yoeke nagel wil wel eens weten wat je wilt zeggen

Klaar

De tweede versie van definitief concept is bijna af. We moeten voorzichtig blijven. Voor de tweede keer heb ik mijn eigen boek straks helemaal gelezen, van voor tot achter. De ambachtelijke fase. Drie prints met aantekeningen van dierbaren liggen om de laptop heen. Ik probeer er een soort van simultaan doorheen te bladeren om geen correctie of suggestie te missen. ‘Nee, dat was niet op een dinsdag,’ ‘Over dit thema meer uitweiden’, ‘ontdekkgen’. Opmerkingen van heel verschillende aard en soms -‘Dit leg je pas uit op blz. 124’-, met hele grote gevolgen voor de tekst die onder mijn handen verfijnd wordt, geslepen, opgepoetst en ingekleurd, nu de grote lijn staat.

Kritiek op je schrijfwerk

Ik weet nog dat ik over dit soort gemiereneuk van anderen woest kon worden, vroeger. Eindredacteuren hebben er een handje van om de domste vragen te stellen en dan te beweren dat het anders moet omdat ‘de lezer’ het niet zou begrijpen. Fok de lezer! Je snapt het gewoon zelf niet, sukkel! Lees dan beter, het staat er toch? Alleen niet op de manier zoals jij het zou schrijven omdat je al jaren zelf het ambacht niet meer beheerst. Dat is precies waarom ze je eindredacteur gemaakt hebben, eikel! Briesend en stampvoetend hakten mijn vingers dan in op het toetsenbord om die klotewijzigingen door te voeren want ja, weigeren zou betekenen dat ik niet betaald zou worden voor mijn werk. Als ik dan snuivend van woede de laatste punt had gezet moest ik echt even naar buiten om weer af te koelen voordat ik het begeleidende mailtje opstelde en het herziene stuk opnieuw naar de nijvere eindredacteur stuurde. Oh ja, ik was natuurlijk ook zelf een tijdje eindredacteur. Toen verbaasde ik me er wel eens over hoe agressief schrijvers reageerden als ik ze in alle rust uitlegde hoe ze hun teksten beter kunnen krijgen, maar dat staat hier los van.

Miniatuurtjes in een vitrinekast

Nu is het anders. Drie mensen hebben de moeite willen nemen om alvast deze eerste schets door te nemen. Vier zelfs, want mijn ouders hebben samen een manuscript gelezen. Die warme en gedetailleerde aandacht zijn Sinterklaaskadootjes voor me. Met zorg omgeven pareltjes van betrokkenheid. Toevoegingen, vragen, soms in de kantlijn een keer met potlood ‘Mooi!’ zelfs. Nu voelt het doorvoeren van die wijzigingen alsof ik flonkerende miniatuurtjes zorgvuldig in een vitrinekast plaats om er met een dankbare glimlach van te kunnen genieten.

Klaar. Oei.

Het laatste hoofdstuk levert nog vier opmerkingen op. Kleintjes. Als ik ze heb doorgevoerd lees ik de laatste alinea ook nog even, om het werk compleet te maken. Ik ben er doorheen. Tot mijn eigen verbazing voel ik opeens hoe mijn adem naar buiten komt met een zacht jammertje. De warmte uit mijn borst stijgt naar mijn ogen en komt er daar als druppels uit. Mijn schouders schokken. Het is klaar. Gut. Ik zal het missen, dit boek schrijven.
In maart 2018 staat de boekpresentatie gepland van mijn veertiende boek.
Ik houd je op de hoogte.

