Stevig in je schoenen staan

 

Als je wortels hebt kun je groeien


 
In woelige tijden is het prettig om stevig in je schoenen te staan.
Hoe vaker je daarmee oefent onder rustige omstandigheden, hoe sneller en efficiënter je hetzelfde effect bereikt in woelige tijden: zo kun je flexibel en krachtig je uitdagingen aan.
Een van de belangrijkste oefeningen uit de Reclaimingtraditie is ‘gronding’ door middel van de ‘levensboom’ visualisatie. Gebruik het in elke lastige situatie, bij vermoeidheid, om energie bij te tanken en, hm, daar tussendoor.
 
Oefening 1

Goed gronden

Ga rustig en ontspannen staan. Zorg dat je knieën een tikje gebogen zijn. Sluit je ogen. Haal diep adem. Op je uitademing stel je je voor hoe uit je voetzolen wortels groeien.
Stel je voor hoe de wortels door de vloer van je kamer heen groeien, door het beton van het fundament, door de modder, door een zandlaag, door de aarde waarin de beenderen van onze voorouders begraven liggen, door waterlagen, door rotsen, dieper en dieper…
Je wortels groeien zo diep dat ze het middelpunt van de aarde raken, waar de kolkende lava gloeit en borrelt. Alles wat je niet meer nodig hebt aan zorgen, problemen, laat je door de wortels in die kolkende massa glijden, waar het wordt getransformeerd tot bruikbare energie.
Die rode aarde energie zuig je op met je wortels. Je voelt hoe de energie omhoog komt door alle aardlagen heen, tot het bij je voeten is aangekomen. Zuig de rode aarde energie in je op, via je benen naar je buik. Voel hoe een deel van die energie verder omhoog gaat, je kruin uit. Daar groeien er takken van die omhoog reiken naar de hemel, door de ozonlaag, naar de sterren. Daar nemen de takken de blauwe kosmische energie op uit het sterrenstelsel. Zuig ook die kracht in je op naar beneden, via je takken, via je kruin naar binnen, langs je hals, naar je buik, waar de blauwe kosmosenergie zich vermengt met de rode aarde-energie tot een prachtig gekleurde bal van energie die je voedt. Je staat stevig als een boom. Je lichaam verbindt de aarde en de kosmos en jij bent deel van beiden.
Blessed be.

De vliegtuigwet

“In tijden van crisis: doe altijd eerst je eigen zuurstofmasker voor
en help daarna pas anderen.”

Oefening 2

Energiedouche

Een simpele oefening die steeds sneller en beter werkt naarmate je ‘m vaker doet.
Begin ermee als je onder de douche staat.
Volg met je aandacht het water dat van je kruin langs je lijf naar je voeten stroomt, het afvoerputje in. Alles wat nog aan je kleeft wordt zo weggespoeld om getransformeerd te worden.
Stel je nu voor hoe het water verandert in helder licht, dat niet alleen je huid maar ook je hele energiesysteem reinigt. Volg met je aandacht hoe het licht bij je kruin je lichaam binnenstroomt, naar beneden om bij je voetzoelen je lijf te verlaten en mee te nemen naar het afvoerputje. Alles wat je aan zorgen, oordelen en vermoeidheid bij je droeg wordt zo weggespoeld om getransformeerd te worden.
Door je aandacht op je voeten te blijven richten wordt bovendien je hoofd vanzelf leger.
Zorgen nemen namelijk veel ruimte in beslag en er gebeuren geen rampen als je ze laat gaan. Mocht dat nodig zijn, dan weten ze je vanzelf wel weer te vinden.
Oefening 3

Werken met energie

Koude lichaamsdelen? Pijn? Lastig probleem? Stuur er energie heen. De regel is:

Energie volgt adem
Adem volgt aandacht.

