8 tips om je boek te schrijven in je vakantie

meerminGebruik je vakantiehouding

Ik kijk anders, als ik op vakantie ben. Als een kind dat een zeemeermin ziet in het aquarium. Ik ben bereid verrast te worden, iets nieuws te zien, ontdekkingen te doen. Ik weet dat allerlei zekerheden niet zo vanzelfsprekend zijn op vakantie. Dat maakt dat ik beter oplet.
Ik verbaas me, neem kleuren beter waar, hoor de melodie van een vreemde taal, laat me meedobberen op hoe de gebeurtenissen zich aandienen, ruik bloemen die ik niet ken en voel een andere temperatuur op mijn huid.
En dat is de perfecte basishouding voor een schrijver.
De bereidheid om je te laten ontvoeren door je verhaal is het halve werk. De juiste woorden vinden om je verhaal in te vertellen is de rest.
Mocht je dus nog twijfelen: begin aan je boek. Begin eraan in je vakantie. Omdat je dan toch al anders kijkt. Precies wat je nodig hebt.

8 tips om aan je boek te beginnen

  1. pianoNeem een notitieboekje mee in je tas, om af en toe even iets in te krabbelen.
  2. Maak een opzet voor je hoofdstukken.
  3. Speel met mooie zinnen.
  4. Fantaseer over de tegenslagen die je je hoofdpersoon voor de voeten zult werpen.
  5. Verzamel gebaren, geuren, dialogen, gezichtsuitdrukkingen en emoties die je later misschien wel kunt gebruiken in je boek.
  6. Noteer af en toe alvast een alinea, een korte scene, een vraag, een gebeurtenis die je zeker wilt laten plaatsvinden in je boek.

Vouw ze allemaal in je notitieboekje, zoals je een koffer inpakt voor een verre, verre reis. Geeft niks als er iets in terecht komt dat je later helemaal niet nodig blijkt te hebben.

Begin met schrijven

steen7. Of begin met een uurtje per dag wild tikken.
Voel hoe de schrijfsappen gaan stromen door je vingers over dat toetsenbord te laten dansen. Schrijf niet omdat het prachtig moet worden, maar schrijf om het genot ervan. Schrijf omdat het lekker is. Dit is de eerste ronde nog maar. Later komen die puntjes wel op je i.
En trouwens: je hebt vakantie. Je hoeft geen meesterwerk te schrijven. Dit is maar een spelletje. Om er in te komen. Vingeroefeningen. Etudes. En wie weet zit er wel iets bruikbaars bij. Het hoeft niet af.
Gebruik je vakantiehouding voor ontspannen schrijfwerk.
8. En gun jezelf een schrijfconsult voordat je vertrekt.
Om even je plan door te praten met een professional. Dat geeft je de beste kans op schrijfgenot. Fijne vakantie.

Feodaaltaal

Fout

feodaaltaal
Echter, nochthans, evenwel, niettegenstaande – Woorden met klassieke elegantie. Je ziet de hoepelrok er nog omheen zwieren. Taal uit een lang vervlogen tijd: feodaaltaal. We gebruiken deze statige termen niet meer in het dagelijks leven. Terecht. Ze zijn gedateerd en hebben eigenlijk geen vanzelfsprekende betekenis meer.
Toch duiken ze regelmatig op in geschreven taal.
Ik geef niet graag een waardeoordeel over taal, maar dit is fout.

Gebruik echte woorden

Schrijftaal kan gerust anders zijn dan spreektaal. Maar gebruik dan wel woorden die we echt gebruiken in het dagelijks leven. Je raakt je lezer er eerder mee dan met woorden die (in tijd, in gebruiksgemak, in begrip) verder van ‘m af staan.
Op het moment dat er feodaaltaal in een tekst sluipt betekent dat meestal dat de schrijver probeert om indruk te maken op je. Moeilijk doen. Feodaaltaal is het modderspoor dat achtergelaten wordt door Vampierwoorden: bloedeloze woorden die geen beeld oproepen. Vervang ze.