Mijn familieverhaal schrijven

“Daar moet je eens een boek over schrijven,” zei mijn verkering twintig jaar geleden. Ik had hem verteld over het bijzondere leven van mijn grootmoeder, die in de oorlog in het communistische verzet stapte. Mijn familieverhaal. Losse flarden spannende geschiedenis had ik in de loop der jaren over haar gehoord, maar een heel boek over haar leven was er niet. Een gat in de geschiedenis dat ik graag persoonlijk wilde vullen. Dus begon ik met schrijven.
De verkering verdween uit mijn leven, het boek over mijn grootmoeder bleef. Nou ja, in mijn hoofd dan. Een paar opzetjes verdwenen weer uit mijn computer, of ze nou wel of niet goed genoeg waren. Pas drie jaar geleden begon ik er echt aan. Door gesprekken te voeren met mijn moeder, de dochter van die interessante grootmoeder. Ik ontdekte dat mijn moeder zelf minstens zo interessant is als haar moeder. En alles wat er ooit in mijn familie gebeurd was, bleek ook weer invloed te hebben op mijn eigen leven. Zo werd dat boek dat ik wilde schrijven alleen maar ingewikkelder.

Schrijven als je niet alle feiten kent

Niet alleen het verhaal dat ik wilde vertellen was ingewikkeld, ik moest ook goed nadenken over hoe ik dat dan zou moeten vertellen. Welke structuur geef je een verhaal als je het leven van twee of misschien wel drie mensen tegelijk wilt beschrijven, die in verschillende tijdperken hun volwassen overwegingen maken over hun keuzes? En hoe ga je om met het feit dat je niet alle feiten kent? Dat sommige feiten zelfs voortdurende door andere feiten worden tegengesproken? Dat de ene bron met veel overtuiging precies het tegenovergestelde beweert van wat de ander zegt?

Familieverhaal schrijven

Dertien boeken schreef en publiceerde ik tot nu toe. Allemaal met kop en staart. Maar het schrijven van een boek over mijn familieverhaal mikte me in een woordworsteling van twee jaar. Toen snapte ik opeens hoe je zoiets doet. En precies op dat moment belde, totaal uit het niets, een enthousiast stamboomzoeker, Yolanda Lippens. Of ik misschien een workshop ‘Familieverhaal schrijven’ wilde geven. Dat zal wel toeval zijn.
Maar het leidt er wel toe dat je je nu, voor het eerst, op mijn nieuwe schrijfcursusagenda voor een workshopdag ‘Schrijf je familieverhaal’ kunt inschrijven. Samen met Yolanda. Zij kan je alles vertellen over stamboomonderzoek, ik ga je helpen om jouw familieverhaal te schrijven.
En omdat je misschien eerst andere dingen wilt schrijven bied ik je nog drie andere complete schrijfcursussen aan, die in oktober al beginnen.
NB: de foto’s op deze pagina zijn allemaal van andere families dan de mijne

Cursus Creatief Schrijven – 6 avonden
Cursus Schrijven voor Ondernemers – 6 vrijdagmiddagen
De M-serie – 3 avonden Masterclass
Schrijf je familieverhaal – 1 dag

Schrijfcursussen en meer

T teveel – schrijffoutje

Vanochtend vond ik in mijn mailbox de aanmelding van een nieuwe cursist voor de workshop Lekker Bloggen. Heel discreet staat daar: ‘Ik schrijfT me in?’
Ik schrijft. Dat zou gewoon fout zijn. Maar ik schrijfT is meer een signaal.

