrijven met het creatiepentagram’ voor ondernemers uit het Westland.
Fotografie Edwin Lansbergen)

Ster

imageEen hele dag lang vertelde ik de studenten van Tori Kindercoaching over de schoonheid van woorden. Voor alles is er wel eentje die precies klopt: een dwarrelwoord dat traag naar je toetsenbord glijdt om dat wat je bedoelt precies in een woord te vangen, zei ik.
Toen we klaar waren met de cursusdag ‘Schrijven met het Creatiepentagram’ richtte Christa het woord tot mij.
‘Je schrijft als een ster. Je draagt een ster om je nek. En vanaf vandaag heb je je eigen ster hoog aan de hemel. Hij heet Yoeke.’
Ze overhandigde me een prachtig pakketje met een heel officieel document waar het echt stond, zwart op wit met coördinaten en alles. Ergens daarboven dwaalt vanaf vorige week een sterretje dat Yoeke heet…
Een woeste ontroering kolkte uit mijn borst omhoog en denderde mijn lijf uit via mijn wijdopen  mond.
Wroahhhh! Whoeoeeeh! Oohhrggh! brulde iets wat op mijn stem leek, maar dan rauwer.
Niks juiste woorden.
Helemaal geen woorden.
Alleen maar vlammende blijdschap.
Whoeeeffffsh
En tranen ook. Zomaar van blijheid.
Geloof dus nooit wat woordkunstenaars beweren. Voor sommige dingen zijn er echt geen woorden. En als ze beweren van wel, geef ze dan een ster. Moet je horen wat er dan gebeurt.

Stijloefeningen

Zet zelf het honderdste kopje op www.wittekopjes.nl


 
Niet alleen professionele schrijvers maken graag gebruik van witte kopjes.
Het stijlboekje ’99 witte kopjes op een tafel’ is nog steeds te koop.
Je vindt er speelse schrijfvarianten in om de werkelijkheid als nieuw te zien en te beschrijven.
Bestel ‘m en geef ‘m cadeau. Bijvoorbeeld met sinterklaas of kerst.

Ja! Ik bestel dat lollige schrijfstijlenzakboek bij Bol.com!

Wie schrijft verdwijnt

Woorden voor consumptie & transformatie


Morgen vier ik mijn 35e schrijfjaar. ‘Wie schrijft, die blijft,’ geloofde ik toen ik begon om verhalen op papier te zetten.
Dat blijkt niet waar te zijn. Wie schrijft, verdwijnt. Pijlsnel. Als je het tenminste goed doet.

Nachtwereld van de ziel

Een stukkie schrijven is allereerst heerlijk om te doen. Woorden banen de weg van binnenwereld naar buitenwereld en zo wordt een gevoel, een overtuiging, een waarneming of een ervaring, zichtbaar. Als beginnend schrijver dacht ik dat dat vooral een dienst aan anderen was.
Toen ik er wat beter in werd, merkte ik dat schrijven ook vaak een fijne manier was om zelf zicht te krijgen op mijn binnenwereld: ergens diep over nadenken levert vaak minder op dan ergens woorden aan geven en daarin weerspiegeld zien wat er dan zoal leeft in die nachtwereld van de ziel.

Tekst consumeren

Een enkele keer, als een lezer toevallig met een zelfde thema worstelt als ik, kan een tekst zelfs wel eens voor iemand anders iets betekenen.
Een lezer consumeert dan de tekst die ik schreef. Althans, de stukjes uit mijn tekst die aansluiten – de rest wordt weggefilterd en bereikt de lezersgeest niet, blijft ongegeten op het papier liggen.
De stukjes tekst, mijn gedachten die ik onder woorden bracht, worden opgenomen door de lezer in z’n eigen hoofd en hart. Ze nemen daarmee direct de kleur aan van de lezer zelf. Misschien weet hij zich de eerste paar dagen nog wel te herinneren wanneer hij deze gedachten-in-woorden heeft geconsumeerd. In een heel enkel geval weet hij zelfs nog dat mijn naam er onder stond.
Maar al snel raakt hij er van overtuigd dat hij zelf bedacht heeft wat hij nu denkt. Ik, als schrijver, ben verdwenen uit zijn belevingswereld. Mijn gedachten, die ik hem in woorden heb gegeven, hebben zich gevoegd naar zijn werkelijkheid en maken daar nu een onlosmakelijk deel van uit. Ik heb misschien verandering teweeg gebracht, maar gebleven ben ik zeker niet.

