Heeeeeel ander medium

Ooit leerde ik dat er een groot schrijfstijlverschil moet zijn tussen verhalen in een dagblad en in een tijdschrift. ‘Heeeeeel ander medium,’ beweerde een doorgewinterd journalist erbij.
Nou is internet natuurlijk geen medium op zich.
Je hebt websites, blogs, nieuwsbrieven, twitter, facebook, linked-in, hyves. En dan ook nog eens e-mail, sms, whatsup, skype. En telefoon. En folders, kranten en tijdschriften. En, ach ja, weet je nog; brieven en ansichtkaarten.
Er zijn ontelbare mogelijkheden om ons met elkaar te verbinden. Als dat geen overcompensatie is…
Hopla. Daar gaat ’t vaak effe mis: die verbinding ontstaat niet altijd goed. Logisch: als de een sms’t terwijl de ander aan het bellen is komt er geen direct contact tot stand. Als de een mailt terwijl de ander uitsluitend op z’n facebookberichten let, lukt het ook niet.
Dat rijtje communicatiemiddelen hierboven bestaat uit ‘hele verschillende media met hele eigen kwaliteiten,’ zou je kunnen zeggen. Toch worden ze allemaal door elkaar heen gebruikt. Daarom stel ik voor dat we – al hou ik niet van die dingen – een protocol opstellen voor welke media je in welke gevallen gebruikt. Belangrijke maatstaf daarbij is wat je wilt zeggen, wat je wilt bereiken met je boodschap en voor wie die bedoeld is. De gewone dingen dus.
Stel: je boodschap is ‘ik heb zo’n hoofdpijn dat ik vandaag niet kan werken.’
Je wilt met deze boodschap bereiken dat je medeleven krijgt en, als het kan, dat iemand boodschappen voor je gaat doen.
Het maakt jou niet uit wie dat doet, als het maar redelijk snel gebeurt. Post is dus uitgesloten.
In dit geval is het dus geen goed idee om sms of whatsup te gebruiken: je bereikt maar een enkel persoon (of een hele lijst tegelijk) die je in het beste geval terug sms’t: ‘lullig voor je. Sterkte.’
-SMS is vooral geschikt voor eenzijdige mededelingen waar haast bij is.
Een tweetje kan natuurlijk altijd, maar de kans dat iemand die boodschappen voor je gaat doen is nihil.
-Twitter is vooral geschikt voor korte mededelingen, vaak met een verwijzing naar een website, waar niet direct een reactie op verwacht wordt. Vluchtigheid is het kernwoord.
Tenzij je snel een vraag wilt stellen aan veel mensen tegelijk. ‘Weet jij nog een goed middel tegen barstende koppijn? #durftevragen’
Mail is misschien wat te afstandelijk: er is geen directe reactie, je moet maar afwachten wanneer iemand het leest. Bovendien kan het zijn dat je helemaal niet wilt tikken als je hoofdpijn hebt.
-Mail is vooral geschikt voor langere berichten waar wat uitleg bij nodig is en geen haast bij is.

Een mededeling op Facebook zou er toe kunnen leiden dat allerlei mensen je tips en adviezen gaan geven: ‘doe vooral de gordijnen dicht.’ ‘Hier, een grappig plaatje dat mij er altijd bovenop helpt.’ Daar zit je niet op te wachten.
-Facebook is vooral geschikt voor het delen van persoonlijke ervaringen en uitwisselen van informatiepuntjes, zonder al te veel gedoe. Tenzij je in een revolutiegevoelig gebied zit natuurlijk, dan is het van belang om elkaar te vinden via Facebook om te weten wanneer je de straat op moet om de regering omver te werpen.

Een bericht op je LinkeIn pagina slaat natuurlijk nergens op. Je wilt toch niet dat dat hele netwerk je zo ziet. Shinen wil je!
-LinkedIn is vooral geschikt voor zakelijke contacten, zakelijk netwerken.

Om te skypen wil je liefst zeker weten dat de ander in alle rust, skypebaar en wel, achter de computer zit. Jammer is wel dat je van pijn vertrokken gezicht in beeld kan komen.
-Skype is vooral geschikt om van tevoren geplande uitgebreide mondelinge contacten mee te hebben. Ook een bijeenkomst van mensen die op andere continenten zitten kan er prachtig mee.