Signalen op de snelweg

In mijn hersenen schuift de deur open naar een herinneringenkamertje. De snelweg. Achter mij een idioot die voortdurend z’n grote licht aan doet en weer uit. Een andere gek die me inhaalt en intussen een vies gebaar naar me maakt met z’n hand. En binnen een paar minuten twee, nee drie tegenliggers die ook al niet snappen dat je geen fel licht aan moet doen – en weer uit – als er iemand aan komt rijden op de andere rijstrook. Nou zeg, wat zijn al die medeweggebruikers opeens opgefokt vanavond zeg! Pas als er ook een vrachtwagenchauffeur met z’n lichten zit te spelen slaat de twijfel toe. Vrachtwagenchauffeurs zijn zelden opgefokt achter het stuur. Dat zijn vakmensen. Als die iets raars doen met hun lichten dan zit daar een Bedoeling achter. Signalen geven met je lichten, bedoeling, signalen, ze bedoelen iets… Maar wat? Is er een gesprek gaande over de hele snelweg, dat gevoerd wordt in een taal die ik niet ken? Een lichtgesprek? Is het misschien, dat heb ik wel eens meegemaakt, een waarschuwing dat er over een tijdje een snelheidscontrole is? Ach, dat is aardig… Maar ik rijd toch keurig, wacht, hoeveel rij ik nu?
Pas dan, als ik op mijn snelheidswijzer kijk, snap ik het. Mijn dashboard is fel verlicht, en dat betekent dat mijn koplampen niet aan zijn, want dan wordt het licht binnen minder fel. Niks opgefokte medeweggebruikers, juist enorme lieverds dat ze me met z’n allen proberen te wijzen op het feit dat ik mijn lichten niet aan heb, deze donkere avond. Klik. Aan.
“Sorry, sorry, sorry!” roep ik toch nog maar even in mijn auto naar mijn attente medeweggebruikers, die gerustgesteld doorrijden.
Het herinneringenkamertje schuift knarsend weer dicht.

Schrijffoutje

Ik schrijfT. Waarom? Met een rood hoofd open ik de inschrijfpagina op mijn site. Jawel. Daar staat het. ‘Ik schrijft me in voor…’ Arggggggh! Schrijfcursussen geven en dan zoiets op je site hebben staan! Zichtbaar voor alle schrijvers die best een keer mee zouden willen doen – tot ze zien dat ze begeleid gaan worden door iemand die nota bene op haar eigen site een T teveel zet, alsof er geen regels zijn, alsof taal er niet toe doet…
Voor al die mensen die dat dachten: sorry, sorry, sorry!
Ik heb ‘m weggehaald, die t. Je kunt je nu gerust inschrijven.
En voor al die mensen die zich in het verleden al eens inschreven zonder te zien dat er een t teveel stond: kom gerust nog een keer meedoen. Je hebt het nodig.
Ik geef alle terugkomers (en de cursist die me wees op de overtollige T natuurlijk) 10% korting als verontschuldiging.

Controleer hier het inschrijfformulier (nadat je op de agenda hebt gekeken aan welke workshop je graag mee wilT doen)

Visie kun je kopen

bij goede tekstschrijvers

schrijfcoachyoeke-320x200Ha. Ha. Ha. Een hele avond lachen met de hoogste baas van het land. In de VS is het al vanaf 1921 een traditie, gisteren had Nederland voor het eerst zelf een Correspondents’ Dinner. Met als grote olijkerd onze eigen minister-president Mark Rutte. Ha. Ha. Ha? Wat is er nou leuk aan die man?

Mark Rutte:
een geslaagde grap

Het geheim van een geslaagde grap is over het algemeen de scherpe visie die er onder ligt. Stapsgewijs volgt het succes van de grap dit proces:

  1. Er is iets mis gegaan
  2. Dat roept een sterke emotie op (schaamte, schuld, woede)
  3. Er wordt een vlijmscherpe analyse losgelaten op wat er mis ging
  4. In een korte, krachtige tekst toont de spreker aan wat de oorzaak was van wat er mis ging
  5. De emotie van de luisteraars ontlaadt zich in gelach.

Mark Rutte bleek hilarisch. En daar zit ‘m de verbijstering. Hoe kan een man als Mark Rutte grappig en spitsvondig uit de hoek komen? Een man die beroemd is om zijn absolute visieloosheid? “Ik zie dat niet,” zegt hij zelfs.

