Wat is 'Show, don't tell'

Moos maakt een wandelingetje langs een meer en ziet daar een vent op een klapstoeltje bij het water zitten. Elke drie minuten springt hij op, grijpt met beide handen boven zich, houdt dan z’n handen voor z’n gezicht, opent ze langzaam en tuurt enige tijd naar zijn handpalmen. Daarna ontspant hij zichtbaar en gaat weer zitten. Drie minuten later herhaalt dit tafereeltje zich.
Moos blijft een tijdje staan kijken en loopt dan nieuwsgierig naar de man toe, net als die weer even is gaan zitten. “Meneer…” zegt Moos: “Ik heb zo een tijdje staan kijken en ik zie dat u een druk mens bent, maar mag ik vragen: wat doet u eigenlijk?”
De man werpt een doordringende blik op Moos en zegt dan gehaast: “Ik vang mumzels!”
Moos zwijgt en wacht tot de man opnieuw is opgesprongen, in de lucht grijpt, zijn handpalmen bestudeert en weer zit.
“Mumzels…” herhaalt Moos belangstellend. “Hoe zien die er dan uit?”
De man haalt zijn schouders op en schudt dan teleurgesteld zijn hoofd.
“Weet ik niet. Ik heb er nog geen een gevangen.”

Wat heeft een schrijver aan mumzels

Deze klassieke leervertelling (die ik van mijn vader hoorde) is van groot belang voor schrijvers.
Voor je lezer is elke nieuw ontwikkeling in je verhaal een mumzel.
-Elke gebeurtenis die plaatsvindt is voor jou gesneden koek: door je planning weet jij allang dat dit er aan stond te komen en je kent elk detail al, anders had je het niet kunnen schrijven.
Maar voor je lezer is het nog een verrassing wat er gebeurt en waarom dan: een mumzel die nog niet gevangen is.
-Elke emotie die je hoofdpersoon doormaakt heb je als schrijver al doorvoeld. Je weet hoe geschrokken, verlegen, overdonderd, brutaal, bloedgeil of vrolijk je hoofdpersoon door de straat wandelt.
Voor je lezer is het een ongevangen mumzel. Nog niet gezien, laat staan gevoeld.
-Elke zintuiglijke waarneming heb je zelf gecreeerd in je verhaal. Je hebt het mos geroken, de helikopter gehoord, de pizza geproefd en het babyhuidje aangeraakt. Je lezer weet van geen mumzel.

Vang die mumzel en laat ‘m zien *)

Je zult je lezer op elk detail moeten wijzen, want er is geen andere manier om hem jouw wereld in te trekken dan door die mumzels eigenhandig voor hem te vangen en te beschrijven, te laten beleven, voelen, ruiken.
Schrijf je: ‘Toen de deur opende, ging er heel wat door haar heen.’
Oh ja? Wat dan? Vang die mumzel en laat ‘m zien:
‘Toen de deur opende, trok er een warme rilling van haar bekken naar het puntje van haar tong. Een vleugje van zijn aftershave was genoeg om al haar ingedutte verlangens weer te wekken.’
*) Dit is wat anderen bedoelen met de schrijverswet ‘show, don’t tell’.
   Beter, makkelijker & mooier schrijven? Check de cursusagenda   

Schrijfoefening: het hele verhaal – outline

Gratis dure schrijfweek in Frankrijk 6 – slot

20160923_155904_resizedVrijdag begonnen we en er was een zee van tijd waar we in sprongen, gewapend met niets meer dan een notitieblok en een pen. Nou ja, bij wijze van spreken dan, want we hadden ook laptops om het tempo bij te houden waarin onze verhalen zich aandienden en verteld wensten te worden. Vandaag, donderdag, is de laatste dag van deze schrijfweek. De laatste schrijfoefening zullen we vanavond voorlezen bij het vuur.
En tot mijn spijt is dit het moment dat het wel lastig voor de thuisschrijvers wordt om helemaal mee te doen. Onze schrijfochtend bestond uit een intensieve visualisatieoefening, en die kan ik je niet in een blog meegeven.