Voor je iemand kunt bellen moet je een keuze maken wie je eigenlijk durft aan te spreken met je vraag. Dat kan effe lastig zijn: een anonieme vraag in een groot donker meer van digitale medemensen is gevoelsmatig wat gemakkelijker dan echt te vragen om wat je nodig hebt bij iemand die je kent. Wees gerust: iets vragen aan iemand die je niet kent is nog veel lastiger.
-Opbellen is vooral geschikt als je even direct menselijk contact wilt hebben met iemand. Een stem, een mens die direct op je reageert en vraagt wat je bedoelt als je niet meteen duidelijk bent.
Om bij iemand langs te gaan moet je je bed uit. Dat is koud en het doet zeer. De beloning is groot. Je bent bij een echt mens die niet alleen naar je luistert maar ook een arm om je heen kan slaan en een kopje soep voor je kan maken tot je je weer beter voelt.
-Langsgaan is vooral geschikt als je gewoon wel weer eens echt contact wilt hebben met iemand die warm en gezellig en aandachtig is.
Ik neem me nu voor om op z’n minst even te bellen als ik een sms krijg waar paniek uit spreekt. Maar liever zou ik, als het tenminste om een beminde gaat, zelf dat telefoontje krijgen waarin ik hoor: ‘Ik kom nu naar je toe, om op je bank te liggen tot ik weer beter ben.’

Hoe Koot & Bie Dodewaardacties saboteerden

Zo. Dan moet me nu even iets van het hart dat een enkeling misschien nog wel weet. Toch?
Het was 1980. We fietsten met z’n allen over de Bandijk. Langs de kernreactor en dan nog een stukje verder, daar lag een grasveld met een meertje er bij.
Er stonden feestelijke marktkraampjes waar onder andere het tijdschrift ‘Wij Eisen Geluk’ werd verkocht, wat me zeer aansprak omdat het de algemene stemming goed weergaf. Nooit meer wat van gehoord trouwens…
Ons groepje was naar Dodewaard gekomen met Grote Plannen. Ik weet niet meer precies wat de theorie over onze bagage was, maar we hadden onder andere een ruim eikenhouten tweepersoons bed mee, een staande schemerlamp, een strijkplank, een houtkachel, een stevige eetkamertafel met stoelen en een vloerkleed dat onze hoek van Het Kamp reuze sfeervol maakte.
Hoewel het eigenlijk te koud was dook een aantal van ons toch op zeker moment dat meertje in, wat het allemaal nog feestelijker maakte. Er was een podium, waar af en toe iemand op stond om te spreken, er speelden kinderen, er werden tofuburgers op barbecues of open vuurtjes gebakken en er werd overal muziek gemaakt. Hier was echt een Beweging aan de gang, dat kon je goed voelen. Ik kan me, vreemd genoeg, weinig meer herinneren van het geduw en geren bij de reactor zelf, maar op Het Kamp was de nieuwe wereld al begonnen.
We zouden blijven tot de reactor dicht ging, vertelden we elkaar met grote vanzelfsprekendheid. En omdat het zo beregezellig was leek me dat ook best goed te doen.
Toen werd het zondag. Een voor een verdwenen steeds meer enthousiaste actievoerders van het terrein.
Er vielen kale plekken tussen de tentjes. De muziek was gestopt, de gitaren en accordeons waren ingepakt. In de loop van de middag was de dijk vol vervoersmiddelen die weer wegreden van Het Kamp-waar-we-zouden-blijven-tot-die-reactor-gesloten-was.
Verbijsterd schoot ik een man met een bakfiets aan, die daar zojuist zijn laatste tentstokken in legde.
“Ga jij ook al weg?”
“Ja, natuurlijk,” zei hij, en keek op zijn horloge. “Ik moet nog even fietsen voor ik thuis ben, straks mis ik het nog.”
“Mis je wat? Het gebeurt toch hier allemaal?” zei ik verward.
“Koot en Bie vanavond. En je ziet, ik ben echt niet de enige die daarvoor naar huis gaat.”
Natuurlijk heb ik het nog meer vertrekkers gevraagd en inderdaad: ze gingen allemaal naar huis om Koot en Bie te kijken.
Ik wil het die twee niet nadragen, ze hebben vast te goeder trouw gehandeld, destijds. Maar diep in m’n hart verwijt ik ze toch nog wel een beetje dat ze de acties bij Dodewaard saboteerden met hun uitzendingen. Het slijt, dat wel. Het slijt zo dat ik in elk geval vanavond toch met plezier heb kunnen kijken.
En toch… de wereld had er vermoedelijk anders uitgezien als ze toen op een andere dag werden uitgezonden.
 