Tekstschrijver achter de schermen

schrijfcoachyoekenagelHet geheim van de grappige minister-president zit ‘m in het feit dat de vijf stappen naar een succesvolle grap niet door dezelfde persoon hoeven te zijn gezet. In dit geval misschien de eerste twee stappen wel: ja, er is iets misgegaan met de visie van de minister-president. Ja, dat roept sterke emoties op: schaamte voor je land, voor hoe stuurloos het wordt geregeerd. Maar die vlijmscherpe analyse en de korte, krachtige tekst, kwam niet van hem zelf. Die kwam van professionals. Van tekstschrijvers. “We zullen nooit weten wie het waren,” dreigt de pers al. Briljante, maar onzichtbare tekstschrijvers analyseren, hebben visie en schreven hilarische teksten die, vooruit maar, de minister-president keurig voorlas.

U krijgt visie en humor

tekstschrijver met visieZo werd dat hele Correspondent’s Dinner een groot reclamefestival voor een miskende beroepsgroep omdat ze altijd achter de schermen werken: tekstschrijvers. Visie en humor kunt u kopen bij professionals. Het lukte zelfs Mark Rutte op die manier.
Mail voor een vrijblijvend voorgesprek met een tekstschrijver met visie
 
 

Show don't tell

emotieschrijvenYoekeNagelTijdens mijn schrijfworkshops geef ik graag een wat merkwaardige oefening die het beroemde principe ‘Show, don’t tell’ gemakkelijk toepasbaar maakt: laat zien, verklap niet wat er gebeurt. Je krijgt een kaartje met een emotie erop. Die emotie roep je op, je neemt waar wat er gebeurt in je lichaam als die emotie bezit van je neemt, en je noteert wat je voelt. Oproepen, waarnemen, weergeven.
Vervolgens leest iedereen de waarnemingen op en de anderen mogen raden welke emotie er wordt beschreven. Dat gaat geweldig goed. Probeer maar. ‘Mijn borst voelt zachter en ruim aan de binnenkant, mijn gezicht ontspannen en licht, ik glimlach, mijn ogen voelen helderder, het draait een beetje, heel vrolijk, in mijn keel. Mijn lippen tintelen. Ik zou willen zingen. En kusjes geven.’
Welke emotie? Ergens tussen ‘vertederd’, ‘ontroerd’ en ‘blij’ in.

Schrijfoefening
emotieschrijven

Bekijk de emoties die in het plaatje hierboven zijn gemeten. Roep de emoties in alle rust zelf op.20160103_154238_resized_1 Noteer waar en wat jij daarvan waarneemt in je eigen lichaam. Tintelt het? Wordt het warmer, kouder, voller, leger, onrustig, kriebelig, hard, zacht, strak, versteend? Noteer.
Sta vervolgens op. Schud je armen en benen uit en schud de emotie van je af. Het is maar een spelletje. Adem goed door.
Laat nu iemand anders lezen wat je noteerde. Kan hij of zij raden om welke emotie het ging?

Emotie is meetbaar

emotieschrijvenYoekeNagelNu stuurde iemand me dit plaatje op van een Fins wetenschappelijk onderzoek, uit 2013, waarbij mensen werd gevraagd naar hun fysieke waarnemingen bij het voelen van 14 emoties. Ze tekenden op twee figuurtjes waar meer lichaamswarmte of energie leek te zijn, op de ander waar warmte of energie juist leek weg te trekken.
Niet iedereen voelde hetzelfde, maar de gemiddelden lieten wel degelijk een helder beeld zien: bepaalde emoties neemt iedereen op een vergelijkbare manier waar. En dat is kennelijk internationaal, want tijdens mijn schrijfworkshops bereiken we dezelfde conclusies. Je zintuiglijke waarneming is kennelijk een geweldig instrument in handen van de kundige schrijver.
Wil je een fragment meeslepend maken en ben je uit op emotioneel effect van je lezer, duik dan zelf de emotie in die je je hoofdpersoon wilt laten hebben (en je meelevende lezer dus ook). Oproepen, waarnemen, weergeven. Je zou kunnen zeggen dat dat het geheim is van ‘show, don’t tell’, maar geheim is het niet meer, want jij kunt het nu ook. En als schrijver zelfs iets nauwkeuriger, omdat je ook kunt aangeven of de verandering langzaam of snel gaat, prettig of akelig is.
(Doe zelf het onderzoekje op deze pagina)

