Boeken

20160608_114915_resizedMijn ouders verhuizen. 20160608_114935_resized
Omdat het goede mensen zijn
houden ze van boeken.
Van heel veel boeken.
Overal staan ze. Overal.
Ze mogen niet zomaar weg.
20160608_115123_resized20160608_115034_resizedZe moeten terecht komen bij mensen
die ook heel veel van ze zullen houden.
Of tenminste blij zijn dat ze komen.
Het zijn boeken over
-de oorlog20160608_115207_resized
-steden
-natuur
-psychologie
-seksueel misbruik
-euthanasie
-gedragstherapie
20160608_120057_resized-alchemie20160608_115251_resized
-caligrafie
-opstellingen
-psychotherapie
-man/vrouw dingen
en ook
20160608_115320_resized-de Verkadeboeken20160608_115543_resized
-Bruintje Beer
-de Winkler Prins
-oude kinderboeken
-Engelse boeken
-romans
-woordenboeken
-naslagwerken
-en de volledige Groninger Encyclopedie

Wil je weten of er boeken bij zitten over jouw favoriete onderwerp? Ik denk het wel. Mail me maar. Dan vul ik een doos voor je en laat je weten wanneer je die krijgt. Op voorwaarde dat je van de boeken gaat houden. KLIK HIER

 
 
 
 
 

Het woord is een poort

waar je klanten mee scoort

poorten
Natuurlijk, je wilt alles wel vertellen als je een website maakt.
Wie je bent, waar je je opleiding deed, met welke apparatuur je werkt, welke technieken je beheerst, hoe je bedrijfsruimte er uit ziet en door welke samenloop van omstandigheden je in het vak terecht kwam.
Niet doen.
Je aanstaande klant wil namelijk alleen maar weten of ze iets aan je product of dienst heeft.
Geef daarom liever een hint, niet meer dan dat. Zet de poort open voor je klant en laat ‘m er zelf doorheen lopen. Omdat het er goed uitziet voor ‘m.
Drie tips om die poort open te zetten.

Wat schrijf je op je site?

20160501_135330_resized1  Ga uit van je klant, niet van jezelf

Je lezer, die je klant kan worden, wil in eerste instantie over zichzelf lezen, wil gezien worden, herkend.
Schrijf dus: ‘Als je twijfelt over je teksten, dan lees ik graag even met je mee.’
Schrijf niet: ‘Ik volgde een opleiding tot schrijfcoach in 2010 en heb me gespecialiseerd in redigeerwerk.’
Je klant mag er vanuit gaan dat je weet wat je doet.

2  Los z’n probleem op

Je lezer, die je klant kan worden, wil weten dat z’n probleem straks is opgelost.
Schrijf dus: ‘Ben je dyslectisch? Dan haal ik even de taalfouten uit je tekst voor je.’
Schrijf niet: ‘Uit onderzoek is gebleken dat teksten met taalfouten minder serieus genomen worden.’
Dat weet ie al, dat is juist z’n probleem.

3  Overleg

Je lezer, die je klant kan worden, is net zo eigenwijs als jij.
Schrijf dus: ‘Hoe wil jij het graag? Ik pas me graag aan bij jouw stijl.’
Schrijf niet: ‘Ik zet mijn professionaliteit in om je teksten een zakelijke uitstraling te geven.’
Dat wil ie misschien helemaal niet.
 

Wat staat er nou? Vampierwoorden!

vampierwoorden5Er blijkt veelvuldig een discrepantie op te treden tussen intentie en generale implementatie van cognitief acceptabele linguïstische uitwisseling. Hoewel de breed gedragen richtlijn ten aanzien van voornoemd gegeven is te streven naar significante en duurzame modificatie van de status quo op het terrein van effectieve communicatie, is inmiddels steekproefsgewijs en empirisch vastgesteld dat van enige relevante verschuiving in participatie organisatiebreed geen sprake is, terwijl op het vlak van semantiek zelfs nog nauwelijks vooruitgang is geboekt.
Derhalve zal zo spoedig mogelijk een onderzoek worden ingesteld naar de economische consequenties van genoemd gegeven op middellange termijn, wat moet uitmonden in aanbevelingen die de effectiviteit hiervan zullen vergroten.