Loslaten

overtuigendschrijvenEen van de meest misplaatste adviezen aan de lijdende medemens is wel ‘loslaten’. Of, nog erger: ‘Gewoon loslaten’.
Maar verdriet, boosheid, angst, grote verlangens en wilde giechelbuien terwijl je toch echt probeert om serieus te blijven kijken zijn krachtig spul.
Dat laat je niet zomaar los.
Gelukkig laten we nog veel meer niet los, zodat we goed oefenmateriaal hebben.
Zo betrapte ik me er laatst op dat ik de boodschappen in mijn keukenkastje wilde doen met de ene hand, terwijl ik in de andere hand alvast de groenten vast hield die ik strakjes – heel gemakkelijk – allemaal tegelijk in de koelkast zou gaan leggen.
Mijn dochter zag ik haar make-up opdoen terwijl ze in dezelfde hand een leeg sigarettenpakje hield dat ze straks wilde gaan weggooien.
Nu heb ik me voorgenomen om eens stevig aan het trainen te gaan met dat loslaten.
Eerst maar eens m’n handen vrijmaken. Neerleggen wat ik niet nodig heb op dat moment.
Kan ik later altijd nog zien of dat ook gaat leiden tot een kalmere geest zonder overbodige ballast.

Vind je geliefde met SEO

De SEO van de liefde


Er is een tijd geweest dat het ons om de liefde ging. Het grootste verlangen van de mens – man, vrouw en iedereen die er nog niet zeker van was – ging uit naar dat moment van herkenning: ‘dit is hem, dit is zij, nu ben ik niet meer alleen’. We zochten naar liefde en hunkerden ernaar gevonden te worden. De woorden ‘Ik hou van jou’ heelden de wonden van het hart, openden de poort naar vervulling en geluk. Wanneer dat moment zich zou aandienen was een kwestie van afwachten.
Dat hoeft natuurlijk niet meer in deze tijd. Zoeken en gevonden worden is een vak! Eenvoudige SEO brengt direct uitkomst: optimalisatie van je zoektermen. Het eerste punt van kritiek: hoe zou de ander je ooit kunnen vinden als je je kenbaar maakt met niet-specifieke woorden als Ik, Hou, Van en Jou? Google levert 1.380.000 zoekresultaten op de zoekopdracht in combinatie met het nog minder specifieke ‘Je’ en schiet zelfs naar 8.520.000 als we ‘Jou’ gebruiken. Dat zijn er sowieso al te veel om uit opgemerkt te worden.
Willen we vindbaar zijn, dan zal dus op z’n minst ‘Ik’ moeten worden gespecificeerd. Een voorbeeldje: ‘Ik, Valentijn, Hou Van Jou’, geeft al direct meer focus: 275.000 zoekresultaten. Toch is de lijstaanvoerder het, voor iemand die Valentijn heet, niet-relevante ‘Ik hou van jou in andere talen’ waarin ‘Ana behibak’ en ‘Bon sro lanh oon’ zichtbaar zijn.
Het is dus ook van belang om de bedrijfsspecificaties van Valentijn toe te voegen, om niet de concurrent opgediend te krijgen door de zoekmachines.
Willen we de zoektocht naar liefde verder optimaliseren, dan moeten we bovendien een eersteklas misser corrigeren in deze zin en zal, uiteraard, het woord ‘liefde’ zelf moeten voorkomen in de zoekopdracht.
‘Ik, Valentijn, Commerciële Feestdag Liefde Jou’ brengt ons nu bij de Wikipedia als aanvoerder van de 475.000 zoekresultaten. De toevoeging Commerciele Feestdag blijkt de boosdoener; we krijgen weer specifiekere resultaten als we de zoekopdracht ombouwen tot het veelzeggende: ‘Ik, Valentijn, Geluk en Vervulling, Liefde Jou. Bovenaan prijkt een Feng Shui blog, dus we maken vorderingen: dat is ook voor zoekers. Z0 maakt SEO elk zoektocht tot een vindtocht, zolang we maar volgens een efficiënte structuur optimaal gebruikmaken van de technische mogelijkheden. Verrassingen en toevalligheden zijn beslist niet meer nodig!
Rest ons nog het niet-specifieke woord ‘Jou’ te vervangen door de unieke naam van degene door wie we gevonden willen worden.
 