Visualisatie van je verhaal

creatiepentagramomslagDe opzet van de visualisatie is dat je je echt helemaal overgeeft aan je fantasie, je zelfgecreeerde wereld als fictieschrijver in springt en onderzoekt wat daar allemaal gebeurt.
We hebben dat gedaan aan de hand van het Creatiepentagram, waarin de zes belangrijkste aspecten van je verhaal aan bod komen op een gelijkwaardige manier, en zo nauw aan elkaar gekoppeld dat ze allemaal veranderen als je er eentje verandert.
Meer over het Creatiepentagram kun je lezen in mijn boek ‘Schrijven met het Creatiepentagram.’

Schrijfoefening: stap in de wereld van je verhaal

Om je gemakkelijk in te leven in het verhaal dat je wilt vertellen is het fijn om er eens in rond te lopen. Dat doe je met deze oefening.
-Teken vooraf een poppetje met armen wijd, benen wijd, en teken daarin het Creatiepentagram.
Dat gaat makkelijk door eerst punten te zetten die je daarna met elkaar verbindt:
1- op voorhoofd – wie ben ik (hoofdpersoon)
2- op rechtervoet – wat moet de hoofdpersoon overwinnen, welke situatie of gebeurtenis bepaalt het verhaal3- op linkerhand – waar en wanneer speelt mijn verhaal zich af, en over welke periode
4- op rechterhand, aan de andere kant van de poort van het hart – waarom gedraagt mijn hoofdpersoon zich zoals hij/zij doet, wat bezielt hem/haar, wat is zijn/haar diepste drijfveer
5- op linkervoet – hoe slaat hoofdpersoon zich er doorheen; wat zijn zijn/haar kwaliteiten, talenten, handlangers
6- op kruin – plek voor jou als de god van de wereld die jij schept, de poppenspeler die het overzicht heeft en houdt op het hele verhaal.
Sluit je ogen, roep per punt de beelden op en beleef ze zo levendig mogelijk: geuren, kleuren, geluiden, haal alles er bij om een duidelijk beeld te krijgen van al deze aspecten van je verhaal.
Zodra je klaar bent noteer je op je schets wat je meemaakte en waarnam.
Dan sluit je af met een glas water en iets te eten (chocola heeft de voorkeur).
landschapsschrijven

En nu?

Je hebt nu, als het goed is, een outline, je hele verhaal geschetst. Je kunt het beeld voor beeld gaan uitschrijven, je kunt ook eerst de gebeurtenissen in chronologische volgorde schrijven, als een kleurplaat waar je later gedeeltes van inkleurt met emoties (parelduiken), poetische omschrijvingen (landschapsschrijven), zintuiglijke waarnemingen (chocoladeschrijven) en hier en daar een 1,2,3-tje. Voila, je boek. En nu aan de slag.
Als je er wat begeleiding bij wilt: mail me maar even, dan maken we een afspraak in mijn praktijk als Boekenvroedvrouw. Ik ben bijna weer thuis.
20160928_204330_resized
 

Schrijfoefening: Marktschrijven

Gratis dure schrijfweek in Frankrijk – 3

20160926_104631_resizedMaandag. Marktdag in Miramont le Grande. Wij erheen natuurlijk, met z’n allen, voor deel 2 van het Emotieschrijven. Gisteren onderzochten we: hoe beinvloedt een emotie het lichaam? Hoe ga je zitten, lopen, staan, als je verdrietig bent? Zielsgelukkig? Jaloers? Woedend?
Dit keer biedt de markt de andere kant van deze oefening. We zien mensen in een bepaalde houding, in een gebeurtenis. Door scherp waar te nemen raden we welke emotie maar ook welke situatie ze meemaken. Marktschrijven.

Marktschrijven

20160926_091752Wie bezig is met een bepaald project neemt een interessante houding van zo’n Fransman of -vrouw (of een voorbijganger in je eigen winkelcentrum) als uitgangspunt om een aangrijpende scene in het eigen boek te schrijven.
Anderen verzinnen een prachtverhaal rond een of meer marktbezoekers.
Voor wie al eerder een schrijftraining bij mij deed: verwerk in je verhaal tenminste een 1,2,3-tje! (hier lees je hoe deze westerse haiku werkt).
Maximaal 600 woorden.
Deze man wordt mijn eigen project.

Spreekwoorden

Zoutvaatje“Wij leven met een dode koekoek,” was zo’n prachtige spreekwoordvondst die een van mijn kinderen deed tijdens een potje ‘Verzin een spreekwoord of gezegde en laat de anderen raden wat het zou kunnen betekenen.’