Probeer ’t uit: richt je aandacht op je linkervoet. Laat je adem erheen stromen. Voel hoe de energie volgt: je voet wordt warmer, of gaat tintelen, of voelt dikker aan, of er gebeurt nog iets anders dat uniek is voor jou om je energie mee waar te nemen. Probeer dit uit bij verschillende lichaamsdelen en merk dat het bij het ene stukje makkelijker lukt dan bij het andere. Herhaal.
-Deze oeroude regel heb ik geleerd van T. Thorn Coyle –
Meer oefeningen?
Mail me voor een consult of schrijf je in voor een workshop.

Jij weet te veel…

Zeg het simpel. Dat werkt beter.


Niks zo moeilijk als schrijven over jezelf, je grootste passie, je eigen bedrijf, je vers opgestarte praktijk of de organisatie waar je dag en nacht mee bezig bent. Dat komt omdat je, zoals ze dat dreigend zeggen in westerns, teveel weet.
Je weet waarom je begon, je weet welke vaardigheden je zwetend en vloekend hebt opgedaan, waar je de mist in ging en hoe je dat toen oploste, wie er allemaal al bij je kwamen om gebruik te maken van je kennis en diensten en hoe leuk dat ging…
Je weet waar je het liefste werkt en wat je eigenlijk zou willen vragen voor je diensten.
Maar wat, gatdakke, wat willen je klanten eigenlijk weten?
Minder.
Ga niet overdrijven. Laat het ze maar zien. Vraag waar ze nieuwsgierig naar zijn. Geef antwoord op hun vragen.
Interessant detail: daarvoor moeten ze je wel hebben gevonden.
Je maakt jezelf vindbaar door op je website, in je folder, je blog, je nieuwsbrief en in je persberichten precies genoeg te vertellen over jezelf.
Tijdens de eendaagse cursus Functioneel Schrijven stel je dat pakketje informatie samen.
Je mede-deelnemers helpen je erbij met feedback op je korte bedrijfspresentatie.
Met het pentagram, de zes W’s (zes? Jawel!) en heel veel professionele schrijftips ondersteun ik je bij het vaststellen van je informatiemateriaal.
Aan het einde van de dag Functioneel Schrijven heb je de basis van al je bedrijfsteksten.
Je hebt bovendien een veel beter beeld van je prioriteiten in je bedrijf. Dat geeft rust. Duidelijkheid. Niet alleen in je teksten, maar ook in je hoofd en je dagindeling.
En op de koop toe heb je ook nog een leuke groep meedenkers ontmoet die je later nog eens kunt vragen om hun feedback als je weer een nieuwe stap gaat nemen met je onderneming.
Workshop: Functioneel Schrijven
Datum: Vrijdag 16 september
Tijd: 10.00 tot 17.00 uur
Plaats: Amersfoort, De Oude Viltfabriek
Kosten: 120 euro, inclusief lunch
Voorbereiding: een simpele mondelinge presentatie van je bedrijf in vijf minuten
Kom. Schrijf je snel in. 
Er zijn namelijk nog maar twee plekken beschikbaar omdat we werken met een kleine groep, voor lekker veel aandacht.
Kijk ook even hier voor een beschrijving van de workshop.

Paradijsvrouw of koekoeksvrouw

Heel veel spullen in je tas? Dan ben je waarschijnlijk een tekortkomer of een tekortschieter. Ik schreef er hier al eens over.
Maar er zijn ook vrouwen die maar heel weinig spullen in hun tas hebben. Sterker nog: er zijn vrouwen die het liever zonder tas doen.
Als damestasjeslezer neig ik inmiddels naar de overtuiging dat er twee – okee dan, drie – groepen vrouwen zijn met weinig spullen in d’rlui tas. Ik neig ernaar, zeg ik heel voorzichtig, want al heb ik dan al ruim 4000 tasjes gelezen, de techniek van het damestasjeslezen is toch voortdurend in ontwikkeling.
Twee groepen dus. En nog eentje extra. Ik beschrijf ze hier even.