Wil je meer weten over hoe SEO en vindbaarheid je leven toch aangenamer kunnen maken? Doe dan mee met de korte cursus ‘Schrijven om gezien te worden’ in Arnhem. Speciaal voor ondernemers en zelfstandigen die door nieuwe klanten en deelnemers gevonden willen worden. Zes avonden, vanaf 1 maart 2012, met een certificaat na beoordeling van je slotopdracht: je eigen website, folder of nieuwsbrief.
Meer informatie over de cursus. 

Het mysterie van spullen

De spullen uit 1 huishouden


“Als je iets weggooit is het niet weg, het is alleen ergens anders,” zegt filmmaakster Judith de Leeuw heel terecht.
In een afvalberg bijvoorbeeld, in de plastic soep die in de oceaan drijft, als onderdeel van het broeikaseffect, of in het beste geval in een tweedehandswinkel als tussenstop voordat het alsnog terecht komt in een afvalberg.
“Zodra je iets koopt maak je jezelf verantwoordelijk voor alles wat er verder met dat voorwerp gebeurt. Als ik iets leuks zie dat ik wil kopen vraag ik mezelf nu eerst af: ‘Wil ik voor dit ding de rest van mijn leven verantwoording dragen?’ Meestal is het antwoord ‘nee’,” zegt Judith de Leeuw.
Meestal is het antwoord op een andere belangrijke vraag trouwens ‘ja’: “Heb ik dit al?”
De vraag ‘Heb ik dit nodig?’ blijkt weinig op te leveren. Een beetje creatief mens vindt altijd wel een argument om volmondig ‘ja’ te kunnen zeggen. Mooier dan wat ik al had, lekker praktisch, een stimulans, goedkoop, kom ik vast niet meer tegen als ik het wel nodig heb, slim gemaakt, gaat toch snel stuk…
Prettig genoeg kun je na het beantwoorden van die twee vragen natuurlijk altijd nog kiezen of je het Begerenswaardige Voorwerp dan maar laat staan of het alsnog koopt.
Maar het is wel verhelderend om met deze vragen even bewust stil te staan bij je kooplust. Trouwens: het valt me op dat die, alleen al daardoor, pijlsnel en pijnloos kan wegzakken.
Heerlijk. De kick van een koopdrang die je weloverwogen in de kiem gesmoord hebt is misschien nog wel groter dan de korte rush van het kopen zelf. Kopen voor gevorderden is bewust niet kopen.
Geweldige film van Judith de Leeuw: Overal Spullen, uitgezonden door de BOS en ook nog te zien op ‘Uitzending gemist’. Even kijken, hieronder.
Get Microsoft Silverlight Bekijk de video in andere formaten.

Hoezo 2012?

Voor wie is het 2012?


Een klein groepje mensen, waaronder wij hier,  staat op de drempel van 2012, het jaar dat door de Maya’s onheilspellend is aangekondigd als het jaar O.
Bij dat groepje mensen dat nu het jaar 2012 in gaat zitten geen mensen die de joodse, Chinese, boeddhistische, Seleucidische (huh?) of  Thaise jaartelling aanhouden. Zij hebben namelijk hun eigen 2012 al lang en breed achter de rug.
En degenen die leven volgens de Diocletiaanse, Ethiopische, Islamitische of Japanse jaartelling kijken natuurlijk met belangstelling toe hoe ons 2012 valt, want zij zijn over een paarhonderd jaar zelf aan de beurt met een spannende jaarwisseling naar hun 2012.
Ja zeg… het zou toch volstrekt onrechtvaardig zijn om al die andere jaartellers mee te slepen in onze 2012-evenementen, wat die dan ook zijn?
Ik wil maar zeggen: het zijn altijd spannende jaren, wereldwijd gezien. En er zijn elk jaar heel bijzondere veranderingen in hoe we leven, met elkaar omgaan en elkaar liefhebben. Ik wens je toe dat je zo intens leeft dat die veranderingen je opvallen. En dat je bovendien de flexibiliteit en creativiteit hebt om er in mee te gaan op een manier die bij je past en de wereld mooier maakt.
Goed nieuwjaar. Het hoeveelste maakt niet zoveel uit.