IETS GEMAKKELIJKER GEZEGD:
Het is niet waar, hoewel iedereen het zegt, dat er, nadat we het er een keertje over hebben gehad, verandering is geweest in het taalgebruik hier. Dat merken we allemaal dagelijks. Daar moeten we iets tegen doen, anders levert het verlies op.
OFTEWEL:
We snappen nog steeds niet waar het over gaat. Dat kost vast geld!

Vampierwoorden. Brrrrrr….

vampierwoorden3Nee. Het is echt niet nodig om alles in kindertaal op te schrijven. Maar in beleidsstukken, white papers, zakelijke memo’s en verslagen zitten vaak zulke draken van zinnen dat echt niemand meer snapt wat er staat. Dat is de bedoeling ook, mag je vrezen. Het zijn vampierwoorden. Ik schreef er al eerder over.

Waar komen vampierwoorden vandaan?

vampierwoorden4Vampierwoorden zijn woorden die geen beeld oproepen, vaag blijven en vooral verdoezelen wat er (misschien wel) bedoeld wordt. Of misschien ook wel niet…
Vampierwoorden worden ingezet als het moeilijk wordt. De boodschap is pijnlijk, de schrijver weet nog niet precies waar het over moet gaan, niemand durft de verantwoordelijkheid te nemen, er is nog niks besloten – dat zijn de situaties waarin vampierwoorden worden ingezet om de lezer te verwarren, te vermoeien en uiteindelijk moedeloos te laten hopen op betere tijden.
Tijden waarin gewoon gezegd of geschreven wordt waar het over gaat.
Okee. Nog een voorbeeldje dan. Maar eerst even dit:


Win een WoordWaardeBon

Welke vampierconstructies ben jij zelf zoal tegen gekomen in het wild? Op je werk? Bij de wijkvereniging? In de gemeenteraad?
Laat het me weten en maak kans op een
WoordWaardeBon van 25 euro!


Vampiertekst uit onverwachte hoek

vampierwoorden2Hoewel relevante cijfermatige onderzoeksgegevens omtrent generale implementatiemogelijkheden voor duurzame toepassingen in gangbare praktijksituaties tot dusver helaas ontbreken, wordt empirisch herhaaldelijk vastgesteld dat imponderabele en niet zelden cryptische technieken als het door toedoen van onder andere wilskracht en semi-klassieke sententies beïnvloeden van synchroniciteit alsmede modificaties van enige status quo, primordiaal significante effecten blijken teweeg te brengen.
IETS MAKKELIJKER GEZEGD:
Hoewel er nooit onderzoek naar gedaan is of je het ook algemeen toepasbaar kunt maken in het dagelijks leven, blijkt uit de ervaring dat niet-meetbare en vaak vreemde technieken, zoals het toeval beïnvloeden en veranderingen teweegbrengen met wilskracht en spreuken, duidelijk effect hebben.
OFTEWEL:
Magie werkt kennelijk.

Neem contact op voor meer waardevolle schrijftips

Blij werken

‘Does it spark joy?’

Blij werken is een van de mooiste bijwerkingen van het ondernemerschap. Ik krijg leuke klussen om te doen, ik kan m’n creativiteit volop de vrije loop laten en heb bovendien heel veel plezier met m’n klanten, want dat zijn leuke mensen. Meestal.

Daar komen we uit

Een enkele keer loopt het niet helemaal vanzelf. Dan wil iemand nog een extra pagina die we niet hadden afgesproken, bij die website. Of iemand wil toch liever in twee keer betalen. Of oepsie… er blijkt een groot evenement te zijn waardoor dat verhaal, die website, dat foldertje, eerder af moet dan gepland. Daar komen we altijd wel uit.

