Ik kan niet schrijven

Laat mij de puntjes op je I zetten voordat je blog de wereld in gaat

Laat mij de puntjes op je I zetten
voordat je blog de wereld in gaat


Ik kan geen auto’s repareren, kleding maken of hoogspringen. Ik ben ook niet zo goed in piano spelen, genealogie en meetkunde. Maar ik weet wel iets van schrijven.
Waarom zou jij van jezelf eisen dat je elke activiteit zomaar in de vingers hebt? Kom op. Geef het toe. Zeg het maar gewoon. ‘Ik kan niet schrijven.’ En dat is okee…
Lucht op he?

Professional kan het beter

Je komt nogal wat klussen tegen als je een eigen bedrijf hebt. Een heel aantal daarvan zul je moeiteloos zelf kunnen klaren, of je volgt er een cursus in zodat je de basis onder de knie hebt. Maar zelfs dan blijft elke klus op zich een vak. Voert een professional ‘m uit, dan wordt het gewoon beter, mooier, dan als je het zelf als leek doet. Jij bent toch ook het allerbeste in het werk waar je je bedrijf van hebt gemaakt?
Dus doe je je boekhouding zelf, maar laat je je jaaropgave doen door een gespecialiseerde boekhouder. Je bedenkt zelf hoe je website er ongeveer uit moet zien, maar je laat ‘m bouwen door een slimme IT-er.

Mijn puntjes op jouw I

Kies dan ook voor je blog, folder of webtekst op z’n minst de professionele blik van een schrijver, om te zien of je teksten werkelijk uitstralen wat jij wilt.
Laat mij de puntjes op jouw I zetten met een Blogcheck.
Stuur hem even langs, die tekst. Dan kijk ik er nog even naar en geef je wat verbetertips voordat jij ‘m online zet. Of ik schrijf ‘m voor je, nadat jij me verteld hebt wat je ongeveer wilt zeggen. Als je me laat weten hoeveel haast je hebt doe ik het bovendien razendsnel. Kun jij je lekker bezighouden met de dingen waar je echt goed in bent.

Prijzen blogcheck:
50 euro ex. btw voor een tekst tussen de 100 en 600 woorden.
75 euro ex. btw voor een tekst tussen de 600 en 1000 woorden.
Langere teksten in overleg.

Wacht!
Liever zelf beter leren schrijven?
Kom dan meedoen met de dagworkshop Schatschrijven!
16 februari in Zwolle,
121,- incl. btw.

Seks, sushi en schrijfgenot

Van discipline naar genot

Van discipline naar genot


Seks. Sushi eten. Saunabezoek.
Daar hoor je eigenlijk nooit iemand over zeggen: “Ik zou het wel vaker doen als ik de discipline maar op kon brengen.” Welnee! Lekkere dingen doe je zo vaak mogelijk. Voor het genot ervan. Omdat onze natuur erop gericht is genot te ervaren zodra het kan.

Seks, sushi en schrijfgenot

Over schrijven hoor ik het wel regelmatig. “Ik zou wel graag elke dag zes uur willen schrijven, maar ik kan er de discipline niet voor opbrengen.”
Ja, nee, duhhh… Elke dag zes uur seks, sushi of sauna gaat misschien ook wel vervelen op den duur.
En dat terwijl mensen die graag schrijfdiscipline zouden hebben in weerzinwekkende hoeveelheden, het schrijven zelf wel degelijk ervaren als een genot. Ze vinden het lekker om te schrijven. Ze worden er blij van. Ze genieten ervan.

Van discipline naar genot

Waarom zou je schrijven dan niet net zo behandelen als seks, sushi en sauna? Doe het voor het genot ervan. Zo vaak mogelijk. Net als met seks eigenlijk. Niet op discipline, want dan wordt het een verkrampte toestand. Niet te lang achter elkaar, want dan ga je van jezelf eisen dat het steeds zo lang zal duren. Niet te kort, want dan kom je er niet lekker in. Niet inplaats van iets anders wat eigenlijk belangrijker is. En zodra je merkt dat je overschakelt van genot naar discipline stop je ermee. Natuurlijk: dat boek, blog of biootje moet af. Maar als je dat met een overwegend bweeeeeeh-gevoel doet leest het toch niet lekker.

