Schrijven is scheppen

Een wereld scheppen in 7 dagen

schrijvenisscheppen“Dit keer ben ik zo snel gaan schrijven dat ik mijn gedachten steeds voor kon blijven,” hoorde ik Peter Terrin zeggen, schrijver van o.a. het gloednieuwe boek Yucca. Prachtig! En wie eerder al een aantal bestsellers schiep, zoals Terrin, kan zich dat permitteren.
Voor alle andere schrijvers is het slim om, ook bij fictie, een plan te hebben. Als schrijver ben je de god van je eigen nieuwe wereld en je bouwt je verhaal stapsgewijs op. Laten we wel wezen: God schiep de wereld in zeven dagen, wordt er gezegd. We kunnen ervan uit gaan dat daar ook een plan achter zat. Daarmee is niet gezegd dat je net zo krampachtig als hij moet vasthouden aan de volgorde van stappen die je bedacht hebt, of een stramien waar je je aan moet houden. Het verhaal kan gerust haar eigen weg gaan. Jouw taak als schrijver is om een wereld te scheppen waarin het verhaal zich kan bewegen en ontwikkelen.

1 – In den beginne…

Elk verhaal begint met duisternis. In den beginne is er dus wel een woord, maar het woord is nog bij jou als schrijver en jij bent het woord omdat het nog geen eigen leven heeft. Schrijven is scheppen. Anders gezegd: er is ergens een verhaal dat erop wacht verteld te worden, maar je voelt er de hunkering nog niet naar.  Als het verhaal door jou verteld wil worden en jij bent bereid om dat op je te nemen, dan zal het zich aandienen. Sluipend en daarna steeds groter en helderder, als een vlammetje dat een bosbrand wordt. De goddelijke vonk die we inspiratie noemen en de noodzaak tot schrijven opdringt. Het gaat gebeuren. Jij weet het. Het verhaal weet het. Nu is het wachten op het moment dat het echt ‘aan’ is.

2 – De eerste dag: hemel en aarde

Je plannen zijn woest, je document nog leeg. Wat ga je doen? De meeste verhalen dienen zich aan met een levensgroot ‘Wat’. Er is een thema, een gebeurtenis, een persoon misschien die verteld wil worden. Wat, wie of waar roept het hardst om je aandacht? Waar krijg je energie van als je eraan denkt? Waar word je nieuwsgierig van? Dat verhaal. Het is er al, maar het moet nog verteld worden. Definieer. Kies. Scheid de essentie van de hoofdzaak, de hemel van de aarde, de aarde van het water. Wat ga je vertellen?

3- De tweede dag: schep de wereld

Als je weet wat de essentie van je verhaal is, schep dan de wereld waarin dit verhaal tot leven en groei kan komen. Bepaal de context. In welke tijd speelt het zich af? Op welke plek? Een kantoor? Een stad? Een kelder? Een klooster? Hoe lang volg je het verhaal: een dag? Van vraag en overwinning van de weerstand tot het antwoord? Een leven?

4- De derde dag: de queeste

Welke belangrijke gebeurtenis maken we straks mee? Is dat het startpunt of het jubelend slot van het verhaal? Welke andere gebeurtenissen leiden tot deze kern? Wat zijn de gevolgen ervan? Welk doel wordt uiteindelijk bereikt (en welke niet)? Schets, in een mindmap, een tekening, een schema of met duizend postits op de muur, hoe je verhaal zich kronkelt, voortsleept, danst, afdaalt en opspringt langs de gebeurtenissen en ontmoetingen. Wissel hoop en tegenslag af, gebed en geilheid, om ze allemaal een grotere impact te geven op je lezer, zodat die door leest tot je laatste punt.

5- De vierde dag: schep de mens

Met wie leef jij – en straks je lezer – mee? Je hoofdpersoon. Wie is die mens? Wat is het persoonlijke doel van deze mens? Hoe is zij betrokken bij de belangrijkste gebeurtenis? Wat draagt hij bij? En welke weerstanden moet hij overwinnen voordat hij zijn doel bereikt? Wie helpt? Wie werkt tegen? Wie is het werkelijk? Hoe beweegt hij zich? Wat gelooft zij over zichzelf en haar wereld? Hoe reageert de wereld op haar? Wat wil de omgeving van hem? Welke kleding draagt hij graag? Welke zijn belangrijk voor haar? Loop een dag rond als je hoofdpersoon. Luister gesprekken af en noteer typerende uitspraken, gedachtengangen, twijfels, overtuigingen.