Feodaaltaal

Vervang door

Alreeds Al
Desalniettemin Toch
Echter Maar
Evenmin Ook niet
Inzake Over
Met name Vooral
Niettemin Toch
Nochtans Toch
Pogen Proberen
Reeds Al
Slechts Maar
Tevens Ook
Thans Nu
Wellicht Misschien

Pretpark voor schrijvers

schrijflustscreendumpMeestal geef ik de cursus, maar af en toe volg ik een cursus bij een ander. Nu bijvoorbeeld bij mijn vakvereniging, de NVJ. Tijdens de tweede dag luisterde ik geboeid naar de huiswerkopdrachten van mijn medecursisten. “Ik koos voor de opdracht ‘Maak een webpagina’,” zei een schrijfster. “En ik heb er meteen maar even de ideale naam voor een website boven gezet.” Ja hoor, daar stond het. Schrijflust. “Maar die is helaas al weg,” verzuchtte ze.
Tadaaaaaaaa! glunderde het in mij in een bingomomentje: “Ja! Die is van mij!”

Schrijflust bleek van mij te zijn

Nog tijdens de cursus mailde ik even naar Jan Runhardt, die mijn URL-parkje beheert. Ja hoor, Schrijflust.com had ik weliswaar al jaren links laten liggen omdat ik er niet aan toe kwam om er wat leuks mee te doen, maar hij staat nog steeds op mijn naam. Pas nu de naam door een ander zo hoog werd aangeschreven realiseerde ik me dat ik er hoognodig iets moois van moest maken. Maar ja… tijd heb ik nog steeds niet.

Pretpark voor schrijvers

Gelukkig werd precies op dat moment mijn dochter ziek. Zo ziek dat ze alleen nog maar wat achter een computer kon zitten. Huppekee, aan de slag gezet dus, dat arme kind. En met een lange lijst schrijfoefeningen die ik in de loop der jaren bedacht en de handigheid van twintigers had ze in no-time voor elkaar waar deze plek al jaren voor klaar lag: een pretpark voor schrijvers. Schrijflust.com.

Schrijflust.com om er weer lol in te krijgen

Een pretpark voor schrijvers dus, omdat er meer dan 100 schrijfoefeningen staan (111 namelijk). Om schrijfuren te maken. Om er weer lol in te krijgen als je altijd saaie teksten moet maken. Of om er voor het eerst lol in te krijgen als je schrijven altijd een akelige bijwerking vond van iets anders. Op Schrijflust kun je je schrijfoefening laten lezen door andere schrijvers, als je zin hebt in wat commentaar en tips. Of je houdt het resultaat lekker voor jezelf tot je ze alle 111 hebt gehad. Hoe dan ook: de bedoeling is om er je schrijflust mee te vinden. Waar die ook was.

Visie kun je kopen

bij goede tekstschrijvers

schrijfcoachyoeke-320x200Ha. Ha. Ha. Een hele avond lachen met de hoogste baas van het land. In de VS is het al vanaf 1921 een traditie, gisteren had Nederland voor het eerst zelf een Correspondents’ Dinner. Met als grote olijkerd onze eigen minister-president Mark Rutte. Ha. Ha. Ha? Wat is er nou leuk aan die man?

Mark Rutte:
een geslaagde grap

Het geheim van een geslaagde grap is over het algemeen de scherpe visie die er onder ligt. Stapsgewijs volgt het succes van de grap dit proces:

  1. Er is iets mis gegaan
  2. Dat roept een sterke emotie op (schaamte, schuld, woede)
  3. Er wordt een vlijmscherpe analyse losgelaten op wat er mis ging
  4. In een korte, krachtige tekst toont de spreker aan wat de oorzaak was van wat er mis ging
  5. De emotie van de luisteraars ontlaadt zich in gelach.

Mark Rutte bleek hilarisch. En daar zit ‘m de verbijstering. Hoe kan een man als Mark Rutte grappig en spitsvondig uit de hoek komen? Een man die beroemd is om zijn absolute visieloosheid? “Ik zie dat niet,” zegt hij zelfs.