Seks om inspiratie op te doen

Ben je bezig met groot schrijfwerk? Richt je leven dan zo in dat er ruimte is voor genot. Schrijfgenot. En als je vindt dat je daarmee af moet zien van seks, sushi of sauna, beschouw die vormen van genot dan maar als het opdoen van nieuwe inspiratie voor je schrijfgenot.

Boek af: eind 2014

Als je dat boek nou echt wilt schrijven schakel me dan gerust in als schrijfcoach.
Misschien heb je het dan aan het eind van het jaar wel af.

Ik wens je een lekker 2014 toe.
Met ruim voldoende seks, sushi, sauna en schrijfgenot.
(en iets meer seks en sauna voor wie niet zo dol is op sushi)

Overtuigend schrijven

“Blaas een rode ballon op en laat ‘m neerdalen op het bureau van je collega.”
Wacht.
Heb je die eerste zin gelezen? Over dat je een rode ballon op moet blazen en zo? En? Is er ook maar een vezel in je lichaam die ernaar hunkert om dat nu ook echt te gaan doen?
Vermoedelijk niet. Mijn schuld. Sorry.

 

Uitstellen graag!

Deze grandioze tip komt namelijk te vroeg in de tekst.
Dat is een opbouwmisser die wel vaker gemaakt wordt. Vooral als je als schrijver erg enthousiast bent over een plan, roep je je lezer vaak te snel op om het plan ook meteen maar uit te gaan voeren. Je ziet dat op websites van kleinere bedrijven veel gebeuren. ‘Meld je meteen aan voor een informatieve kennismaking’, staat er dan bijvoorbeeld bovenaan een pagina.
Dat is niet zinvol. Wij, lezers, zijn immers zuinig op onze energie en storten ons niet klakkeloos in een kennismaking waarvan we het nut niet inzien. Uitstellen is beter, als het gaat om verleiding. Overtuigend schrijven doe je in stapjes.

Effectief verleiden

Wij, lezers, willen eerst aangesproken worden op onze eigen ervaringen. Erkend worden. Dan worden we mogelijk nieuwsgierig naar nieuwe informatie over het hoe en waarom van die ervaringen. Als we daarmee echt verrast worden willen we misschien nog wel wat meer weten over de brenger van zoveel interessants. We zijn geraakt en gevoed in buik (ervaring), hoofd (nieuwe kennis) en hart (emotie, bijvoorbeeld verrassing over een nieuwe invalshoek). Dan zijn we pas bereid om in beweging te komen, de voeten voorwaarts te plaatsen en die knop in te drukken of die telefoon op te pakken voor een informatieve kennismaking. Niet eerder. Zo bouw je je tekst dan op:

  • Commerciele tekstopbouw
    1- Erkennen van situatie van lezer
    2- Uitleg, nieuwsgierig maken
    3- Concreet voorstel doen
    4- ‘Klik hier’ of ‘Bel nu’ knop (call to action).
    Aanhaken, uitleggen, overtuigen. Dan verleiden.

Hoe schrijf je dat dan?

Vandaar, speciaal voor iedereen die collega’s heeft:
“Verveel je je ook rot op kantoor? Dat komt omdat we 80% van de tijd niet uitgedaagd worden om te spelen. We doen te veel van hetzelfde en slibben daarmee vast in voorspelbare reactiepatronen. Een kwartiertje spelen helpt enorm om de geest vrolijk en vindingrijk te maken. Wil je zelf creatief blijven en ook je collega’s uitdagen om eens wat nieuws te bedenken? Speel! Blaas een rode ballon op en mik ‘m op het bureau van je collega!”
Neem even contact met me op voor een rode ballon of om je in te schrijven voor de workshop ‘Lekker Bloggen’ waar ik je graag meer van dit soort tips geef!