Dan had ik net zo goed een baas kunnen hebben

Maar waar we nooit uitkomen is als ik echt de pest in krijg over een klant. Als het plezier er af is. Als er eisen gesteld worden in plaats van overlegd. Als er zelfs niet betaald wordt voor uren die ik gemaakt heb voor een klant is het echt helemaal uit. Dan doe ik niet meer. Dan kan ik namelijk niet meer blij werken en dan had ik net zo goed een baas kunnen hebben.

Opruimguru Marie Kondo

De Japanse opruimgurin Marie Kondo zegt: ‘Beoordeel wat je hebt op de vraag of je er blij van wordt.’ Het is geen kunst om een t-shirt dat je nooit meer draagt weg te doen omdat je er niet meer blij van wordt. Maar vandaag heb ik gemerkt dat ik ook blij word als ik een klant weg doe die me somber en bozig maakt. ‘Does it spark joy?’ is de testvraag die Kondo stelt. Nou, nee! moet ik antwoorden als ik aan de protocolaire knibbelaar denk die ik er zojuist uit gemikt heb als klant.

Vrijheid als zelfstandig ondernemer

En al is het spijtig dat ik daarmee inkomen misloop, toch komt direct de vreugde weer terug. Als ik niet blij kan werken, dan werk ik liever niet. Die vrijheid heb ik als zelfstandig ondernemer. En het fijne is dat er zelfs al binnen de twee uur een nieuwe klant aanklopte bij me. Eentje waar ik meteen plezier mee heb. Zo werkt het kennelijk. En ik ook. Blij.

Pretpark voor schrijvers

schrijflustscreendumpMeestal geef ik de cursus, maar af en toe volg ik een cursus bij een ander. Nu bijvoorbeeld bij mijn vakvereniging, de NVJ. Tijdens de tweede dag luisterde ik geboeid naar de huiswerkopdrachten van mijn medecursisten. “Ik koos voor de opdracht ‘Maak een webpagina’,” zei een schrijfster. “En ik heb er meteen maar even de ideale naam voor een website boven gezet.” Ja hoor, daar stond het. Schrijflust. “Maar die is helaas al weg,” verzuchtte ze.
Tadaaaaaaaa! glunderde het in mij in een bingomomentje: “Ja! Die is van mij!”

Schrijflust bleek van mij te zijn

Nog tijdens de cursus mailde ik even naar Jan Runhardt, die mijn URL-parkje beheert. Ja hoor, Schrijflust.com had ik weliswaar al jaren links laten liggen omdat ik er niet aan toe kwam om er wat leuks mee te doen, maar hij staat nog steeds op mijn naam. Pas nu de naam door een ander zo hoog werd aangeschreven realiseerde ik me dat ik er hoognodig iets moois van moest maken. Maar ja… tijd heb ik nog steeds niet.

Pretpark voor schrijvers

Gelukkig werd precies op dat moment mijn dochter ziek. Zo ziek dat ze alleen nog maar wat achter een computer kon zitten. Huppekee, aan de slag gezet dus, dat arme kind. En met een lange lijst schrijfoefeningen die ik in de loop der jaren bedacht en de handigheid van twintigers had ze in no-time voor elkaar waar deze plek al jaren voor klaar lag: een pretpark voor schrijvers. Schrijflust.com.

Schrijflust.com om er weer lol in te krijgen

Een pretpark voor schrijvers dus, omdat er meer dan 100 schrijfoefeningen staan (111 namelijk). Om schrijfuren te maken. Om er weer lol in te krijgen als je altijd saaie teksten moet maken. Of om er voor het eerst lol in te krijgen als je schrijven altijd een akelige bijwerking vond van iets anders. Op Schrijflust kun je je schrijfoefening laten lezen door andere schrijvers, als je zin hebt in wat commentaar en tips. Of je houdt het resultaat lekker voor jezelf tot je ze alle 111 hebt gehad. Hoe dan ook: de bedoeling is om er je schrijflust mee te vinden. Waar die ook was.

Visie kun je kopen

bij goede tekstschrijvers

schrijfcoachyoeke-320x200Ha. Ha. Ha. Een hele avond lachen met de hoogste baas van het land. In de VS is het al vanaf 1921 een traditie, gisteren had Nederland voor het eerst zelf een Correspondents’ Dinner. Met als grote olijkerd onze eigen minister-president Mark Rutte. Ha. Ha. Ha? Wat is er nou leuk aan die man?