Tekstschrijver achter de schermen

schrijfcoachyoekenagelHet geheim van de grappige minister-president zit ‘m in het feit dat de vijf stappen naar een succesvolle grap niet door dezelfde persoon hoeven te zijn gezet. In dit geval misschien de eerste twee stappen wel: ja, er is iets misgegaan met de visie van de minister-president. Ja, dat roept sterke emoties op: schaamte voor je land, voor hoe stuurloos het wordt geregeerd. Maar die vlijmscherpe analyse en de korte, krachtige tekst, kwam niet van hem zelf. Die kwam van professionals. Van tekstschrijvers. “We zullen nooit weten wie het waren,” dreigt de pers al. Briljante, maar onzichtbare tekstschrijvers analyseren, hebben visie en schreven hilarische teksten die, vooruit maar, de minister-president keurig voorlas.

U krijgt visie en humor

tekstschrijver met visieZo werd dat hele Correspondent’s Dinner een groot reclamefestival voor een miskende beroepsgroep omdat ze altijd achter de schermen werken: tekstschrijvers. Visie en humor kunt u kopen bij professionals. Het lukte zelfs Mark Rutte op die manier.
Mail voor een vrijblijvend voorgesprek met een tekstschrijver met visie
 
 

Show don't tell

emotieschrijvenYoekeNagelTijdens mijn schrijfworkshops geef ik graag een wat merkwaardige oefening die het beroemde principe ‘Show, don’t tell’ gemakkelijk toepasbaar maakt: laat zien, verklap niet wat er gebeurt. Je krijgt een kaartje met een emotie erop. Die emotie roep je op, je neemt waar wat er gebeurt in je lichaam als die emotie bezit van je neemt, en je noteert wat je voelt. Oproepen, waarnemen, weergeven.
Vervolgens leest iedereen de waarnemingen op en de anderen mogen raden welke emotie er wordt beschreven. Dat gaat geweldig goed. Probeer maar. ‘Mijn borst voelt zachter en ruim aan de binnenkant, mijn gezicht ontspannen en licht, ik glimlach, mijn ogen voelen helderder, het draait een beetje, heel vrolijk, in mijn keel. Mijn lippen tintelen. Ik zou willen zingen. En kusjes geven.’
Welke emotie? Ergens tussen ‘vertederd’, ‘ontroerd’ en ‘blij’ in.

Schrijfoefening
emotieschrijven

Bekijk de emoties die in het plaatje hierboven zijn gemeten. Roep de emoties in alle rust zelf op.20160103_154238_resized_1 Noteer waar en wat jij daarvan waarneemt in je eigen lichaam. Tintelt het? Wordt het warmer, kouder, voller, leger, onrustig, kriebelig, hard, zacht, strak, versteend? Noteer.
Sta vervolgens op. Schud je armen en benen uit en schud de emotie van je af. Het is maar een spelletje. Adem goed door.
Laat nu iemand anders lezen wat je noteerde. Kan hij of zij raden om welke emotie het ging?

Emotie is meetbaar

emotieschrijvenYoekeNagelNu stuurde iemand me dit plaatje op van een Fins wetenschappelijk onderzoek, uit 2013, waarbij mensen werd gevraagd naar hun fysieke waarnemingen bij het voelen van 14 emoties. Ze tekenden op twee figuurtjes waar meer lichaamswarmte of energie leek te zijn, op de ander waar warmte of energie juist leek weg te trekken.
Niet iedereen voelde hetzelfde, maar de gemiddelden lieten wel degelijk een helder beeld zien: bepaalde emoties neemt iedereen op een vergelijkbare manier waar. En dat is kennelijk internationaal, want tijdens mijn schrijfworkshops bereiken we dezelfde conclusies. Je zintuiglijke waarneming is kennelijk een geweldig instrument in handen van de kundige schrijver.
Wil je een fragment meeslepend maken en ben je uit op emotioneel effect van je lezer, duik dan zelf de emotie in die je je hoofdpersoon wilt laten hebben (en je meelevende lezer dus ook). Oproepen, waarnemen, weergeven. Je zou kunnen zeggen dat dat het geheim is van ‘show, don’t tell’, maar geheim is het niet meer, want jij kunt het nu ook. En als schrijver zelfs iets nauwkeuriger, omdat je ook kunt aangeven of de verandering langzaam of snel gaat, prettig of akelig is.
(Doe zelf het onderzoekje op deze pagina)