Teveel om te schrijven

schrijftechniek

Wat laat je weg uit je tekst als je teveel weet?


“He knew too much,” grommen ze in Amerikaanse westerns voordat ze de held doodschieten.
Wie schrijft over een onderwerp waar hij veel van af weet, kan spontaan het verlangen voelen opkomen naar zo’n efficiënte afhandeling van zijn dilemma’s. Een verhaal, journalistiek artikel of blog, mag immers nooit te lang zijn.
Maar wat laat je weg? Probeer eens: bijna alle details. Op 1, 2 of 3 voorbeelden na.

Je weet te veel

Stel: je wilt in je verhaal bewijzen dat het weer invloed kan hebben op je stemming. Je hebt daar 26 grappige voorbeeldjes van uit de praktijk en je kent bovendien drie onderzoeken waarmee het bewezen wordt. Bovendien weet je dat de ene mens alleen maar een tikje chagrijnig wordt van vallend herfstblad, een ander het eigenlijk wel een vrolijk gezicht vindt en de derde geëmigreerd is naar een land zonder seizoenen om eindelijk af te zijn van z’n seizoensgebonden depressies. Stop! Te veel informatie! Dat verhaal wordt te lang! En toch wil je je lezers zorgvuldig en genuanceerd informeren.

1, 2, 3 voorbeelden

Lezers zijn goed opgevoed. Ook als ze zich dat helemaal niet bewust zijn. Daardoor hoef je niet alles te schrijven wat je weet, terwijl je toch al je informatie doorgeeft.
De truc is om gebruik te maken van patronen. Geef 1, 2 of 3 voorbeelden.
1- Status quo
‘Het weer is van invloed op je stemming. Veel mensen worden somber van regen.’
Geef je in een verhaal een enkel voorbeeld van een bewering, dan wordt dat gelezen als gemiddelde, als omschrijving van de status quo, als uitwijding van een stelling die geen tegenspraak duldt.
2- Ontwikkeling
‘Het weer is van invloed op je stemming. Regenachtig donker weer leidt vaak tot somberheid, terwijl een zwoele zomerdag de stemming er juist lekker in brengt.’
Als je twee voorbeelden geeft zal je lezer ervan uitgaan dat dit de twee uiteinden zijn van een ontwikkeling, een reeks mogelijkheden, lopend van ‘voor’ tot ‘na’, van ‘niet’ tot ‘heel erg’, van ‘wit’ tot ‘zwart’. Met die twee voorbeelden heb je dus de hele lijn van nuances en ontwikkelingen al binnen het bewustzijn van je lezer gebracht.
3- Compleet
‘Het weer is van invloed op je stemming. Treurigheid met regen, een zonnige kijk op het leven in een warme zomer, vertwijfeling bij mistflarden, het is eigenlijk een heel natuurlijk gegeven.’
Geef je drie voorbeelden, dan weet je lezer: ‘Dit is nog maar het topje van de ijsberg.’ Waar drie voorbeelden moeiteloos te vinden zijn door jou, kan lezer zelf naar hartelust verder fantaseren over de andere voorbeelden of ze er bij zoeken. Hij heeft daardoor het gevoel een compleet beeld te hebben (of te kunnen krijgen als hij echt zou willen, wat niet zo is).
En?
Als het waar is, heb je nu het gevoel een compleet beeld te hebben van hoe leespatronen werken, want je kreeg er drie voorbeelden bij. Ga er maar van uit dat er nog veel meer over te zeggen is. Mail me er even over.

Mooi schrijven

Eerst grote lijnen schrijven. Dan inkleuren.

Eerst grote lijnen schrijven. Dan inkleuren.


Een tekst, elke tekst, is een draak met heel wat koppen die je als schrijver allemaal onder controle moet krijgen.