Mark Rutte:
een geslaagde grap

Het geheim van een geslaagde grap is over het algemeen de scherpe visie die er onder ligt. Stapsgewijs volgt het succes van de grap dit proces:

  1. Er is iets mis gegaan
  2. Dat roept een sterke emotie op (schaamte, schuld, woede)
  3. Er wordt een vlijmscherpe analyse losgelaten op wat er mis ging
  4. In een korte, krachtige tekst toont de spreker aan wat de oorzaak was van wat er mis ging
  5. De emotie van de luisteraars ontlaadt zich in gelach.

Mark Rutte bleek hilarisch. En daar zit ‘m de verbijstering. Hoe kan een man als Mark Rutte grappig en spitsvondig uit de hoek komen? Een man die beroemd is om zijn absolute visieloosheid? “Ik zie dat niet,” zegt hij zelfs.

Tekstschrijver achter de schermen

schrijfcoachyoekenagelHet geheim van de grappige minister-president zit ‘m in het feit dat de vijf stappen naar een succesvolle grap niet door dezelfde persoon hoeven te zijn gezet. In dit geval misschien de eerste twee stappen wel: ja, er is iets misgegaan met de visie van de minister-president. Ja, dat roept sterke emoties op: schaamte voor je land, voor hoe stuurloos het wordt geregeerd. Maar die vlijmscherpe analyse en de korte, krachtige tekst, kwam niet van hem zelf. Die kwam van professionals. Van tekstschrijvers. “We zullen nooit weten wie het waren,” dreigt de pers al. Briljante, maar onzichtbare tekstschrijvers analyseren, hebben visie en schreven hilarische teksten die, vooruit maar, de minister-president keurig voorlas.

U krijgt visie en humor

tekstschrijver met visieZo werd dat hele Correspondent’s Dinner een groot reclamefestival voor een miskende beroepsgroep omdat ze altijd achter de schermen werken: tekstschrijvers. Visie en humor kunt u kopen bij professionals. Het lukte zelfs Mark Rutte op die manier.
Mail voor een vrijblijvend voorgesprek met een tekstschrijver met visie
 
 

Show don't tell

emotieschrijvenYoekeNagelTijdens mijn schrijfworkshops geef ik graag een wat merkwaardige oefening die het beroemde principe ‘Show, don’t tell’ gemakkelijk toepasbaar maakt: laat zien, verklap niet wat er gebeurt. Je krijgt een kaartje met een emotie erop. Die emotie roep je op, je neemt waar wat er gebeurt in je lichaam als die emotie bezit van je neemt, en je noteert wat je voelt. Oproepen, waarnemen, weergeven.
Vervolgens leest iedereen de waarnemingen op en de anderen mogen raden welke emotie er wordt beschreven. Dat gaat geweldig goed. Probeer maar. ‘Mijn borst voelt zachter en ruim aan de binnenkant, mijn gezicht ontspannen en licht, ik glimlach, mijn ogen voelen helderder, het draait een beetje, heel vrolijk, in mijn keel. Mijn lippen tintelen. Ik zou willen zingen. En kusjes geven.’
Welke emotie? Ergens tussen ‘vertederd’, ‘ontroerd’ en ‘blij’ in.

Schrijfoefening
emotieschrijven

Bekijk de emoties die in het plaatje hierboven zijn gemeten. Roep de emoties in alle rust zelf op.20160103_154238_resized_1 Noteer waar en wat jij daarvan waarneemt in je eigen lichaam. Tintelt het? Wordt het warmer, kouder, voller, leger, onrustig, kriebelig, hard, zacht, strak, versteend? Noteer.
Sta vervolgens op. Schud je armen en benen uit en schud de emotie van je af. Het is maar een spelletje. Adem goed door.
Laat nu iemand anders lezen wat je noteerde. Kan hij of zij raden om welke emotie het ging?