Zelfbedachte spreekwoorden

Een goed zelfbedacht spreekwoord is direct helder. Deze raadden we dan ook meteen: we laten ons leven niet leiden door een klok of een agenda, we genieten van het moment. Of woorden van die strekking.
Het spel is volgens mij hard nodig in deze fase van de ontwikkeling van de mensheid. De spreekwoorden en gezegden die we hebben zijn bijna allemaal enorm gedateerd. Ze verwijzen naar een tijd waarin beroepsmatige handelingen in scheepvaart, leger en landbouw kennelijk de gesprekken bepaalden.
Iedereen hield destijds misschien wel eens een oogje in het zeil, had vorige week nog moeten maaien wat er gezaaid was of ging deze zondag weer eens een kogel door een kerk heen jagen, een knuppel in een hoenderhok gooien of een paar keer tegen een lamp lopen, gewoon, omdat het kon.

De zin van spreekwoorden

Spreekwoorden zijn hartstikke handig. Je kunt er onverwacht wijs mee uit de hoek komen (’t Kan vriezen, ’t kan dooien) zonder dat je nou per se de diepste diepte van wat je zegt hoeft te doorgronden. Je kunt ook straffeloos een oordeel uitspreken (‘Boontje komt om z’n loontje’) zonder dat je letterlijk je eigen, kwetsbare, mening geeft. Het geeft bovendien een lekkere culturele band als je samen snapt wat deze miniatuur-geheimtaaltjes betekenen. Geen wonder trouwens, want de blijvertjes onder de spreekwoorden komen ook voort uit een breed gevoelde Ervaring of Wetmatigheid binnen een bepaalde cultuur of tijd.

Moderne gezegden

Vraag is: waar blijven de nieuwe spreekwoorden en gezegden? Ze hoeven echt niet alleen maar te gaan over nieuwe technieken (‘Hij keek alsof z’n whatsapp account plotseling was opgeheven’) of ontwikkelingen (‘Hun relatie zit al 3 jaar in een IT-beursbubbel’).
Een tijd geleden informeerde ik of er dan niemand uitdrukkingen kende uit de Huisvrouwenwereld. Daar kwamen een paar schitterende reacties op. ‘Dweilen voor het feest,‘ of ‘Kruissteekjes borduren met staalkabel‘ noem ik. Daar moet meer te halen zijn. Waar blijven de gezegdes als ‘Hij zet er vuile borden bij als de afwasmachine al gedraaid heeft‘ (een onaangename en tijdrovende vergadertechniek, trouwens) of ‘Die opmerking was als aluminiumfolie in de magnetron‘.

Avocado of naaktslak

Onze totaal veranderde houding ten opzichte van de natuur zou evengoed kunnen leiden tot nieuwe spreekwoorden en gezegden. Niet meer het berustende en natuurbewuste ‘Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is’, maar meer het eigentijdse, natuurvervreemde: ‘Met je blote voet op een stuk avocado trappen is net zo shit als op een naaktslak staan, maar het is wel eerder weer schoon.’
Mag ik je eigen suggesties eens horen?
 

Dweilen voor het feest

Win een boek met een huisvrouwenspreekwoord


Verzin en win!
Voor spreekwoorden en gezegden die uit de scheepvaart komen kun je echt alle zeilen bijzetten.
Een oogje in het zeil houden, katten, roeien met de riemen die je hebt, het komt allemaal uit de stoere mannenwereld van zeebonken, lichtmatrozen en scheepsmaatjes.
Maar wat deden de vrouwen eigenlijk, terwijl al die spreekwoorden en gezegden op zee bedacht werden?
Zij dweilden de vloer, deden de was, streken, verstelden, wasten af en lapten ruiten.
Om een of andere bizarre reden zijn veel spreekwoorden en gezegden die daaruit voortkwamen verloren geraakt.
Daarom roep ik taalliefhebbers en andere huisvrouwen (m/v) op om ze tot leven te wekken en naar hartenlust te gaan gebruiken: de volkswijsheden die in het vrouwenwerk door de eeuwen heen hun wortels hebben.
Nou ja… zouden kunnen hebben. Toch?
Noteer je eigen vrouwenspreekwoord of huisvrouwenuitdrukking hier onder in de comments.