Verhaal opbouwen

Eentje ervan is de kop zelf natuurlijk. Die sabel je als laatste neer. Verder heb je de inhoud, de schrijfstijl, de structuur en opbouw van je tekst, het doel ervan, je doelgroep, de krachtige uitsmijter, de context waarin je tekst gelezen zal worden, je taalgebruik, de research, de heerlijke details die het sappig leesbaar maakt, je inspiratiebronnen en de tijd die je eraan moet besteden.

Mooi schrijven – in fases

Schrijf daarom in fases. Eerst de grote lijnen. Begin, middenstuk, eind.
Zo schep je een soort kleurplaat voor jezelf waardoor de volgorde van gebeurtenissen helder is en het verhaal een mooie opbouw heeft.

Inkleuren van details

Geef je verhaal de kleur van detailbeschrijvingen als je de grote lijn hebt staan.

Geef je verhaal de kleur van detailbeschrijvingen als je de grote lijn hebt staan.


Leg het dan weg. Als je een tijd iets anders hebt gedaan lees je het door. Let daarbij op welke beelden zich vormen in je hoofd terwijl je leest. Kies dan per (ongeveer) 200 woorden een fijn detail uit om even over uit te wijden. Mooi schrijven. De grote lijnen staan. Nu kleur je een paar sappige sfeerbeelden in.
Welk patroontje heeft het behang bijvoorbeeld in de kamer waarin het verhaal zich afspeelt?
Welke wetenschapper beweerde eerder al het tegendeel van de stelling die jij verdedigt? Wat zei hij dan precies?
Hoe ruikt het in die woestijn waar je reisverslag over gaat?
Zo versla je de veelkoppige tekstdraak met je toetsenbord.
Zo kleur je de plaatjes in.
Niet allemaal. De lezer wil z’n fantasie ook kunnen gebruiken.

Schrijven hoef je niet alleen te doen

Als je veel schrijft, laat me dan eens meelezen. Als schrijfcoach kan ik je precies vertellen hoe jouw teksten nog soepeler gaan lopen. Ook als het gaat om een blog, een boek of een serie artikelen.

 

Vampierwoorden-invasie

Vampierwoorden zuigen het bloed uit de lezer

Vampierwoorden zuigen het bloed uit de samenleving


Ze strompelen zwijgend over een slijmerig kronkelspoor je tekst binnen. In hun adem ruik je de walmende leegte van hun binnenste al. Ze kreunen vaak een beetje en pas als je ze een spiegel voorhoudt vallen ze door de mand: ze hebben geen reflectie. Vampierwoorden.

Ambtelijke taal

Vampierwoorden zeggen helemaal niks. Ze zuigen het bloed uit de samenleving vanuit hun duistere schuilplekken in beleidsstukken, rapporten en aanbevelingen. Houd een levend, concreet woord voor de spiegel van je geest en er ontstaat een beeld. Zet het naast een vampierwoord en er is niks te zien. Probeer maar. Wat is het vampierwoord: fietsen of gaan? Mailen of communiceren? Of, een fijn voorbeeldje van cluster-vampierwoorden: Afspraak maken of ‘mogelijkheden onderzoeken om een bijeenkomst te plannen waarop voornoemd thema nader kan worden doorgesproken?’ En een paar bloedeloze zombiewoorden: ‘Zouden kunnen proberen’, ‘willen gaan kijken naar’, ‘in de zin van talloze voorbeelden’. Ambtelijke taal. Als er zonlicht valt op een vampierwoord, verdampt het.