Voorbeeld
Show don’t tell

Schrijf je: ‘Hij was op slag verliefd op haar’ dan denkt je lezer vermoedelijk ‘Nou ja, dat zal nog wel meevallen.’ Of je lezer denkt helemaal niks en neemt het voor kennisgeving aan.
Schrijf je: ‘Hij staarde naar haar neusvleugeltjes zonder te knipperen. Elke gedachte verdampte uit zijn hoofd en een warme gloed verspreidde zich door zijn voelbaar uitdijende borstkas. Een schaapachtige glimlach zette zich vast op zijn gezicht. “Eh… helemaal alleen hier?” bloosde hij,’
dan denkt je lezer vermoedelijk iets als: ‘Zeg! Ik heb ‘m in de gaten, die ouwe! Hij is gewoon verliefd!’
Die conclusie maakt meer indruk als je lezer er zelf op gekomen is dan als jij het hem verklapt hebt. Je hebt laten zien wat er gebeurde, zonder het te benoemen. Show. Don’t tell. Dat doet je lezer wel.

 

Familieverhaal schrijven

familieverhaal“De stoelen stonden in een halve cirkel om de boom heen. Dor al, de naalden in een grijsgroen plasje op het laminaat. De strakke kaaklijn van oom Henry en de fel fonkelende ogen van tante Amalia lieten er geen twijfel over bestaan: deze hele familie zou blijven zitten tot de uitgeputte Claes-Jan-Bart zijn excuses zou hebben gemaakt over zijn faux-pas. Kijken op je mobieltje voordat het feestelijke dessert zelfs maar opgediend was… Nee. Nee!
Het geluid van spelende buurkinderen drong door de tuindeuren heen. Heerlijk, met deze zomerse hitte in een badje plenzen! Oom Henry zuchtte diep. Hoe moeilijk kon dat ene woordje zijn: ‘Sorry’?”

In elke familie gebeurt wel eens iets. Al was het maar het feit dat jij er geboren werd en alle verhalen hoorde, onthield, en zou willen opschrijven.
Hoe schrijf je een familieverhaal?
Net zoals egeltjes het doen: heeeeeel voorzichtig.
Want een familie is een fragiel geheel waarin alles en iedereen met elkaar samenhangt. Het is een spinnenweb van sociale ordening, tradities en onuitgesproken wetten.

Zwijgen is zilver, schrijven is goud

Een van die wetten is altijd: zwijg. Zwijg over de geheimen van de familie (elke familie heeft er wel een paar). Als schrijver stuit je daarom altijd tegen een muur van stugge onwil, schuld en spijt als je het verhaal van je familie wilt vertellen.
Het maakt daarbij niet uit of familieleden nog in leven zijn of niet.
Dat is misschien wel de meest fascinerende ontdekking van mijn werk als boekenvroedvrouw: familie bemoeit zich met je schrijfwerk als het gaat over hen.
Wil je je eigen familieverhaal schrijven, dan voelt het alsof alle levende en overleden familieleden over je schouder meelezen en misprijzend het hoofd schudden, je ’s nachts bestoken met nieuwe informatie, tips, dreigementen en soms pure sabotage-acties.
Het is geen uitzondering dat je computer crasht op het moment dat je verder wilt werken aan je familieverhaal. Of dat je elke nacht je aantekeningenboekje volpent omdat je dan opeens begrijpt waarom gebeurde wat er gebeurde, of waar je de ontbrekende schakel in het verhaal kunt vinden.