Emotie is meetbaar

emotieschrijvenYoekeNagelNu stuurde iemand me dit plaatje op van een Fins wetenschappelijk onderzoek, uit 2013, waarbij mensen werd gevraagd naar hun fysieke waarnemingen bij het voelen van 14 emoties. Ze tekenden op twee figuurtjes waar meer lichaamswarmte of energie leek te zijn, op de ander waar warmte of energie juist leek weg te trekken.
Niet iedereen voelde hetzelfde, maar de gemiddelden lieten wel degelijk een helder beeld zien: bepaalde emoties neemt iedereen op een vergelijkbare manier waar. En dat is kennelijk internationaal, want tijdens mijn schrijfworkshops bereiken we dezelfde conclusies. Je zintuiglijke waarneming is kennelijk een geweldig instrument in handen van de kundige schrijver.
Wil je een fragment meeslepend maken en ben je uit op emotioneel effect van je lezer, duik dan zelf de emotie in die je je hoofdpersoon wilt laten hebben (en je meelevende lezer dus ook). Oproepen, waarnemen, weergeven. Je zou kunnen zeggen dat dat het geheim is van ‘show, don’t tell’, maar geheim is het niet meer, want jij kunt het nu ook. En als schrijver zelfs iets nauwkeuriger, omdat je ook kunt aangeven of de verandering langzaam of snel gaat, prettig of akelig is.
(Doe zelf het onderzoekje op deze pagina)

Voorbeeld
Show don’t tell

Schrijf je: ‘Hij was op slag verliefd op haar’ dan denkt je lezer vermoedelijk ‘Nou ja, dat zal nog wel meevallen.’ Of je lezer denkt helemaal niks en neemt het voor kennisgeving aan.
Schrijf je: ‘Hij staarde naar haar neusvleugeltjes zonder te knipperen. Elke gedachte verdampte uit zijn hoofd en een warme gloed verspreidde zich door zijn voelbaar uitdijende borstkas. Een schaapachtige glimlach zette zich vast op zijn gezicht. “Eh… helemaal alleen hier?” bloosde hij,’
dan denkt je lezer vermoedelijk iets als: ‘Zeg! Ik heb ‘m in de gaten, die ouwe! Hij is gewoon verliefd!’
Die conclusie maakt meer indruk als je lezer er zelf op gekomen is dan als jij het hem verklapt hebt. Je hebt laten zien wat er gebeurde, zonder het te benoemen. Show. Don’t tell. Dat doet je lezer wel.

 

Kiespijn

propolis“En voor deze kies is het einde verhaal,” zei de tandarts. Ik had het wel al voelen aankomen. Jaren geleden brak ik het ding op een olijfpit. Met nijver knutselwerk leek de kies gered, maar nu was hij gebarsten tot in de wortel.
Het was naar. Echt. Ook met verdoving. Eerst werd de kies in tweeen gezaagd. Met een soort kurkentrekker draaide de tandarts vervolgens beide helften uit m’n kaak, wat ik eerlijk gezegd niet voelde maar wel een rot-idee vond. “Je mag pijnstillers gebruiken,” zei hij, en dat was geen geruststellende mededeling.De twee kieshelften nam ik mee naar huis om er later nog eens goed afscheid van te nemen.
Gek: ik heb me nooit gerealiseerd hoe veel die ene kies voor me betekende in m’n leven, maar nu mis ik hem enorm.

Propolis

De pijnstillers nam ik. Om de middag door te komen. En de nacht, en de ochtend. Toen herinnerde ik me opeens dat ik eerder een kaakontsteking had weggekregen met propolis. Propolis, van echte gezonde bijen, die dat spul maken van wat ze vinden in bloemen. Ze gebruiken het zelf om kieren en gaten te dichten in hun woonruimte.
Ik stak het in m’n mond, voorzichtig, zodat het niet in het metersdiepe gat in m’n kaak zou verdwijnen. Propolis is droog en korrelig, tot je er een tijdje op kauwt, dan wordt het een soort kauwgomklontje waar je uren mee kunt spelen in je mond.