De 15 ergste vampierwoorden op een rijtje

Daad bij het woord voegen

Hoe vaak je een alinea met vampierwoorden ook leest, het blijft vaag, er ontstaat geen helder beeld. Er is een grauwe invasie van vampierwoorden in rapporten, aanbevelingen en beleidsstukken van de sociale sector, het hogere management en (semi-)overheid. Ze trekken het bloed uit de tekst en er ontstaat geen concrete betekenis.  Dat heeft een onaangename bijwerking. Er moet alsmaar nagedacht worden. Alleen het hoofd wordt aangesproken.
Als een tekst direct een beeld oproept snapt onze geest meteen waar het over gaat. Het hart springt op: ‘Oh ja, boodschappen doen. Gezellig!’ In de buik roeren zich persoonlijke herinneringen waardoor de nieuwe woorden worden getoetst aan de eigen ervaringen: ‘Ik zag laatst van die fijne gekleurde cupcakes die de kinderen zo lekker vinden.’
Zo raakt een tekst hoofd, hart en buik van de lezer en kunnen de voeten in beweging komen: ‘Wat? Willen ze die cupcakes volstoppen met gemodificeerde soja? Daar moet ik wat aan doen!’ Pas als zowel hoofd als hart en buik geraakt zijn willen we de daad bij het woord voegen.

Nieuwe maatregel harteloos

Bij abstracte teksten vol vampierwoorden blijven hart en buik, emotie en eigen ervaring, onaangeraakt. Het hoofd van de lezer is actief en probeert uit alle macht om te zien wat er staat, om toch een weerspiegeling te krijgen van de lege termen waarmee zo’n beleidsstuk vol staat. ‘80% van de ondervraagden geeft aan te maken te hebben gekregen c.q. verwacht te zullen krijgen met een of meerdere negatieve aspecten van de uitvoering van deze maatregel in de persoonlijke leefsfeer.’

Hoe concreter hoe beter

Vampierwoorden! Ondode tekst! Tegen de tijd dat de ambtenaar die dat leest heeft uitgevogeld wat het betekent, is hij zo opgelucht dat hij snel z’n handtekening zet onder de nieuwe maatregel.
Dat zou hij niet doen als er levende woorden hadden gestaan: ‘Geen huisvrouw weet meer hoe ze haar boodschappen moet betalen!’
Hoe concreter hoe beter dus. Omdat er niets schadelijker is voor mensen dan de bloedeloosheid in de samenleving die vampierwoorden veroorzaken.

Gebakken lucht

Houd je eigen teksten tegen het licht en kijk welk woord geen reflectie heeft. Prik er een houten pin doorheen en kijk rustig toe hoe ze oplossen in lucht. Gebakken.

EXTRA
Vampierdaden – om slim te lijken tijdens een vergadering.
Lijk slim met vampierdaden.

In 7 stappen naar een happy end

happyendWanneer is je tekst klaar?

Wie schrijft kent het probleem: aan een tekst beginnen is nog niet zo’n toer. Maar wanneer is het nou eens klaar?
Met deze 7 stappen breng je je lezer met aandacht en plezier naar de conclusie (Klik hier) of het happy end van je verhaal.
Zowel voor zakelijke teksten als voor plezierschrijverij.

 
Stap 1:
Sluit de deuren

Bedenk waar je verhaal over moet gaan. Zakelijke tekst, fictie of non-fictie: je hebt een thema, een idee, een boodschap die je wilt delen met je lezer. Hoe beter je dat terrein afbakent, hoe meer ruimte je jezelf geeft om uit te weiden over details.
Stap 2:
Informeer naar bijzonderheden

Onderzoek wat je lezer al weet over je onderwerp en start je verhaal daar.
Dit is A, het begin van je tekst.
Stap 3:
Bepaal tot waar je gaat
Wat moet je lezer verzuchten als hij straks je tekst uit heeft? Bedenk het van tevoren en zorg dat je hem of haar daarheen leidt. Dit is Z, het einde van je verhaal, je happy end.
Tussen A en Z voer je straks je lezer aandachtig door het hele alfabet heen tot hij er is.
Stap 4:
Bouw het op en varieer