'Nou nee, die andere appel lijkt me toch lekkerder...'


De Paradijsvrouw
Zij heeft weinig in haar tas omdat ze altijd op zoek is naar plekken waar het gras groener is dan in haar eigen tas. De Paradijsvrouw hecht zich nauwelijks aan spullen. Toch is ze ongelofelijk hebberig. Ze loopt door de stad, ziet een voorwerp dat haar begeren opwekt omdat het ‘precies goed’ is en koopt het. De vraag of ze het nodig heeft is totaal irrelevant: ze wil het. Zo’n voorwerp levert genot op. Als ze het ziet. Als ze de winkel binnen loopt en het koopt. Als ze het thuis uitpakt. Direct daarna – dit kan een kwestie van minuten zijn, hooguit een paar uur – slaat de twijfel haar plezier uit haar geest. Ze vermoedt, nee, ze weet dat dit voorwerp niet perfect was. Er moet iets zijn dat nog mooier, nog beter, nog slimmer is dan dit. Eigenlijk kan het direct na aanschaf weg. Omdat ze zich daar schuldig over voelt – Paradijsvrouw heeft zich gerust al georiënteerd op de wereld – doet ze het voorwerp niet weg. Ze hecht zich er alleen niet aan en ze gaat het zeker niet met zich meedragen. Ze wil namelijk ruimte hebben in haar tas voor een voorwerp dat beter is dan dit en dat ze absoluut wil hebben. Daarom ziet ze het als haar levensvervulling om alert te zijn. Altijd op jacht, ook als er niets is om op te jagen. Je weet immers maar nooit wat je dit keer tegen zult komen. Het paradijs is altijd maar een enkel voorwerp van haar verwijderd. Toch komt ze er niet. Logisch. Als je dat wat je zoekt niet vindt in je eigen tas, dan vind je het ook niet daar buiten…
Het voordeel van de Paradijsvrouw is dat ze vermoedelijk een goede neus heeft voor trendy spulletjes.
Het nadeel is dat ze denkt dat haar levensgeluk ‘m daar in zit. Da’s niet waar. Iets ouds, lelijks en stuks kan dierbaar zijn. Betekenisvol. Omdat er leefgruis op zit: de sporen die onze levenservaringen achterlaten op materie: rimpels in het gezicht, kraaienpootjes rond de ogen en kruimeltjes in onze tas.
Wie lang als Paradijsvrouw leeft haalt uiteindelijk de lust uit het leven en maakt het steriel en perfect bloedeloos.
Oefenen met Wabi Sabi, de schoonheid van imperfectie, kan een uitstekende therapie zijn!

'Ach, draag jij dit even voor me? Ik heb niks bij me...'