Verzin en win

De inzender van de meest gebruiksvriendelijke uitdrukking wint helemaal gratis mijn boek
‘De magie van het huishouden’.

Deze actie loopt tot 1 februari 2013.

 
Uitdrukking:
“Zij dweilt voor het feest.”
Betekenis:
Ze wil een goede indruk maken voor een belangrijke gebeurtenis.
Voorbeeld:
Presentatie van een zakelijk project, waarbij de projectmanager vooraf alle betrokkenen een persoonlijk kaartje stuurt om sympathie te winnen.
 
Uitdrukking:
“Hoe sterker de stof, hoe moeilijker strijken.”
Betekenis:
Oude gewoontes zijn lastig te doorbreken.
Voorbeeld:
Na 30 jaar huwelijk je man pas vragen om ook eens de was te doen, heeft weinig kans van slagen.
 
Uitdrukking:
“Hij vindt zilveren lepeltjes in zijn afwasteiltje.”
Betekenis:
Hij brengt iets wat al lang bekend is alsof het een totaal nieuwe ontdekking is.
Voorbeeld:
Nieuw onderzoek wijst uit dat roken een slechte invloed op de gezondheid heeft.
 
Uitdrukking:
“Nylon sokken stoppen”
Betekenis:
Veel energie stoppen in iets dat z’n waarde allang verloren heeft.
Voorbeeld:
Pleiten voor winkelsluiting op elke zondag van het jaar.
 
Uitdrukking:
“Daar zakt de cake van in”
Betekenis:
Te vroeg vragen naar een bepaalde ontwikkeling beïnvloedt het resultaat negatief
Voorbeeld:
Aan de automonteur die je band aan het verwisselen is vragen of hij wel een beetje wil opschieten.
 

Fwie-fwieieieiew!

Zo iemand zou ik kunnen zijn


Twee dagen geleden werd er opeens hard en doordringend gefloten onder mijn werkkamerraam. Dat typische ‘hee-lekker-ding’ fluitje dat ‘fwie-fwieieieieiew‘ gaat.
Ik het raam open gooien natuurlijk, enthousiast naar buiten kijken.
Niemand.
Maar wel een herhaling van dat fluitje. En nog eens. Zo ritmisch dat ik me al snel een beetje gegeneerd realiseerde dat het waarschijnlijk een telefoontje was dat daar niet opgenomen werd. Pech.
Raam weer dicht, verder werken.
Een paar uur later opnieuw een hele serie fwie-fwieieieiews.
Zou iemand nou een hele avond achter mijn tuin gaan staan om z’n telefoon niet op te nemen?
Leek me sterk. Wat dan?
Net op het moment dat ik de deur open deed om te gaan kijken hoe het nou zat, hield het geluid op. Dan niet.
Maar vanavond begon het opnieuw. Treuriger nu. Fwie-fwieeuuuuw!
En opeens leek het me logisch dat het telefoontje in z’n eentje ergens achter mijn tuin moest liggen. Misschien was het uit een tasje gevallen. Of het tasje was gestolen en de dief had het telefoontje minderwaardig gevonden en in de struiken achter mijn tuin gegooid.
De eigenaar, die er natuurlijk zielsveel van hield, probeerde nu al twee avonden lang wanhopig om de aandacht te trekken van een voorbijganger, door regelmatig zijn eigen nummer te bellen. In de hoop dat er iemand (ik, misschien wel) nieuwsgierig op het geluid zou afgaan, het telefoontje zou vinden, midden in een fwie-fwi... zou opnemen en zou zeggen:
‘Hoi! Ik heb je telefoon gevonden hoor!’

Zo iemand zou ik kunnen zijn! Een held!

Ik heb mijn jas aangedaan, ben naar buiten gelopen en heb met trage stappen achter mijn tuin lopen wachten tot het opnieuw fwie-fwieieieiewde.
Nu kon ik het geluid ook duidelijker traceren.
Het kwam uit het huis van de buren.
Sommige columns lopen heel suf af.
 

Schrijf je zelf liever over een belangrijker onderwerp? 
Kom naar de workshopdag Magisch Schrijven
op 18 november in Baak (bij Zutphen).
Meer informatie en inschrijven. 

Eerst zien – dan schrijven

Een verhaal maken? Eerst zien. Dan schrijven.