Voorbeeld
Show don’t tell

Schrijf je: ‘Hij was op slag verliefd op haar’ dan denkt je lezer vermoedelijk ‘Nou ja, dat zal nog wel meevallen.’ Of je lezer denkt helemaal niks en neemt het voor kennisgeving aan.
Schrijf je: ‘Hij staarde naar haar neusvleugeltjes zonder te knipperen. Elke gedachte verdampte uit zijn hoofd en een warme gloed verspreidde zich door zijn voelbaar uitdijende borstkas. Een schaapachtige glimlach zette zich vast op zijn gezicht. “Eh… helemaal alleen hier?” bloosde hij,’
dan denkt je lezer vermoedelijk iets als: ‘Zeg! Ik heb ‘m in de gaten, die ouwe! Hij is gewoon verliefd!’
Die conclusie maakt meer indruk als je lezer er zelf op gekomen is dan als jij het hem verklapt hebt. Je hebt laten zien wat er gebeurde, zonder het te benoemen. Show. Don’t tell. Dat doet je lezer wel.

 

De Ptoei in je tekst

Overtuig je lezer met je herkenbare ervaring

ptoei“Straks vormt die boom pluisjes die op de wind overal heen zweven.
Als ik er dan langs fiets krijg ik er vast eentje in m’n mond. Ptoei!”

Die prachtige zin noteerde een van de cursisten van de schrijfweek in de Dordogne.
De schrijfopdracht was niet eenvoudig. Beschrijf een rijtje bomen. Voeg geen bijvoeglijk naamwoorden toe (lelijk, prachtig, stinkend, fris) maar laat je lezer zelf ontdekken wat jij van die bomen vindt. Effectief manipuleren met woorden, terwijl je objectief lijkt te omschrijven wat je waarneemt.
We splitsten ons op in twee groepen zodat het een toernooitje werd: de ene helft van de schrijvers zou de bomen in hun volle schoonheid beschrijven. De andere helft zou de bomen neersabelen met woorden.

Je lezer is net zo eigenwijs als jij

siteeierenzoekenHet doel van de opdracht is om je te bekwamen in je leidende rol als schrijver. Jij bepaalt, vooraf, wat je je lezer wilt laten ontdekken. Dat lijkt omslachtig: je kunt toch ook gewoon zeggen dat het rotbomen zijn, of juist prachtige, statige groene wuivers die de longen van onze wereld vormen?
Nee dus. Je lezer is net zo eigenwijs als jij. Die wil zelf dat paasei vinden. Door hem of haar met argumenten op te leggen wat hij ergens van moet vinden, bepaalt het hoofd, de ratio. Lezer voelt hij zich onderschat in zijn creatieve vermogens.
Je kunt ook lezer laten weten wat je ervan vindt door je emoties centraal te stellen: het hart, de emotie, bepaalt. Je irritatie bijvoorbeeld, die je voelt toenemen in je samengeknepen billen, je tintelende handen, je diepe frons, en je snuivende ademhaling. Je stelt je hart open en raakt je lezer ook direct emotioneel, want die herkent je fysieke signalen van onvrede. Maar het kost wel veel woorden.
Het krachtige ‘Ptoei’ in de korte tekst hierboven is de derde manier om je lezer mee te trekken in jouw beleving, de buik bepaalt.
Je beschrijft je ervaring. Pluisje in je mond. Ptoei…
Zelfs als lezer zelf een ander geluidje maakt als hij dat ding weer uitspuugt weet hij precies dat die rotboom ongemak veroorzaakt.