Doe het toch

Laat je daardoor niet weerhouden. Schrijf. Het is namelijk net zo goed jouw familie, dus je hebt werkelijk het recht om te schrijven wat je wilt schrijven. Ook als je daarbij de schrijfwet aanhoudt: ‘Schrijf niet de feiten, schrijf de waarheid.’
Twee belangrijke tips:
1- Ga er een keer rustig voor zitten om in gedachten je familieleden (de overledenen zijn soms nog het gemakkelijkste te bereiken) uit te leggen wat je aan het doen bent en wat je intentie is. Doe dat in respect voor hen en hun leven. Ze hebben mogelijk hele verkeerde keuzes gemaakt en fout gehandeld in je ogen, maar ga er maar van uit dat dat onmacht was. Laat ze dat weten.
2- Heb je echt te maken met nachtelijke informanten? Ga er dan rustig voor zitten, overdag, om ze uit te leggen dat tijd weliswaar voor hen niet bestaat, maar voor jou wel. Dat je werkt op bepaalde tijden en slaapt op bepaalde tijden. Dat het boek niet af kan komen als jij die slaap niet krijgt. Dat ze daarom enorm welkom zijn met hun aanvullende informatie, maar alleen tijdens jouw werkuren. Beloof (en houd je daar aan) dat je op die tijden ook graag naar ze zult luisteren.
Zo. En nu aan de slag.

Van shit naar show

2014-05-04 13.11.03“Ik wacht nog even met het schrijven van mijn boek, want ik heb nog niet helemaal verwerkt waar ik over wilde schrijven.”
Oei. Wachten met schrijven tot je zelf klaar bent met verwerking? Dat is geen slim plan. Hierom.

Ik hoor het vaak van schrijfcoachingsklanten. Ze willen graag een boek schrijven over hoe zij een trauma, groot verdriet, ziekte, of ander leed overwonnen. Of hoe ze een verfrissende interventie of bijzondere techniek ontdekten. Dat is een zinvol voornemen, want door je eigen ervaringen en inzichten te delen met anderen, geef je die ander, je lezer, misschien net die eye-opener waar hij of zij om zit te springen.
Waar een schrijver is, moet ook een lezer zijn. Meerdere, in het beste geval. Die lezer koopt je boek omdat het gaat over een onderwerp waar hij of zij ook mee te maken heeft. Hij is op zoek naar herkenning. Troost. Kracht. Hoop.
Stel dat jij pas bent begonnen met schrijven toen je je verwerkingsproces had afgerond. Nou ja, alsof dat op een dinsdagochtend tien uur klaar kan zijn…
Maar je lezer zit er nog middenin.
Die krijgt nu uit jouw boek de boodschap dat het maar een enkele stap is van donker naar licht. De worsteling, het proces en de beschrijving daarvan, ontbreekt. Die heb je immers al afgerond voordat je ging schrijven. Jij lijkt dus in een enkel hoofdstuk van shit naar show te kunnen springen. Ontmoedigend, want lezer voelt zich daardoor een sukkel dat hij die stap niet ineens zet, maar alsmaar aan het rommelen, vallen en opstaan blijft, in kleine stapjes. Zucht…

Zeur niet, zet stappen

Okee, toegegeven, het is ook een bar slecht plan om je boek te schrijven over de shit waar je op dit moment tot je oren in zit. Je moet enige afstand kunnen nemen om te schrijven, anders ga je zeuren over hoe erg het allemaal is.
De balans tussen ‘wachten tot je het verwerkt hebt’ en ‘schrijven over je actuele shit’ ligt voor iedereen anders.
De kunst ligt ‘m in het gefaseerd schrijven. In de eerste fase verzamel je informatie en creëer je een werkbare structuur voor je boek. Noteer daarom direct al al die kleine stapjes voorwaarts van jezelf. Dat kan in een dagboek, een apart document op je buroblad, desnoods in een besloten facebookgroep (maar deel het vooral niet met de hele wereld op dit moment). Houd bij wat je onderneemt om te zorgen dat het beter met je gaat, of hoe je je Grote Plan ontwikkelt.

Je schrijft al aan je boek

Zo ben je al bezig met je boek zonder dat je je teksten al ‘leesklaar’ hoeft te hebben. Je houdt je eigen ontwikkelingsproces bij, stapsgewijs. En tegen de tijd dat je voldoende afstand hebt tot je onderwerp onderzoek je kritisch welke fragmenten je kunt gebruiken in je tweede schrijffase: gezegend schrijven.
In de derde fase, het ambachtelijk schrijven, kun je dan de al te intieme informatie weer uit je manuscript slopen. De keuzes maak je met je creatiepentagram.
Zo. En nou aan de slag.
 