Vandaag met tien middelbare scholieren van het Liemers College in Zevenaar in een uur een sprookje geschreven. Of, beter gezegd: tien sprookjes.
Aan de opmerking ‘Ik kan niet schrijven’ zijn we niet eens toegekomen. Wat een enthousiasme!
De kunst is eigenlijk heel simpel: graaf even een kanaaltje naar je inspiratiebron – de fantasie.
Voor een verhaal moet je een begin hebben – we noemen het even A – en een einde – vooruit dan maar: Z.- Met een rol w.c.papier heb je de hele verhaallijn ineens in beeld. Start bij A.
Prinsesje woont in paleis. Als ze altijd gelukkig blijft, lieve ouders houdt en veel goede vriendjes, totdat ze een prins ontmoet met wie ze naar hartelust nog lang en gelukkig kan leven, dan is er geen klap aan het verhaal.
Drama en ellende moet het arme kind hebben.
“We laten haar het paleis uitsturen!” was de eerste briljante vondst uit de groep.
“Door haar moeder!” detailleerde een ander. “Omdat ze niet goed genoeg is om prinses te worden.”
“En dan gaat ze de wijde wereld in omdat ze ook wel eens wat anders wil zien dan een suf paleis.”
“Oh ja. En dan gaat ze dood. Of moet het goed aflopen?”
Kijk. Dan heb je wat. Nee. Natuurlijk hoeft een sprookje niet goed af te lopen. Als je schrijft ben je een beetje God: Je kunt alles laten gebeuren wat Je een goed idee lijkt. Door je eigen moeder, de koningin, verdreven worden uit het paleis is een uitstekende start voor een verhaal.
We beginnen dus met de gevoelens van het prinsesje. Wat gaat er door dat arme kind heen als ze te horen krijgt dat ze kan vertrekken?
En wat heeft die koningin eigenlijk precies gezegd tegen haar?
Nog interessanter: wat doet ze dan, als ze met haar koffertje voor de paleispoort staat op zoek naar de wijde wereld? Wie komt ze tegen? Van welk vervoersmiddel kan ze gebruik maken en hoe ziet de omgeving eruit waar ze doorheen komt?
Wie het moet verzinnen krijgt hoofdpijn.
Een fijnere manier om zo’n verhaal te maken is om je ogen dicht te doen. Zet de film in je hoofd aan. Roep de beelden op en zet ze stil waar ze interessant worden. Kruip in de huid van het prinsesje en voel hoe het lichaam van de koningin zich fier strekt als ze haar pijnlijke bericht uitroept tegen haar verbijsterde dochter: “Ik verzoek je onmiddellijk dit pand te verlaten. Je weet niks van de wereld en je misbruikt je positie.”
Ohhhhh… Erg! Krijgt het prinsesje het er warm van? Borrelt er een kolkende woede op in haar borst? Zit ze als versteend, of springt ze op en scheldt ze met haar handen in haar zij, voorovergebogen van kwaadheid, de koningin uit?
Roep het beeld op.
Neem het waar.
Geef het weer.
Wie zo een verhaal schrijft moet weliswaar af en toe eventjes stoppen met schrijven om de film verder te laten gaan, maar dan heb je ook wat.
De omgevingsbeschrijvingen waren bijvoorbeeld zo adembenemend dat ik nu precies weet hoe het ruikt op een hobbelende platte wagen, terwijl het bergpad waarover de prinses de wijde wereld in rijdt steeds moeilijker begaanbaar is door de vallende herfstbladeren. En de paardestaart van de koetsier maar heen en weer wiebelen, de wielen piepen en het paleis verdwijnt langzaam uit zicht.
“Ik had nooit gedacht dat de wijde wereld zo mooi zou zijn,” verzucht het prinsesje dan ook.
Zoiets verzin je niet.
Eerst zien. Dan schrijven. Scheelt een hoop denkwerk en het wordt er kleurrijker van dan als je alles verzint.
 