Vind de Ptoei in alledaagse ervaringen

hijsprongLezer wil liever zelf tot conclusies komen dan dat die haarfijn voor ‘m uitgespeld worden. Leg je een paar handige stenen in de rivier, dan zoekt hij daar graag z’n eigen weg over (en komt uit bij het punt dat jij wilt maken) dan dat je een brug van argumenten en oordelen over de rivier legt waardoor hij maar een kant op kan (en halverwege van die brug afspringt omdat hij zich verveelt en liever zelf denkt). Vandaar: show, don’t tell. Laat zien wat jou tot een conclusie brengt en verleid je lezer om je daarin te volgen terwijl hij, spelenderwijs, zelf op het idee komt. Jouw idee.
De kunst is om voor elke mening die je wilt overdragen de ‘Ptoei’ te vinden: de alledaagse ervaring die lezer direct herkent.
 

Shit happens – schrijfretraite

Schrijfoefening Natuurlijk Schrijven

natuurlijkschrijvenEen week lang schrijven op een idyllisch plekje in Frankrijk, als schrijfbegeleidster van zes enorm creatieve schrijvers. Dat ben ik aan het doen. Ik ben een gelukkig mens. Overdag oefenen we met bijzondere schrijftechnieken. Met het creatiepentagram. ’s Middags schrijft iedereen huiswerk. Ik ook natuurlijk, anders zou het niet eerlijk zijn. Zin om stilletjes mee te doen? Hieronder staat mijn huiswerkopdracht van vandaag. Nog niet zeggen tegen de deelnemers natuurlijk, want we lezen vanavond bij het vuur pas elkaar onze verhalen voor.

Schrijfoefening

Beschrijf een moment dat je gisteren beleefde. Doe dat twee maal.
-De eerste keer met het schrijfdoel en de doelgroep die we afspraken: ervaring delen (doel), met de deelnemers van deze cursus (doelgroep).
-Daarna vertel je over hetzelfde voorval, maar nu neem je je een ander doel of een andere doelgroep voor ogen.
Voor de liefhebbers: vooral punt 2 en punt 6 van je schrijfpentagram kunnen goed veranderen, maar een ander punt (1, 4 of 3) mag ook. Punt 5 blijft gelijk: als vlogt doe je dat twee maal, als je schrijft of dicht doe je dat ook twee maal.
Voor beide verhalen heb je maximaal 350 woorden (dus 700 in totaal).
Hieronder mijn uitwerking van deze opdracht.
creatiepentagramoefeningen

Doel van het verhaal: delen van een ervaring

Voorzichtig met wat je vraagt

Oh, laat me nooit zo’n docent worden als Hildegard, dacht ik terwijl ik die ochtend onder de douche stond. ‘Liebe Leute, ik ben in mijn kamer en ik wil niet gestoord worden,’ zei zij als ze de tafel verliet terwijl wij, de deelnemers, nog zaten te eten. Alledaagse klusjes als afruimen en afwassen, daar stond zij duidelijk boven.
Ik droog me af. Ontbijt. Meditatiekussentjes recht leggen. Tanden poetsen. Programma nog even bekijken. Koffie. Ze zullen zo wel het vliegtuig uitstappen, dan zijn ze bijna hier. Naar de w.c. Doortrekken. Langzaam zie ik de pot vol lopen. Mijn bijdrage aan de ecocultuur van deze plek dobbert onstuitbaar naar de rand – en daar voorbij.
Met het schaamrood op de kaken (alsof ik het kan helpen) vertel ik Santi dat de w.c. overstroomt. Hij grijpt met beide handen mijn aanbod aan om de boel zelf weer eventjes te ontstoppen. Bodily fluids, daar heeft hij het helemaal niet op. “Pull the white thing from the toilet, pull! Pull!” moedigt hij me aan vanuit de gang, waar hij net niet hoeft te zien wat er allemaal vrij komt op dat vloertje.
Als het witte ding eindelijk meegeeft houd ik het voor me uit om het klotsend naar buiten te dragen. “En dat is Yoeke,” hoor ik Sandra, onze gastvrouw, zeggen.
Over de bak met golvende drab heen zie ik een voor een de deelnemers uit het busje stappen op het zonnige plaatsje voor het terras. Naast mij dribbelt Santi heen en weer in een wanhopige poging zijn maag in bedwang te houden.
“Ik kom er zo aan!” roep ik. “Even deze shit opruimen!”
Nee. Een docent als Hildegard zal ik wel nooit worden, grinnik ik als ik even later onder de douche uitstap. Maar een beetje voorzichtiger kan ik wel zijn met wat ik de goden vraag. Ik zou het kunnen krijgen.