 
 

Schrijfoefening op maat

Wist je dat je hierop zat te wachten?

schrijftechniek.jpgSoms vraagt iemand me om een schrijfoefening die precies aansluit bij de schrijfblokkade of schrijfvalkuil waar hij of zij steeds tegenaan of in loopt.
“Er zit toch niemand te wachten op mijn boek…” was de blokkade die iemand me voorlegde.
“Doe dan eens deze schrijfopdracht,” was mijn antwoord.
Het resultaat vond ik wel zo adembenemend mooi dat ik het graag met je deel.
Nog even een woord vooraf: dit verhaal hieronder heb ik dus niet zelf geschreven, hoe graag ik dat ook had gewild. Het werd geschreven door een talentvol schrijfcoachingsklant die nu heel zenuwachtig zit te wachten of er ook commentaar op komt en wat De Mensen er dan wel niet van zullen zeggen.
Wil je haar stimuleren om meer te schrijven? Laat dan even weten wat je van dit verhaal vindt, via facebook of in een mailtje aan mij. Ik geef het allemaal door.
Blokkade:
“Er zit toch niemand te wachten op mijn boek.”
Schrijfoefening:
“Start een verhaal met de zin: ‘Soms schrijft iemand een boek waar niemand op zat te wachten.’
Eindig ongeveer 450 woorden later met de zin: ‘En daarom werd het geschreven.'”

Verhaal voor één lezer (465 w)

Soms schrijft iemand een boek waar niemand op zat te wachten.

Er zijn boeken die met veel zelfvertrouwen ter wereld komen, precies op de juiste plek. Ze binden miljoenen lezers aan zich. Oud, jong, man, vrouw, maakt niet uit. De boeken vliegen de winkels uit, worden door iedereen gekocht en bij elke gelegenheid cadeau gegeven. Allemansvrienden.

Andere boeken hebben een bescheiden lezerskringetje.

Sommige boeken sterven in het kraambed. Ik herinner me een verhaal over twee katjes. Het was grappig, lief, met mooie tekeningen. Het was helemaal af. Maar de eerste druk mislukte en verdween in een container. Tijdens de herdruk vloog de drukkerij in brand. De verzekering dekte de schade niet vanwege een clausule in de kleine lettertjes. Het geld raakte op. De schrijfster kwam te overlijden voordat het boekje het daglicht had gezien.

Ik vind het jammer, maar ik kan daar niets aan doen. Ik heb daar geen invloed op. Mijn taak is alleen om het juiste verhaal bij de juiste schrijver te brengen. Wat er verder mee gebeurt, ligt niet in mijn handen.

De verhalen krijg ik ’s ochtends op mijn bureau. Ze zijn dan nog wat wild en vormeloos maar ze hebben een herkenbaar karakter. Meestal kunnen ze niet wachten om geboren te worden. Ik zoek schrijvers die bij het verhaal passen en die bereid zijn om hen de wereld in te helpen. Ik stuur beelden naar de schrijvers als ze dromen. Of ik plaats een stukje van het verhaal in hun hart. Ze gaan dan vanzelf op zoek naar de rest.

Als het verhaal en de schrijver eenmaal met elkaar in contact staan, zit mijn taak erop. Mijn collega zoekt de lezers bij de verhalen en ik heb er geen idee van hoe hij dat doet.

Hij zit in het kantoortje naast het mijne. Hij schrijft de namen van de verhalen op een groot bord, de lezersaantallen schrijft hij er met een rode stift achter. Ik wil hem al lang vragen, hoe hij aan zijn cijfers komt. Waarom hij zo weinig lezers zoekt voor het ene verhaal en zo veel voor het andere. Maar mijn collega is nors, weinig toegankelijk. En altijd verdwenen als ik op zijn deur klop voor een praatje.