Blufscrabble verruimt de geest

Bij blufscrabble scoor je niet alleen, je creeert ook ruimte in de geest - en een hele hoop nieuwe woorden


Als de schoonheid van het woord extra punten zou opleveren zou ik bij scrabble niet vals hoeven te spelen. Mijn naaste omgeving en god zelf weet dat ik dat wel doe. Graag en onverbeterlijk. Omdat het kan.
“Het is toch do-re-vi-ma-sol, he?” informeer ik zekerheidshalve even bij mijn tegenspeler. Knikt die afwezig ‘ja’ kan ik dus mooi 26 punten opstrijken voor ‘vi’, met de V dubbel geteld op 3x letterwaarde. Of ik vraag hoopvol: “Als iemand z’n haardos helemaal in de war is he, dan heet dat toch ‘wardos’?” Meestal wordt hier tamelijk afwijzend op gereageerd. Jammer is wel dat veel mensen daardoor niet graag met mij scrabbelen: ze moeten er zo bij blijven opletten.
Maar op de camping trof ik Miek die graag in mijn voortent een potje kwam spelen omdat haar man toch niet zo van scrabble houdt.
Al bij het eerste plankje bleek dat ik hier met een zielsverwant te maken had.
“Rekenen we het voltooid deelwoord van zelfstandige naamwoorden ook goed?” vroeg ze min of meer terloops.
Alleen al uit nieuwsgierigheid leek me dat vanzelfsprekend. “De regel is immers dat het niet uitmaakt of je woord al eerder gebruikt is, als je theorie maar goed onderbouwd is,” besloten we streng. Een mens kan niet zonder duidelijke regels.
Vervolgens legde Miek met een stalen gezicht het prachtige woord RAJIXLO neer. Op mijn vragende blik antwoordde ze geduldig: “Dat is die bekende Mexicaanse dans. Dit is het voltooid deelwoord ervan.”
Onze avond kon niet meer stuk. Tot zeven maal toe hadden we een volledig plankje leeg en dus 50 punten extra te pakken. Er werden fenomenen beschreven die geen enkel woordenboek ooit zouden halen: de spiegelshovel, die nochtans handig is voor moeilijk bereikbare plekken waar net zo goed wel eens geshoveld moet worden. Het volledige oud-Drentse recept voor een harde krentenkoek werd bijna afgekeurd omdat er geen chocola in leek voor te komen, maar omdat de garnering altijd bestaat uit melkchocolade kevertjes kon het woord DROMKE toch nog worden goedgekeurd. Het grappige geborduurde schortje van de joods-siberische minderheid op Ijsland, de LECHME, moest worden afgekeurd omdat er te weinig bewijs voor was. Ja, we waren meedogenloos, maar rechtvaardig.

Blufscrabblen kan iedereen leren


Uiteindelijk wonnen we met 1 punt verschil (dat leg ik nog wel eens uit).
Het aardige van blufscrabble is dat het de boodschap aan de geest geeft dat alles in principe mogelijk is. De zelfopgelegde beperkingen die ons normaal gezien ernstig hinderen bij het vrije associeren en lekker woordspelen zijn opgeheven. De geest kan dartelen. Dat is te merken aan het feit dat plotseling niet alleen de prachtigste blufwoorden en creatieve beschrijvingen ontstaan, maar dat er ook een hele extra galerij aan bestaande woorden blijkt te worden aangeboord. Deuren en ramen zwaaien zonnig open in de hersenen.
Als de bluf voor scrabble al zo stimulerend werkt, hoe heilzaam zal het dan wel niet zijn voor de economie?
Hierover later. Of misschien ook wel niet. In elk geval kan ik je een potje blufscrabble warm aanbevelen. Noteer vooral even je mooiste vondsten en vermeld ze hier eventjes. Met uitleg graag, want als het goed is kent niet iedereen je woord al.

Doe mee aan het woordevenement van het jaar

Schrijf je in voor het eerste Nederlandse Blufscrabble Toernooi

bij de comments hieronder

 
Een fijne tip
van @Tine_S :
Cock en Ab van der Laak speelden ook al naar hartelust
Blufscrabble avant la lettre…


Oh, de maan…

Playing with the moon.pps

Mens en maan: Playing with the moon. Dit mysterie wil je zien.
Het is een ingepakt filmpje dat je gerust kunt downloaden en bekijken als pps.
Zeker op deze bijzondere avond waarop we een volle maansverduistering meemaken.
Wie maakte dit filmpje? Ik wil haar graag huwen. Tips zijn welkom.
Ik kreeg het toegestuurd door Christina Boudewijn-de Kaste, ook zo’n leuk mens!