In memoriam voor een boom

Ik stond al een tijdje uit het raam te staren toen ik hem opeens niet zag. De boom. Achter mijn tuin was ie verdwenen van z’n plekje op de stoep. Het zaagsel lag nog op het dak van het schuurtje van de buren. Een snelle pijn in mijn borstkas. Alsof er woest een zware deur werd opengegooid. Dat moet de plek zijn waar ik Boom aan de binnenkant bewaarde. Buiten is ie weg. Vanaf nu is mijn borstkas waarschijnlijk het enige plekje waar ie nog woont. Een beetje. Hij deelt met gemak die ruimte met al mijn andere dierbare herinneringen, maar voor de stoep was hij te groot, vond de plantsoenendienst. Die heeft daar een formule voor en die kende de boom niet. Hij ging gewoon elk jaar stug door met nieuw blad maken, schaduw bieden, water opzuigen, CO2 produceren, herfstgeur veroorzaken, honden gelegenheid bieden, beetje heen en weer wiegen op de wind. Dat soort dingen. Maar die formule leren, ho maar. Bomen zijn heel suf in die dingen. Daarom moest ie weg.
Maar als het voorjaar komt zal ik nieuwe, jonge blaadjes aan hem denken. En in de herfst denk ik ze er weer af en schop ze met mijn voeten omhoog dat het ritselt en bospaddenstoelfris ruikt. Nu heb ik een boom voor mij alleen.
Ik had liever gehad dat hij van zichzelf was gebleven.

Onzevader als marketingtekst

Onzevader-150x150Onzevader… Toe maar. Je kent ‘m. Teksten die lang mee gaan zijn kennelijk bijzonder knap geschreven, anders zouden we er eerder op uitgekeken zijn. Wie zelf wil schrijven doet er dus verstandig aan om zulke evergreens te bestuderen en te onderzoeken of je iets kunt leren van die schrijfstijl. Misschien kun je er ook iets van toepassen in je eigen tekstwerk.
Een van de beroemdste evergreens, internationaal gewaardeerd en gebruikt zelfs, is natuurlijk het Onzevader.
De intentie van die tekst is groots: contact tussen mens en God leggen, terwijl we helemaal niet weten of God daar wel op zit te wachten. De reden dat de mens die verbinding tot stand wil brengen is ook nog es wat beladen: wij, mensen, willen iets van ‘M. We willen aandacht, brood, vergeving en bescherming – tegen onszelf nota bene -.
Zoiets vraagt een tactische benadering. Precies zo’n tactische benadering als een aanbieder van een product of dienst nodig heeft als hij een nieuwe klant wil benaderen.
Ook daarbij is het belang van de schrijver – zeker in eerste instantie – groter dan dat van de lezer.
Grote groepen mensen zijn ervan overtuigd dat deze tekst effectief is. Laten we daarom eens even kijken wat er herhaalbaar is aan het succes van het Onze Vader en hoe je die kunstgrepen toe zou kunnen passen op je eigen tekstwerk.