Het verhaal dat ik hier heb, is er een van het asociale soort. Er zal maar één lezer de reis van het begin tot het einde volbrengen. Een schrijver heb ik al. Maar ik heb medelijden met hem. Eén lezer is niet veel. Hij zal aan zichzelf gaan twijfelen.

Daarom heb ik het verhaal een begin meegegeven:

Soms schrijft iemand een boek waar niemand op zat te wachten. Een schitterend verhaal wilde dolgraag geboren worden, meer niet. Een schrijver hoorde dat en kon niet laten om het verhaal te helpen. En daarom werd het geschreven.

-Anoniem-

Oproepje

Red een schrijver. Laat weten wat je van dit verhaal vindt.
Heb je zelf een onhandige schrijfblokkade? Wil je graag een schrijfoefening op maat om ‘m te overwinnen? Mail me even, dan stuur ik je een oefening toe.

De Ptoei in je tekst

Overtuig je lezer met je herkenbare ervaring

ptoei“Straks vormt die boom pluisjes die op de wind overal heen zweven.
Als ik er dan langs fiets krijg ik er vast eentje in m’n mond. Ptoei!”

Die prachtige zin noteerde een van de cursisten van de schrijfweek in de Dordogne.
De schrijfopdracht was niet eenvoudig. Beschrijf een rijtje bomen. Voeg geen bijvoeglijk naamwoorden toe (lelijk, prachtig, stinkend, fris) maar laat je lezer zelf ontdekken wat jij van die bomen vindt. Effectief manipuleren met woorden, terwijl je objectief lijkt te omschrijven wat je waarneemt.
We splitsten ons op in twee groepen zodat het een toernooitje werd: de ene helft van de schrijvers zou de bomen in hun volle schoonheid beschrijven. De andere helft zou de bomen neersabelen met woorden.

Je lezer is net zo eigenwijs als jij

siteeierenzoekenHet doel van de opdracht is om je te bekwamen in je leidende rol als schrijver. Jij bepaalt, vooraf, wat je je lezer wilt laten ontdekken. Dat lijkt omslachtig: je kunt toch ook gewoon zeggen dat het rotbomen zijn, of juist prachtige, statige groene wuivers die de longen van onze wereld vormen?
Nee dus. Je lezer is net zo eigenwijs als jij. Die wil zelf dat paasei vinden. Door hem of haar met argumenten op te leggen wat hij ergens van moet vinden, bepaalt het hoofd, de ratio. Lezer voelt hij zich onderschat in zijn creatieve vermogens.
Je kunt ook lezer laten weten wat je ervan vindt door je emoties centraal te stellen: het hart, de emotie, bepaalt. Je irritatie bijvoorbeeld, die je voelt toenemen in je samengeknepen billen, je tintelende handen, je diepe frons, en je snuivende ademhaling. Je stelt je hart open en raakt je lezer ook direct emotioneel, want die herkent je fysieke signalen van onvrede. Maar het kost wel veel woorden.
Het krachtige ‘Ptoei’ in de korte tekst hierboven is de derde manier om je lezer mee te trekken in jouw beleving, de buik bepaalt.
Je beschrijft je ervaring. Pluisje in je mond. Ptoei…
Zelfs als lezer zelf een ander geluidje maakt als hij dat ding weer uitspuugt weet hij precies dat die rotboom ongemak veroorzaakt.

Vind de Ptoei in alledaagse ervaringen

hijsprongLezer wil liever zelf tot conclusies komen dan dat die haarfijn voor ‘m uitgespeld worden. Leg je een paar handige stenen in de rivier, dan zoekt hij daar graag z’n eigen weg over (en komt uit bij het punt dat jij wilt maken) dan dat je een brug van argumenten en oordelen over de rivier legt waardoor hij maar een kant op kan (en halverwege van die brug afspringt omdat hij zich verveelt en liever zelf denkt). Vandaar: show, don’t tell. Laat zien wat jou tot een conclusie brengt en verleid je lezer om je daarin te volgen terwijl hij, spelenderwijs, zelf op het idee komt. Jouw idee.
De kunst is om voor elke mening die je wilt overdragen de ‘Ptoei’ te vinden: de alledaagse ervaring die lezer direct herkent.