voorlezenVersie 2.
Verandering: doel van het verhaal – werving

Shit happens

De start van de schrijfretraite ‘Natuurlijk Schrijven’ had ik me iets anders voorgesteld. Precies op het moment dat de deelnemers uit het busje stapten, waarmee ze van vliegveld Bergerac waren opgehaald, wankelde ik de cursusruimte uit met een bak vol shit. Letterlijk. Die ochtend was er, door een technisch probleempje, een w.c. kapot gegaan en dat moest met de hand worden verholpen. Dat klinkt neutraler dan zo’n klusje in werkelijkheid is, dat kan ik je verzekeren. In de bak klotste en dobberde het van jewelste, zodat ik pas na een verfrissende douche de cursisten van Natuurlijk Schrijven kon verwelkomen.
Dat is, op z’n zachtst gezegd, shit. Maar hoeveel ‘natuurlijker’ kun je het feitelijk hebben?
Dat schrijven geen romantische bezigheid in een idyllisch koetshuis is, werd toch maar mooi even helder geillustreerd met zo’n start. Door te schrijven, met name over wat je zelf meemaakt, kom je immers vroeg of laat vervelende herinneringen tegen, pijnlijke ervaringen of vastgekoekte vloeken. Dat blijft zo; ook als je al jaren en jaren schrijft. Wat dat betreft is de doorgewinterde veelschrijver geen woord beter af dan de beginnende plezierschrijver: shit happens. Voor mij als schrijfdocent is het dan de kunst om daarbij geen therapeutische begeleiding te geven – daar kom je niet voor naar een schrijfweek – maar te helpen om persoonlijke blokkades in woorden te vangen op zo’n manier dat zowel schrijver als lezer er beter van worden.
Schrijf je zelf wel eens tegen emotionele shit aan? Schrijf je dan nu vast in voor de volgende schrijfretraite ‘Natuurlijk Schrijven’. Daar heb je wat aan. No shit.

Karma strikes back

karmastrikesback

Soms verlies ik mijn geduld even enorm.
Bij bezopen regelgeving en stugge ambtenaren, bij instanties die opgetrokken zijn uit onzinnige protocollen, bij mensen die liever een idee van een ander jatten dan er zelf eentje te bedenken, bij haastige spoed waarmee sowieso altijd alles tegen zit.
Dan troost ik me met deze kalmerende gedachte.
Adem in. Adem uit. Herhaal.
Uitbarsten is niet nodig. Karma strikes back, so that we don’t have to.
Karma slaat terug, zo dat wij dat niet hoeven te doen.
Adem in. Adem uit. Herhaal.

Ik kan niet schrijven

Laat mij de puntjes op je I zetten voordat je blog de wereld in gaat

Laat mij de puntjes op je I zetten
voordat je blog de wereld in gaat


Ik kan geen auto’s repareren, kleding maken of hoogspringen. Ik ben ook niet zo goed in piano spelen, genealogie en meetkunde. Maar ik weet wel iets van schrijven.
Waarom zou jij van jezelf eisen dat je elke activiteit zomaar in de vingers hebt? Kom op. Geef het toe. Zeg het maar gewoon. ‘Ik kan niet schrijven.’ En dat is okee…
Lucht op he?

