Schrijfoefening: het hele verhaal – outline

Gratis dure schrijfweek in Frankrijk 6 – slot

20160923_155904_resizedVrijdag begonnen we en er was een zee van tijd waar we in sprongen, gewapend met niets meer dan een notitieblok en een pen. Nou ja, bij wijze van spreken dan, want we hadden ook laptops om het tempo bij te houden waarin onze verhalen zich aandienden en verteld wensten te worden. Vandaag, donderdag, is de laatste dag van deze schrijfweek. De laatste schrijfoefening zullen we vanavond voorlezen bij het vuur.
En tot mijn spijt is dit het moment dat het wel lastig voor de thuisschrijvers wordt om helemaal mee te doen. Onze schrijfochtend bestond uit een intensieve visualisatieoefening, en die kan ik je niet in een blog meegeven.

Visualisatie van je verhaal

creatiepentagramomslagDe opzet van de visualisatie is dat je je echt helemaal overgeeft aan je fantasie, je zelfgecreeerde wereld als fictieschrijver in springt en onderzoekt wat daar allemaal gebeurt.
We hebben dat gedaan aan de hand van het Creatiepentagram, waarin de zes belangrijkste aspecten van je verhaal aan bod komen op een gelijkwaardige manier, en zo nauw aan elkaar gekoppeld dat ze allemaal veranderen als je er eentje verandert.
Meer over het Creatiepentagram kun je lezen in mijn boek ‘Schrijven met het Creatiepentagram.’

Schrijfoefening: stap in de wereld van je verhaal

Om je gemakkelijk in te leven in het verhaal dat je wilt vertellen is het fijn om er eens in rond te lopen. Dat doe je met deze oefening.
-Teken vooraf een poppetje met armen wijd, benen wijd, en teken daarin het Creatiepentagram.
Dat gaat makkelijk door eerst punten te zetten die je daarna met elkaar verbindt:
1- op voorhoofd – wie ben ik (hoofdpersoon)
2- op rechtervoet – wat moet de hoofdpersoon overwinnen, welke situatie of gebeurtenis bepaalt het verhaal3- op linkerhand – waar en wanneer speelt mijn verhaal zich af, en over welke periode
4- op rechterhand, aan de andere kant van de poort van het hart – waarom gedraagt mijn hoofdpersoon zich zoals hij/zij doet, wat bezielt hem/haar, wat is zijn/haar diepste drijfveer
5- op linkervoet – hoe slaat hoofdpersoon zich er doorheen; wat zijn zijn/haar kwaliteiten, talenten, handlangers
6- op kruin – plek voor jou als de god van de wereld die jij schept, de poppenspeler die het overzicht heeft en houdt op het hele verhaal.
Sluit je ogen, roep per punt de beelden op en beleef ze zo levendig mogelijk: geuren, kleuren, geluiden, haal alles er bij om een duidelijk beeld te krijgen van al deze aspecten van je verhaal.
Zodra je klaar bent noteer je op je schets wat je meemaakte en waarnam.
Dan sluit je af met een glas water en iets te eten (chocola heeft de voorkeur).
landschapsschrijven

En nu?

Je hebt nu, als het goed is, een outline, je hele verhaal geschetst. Je kunt het beeld voor beeld gaan uitschrijven, je kunt ook eerst de gebeurtenissen in chronologische volgorde schrijven, als een kleurplaat waar je later gedeeltes van inkleurt met emoties (parelduiken), poetische omschrijvingen (landschapsschrijven), zintuiglijke waarnemingen (chocoladeschrijven) en hier en daar een 1,2,3-tje. Voila, je boek. En nu aan de slag.
Als je er wat begeleiding bij wilt: mail me maar even, dan maken we een afspraak in mijn praktijk als Boekenvroedvrouw. Ik ben bijna weer thuis.
20160928_204330_resized
 

Schrijven is scheppen

Een wereld scheppen in 7 dagen

schrijvenisscheppen“Dit keer ben ik zo snel gaan schrijven dat ik mijn gedachten steeds voor kon blijven,” hoorde ik Peter Terrin zeggen, schrijver van o.a. het gloednieuwe boek Yucca. Prachtig! En wie eerder al een aantal bestsellers schiep, zoals Terrin, kan zich dat permitteren.
Voor alle andere schrijvers is het slim om, ook bij fictie, een plan te hebben. Als schrijver ben je de god van je eigen nieuwe wereld en je bouwt je verhaal stapsgewijs op. Laten we wel wezen: God schiep de wereld in zeven dagen, wordt er gezegd. We kunnen ervan uit gaan dat daar ook een plan achter zat. Daarmee is niet gezegd dat je net zo krampachtig als hij moet vasthouden aan de volgorde van stappen die je bedacht hebt, of een stramien waar je je aan moet houden. Het verhaal kan gerust haar eigen weg gaan. Jouw taak als schrijver is om een wereld te scheppen waarin het verhaal zich kan bewegen en ontwikkelen.