De Koekoeksvrouw
De koekoek legt haar ei in het nest van een andere vogel. De Koekoeksvrouw gebruikt diezelfde techniek. Zij heeft weinig bij zich omdat anderen haar zooi wel willen dragen. “Ach, neem jij even mijn sleutels in jouw tas… ik heb niks bij me,” zegt ze nog bij haar eigen voordeur als je haar ophaalt om de kroeg in te gaan. Met het aannemen van haar sleutels draagt ze ook een deel van haar verantwoordelijkheid over aan je. Het is nu, onuitgesproken, jouw taak geworden ervoor te zorgen dat zij vanavond weer veilig bij deze zelfde voordeur aan zal komen. Draag je ook haar portemonnee? Dan ben jij dus de klos als er drankjes gehaald moeten worden. Zij is zo vrij als een vogeltje omdat al haar lasten voor haar gedragen worden.
De Koekoeksvrouw is best bereid om iets te doen voor anderen, maar dat ligt dan in de sfeer van communicatie, niet in dienstverlening. Zo heeft zij natuurlijk geen pleistertje bij zich als jij gevallen bent en je knie openhaalt. Maar ze durft wel op een stoel te springen en over het hele terras te galmen: ‘Heeft er iemand een pleistertje voor mijn vriendin?’ Daarom lukt het haar ook om die spullen door een ander te laten dragen: ze is een inspirerend mens dat een hoop gekke dingen doet. En trouwens: is het niet minstens zo gek dat jij bereid bent haar zooi voor haar te dragen?
Oh: belangrijk om even op te letten: veel partners hebben ook koekoeksneigingen. Ik zie soms damestassen waarin minstens de helft van de spullen van de echtgenoot zijn. ‘Schat, je hebt de autopapieren toch wel bij je he? En m’n zakdoek? M’n sleutels? Je weet dat m’n broek raar zit als ik die in m’n zak hou…’ Als je er allebei gelukkig mee bent is het natuurlijk prachtig. Zo niet: geef ‘m dan gewoon die spullen terug. Zelf doen.
Het voordeel van een koekoeksvrouw is haar grote fantasie, haar avonturenzin en haar kinderlijke naïviteit waarmee ze meer voor elkaar krijgt dan jou als weldenkend mens ooit zou lukken.
Het nadeel van een koekoeksvrouw is dat jij er de verantwoordelijkheid bij krijgt voor haar spullen (in elk geval) en voor wat ze daarmee zou kunnen of moeten doen (waarschijnlijk).
Overweeg nog eens even of je het eigenlijk wel een goede deal vindt: jij draagt die spullen en dus een deel van haar verantwoordelijkheid, zodat zij haar handen en geest vrij heeft om wilde avonturen te bedenken. Och… misschien best leuk! Maar ga dan niet zitten mopperen dat zij niet weet dat ze geen geld meer heeft om een tientje aan die straatmuzikant te geven: jij draagt haar portemonnee immers. Geef die dan terug.

'Laat me maar even zonder tas.'


De Nu-Even-Niet-vrouw
Okee, ik moet haar er wel bij zetten: de nu-even-niet-vrouw heeft ook bijna niks in haar tas, of ze heeft gewoon geen tas bij zich. Het is de vrouw die al haar aandacht eventjes nodig heeft voor zichzelf. Ze kan ‘m nu niet delen met haar tas. Ze heeft iets akeligs meegemaakt. Een ernstige ziekte misschien. Het overlijden van een dierbare. Een grote zorg over verdriet. De vrouw zonder tas heeft alle aandacht nodig. Geef het haar. Als ze dat wil, tenminste.
Lees hier nog even na hoe je de Tekortkomer en de Tekortschieter herkent aan de volle tas.
Meer weten over hoe je geheime angsten en verlangens zichtbaar zijn in je tas of broekzak? Kijk op www.damestasjeslezen.nl Ook voor netwerkbijeenkomsten en teambuilding. 

 

Boeken & groeikracht

Van een boek blijf je genieten


Natuurlijk gaat de e-reader het niet winnen van het boek! Want boeken blijven interessant.
Als je ze schrijft.
Als je ze leest.
En als je ze uit hebt.
Wat ermee gebeurt als ze ‘klaar’ zijn heb je niet zelf in de hand. Maar als je er eentje aan het schrijven bent hoef je dat niet alleen te doen. Laat je ondersteunen door een professionele auteurscoach. Een meelezer die aan jouw kant staat en toch kritisch durft te zijn. Daar groeit je boek van, al tijdens het schrijven. En jij als auteur ook.

Boeken geven altijd plezier


al kun je er wel een computer bij gebruiken natuurlijk...


 



Ook fijn: op het blog van @dagtaak een uitgebreide handleiding over het gebruik van de boekenkast als apotheek. Een heel nieuw licht op ‘boeken lezen’.

Mondisering 1e Blufscrabble toernooi

Verdeelneem je nu voor Blufscrabble!