Bedenk tenminste 3 interessante handelingen, gebeurtenissen of beweringen om de aandacht van je lezer vast te houden. Zet ze bijvoorbeeld in een mindmapje. Wissel positieve en negatieve lading van de gebeurtenissen en emoties af. Begin met een heel interessante, dan de minst interessante, werk zo toe naar het einde, wat weer een knaller is. Dit zijn de ‘stepping stones’ waarlangs je je lezer leidt naar het hoogtepunt van je verhaal.
Stap 5:
Sssssssst… Fantasie spreekt!
Geest wil spelen. Laat daarom in je tekst hier en daar ruimte voor de fantasie van je lezer. Vertel niet wat er aan de hand is, maar schets een sfeerbeeld waardoor hij het zelf kan ontdekken. ‘Show, don’t tell’, wordt deze techniek genoemd.
Schrijf: ‘Hij sloot zijn ogen even. Zijn ademhaling versnelde hoorbaar en zijn neusvleugels bewogen als de vloedlijn – ritmisch en onstuitbaar.’
Niet: ‘Hij werd ongeduldig.’
Stap 6:
Begin. Ga door.

Nu begin je pas met het werkelijke schrijfwerk. Je verbindt de punten van aandacht die je al bedacht had met elkaar in een logische volgorde en maakt er een mooi geheel van.
Reken op drie fases voor je schrijfwerk:

  • -structuur bedenken (stap 1 tm 4),
  • -gezegend schrijven (stap 5 en 6),
  • -ambachtelijk schrijven (stap 7).

Gun jezelf geen uitwegen: je hoeft niet te zitten wachten op inspiratie of zoiets, je hebt je schrijfschema of je mindmapje bij de hand en je gaat gewoon door tot het klaar is.
Stap 7:
Klaar! En nu even opruimen.

Als je met je tekst aangeland bent bij punt Z, je conclusie, de lekkere uitsmijter of het happy end dat je had bedacht voor je verhaal, kun je stoppen.
Maar nog wel eventjes opruimen! Drink even wat, neem pauze. Dat geeft een frisse kijk.
Loop dan je hele verhaal door op losse eindjes, d’s en t’s, alinea’s die beter verwisseld kunnen worden, en meer ambachtelijk schrijfwerk.
Doordat je van tevoren al weet dat je deze klus achteraf doet, hoef je je niet steeds te laten afleiden door grammaticale of andere twijfels tussendoor. Gewoon lekker doorschrijven. Tot het klaar is.

Lees ook: ‘Schrijven met het creatiepentagram’. Te koop voor 14,50 bij je boekhandel of bij Bol.com

Ik heb er genoeg van

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.


Schrijvers bepalen de gedachten van de lezer. Denken we. Met woorden zouden we een vorm kunnen creeren die ruimte is. Een sierlijk kader rond de creatieve gedachten van de lezer.
Doen we niet.
We schrijven zo exact mogelijk, geven richting, laten het liefst geen ruimte voor twijfels. De lezer ergert zich daar al snel aan en voelt zich gemanipuleerd. Terecht.
Woorden, namelijk, zijn vaak enorm beperkend.

De vleugel ‘seks’ wordt gesloten

Noem, bijvoorbeeld, een band tussen twee mensen ‘relatie’ en er schuift meteen een hele expositieruimte open naar alle overtuigingen die we zoal hebben over ‘relatie’.
Een sokkeltje waarop ‘uniek’ staat, een vitrinekast met voorwerpen als ‘familiefeest’, ’toekomstplannen’ en ‘samen doen’, een mooi uitgelicht hoekje met ‘wederzijdse verplichtingen’ en ‘compromissen sluiten’, misschien zelfs een stilleventje rond ‘samenwonen’.
Noem het ‘gewoon vrienden’ en de hele vleugel ‘seks’ wordt gesloten, terwijl de dependence met ‘leuke dingen doen’ openzwaait.