6- De zesde dag: verdeel de taken

Ontlast je hoofdpersoon. Ze hoeft niet alles alleen te doen. Schep medestanders, tegenstanders, loyalen, bedriegers, cynici, naieve vragers; iedereen die je nodig hebt om een ander stemgeluid te laten horen. Geef ze een duidelijke functie. In goede fictie kruipt geen regenworm de grond uit zonder reden. Elke gebeurtenis, elke locatie, elk mens helpt het verhaal verder of geeft het meer diepte. Je hoofdpersoon krijgt het meeste smoel door haar interacties met de anderen.

uit dat paradijs7- De zevende dag: blaas er leven in

Nu kunnen de gebeurtenissen zich gaan ontvouwen. Gebruik verteltrant en beschrijvingen om je wereld tot leven te brengen. Beschrijf zintuiglijke waarnemingen om het landschap op te laten bloeien. Noteer fysieke gewaarwordingen om emoties te laten meevoelen zonder ze te benoemen. En laat ze spreken, de door jou geschapen mens, maar nooit zonder reden. Vul een dialoog altijd aan met ankerpunten in de omgeving, of geef nieuwe informatie via dialoog.
Gooi de poorten van dat paradijs open en laat ze eruit. Of er in natuurlijk, afhankelijk van jouw verhaal.

De rustdag van de schrijver

Rustdag? Dat kun je wel vergeten als het verhaal je te pakken krijgt. Om je schrijftijd te claimen bij je gezin, werk en geliefden, plan je daarom eerst je vrije tijd. Eerst jij en zij. Dan je schrijftijd. Zorg dat je er bent op die tijd, ook als je geen inspiratie hebt. Schrijf. Zo leren je hoofdpersonen je kennen en dienen ze zich aan als je ze nodig hebt. Laat ze ook weten wat je schrijftijden zijn als ze midden in de nacht opduiken. ‘Nu niet, morgen weer,’ is best af te spreken (maar maak voor de zekerheid even een aantekening van die plotselinge ingeving zodat je er morgen echt mee verder kunt).

Zorg voor een professionele meelezer die aan jouw kant staat.
Meld je aan bij de Boekenvroedvrouw voor de beste zorg aan auteur en manuscript.
Vanaf je eerste plan totdat je boek er is.

 

Even een essay schrijven

Opgewekt aan de slag met je essay


Het essay wordt zwaar overschat. Eigenlijk is het gewoon een stukkie schrijven. Zoiets als een wandeling maken. Een stevige wandeling liefst, want dan valt er meer te zien onderweg. De bedoeling van een wandeling en een essay schrijven is hetzelfde: dingen zien die je eerder nog niet opgevallen waren. Het voordeel van het essay boven de wandeling is dat je met een essay meteen een ander – je lezer – ook wat nieuws laat zien. Aan de slag. In, zoals ik al eerder zei: drie fases. Voorbereiden, schrijven en bijslijpen. Elf stappen.
Fase 1
VOORBEREIDEN
(Voorbereidend schrijven)

-1-
Voordat je gaat wandelen pep je jezelf op om er tegenaan te gaan. Je zoekt een dag op die waarschijnlijk droog, maar niet te warm is, je zorgt voor goede schoenen.

Voor je begint met schrijven plan je tenminste drie uur schrijftijd op een plek waar je ongestoord kunt werken. Zorg dat je computer in orde is. Leg voor het schrijven zelf krachtvoer naast je computer: bijvoorbeeld een pot thee, vers fruit, genoeg licht, een goede stoel.
-2-
Je kiest een bestemming. Hoe ver weg mag het ongeveer zijn? Trekt een bepaalde regio je?
Je krijgt of kiest een onderwerp. Je bepaalt een minimale en maximale lengte. Bepaal zelf hoe je je onderwerp wilt beschrijven anders is er geen klap aan om een essay te maken: persoonlijk, grappig, filosofisch, verrassend, beeldend, technisch, wetenschappelijk of met veel dialogen erin….
-3-
Kies in die regio een interessante locatie uit – stad, hotel – en reserveer er vast een plekje zodat je er zeker terecht kunt op de dag dat jij wilt wandelen. Mocht je verdwalen onderweg, dan kun je altijd iemand de weg vragen naar je eindpunt.