Jouw gedachten

Het is daarbij heel best mogelijk dat mijn lezer mijn woorden zo’n plek geeft in zijn eigen werkelijkheid, dat ik mezelf er helemaal niet meer in herken.
Af en toe schrijft een lezer me terug met een opmerking als: ‘Het klopt dat ik betere seks heb nu ik mijn huis regelmatig dweil, precies wat je al schreef in je boek.’
Nou weet ik heel, heel zeker dat ik dat nooit ergens geschreven heb. Ik ben kennelijk verdwenen uit de boodschap die de lezer zichzelf heeft gegeven, naar aanleiding van een tekst die ik ooit – over iets anders – heb geschreven. Wie schrijft, verdwijnt.
Lezer voedt zich met mijn woordenmaaltijd en zet die om in lichaam- en geesteigen energie. Nieuwe gedachten ontstaan uit de compost van mijn verwoorde gedachten, die nu de gedachten van lezer zijn geworden.
Okee. In die zin zou je bijna kunnen stellen: wie schrijft, die blijft. Als onherkenbaar getransformeerde ontwikkeling van de lezer.
Een kok heeft niets te zeggen over wat zijn gast doet met de energie die hij opdoet met het eten van een maaltijd.
Een schrijver moet maar afwachten in welke mysterieuze diepten van de geest zijn woorden terecht komen.
Het enige dat blijft is het moment van genot tijdens het eten, tijdens het lezen.
Soms lukt het om dat te bieden. Meer is het niet, dat schrijven.
Ik reken het goed.
Ik blijf.

Wil jij schrijven – of je nu blijft of verdwijnt – ?
Kom meedoen met de dagcursus ‘Schrijf dat boek’
op zondag 28 oktober in Arnhem.

10 tips voor de oprechte polderblogger

Yoeke in de mediaLekker bloggen? Goed plan om daarmee te verleiden en te informeren. Teksten naar Amerikaans recept staan vaak bomvol superlatieven: groter, succesvoller, beter en zakelijker. Dat pakt bij nuchtere Hollanders niet altijd goed uit. Moet dat nou, dat gedoe van ‘name your success’? Nee dus. Tien simpele blogtips voor de oprechte polderblogger die gewoon een goed product of een mooie dienst aanbiedt:
1-    Zet het belangrijkste bovenaan. Laat mij je blog schrijven.
2-    Maak lijstjes. Top tien. Vijf tips. Twaalf feiten. Hapklaar leeswerk.
3-    Houd het kort. 250 woorden. Breek je blog anders in wekelijkse stukjes.
4-    Dring je product of dienst niet op. Noem het. Je klant kiest graag in vrijheid.
5-    Relativeer (oeps, sorry voor punt 1).
6-    Geef ruimte. Witregels nodigen uit tot lezen. Lappen tekst niet.
7-    Zoek onweerstaanbare plaatjes. Beeld wordt makkelijk onthouden.
8-    Maak spannende tussenkopjes en gebruik ‘bold’ voor accenten. Niet te creatief worden: het moet begrijpelijk blijven voor je lezer.
9-    Zeg wat je wilt. Mail me. Schrijf je in. Stort je geld. Haal die bak koffie.
10- Overschreeuw jezelf niet met holle marketingtermen. Je eigen stijl is goed genoeg. En oprechter.
En natuurlijk: zorg dat de techniek in orde is. Links moeten werken. Filmpjes afspeelbaar zijn. Je aanmeldingsformulier moet bij jou terecht komen, ingevuld en wel. Die Ideal-knop moet ook echt geld opleveren.
-Laat de techniek even in orde maken door een vakman (m/v).
-Als je ook de woorden laat kiezen door een professional heb jij zelf lekker je handen vrij voor het werk dat jij het liefste doet. En het beste.

Download hier alles wat je moet weten over bloggen, met de slimste Blogtips
Kijk in de agenda voor meer informatie over workshops