De kracht van overtuigingen

Dat zit ‘m niet in de woorden zelf, maar in de overtuigingen die we ongemerkt hebben opgebouwd over de invulling van zo’n woord. Ongemerkt en onbewust: we weten vaak pas welke overtuigingen we hebben over een thema als we tegen zo’n vitrinekast aanbotsen en ons afvragen of het nou wel zo terecht is dat het er bij staat. Of als iemand anders uitroept dat deze expositie beter kan worden aangevuld of uitgedund omdat het niet hoort wat er staat.
De kunst is om woorden zo te gebruiken dat er een prachtige ruimte ontstaat, met zorg afgewerkt. Een door de schrijver afgebakende ruimte – zij bepaalt het thema, de rest is vrij –  die de lezer uitnodigt om z’n eigen expositie samen te stellen, zelf te bedenken hoe zo’n woord precies de juiste persoonlijke invulling krijgt. Niet te veel, niet te weinig, precies goed.

Woordmagie en dwarrelwoorden

Deze kunst is Woordmagie. Het klopt precies wat er staat, omdat de tekst vorm geeft aan de ruimte die de lezer aangeboden krijgt. Dat vraagt om een spelende geest van schrijver en lezer. Het vraagt om oprechtheid, tegen het pijnlijke aan. Het vraagt ook om geduld, waarmee je wacht tot precies het juiste woord is neergedwarreld, een dwarrelwoord dat traag en elegant op je hand valt om met een spotje erop in je tekst te worden gehangen via je toetsenbord.

Ik heb er genoeg van

‘Ik heb er genoeg van’ is zulke woordmagie. In mijn omgeving zijn tot mijn grote plezier een paar mensen waarvan ik genoeg heb. Ze lopen de deur niet plat bij me en toch hoef ik ze nooit lang te missen. Het is precies genoeg. Toch kan ik ze beter niet zeggen dat ik schoon genoeg van ze heb, want het zou reuze jammer zijn als ze dat reuzecompliment niet op waarde weten te schatten.
Woordmagie valt dus niet echt mee. Je moet rekening blijven houden met de inrichtingsgewoontes van de ruimte die je creeert door er woorden aan te geven. En je moet er mee leren leven dat je als schrijver niet alles voor het zeggen hebt: je geeft ruimte. Hoe die wordt ingericht is aan je lezer.
 

Schatschrijven in Den Haag

Een prachtige kans om hiermee te spelen, te oefenen en elkaars beste schrijftips te horen dient zich al snel aan: de dagcursus Schatschrijven op zondag 1 september in Den Haag.
Voor 121 euro, incl. btw, maak je een schrijfdag mee vanaf 09.30 waar je helemaal genoeg van hebt om 17.00 uur.

Meer informatie
Inschrijven

Niets

Niets komt er aan


Hoe beschrijf je niets?

Bewustwoordingswedstrijd

Dit is de tijd dat niets zich opdringt.
Geen zonnige ochtenden. Geen vogeltjes in de weer met takjes. Geen groene sprietjes boven de aarde. Geen kortebroeken-dag. Geen bouwvakkers met bloot bovenlijf.Geen geluid. Geen fut, zelfs.
Niets. Blad valt. Licht slinkt. Een aangename rust daalt neer. Bos wordt stil.
Je hoort niets.
Het zal wel al bijna hier zijn.
Maar hoe schrijf je over niets?
Welke woorden raken niets in de kern?
Kom.
Comment.
Ik nodig je uit tot het bewoorden van niets.
Bewustwoording van het niets.
Schrijf een klinkende zin, waar alles mee gezegd wordt over niets.
Haiku, limerick of sonnet mogen ook.
Aan de schrijver van de mooiste zin geef ik een WoordWaardeBon van 50 euro.
Voor niets.
Nou ja, om in te wisselen natuurlijk voor een heerlijke schrijfactiviteit. Kijk hier even hoe dat werkt.

En als niets lukt terwijl je toch graag over iets schrijft, kom dan naar de Schatschrijfdag
in Amersfoort op 4 november.
Krijg je inspiratie van en woordplezier.

Eerst zien – dan schrijven

Een verhaal maken? Eerst zien. Dan schrijven.