Het is zo ver! We hebben minstens voldoende deelnemers voor een geslaagd blufscrabble toernooi.
Vandaar dat ik hier met trots en gepaste exitatie mondiseer:

Het 1e Nederlandse
Blufscrabble toernooi

vindt plaats op

Zaterdag 26 november 
van 12.30 tot 17.00 uur
in De Oude Viltfabriek in Amersfoort

Jatsaar! 

 
Deze datum is met zorg gekozen voor alle blufscrabbelaars die de geest willen opsprankelen voor het schrijven van sinterklaasgedichten, wat ook moet gebeuren in deze tijd. En dat Blufscrabble de geest opsprankelt gaat zonder snok.
De details
Deelnemers betalen 10 euro inschrijfgeld en worden allemaal verzocht om een hapje of drankje mee te nemen voor de blufborrel achteraf.
We hebben tenslotte wel iets te vieren: het ontstaan van een totaal nieuwe spelvorm voor de een, eindelijk erkenning voor creatief toepassen van spelregels voor de ander, een hunkerende gooi naar de felbegeerde hoofdprijs – de Gouden Chimot – voor de derde.
Meer details – deelneming –
Verdeelneming is simpel: schrijf een commentje met je aanmelding onder dit blog. Schrik niet, je bent niet de eerste, maar die andere lijst staat onder het vorige blog over blufscrabble. Effe scrollen dus.
Houd vooral je twitter en dit blog in de gaten want zodra bekend is wie ons jurylid gaat worden en voor hoeveel de aardigste scrabblebordenfabriek ons wil sponsoren lees je het hier.
Nog meer details – de spelregels-
Voor wie het nog eventjes helemaal helder wil hebben:
Bij blufscrabble hoeven de woorden niet perse al eerder gebruikt te zijn, als je theorie maar goed is. Dat wordt bepaald door je drie medespelers.
Komen die er niet uit, dan wordt tijdens het toernooi de jury erbij geroepen.
Wordt een nieuw woord buitengewoon elegant gevonden door de medespelers en ontstaat het verlangen om het toe te voegen aan onze alledaagse woordenschat, dan wordt het met uitleg genoteerd door een blufscrabblesecretariaatsmedewerkster (3x woordwaarde).
Een partij duurt maximaal een uur. Na het speltoernooi noemen de spelers van elk bord hun drie favoriete woorden. De bedenker van het mooiste woord wint uiteindelijk de Gouden Chimot.
Tijdens het toernooi worden de deelnemers uitgenodigd eventuele aanvullingen op de spelregels te noteren, die bij consensus kunnen worden toegevoegd voor het volgende toernooi.
Wat we nog nodig hebben:
-Een Gouden Chimot
-Blufscrabbelsecretariaatsmedewerksters (m/v)
-Een jurylid van statuur
-Media die aandacht willen besteden aan dit woordevenement van het jaar
-Een vaandel waarop staat ‘Blufscrabble toernooi’ om aan de pui te hangen
-Schriftjes en pennen om de punten mee bij te houden
Kun jij hier een bijdrage aan leveren? Neem dan even contact met me op.
Vergeet niet je aan te melden: we hebben maar vijf borden dus met 20 deelnemers zit het Blufscrabbletoernooi vol.

Jij kunt er bij zijn.

Ben je een tekortschieter of een tekortkomer?

Dit is dus – ik wist ook niet dat het bestond – de tijd van de grote najaarsschoonmaak.
Eerder schreef ik dat we troep bewaren ‘voor het geval dat’. Heb je dan nog zo’n handige koevoet of spijkerbroekknoop liggen, dan ben je blij.
Wat is in de praktijk nu ‘het geval dat’?
Kort gezegd willen we voorbereid zijn op situaties waarin we niet willen tekortkomen of tekortschieten.

Bang dat je tekort komt? Dit keer niet!