Bepaal om te beginnen het slot van je essay: een stelling of een interessante vraag. Met welke gedachte wil je straks je lezer achterlaten? Schrijf, als het even kan, je laatste zin of alinea alvast op. Zo heb je niet alleen een kern van je betoog maar ook lekker praktisch een eindpunt van je verhaal. Dat geeft je de ruimte om ook af en toe even uit te wijden over een onderwerp dat maar zijdelings raakt aan je verhaal. Je kunt altijd de draad weer oppakken; je weet waar je heen wilt. Het eindpunt van je verhaal noemen we Z. Je begint bij A. Daar tussen zit het hele alfabet dat jij schrijft in je essay.
-4-
Beoordeel waarvandaan je wilt starten. Vaak is het leuker om eerst met de trein, fiets of auto naar een mooi gebied te rijden en daar met je wandeling te beginnen.

Bedenk wat de meeste mensen al zullen weten of denken over je onderwerp. Dat is het beginpunt van je verhaal: A. Als je wilt schrijven hoe gezond tomatensoep is hoef je niet eerst uit te leggen wat een tomaat is; dat weet iedereen al. Begin bijvoorbeeld bij: ‘Als u van tomatensoep houdt heb ik goed nieuws voor u!’
-5-
Je weet nu hoe lang je reis ongeveer zal zijn. Verzamel de bagage die je nodig zult hebben voor onderweg. Denk ook aan voetenbalsem voor als de vermoeidheid toeslaat! Mik het allemaal in een handig rugzakje en zorg dat je niet te zwaar bepakt bent.

Doe je research. Verzamel materiaal. Ga op speurtocht op internet, sla je boeken er op na, interview betrokkenen, zoek citaten van Plato, professor doctor ingenieur Dingetje, check de feiten die je in de Wikipedia leest en noteer ook je eigen visie even. Breng alles wat je vindt, liefst met URL of bronvermelding erbij, in kaart met een mindmap (gedachtenspin) zodat je alles door elkaar kunt noteren. Verzamel niet te veel: je mag gerust argumenten of feiten weglaten als jou dat beter van A naar Z brengt! Sterker nog: gebruik alleen de informatie die je nodig hebt om van A naar Z te komen. Anders blijft er niks over voor andere schrijvers. Een essay hoeft niet compleet te zijn, als het maar het door jou gekozen deel van het onderwerp goed beschrijft.

-6-
Bepaal je route (terwijl je van tevoren al weet dat jij toch liever een leuk zijpaadje inslaat als je er eentje ziet).

Orden je researchmateriaal uit je mindmap op de lijn van A tot Z. Waar begin je je essay? Wat is dan een logische opbouw naar het einde van je verhaal, je Z?
Dit is de structuur, het geraamte van je verhaal. Nu is het nog een kwestie van het verbinden van de puntjes tot er een volledige tekst staat. Appeltje-eitje.
Fase 2
SCHRIJVEN
(Gezegend schrijven)

-7-
Ga lekker aan de wandel, geniet van de prachtige omgeving, huur een fiets onderweg als dat opeens leuker lijkt, neem een spannende andere route, pik een terrasje onderweg en vergeet de tijd even, babbel met de boswachter die je toevallig tegenkomt… Geniet! Neem op tijd pauze, zodat je altijd wat fut blijft houden om verder te gaan.

Ga lekker schrijven. Maak het mooi. Kom op nieuwe gedachten, voeg een grapje toe, dwaal af, kom terug op je onderwerp, maak van een pikant weetje een grappig kader, verwerk je cijfermateriaal in een prachtig gekleurd taartdiagram met slagroom, speel met stijlen en schrijftechnieken, gooi wat streamers (spannende uitspraken of verleidelijke zinnetjes uit je verhaal) tussendoor, neem op tijd pauze (uur schrijven, kwartier pauze). Beweeg tussendoor even, drink iets, zorg voor frisse lucht. Hoe lekkerder je schrijft, hoe lekkerder het leest.
-8-
Kom aan bij je bestemming en geniet van je prestatie, van de vermoeidheid in je lijf, van al die prachtige dingen die je gezien en beleefd hebt. Schop je schoenen uit en stop met wandelen, neem rust. Vier je aankomst.

Heb je je conclusie bereikt? Gefeliciteerd. Dan ben je er. Stop nu met schrijven. Ga even wat anders doen.
 