Pap aan met bijenhouders

Nu is de pijn weg. Zelfs zo dat ik zonder er bij na te denken alweer banaan kauwde met de kant waar het gat zit.
Dat is alles.
Ik wou het maar even zeggen, voor als je zelf ook eens kiespijn hebt. Pap op tijd aan met bijenhouders, want je hebt enorm veel plezier van een portie propolis.
 
 

Familieverhaal schrijven

familieverhaal“De stoelen stonden in een halve cirkel om de boom heen. Dor al, de naalden in een grijsgroen plasje op het laminaat. De strakke kaaklijn van oom Henry en de fel fonkelende ogen van tante Amalia lieten er geen twijfel over bestaan: deze hele familie zou blijven zitten tot de uitgeputte Claes-Jan-Bart zijn excuses zou hebben gemaakt over zijn faux-pas. Kijken op je mobieltje voordat het feestelijke dessert zelfs maar opgediend was… Nee. Nee!
Het geluid van spelende buurkinderen drong door de tuindeuren heen. Heerlijk, met deze zomerse hitte in een badje plenzen! Oom Henry zuchtte diep. Hoe moeilijk kon dat ene woordje zijn: ‘Sorry’?”

In elke familie gebeurt wel eens iets. Al was het maar het feit dat jij er geboren werd en alle verhalen hoorde, onthield, en zou willen opschrijven.
Hoe schrijf je een familieverhaal?
Net zoals egeltjes het doen: heeeeeel voorzichtig.
Want een familie is een fragiel geheel waarin alles en iedereen met elkaar samenhangt. Het is een spinnenweb van sociale ordening, tradities en onuitgesproken wetten.

Zwijgen is zilver, schrijven is goud

Een van die wetten is altijd: zwijg. Zwijg over de geheimen van de familie (elke familie heeft er wel een paar). Als schrijver stuit je daarom altijd tegen een muur van stugge onwil, schuld en spijt als je het verhaal van je familie wilt vertellen.
Het maakt daarbij niet uit of familieleden nog in leven zijn of niet.
Dat is misschien wel de meest fascinerende ontdekking van mijn werk als boekenvroedvrouw: familie bemoeit zich met je schrijfwerk als het gaat over hen.
Wil je je eigen familieverhaal schrijven, dan voelt het alsof alle levende en overleden familieleden over je schouder meelezen en misprijzend het hoofd schudden, je ’s nachts bestoken met nieuwe informatie, tips, dreigementen en soms pure sabotage-acties.
Het is geen uitzondering dat je computer crasht op het moment dat je verder wilt werken aan je familieverhaal. Of dat je elke nacht je aantekeningenboekje volpent omdat je dan opeens begrijpt waarom gebeurde wat er gebeurde, of waar je de ontbrekende schakel in het verhaal kunt vinden.

Doe het toch

Laat je daardoor niet weerhouden. Schrijf. Het is namelijk net zo goed jouw familie, dus je hebt werkelijk het recht om te schrijven wat je wilt schrijven. Ook als je daarbij de schrijfwet aanhoudt: ‘Schrijf niet de feiten, schrijf de waarheid.’
Twee belangrijke tips:
1- Ga er een keer rustig voor zitten om in gedachten je familieleden (de overledenen zijn soms nog het gemakkelijkste te bereiken) uit te leggen wat je aan het doen bent en wat je intentie is. Doe dat in respect voor hen en hun leven. Ze hebben mogelijk hele verkeerde keuzes gemaakt en fout gehandeld in je ogen, maar ga er maar van uit dat dat onmacht was. Laat ze dat weten.
2- Heb je echt te maken met nachtelijke informanten? Ga er dan rustig voor zitten, overdag, om ze uit te leggen dat tijd weliswaar voor hen niet bestaat, maar voor jou wel. Dat je werkt op bepaalde tijden en slaapt op bepaalde tijden. Dat het boek niet af kan komen als jij die slaap niet krijgt. Dat ze daarom enorm welkom zijn met hun aanvullende informatie, maar alleen tijdens jouw werkuren. Beloof (en houd je daar aan) dat je op die tijden ook graag naar ze zult luisteren.
Zo. En nu aan de slag.