1 – In den beginne…

Elk verhaal begint met duisternis. In den beginne is er dus wel een woord, maar het woord is nog bij jou als schrijver en jij bent het woord omdat het nog geen eigen leven heeft. Schrijven is scheppen. Anders gezegd: er is ergens een verhaal dat erop wacht verteld te worden, maar je voelt er de hunkering nog niet naar.  Als het verhaal door jou verteld wil worden en jij bent bereid om dat op je te nemen, dan zal het zich aandienen. Sluipend en daarna steeds groter en helderder, als een vlammetje dat een bosbrand wordt. De goddelijke vonk die we inspiratie noemen en de noodzaak tot schrijven opdringt. Het gaat gebeuren. Jij weet het. Het verhaal weet het. Nu is het wachten op het moment dat het echt ‘aan’ is.

2 – De eerste dag: hemel en aarde

Je plannen zijn woest, je document nog leeg. Wat ga je doen? De meeste verhalen dienen zich aan met een levensgroot ‘Wat’. Er is een thema, een gebeurtenis, een persoon misschien die verteld wil worden. Wat, wie of waar roept het hardst om je aandacht? Waar krijg je energie van als je eraan denkt? Waar word je nieuwsgierig van? Dat verhaal. Het is er al, maar het moet nog verteld worden. Definieer. Kies. Scheid de essentie van de hoofdzaak, de hemel van de aarde, de aarde van het water. Wat ga je vertellen?

3- De tweede dag: schep de wereld

Als je weet wat de essentie van je verhaal is, schep dan de wereld waarin dit verhaal tot leven en groei kan komen. Bepaal de context. In welke tijd speelt het zich af? Op welke plek? Een kantoor? Een stad? Een kelder? Een klooster? Hoe lang volg je het verhaal: een dag? Van vraag en overwinning van de weerstand tot het antwoord? Een leven?

4- De derde dag: de queeste

Welke belangrijke gebeurtenis maken we straks mee? Is dat het startpunt of het jubelend slot van het verhaal? Welke andere gebeurtenissen leiden tot deze kern? Wat zijn de gevolgen ervan? Welk doel wordt uiteindelijk bereikt (en welke niet)? Schets, in een mindmap, een tekening, een schema of met duizend postits op de muur, hoe je verhaal zich kronkelt, voortsleept, danst, afdaalt en opspringt langs de gebeurtenissen en ontmoetingen. Wissel hoop en tegenslag af, gebed en geilheid, om ze allemaal een grotere impact te geven op je lezer, zodat die door leest tot je laatste punt.

5- De vierde dag: schep de mens

Met wie leef jij – en straks je lezer – mee? Je hoofdpersoon. Wie is die mens? Wat is het persoonlijke doel van deze mens? Hoe is zij betrokken bij de belangrijkste gebeurtenis? Wat draagt hij bij? En welke weerstanden moet hij overwinnen voordat hij zijn doel bereikt? Wie helpt? Wie werkt tegen? Wie is het werkelijk? Hoe beweegt hij zich? Wat gelooft zij over zichzelf en haar wereld? Hoe reageert de wereld op haar? Wat wil de omgeving van hem? Welke kleding draagt hij graag? Welke zijn belangrijk voor haar? Loop een dag rond als je hoofdpersoon. Luister gesprekken af en noteer typerende uitspraken, gedachtengangen, twijfels, overtuigingen.

6- De zesde dag: verdeel de taken

Ontlast je hoofdpersoon. Ze hoeft niet alles alleen te doen. Schep medestanders, tegenstanders, loyalen, bedriegers, cynici, naieve vragers; iedereen die je nodig hebt om een ander stemgeluid te laten horen. Geef ze een duidelijke functie. In goede fictie kruipt geen regenworm de grond uit zonder reden. Elke gebeurtenis, elke locatie, elk mens helpt het verhaal verder of geeft het meer diepte. Je hoofdpersoon krijgt het meeste smoel door haar interacties met de anderen.

uit dat paradijs7- De zevende dag: blaas er leven in

Nu kunnen de gebeurtenissen zich gaan ontvouwen. Gebruik verteltrant en beschrijvingen om je wereld tot leven te brengen. Beschrijf zintuiglijke waarnemingen om het landschap op te laten bloeien. Noteer fysieke gewaarwordingen om emoties te laten meevoelen zonder ze te benoemen. En laat ze spreken, de door jou geschapen mens, maar nooit zonder reden. Vul een dialoog altijd aan met ankerpunten in de omgeving, of geef nieuwe informatie via dialoog.
Gooi de poorten van dat paradijs open en laat ze eruit. Of er in natuurlijk, afhankelijk van jouw verhaal.

De rustdag van de schrijver

Rustdag? Dat kun je wel vergeten als het verhaal je te pakken krijgt. Om je schrijftijd te claimen bij je gezin, werk en geliefden, plan je daarom eerst je vrije tijd. Eerst jij en zij. Dan je schrijftijd. Zorg dat je er bent op die tijd, ook als je geen inspiratie hebt. Schrijf. Zo leren je hoofdpersonen je kennen en dienen ze zich aan als je ze nodig hebt. Laat ze ook weten wat je schrijftijden zijn als ze midden in de nacht opduiken. ‘Nu niet, morgen weer,’ is best af te spreken (maar maak voor de zekerheid even een aantekening van die plotselinge ingeving zodat je er morgen echt mee verder kunt).

Zorg voor een professionele meelezer die aan jouw kant staat.
Meld je aan bij de Boekenvroedvrouw voor de beste zorg aan auteur en manuscript.
Vanaf je eerste plan totdat je boek er is.