Fase 3
BIJSLIJPEN
(Ambachtelijk schrijven)

-9-
Als je een beetje bent bijgekomen in je hotel, pak dan je routekaart er nog es bij. Waar ben je er van afgeweken? Was het de moeite waard? Heb je alles gezien onderweg wat je graag wilde zien? Heb je totaal onverwachte dingen beleefd? Brachten die je dichter bij je bestemming? En als dat niet zo was: heb je er plezier in gehad om bepaalde obstakels te overwinnen en toch door te gaan? En eh… Zit je wel in het goede hotel?

Lees je verhaal rustig door, liefst op een andere plek dan waar je hebt geschreven. Stel jezelf de vragen:

  • a- Is het een goed lopend verhaal?
    b- Ben je aangekomen bij Z, je conclusie? En als je iets anders concludeert dan je van tevoren bedacht: is dit interessanter? Houden zo, dan!
    c- Zitten er voldoende argumenten, feiten en meningen in om je lezer mee te nemen van A naar Z?
    d- Heb je nog iets heel interessants over uit je mindmap wat je misschien in een kadertje kwijt kunt?
    e- Gebruik je veel dezelfde woorden? Zoek er vervangende woorden voor.
    f- Heeft elk woord een eigen betekenis? Haal ‘m anders weg.

Neem je spellingscontrole serieus! Zorg dat je hele verhaal in dezelfde tijd is geschreven (tegenwoordig of verleden). Zorg dat de d’s en t’s op de goeie plek staan. Als je echt niet weet waar dat is omdat je bijvoorbeeld dyslectisch bent, vraag dan even iemand anders om je hiermee te helpen.
-10-
Praat eens met anderen over deze route. Misschien hebben zij nog tips voor je aan de hand van jouw belevenissen. Let goed op of ze het wel over dezelfde route hebben als jij! Misschien hadden zij heel andere herkenningspunten!

Laat je verhaal lezen aan anderen en vraag ze om het in het kort na te vertellen. Zo ontdek je of je bedoeling ook overgekomen is.
Als je geen haast hebt met inleveren, lees je tekst dan een dag later nog es door en maak ‘m nog mooier. Laat ‘m daarna met rust: zo’n tekst moet ook eens op eigen benen kunnen staan, al blijf je als schrijver bezorgd om z’n welzijn.
-11-
Plak foto’s in als je die had en geniet zo lekker na van je prachtige wandeling. Op naar de volgende!
Lever je essay in, zet het op je blog of verkoop het aan een tijdschrift of krant. Leer van de commentaren die je erop krijgt. Ga er van uit dat ze kloppen, ook als het een beetje zeer doet. Verheug je vast op je volgende verhaal. Dat gaat beslist NOG beter worden dan dit!

essay-schrijven – download de pdf

of mail me voor persoonlijk advies over je eigen schrijfwerk.
 

Zelf een ritueel maken

Zelf een ritueel maken is het beste glijmiddel om de stap van toen naar straks te zetten. Elke grote verandering wordt namelijk simpeler als je er, met een ritueel, aandacht aan besteedt.
Rituelen laten de drempel tussen twee levensfases fluorescerend oplichten. Een geboorte, een overlijden, een huwelijk, maar ook een echtscheiding, het behalen van een diploma, een nieuwe baan, een nieuw seizoen… perfecte momenten voor een zelfgemaakt ritueel met betekenisvolle, magische handelingen. Huh? Nou, gewoon.

Een ritueel maken: leuk en zinvol

Elke handeling waar bewust een intentie aan wordt gekoppeld is een magische handeling. Een ritueel, groot of klein. Of het nou het vouwen van de handen voor een gebed is, zout over je schouder gooien als je ruzie hebt gehad, de ander gezondheid toewensen bij het drinken van een glas, stofzuigen na een heftige ruzie of intense fijn-dat-je-er-weer-bent-seks na lange afwezigheid. Of een cirkel van vrienden die letterlijk om je heen staan en je allemaal iets goeds toewensen voor je 50e verjaardag.
Voor handvast- en trouwrituelen vind je hierbij een pdf met een handleiding om zelf een ritueel te maken.

Iemand die een ritueel met me bedenkt?

Als je wilt overleggen wat wel en niet werkt, of liever samen met mij een ritueel bedenkt, dan weet je me te vinden. Je kunt me ook inhuren om het ritueel betekenisvol en heel persoonlijk met je uit te voeren.
Meer voorbeelden van rituelen en hun functie via deze pagina.
Download de pdf ritueelmaken (alleen voor eigen gebruik)
 
rituelen maken veranderingen makkelijker 

Eigen toekomst liever een verrassing

Een zwarte spiegel - om de toekomst van anderen in te lezen. Niet die van jezelf.