Professional kan het beter

Je komt nogal wat klussen tegen als je een eigen bedrijf hebt. Een heel aantal daarvan zul je moeiteloos zelf kunnen klaren, of je volgt er een cursus in zodat je de basis onder de knie hebt. Maar zelfs dan blijft elke klus op zich een vak. Voert een professional ‘m uit, dan wordt het gewoon beter, mooier, dan als je het zelf als leek doet. Jij bent toch ook het allerbeste in het werk waar je je bedrijf van hebt gemaakt?
Dus doe je je boekhouding zelf, maar laat je je jaaropgave doen door een gespecialiseerde boekhouder. Je bedenkt zelf hoe je website er ongeveer uit moet zien, maar je laat ‘m bouwen door een slimme IT-er.

Mijn puntjes op jouw I

Kies dan ook voor je blog, folder of webtekst op z’n minst de professionele blik van een schrijver, om te zien of je teksten werkelijk uitstralen wat jij wilt.
Laat mij de puntjes op jouw I zetten met een Blogcheck.
Stuur hem even langs, die tekst. Dan kijk ik er nog even naar en geef je wat verbetertips voordat jij ‘m online zet. Of ik schrijf ‘m voor je, nadat jij me verteld hebt wat je ongeveer wilt zeggen. Als je me laat weten hoeveel haast je hebt doe ik het bovendien razendsnel. Kun jij je lekker bezighouden met de dingen waar je echt goed in bent.

Prijzen blogcheck:
50 euro ex. btw voor een tekst tussen de 100 en 600 woorden.
75 euro ex. btw voor een tekst tussen de 600 en 1000 woorden.
Langere teksten in overleg.

Wacht!
Liever zelf beter leren schrijven?
Kom dan meedoen met de dagworkshop Schatschrijven!
16 februari in Zwolle,
121,- incl. btw.

Mooi schrijven

Eerst grote lijnen schrijven. Dan inkleuren.

Eerst grote lijnen schrijven. Dan inkleuren.


Een tekst, elke tekst, is een draak met heel wat koppen die je als schrijver allemaal onder controle moet krijgen.

Verhaal opbouwen

Eentje ervan is de kop zelf natuurlijk. Die sabel je als laatste neer. Verder heb je de inhoud, de schrijfstijl, de structuur en opbouw van je tekst, het doel ervan, je doelgroep, de krachtige uitsmijter, de context waarin je tekst gelezen zal worden, je taalgebruik, de research, de heerlijke details die het sappig leesbaar maakt, je inspiratiebronnen en de tijd die je eraan moet besteden.

Mooi schrijven – in fases

Schrijf daarom in fases. Eerst de grote lijnen. Begin, middenstuk, eind.
Zo schep je een soort kleurplaat voor jezelf waardoor de volgorde van gebeurtenissen helder is en het verhaal een mooie opbouw heeft.

Inkleuren van details

Geef je verhaal de kleur van detailbeschrijvingen als je de grote lijn hebt staan.

Geef je verhaal de kleur van detailbeschrijvingen als je de grote lijn hebt staan.


Leg het dan weg. Als je een tijd iets anders hebt gedaan lees je het door. Let daarbij op welke beelden zich vormen in je hoofd terwijl je leest. Kies dan per (ongeveer) 200 woorden een fijn detail uit om even over uit te wijden. Mooi schrijven. De grote lijnen staan. Nu kleur je een paar sappige sfeerbeelden in.
Welk patroontje heeft het behang bijvoorbeeld in de kamer waarin het verhaal zich afspeelt?
Welke wetenschapper beweerde eerder al het tegendeel van de stelling die jij verdedigt? Wat zei hij dan precies?
Hoe ruikt het in die woestijn waar je reisverslag over gaat?
Zo versla je de veelkoppige tekstdraak met je toetsenbord.
Zo kleur je de plaatjes in.
Niet allemaal. De lezer wil z’n fantasie ook kunnen gebruiken.

Schrijven hoef je niet alleen te doen

Als je veel schrijft, laat me dan eens meelezen. Als schrijfcoach kan ik je precies vertellen hoe jouw teksten nog soepeler gaan lopen. Ook als het gaat om een blog, een boek of een serie artikelen.