Onze Vader – marketingstructuur

Onze Vader Die in de Hemelen zijt,
                  Benoem de positie van je prospect. Zo laat je zien dat je weet wat zijn of haar situatie is. 
                  Bijv.: ‘U draagt dagelijks de verantwoordelijkheid voor uw kinderen.’
Uw Naam worde geheiligd;
                  Laat zien dat je daar respect voor hebt
                  Bijv.: ‘Dat valt nog helemaal niet mee in tijden van crisis!’
Uw Koninkrijk kome;
                  Doe een belofte voor de toekomst
                  Bijv.: ‘Later zullen ze u dankbaar zijn.’
Uw wil geschiede,
                  Benoem de verantwoordelijkheid van je prospect
                  Bijv.: ‘Hun gezondheid hangt af van uw inzet’
gelijk in de Hemel als op de aarde.
                  Benadruk dat nog eens, zodat die niet onderschat wordt
                  Bijv.: ‘Op school, buiten en thuis’
Geef ons heden ons dagelijks brood;
                  Kom pas na deze inleiding tot je eigenlijke voorstel
                  Bijv.: ‘Lees uw kind dus regelmatig voor’
en vergeef ons onze schulden,
                   Rek de welwillendheid van je toekomstige klant nog wat op met een 2e suggestie
                   Bijv.: ‘uit een prachtig sprookjesboek dat wij in de aanbieding hebben’
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
                   Stel een tegenprestatie in het vooruitzicht
                   Bijv.: ‘We geven u daar deze week een mooie korting op.’
en leid ons niet in verzoeking,
                   Raad subtiel de diensten van de concurrent af
                   Bijv.: ‘U vindt het nergens zo goed en goedkoop als bij ons’
maar verlos ons van de Boze.
                   Suggereer dat je product of dienst andere producten of diensten overbodig maakt
                   Bijv.: ‘Zo kan de televisie lekker uit blijven.’
Want van U is het Koninkrijk
                    Herhaal je eerdere respectbetuiging voor de positie van je klant met een belofte
                    Bijv.: ‘Opvoeden wordt een feestje.’
en de kracht en de heerlijkheid
                    Versterk de belofte naar een ideaal resultaat
                    Bijv.: ‘Voor u, maar ook voor uw kinderen en al hun vriendjes!’
tot in eeuwigheid.
                     Benadruk dat dat resultaat blijvend is en dus een goede investering
                     Bijv.: ‘Zelfs uw kleinkinderen zullen u ooit dankbaar zijn voor deze kleine maar oh zo waardevolle traditie!’
Amen.
                     Sluit af met een pay-off die het voornemen van je prospect bevestigt: zo zal het zijn.
                     Bijv.: ‘Sprookjes voorlezen. Voor blije kinderen en gelukkige ouders.’

Eerst jij

We kijken naar de televisie. Niet naar het programma.


De televisie staat aan en er wordt naar gekeken. Niet naar het programma, maar naar de bewegende beelden er op. Naar het ding. Met veel geduld trouwens, want vrijwel alles wordt goed gerekend als inbreng van het ding.
“En dan gaan we nu naar New York.” Zoiets kan de televisie, als volwaardig gesprekspartner, gerust zeggen. In veel huiskamers praat ie gewoon mee. Stukje gesprek, tot aan het punt dat het te persoonlijk wordt. Dan gaat de aandacht in een vloeiende lijn weer terug van mens naar scherm. Stukje televisie. Tot er een aanknopingspunt is om weer een opmerking te maken.
“Had ik laatst ook. Toen nam ik een boterham met pindakaas en jam. Lekker man.”
“Yuuuhuukie!”
“Echt wel.”
“Nee. Smeerkaas dan.”
“Hm.”
En we gaan terug naar de televisie.
Ik maakte me er oprecht zorgen over, een tijdje geleden. Waar blijft het menselijk contact? De uitwisseling, de inspiratie die opvlamt als er urenlang wordt doorgefantaseerd op een thema? De vrolijke lach en de waardering om de gewaagde kwinkslag, de troostende arm om de schouder, de persoonlijke ontboezeming, het feest van herkenning: ‘Oh, heb jij dat ook? Ik dacht dat ik de enige was!’
Nu zie ik dat dat niet verdwenen is. Mensen laten zich nog steeds graag zien zoals ze werkelijk zijn. Alleen duurt het nu wat langer voordat dat gebeurt. Omdat ze eerst door een laagje stugge weerstand heen moeten, opgelegd door nieuwe, strikte omgangsvormen. Zoals ooit de oude adel als eerste mocht spreken, zo is nu de televisie de aanwezige met de hoogste status. Als die er niet is, of als er een aanleiding gegeven wordt door dat ding, dan barst de dijk van persoonlijke informatie los. Hopla, daar wordt een nieuw woord gelegd met wordfeud. Hier roept iemand ‘Kijk eens wat ik allemaal in m’n tas heb!’ Daar vloekt iemand kort en heftig tegen een regenplas op de stoep.
Het verlangen ons te uiten is niet weg. Het heeft alleen een wat benepener vorm aangenomen. Alsof de opening waardoor de berichten de wereld in kunnen worden geslingerd kleiner is geworden, waardoor de interne druk is verhoogd en het persoonlijke er van tijd tot tijd met een knal uitspettert.
‘Nee nee, eerst jij vertellen’ is nog steeds de basishouding. Waarbij de televisie beleefd afwachtend wordt aangekeken.