We zaten al een hele tijd te praten over Damestasjeslezen, de interviewer van Paravisie en ik. Nou ja, ik vertelde, hij stelde vragen, het was immers een interview.
Zijn laatste vraag overviel me een beetje: “Hoe zie je je eigen toekomst als damestasjeslezer?”
Ik barstte per ongeluk in lachen uit. Mezelf zien als damestasjeslezer is al een beetje mal, maar mezelf in de toekomst zien nog veel meer.
“Nou eh… Niet, denk ik,” zei ik dus een beetje verlegen, want veel liever had ik gewoon een goed antwoord gegeven.
“Hm,” knikte hij, terwijl hij een aantekening maakte. “Dat zeggen ze bijna allemaal in deze branche.”
Nou was ik nog beduusder. “Ja,” legde hij uit, “mensen die voor anderen orakelen of waarzeggen zeggen bijna allemaal dat ze niet kijken naar hun eigen toekomst. Daar houden ze zich liever niet mee bezig. Ze laten zich liever een beetje verrassen.”
Dus wel anderen van dienst zijn met een blik in hun toekomst, maar niet in die van henzelf…
Een soort vegetarische slagers zijn het dus, orakelaars. En waarom?
Misschien omdat je na vaak in de toekomst te kijken voor anderen wel weet dat het weinig uitmaakt om te zien welke kant het op gaat. Het komt er immers veel meer op aan welke keuzes je vandaag maakt en hoe je verwerkt wat er nu gebeurt.
Misschien is het ook wel omdat we nu eenmaal graag het beroep kiezen dat ons precies de uitdaging biedt die we het minst aan durven te gaan. Al eerder viel het me op dat de meeste journalisten bijvoorbeeld (ikzelf incluis) zichzelf als behoorlijk verlegen zien. Maar geef ze een journalistieke opdracht en ze spreken zonder hakkelen God Zelf aan om Haar een belangrijke vraag te stellen. In functie durven ze alles, zonder notitieboekje maar heel weinig. Veel politieagenten blijken autoriteitsproblemen te hebben, therapeuten kozen vaak hun vak omdat er nog een diep onverwerkt verdriet sluimert, menig IT-er is in het dagelijks gebruik volkomen chaotisch terwijl programmeren functioneert bij de gratie van ordening en overzicht.
Eigenlijk niks bijzonders dus, dat wie orakelt of waarzegt voor anderen liever geen blik in de eigen toekomst werpt. Ik mag als damestasjeslezer eigenlijk al blij zijn als ik het aandurf om uit te kijken met oversteken…
PS: Het interview zal in augustus verschijnen in Paravisie. Geloof ik. Maar met zekerheid valt zoiets natuurlijk nooit te zeggen, ’t blijft kijken in de toekomst en daar doe ik liever niet aan.

Onzichtbare gorilla

gorilla

Fascinerend onderzoek


Een schitterend onderzoek over aandacht: de onzichtbare gorilla (universiteit van Utah, 2010). Ik verklap ’t even: zes mensen gooien over met twee ballen. De vraag aan de kijker is hoe vaak de bal in handen van de witte spelers komt. Als het antwoord wordt onthuld volgt ook de vraag: ‘En heb je ook de gorilla gezien die over het veld liep?’ 56% van de kijkers blijken die niet te zien, omdat ze namelijk aan het tellen zijn. Dat was toch de opdracht? Aandacht, geconcentreerde aandacht, vernauwt zich dus dusdanig dat we allerlei opvallende zaken in de omgeving totaal niet meer waarnemen. Daar liep ik over te denken op weg naar mijn ontmoeting met J. op het plein. ‘Niet geconcentreerd focussen, maar gewoon in de breedte kijken’, nam ik me intussen voor, want als ik alleen zou kijken of ik J. al zie, neem ik verder niks waar op het plein.
Goede gedachte. Ik kon dan ook nog net op tijd stoppen toen J. voor mijn neus sprong. Hij had al vijf minuten met zijn pet naar me staan zwaaien en ik had hem niet gezien.
Tjonge. Durf dan nog maar eens te zeggen dat mensen gewoon meer aandacht voor elkaar moeten hebben…
Bekijk vooral ook even het filmpje over die gorilla. En nee, het maakt niet uit dat je het nu al weet.
http://www.physorg.com/news/2011-04-gorilla-dont-front-eyes.html