Vandaag met tien middelbare scholieren van het Liemers College in Zevenaar in een uur een sprookje geschreven. Of, beter gezegd: tien sprookjes.
Aan de opmerking ‘Ik kan niet schrijven’ zijn we niet eens toegekomen. Wat een enthousiasme!
De kunst is eigenlijk heel simpel: graaf even een kanaaltje naar je inspiratiebron – de fantasie.
Voor een verhaal moet je een begin hebben – we noemen het even A – en een einde – vooruit dan maar: Z.- Met een rol w.c.papier heb je de hele verhaallijn ineens in beeld. Start bij A.
Prinsesje woont in paleis. Als ze altijd gelukkig blijft, lieve ouders houdt en veel goede vriendjes, totdat ze een prins ontmoet met wie ze naar hartelust nog lang en gelukkig kan leven, dan is er geen klap aan het verhaal.
Drama en ellende moet het arme kind hebben.
“We laten haar het paleis uitsturen!” was de eerste briljante vondst uit de groep.
“Door haar moeder!” detailleerde een ander. “Omdat ze niet goed genoeg is om prinses te worden.”
“En dan gaat ze de wijde wereld in omdat ze ook wel eens wat anders wil zien dan een suf paleis.”
“Oh ja. En dan gaat ze dood. Of moet het goed aflopen?”
Kijk. Dan heb je wat. Nee. Natuurlijk hoeft een sprookje niet goed af te lopen. Als je schrijft ben je een beetje God: Je kunt alles laten gebeuren wat Je een goed idee lijkt. Door je eigen moeder, de koningin, verdreven worden uit het paleis is een uitstekende start voor een verhaal.
We beginnen dus met de gevoelens van het prinsesje. Wat gaat er door dat arme kind heen als ze te horen krijgt dat ze kan vertrekken?
En wat heeft die koningin eigenlijk precies gezegd tegen haar?
Nog interessanter: wat doet ze dan, als ze met haar koffertje voor de paleispoort staat op zoek naar de wijde wereld? Wie komt ze tegen? Van welk vervoersmiddel kan ze gebruik maken en hoe ziet de omgeving eruit waar ze doorheen komt?
Wie het moet verzinnen krijgt hoofdpijn.
Een fijnere manier om zo’n verhaal te maken is om je ogen dicht te doen. Zet de film in je hoofd aan. Roep de beelden op en zet ze stil waar ze interessant worden. Kruip in de huid van het prinsesje en voel hoe het lichaam van de koningin zich fier strekt als ze haar pijnlijke bericht uitroept tegen haar verbijsterde dochter: “Ik verzoek je onmiddellijk dit pand te verlaten. Je weet niks van de wereld en je misbruikt je positie.”
Ohhhhh… Erg! Krijgt het prinsesje het er warm van? Borrelt er een kolkende woede op in haar borst? Zit ze als versteend, of springt ze op en scheldt ze met haar handen in haar zij, voorovergebogen van kwaadheid, de koningin uit?
Roep het beeld op.
Neem het waar.
Geef het weer.
Wie zo een verhaal schrijft moet weliswaar af en toe eventjes stoppen met schrijven om de film verder te laten gaan, maar dan heb je ook wat.
De omgevingsbeschrijvingen waren bijvoorbeeld zo adembenemend dat ik nu precies weet hoe het ruikt op een hobbelende platte wagen, terwijl het bergpad waarover de prinses de wijde wereld in rijdt steeds moeilijker begaanbaar is door de vallende herfstbladeren. En de paardestaart van de koetsier maar heen en weer wiebelen, de wielen piepen en het paleis verdwijnt langzaam uit zicht.
“Ik had nooit gedacht dat de wijde wereld zo mooi zou zijn,” verzucht het prinsesje dan ook.
Zoiets verzin je niet.
Eerst zien. Dan schrijven. Scheelt een hoop denkwerk en het wordt er kleurrijker van dan als je alles verzint.