-Tekortkomen:
Veel mensen zijn in een bepaalde periode van hun leven veel tekortgekomen. Aandacht bijvoorbeeld, omdat hun ouders het te druk hadden met ruzie maken inplaats van netjes te scheiden. Of veiligheid, omdat ze een ernstige ziekte hadden, geopereerd werden, lang van huis waren, te maken hadden met geweld. Of ze kwamen tekort aan plezier, omdat alles gericht was op presteren en braaf zijn.
Wie veel tekort kwam heeft zichzelf geleerd om voorraadjes te maken. Het lichaam werkt zo (volg een tijd een strikt dieet en het lichaam leert zichzelf om nijver vetten op te slaan als er weer eens wat eten komt, zodat je nog dikker wordt) en de geest ook: een tijd tekortkomen geeft altijd het gevoel dat er een buffer moet worden opgebouwd van iets, een idee, een ding, dat de klap kan opvangen ‘voor het geval dat’. Het geval dat is dus een situatie waarin je opnieuw het gevoel hebt tekort te komen. Daarom zit het tasje van een tekortkomer vol met snoepjes, snoeppapiertjes en kapotte suikerzakjes als er een tekort aan aandacht en troost is geweest (zoetigheid wordt veel gegeten als het effe tegenzit). En het zit vol met extra kleding als er te weinig bescherming is geweest, of te weinig erkenning voor de persoonlijkheid zelf.
In het huis van de tekortkomer is dit natuurlijk ook prachtig te zien: overal staat wel wat, de schuur, zolder en alle kasten puilen uit van de handige enkele sokken, kromme spijkers en palletjes-waarvan-niemand-meer-weet-waar-het-op-past. Je weet immers maar nooit.

En wie schiet jou te hulp?


-Tekortschieten:
Veel mensen (en vaak zijn dat dezelfde als de tekortkomers, maar ze gingen er anders mee om) hebben ook meegemaakt dat zij hulp nodig hadden in een bepaalde periode van hun leven en dat niet kregen. Of, ook akelig, dat iemand anders hulp nodig had en zij dat niet konden geven.
Zij wijden zich nu aan het bieden van snelle hulp. In hun tas zit de duvel en z’n ouwe moer ‘voor het geval dat’ iemand anders het nodig heeft. De tas puilt uit van pure dienstbaarheid. Pleisters, koeken, kinderspeelgoed, zakdoekjes, pennen, naaisetje, oploskoffie, motorzaag… Serieus: tijdens een workshop Damestasjeslezen verzuchtte een vrouw eens dat haar ‘finest hour’ zou zijn als er een amokmaker door de stad zou brullen: ‘Ik heb een motorzaag nodig!’ en dat zij dan haar tasje open zou knippen en kon zeggen: ‘Oh, die heb ik toevallig net bij me!’
Door anderen van dienst te zijn bewijzen ze niet alleen dat ze zorgzaam en lief zijn; ze maken zich ook nog es onmisbaar. Het enige dat ze niet bij zich hebben is ruimte voor zichzelf. En, oh ja, ruimte voor de ander om het eigen oplossend vermogen te trainen aan de interessante uitdagingen die het leven zo gul aan ons stelt.
Dit zijn de gevallen dat, waarvoor we troep om ons heen verzamelen.
Het grappige is: we komen tegenwoordig niet meer tekort. En we schieten ook niet tekort. Want als het erop aan komt verzinnen we wel wat.
Nu alleen nog even over de koekoeksvrouwen die helemaal niks willen verzamelen en voortdurend alles weg doen, al is het maar om plaats te maken voor de zojuist in een vlaag van enthousiasme aangeschafte gloednieuwe spul of kleer. Daar is ook al iets wonderlijks mee mis gegaan. Een volgend blog meer daarover.
Commentaar? Commaarop! 
 

Troep voor het geval dat

Je bent slimmer tijdens het geval dat


Waarom bewaren we dingen ‘voor het geval dat’? Wat is er mis met ons tijdens dat geval dat zelf dan, dat we ons daar jaren van tevoren op moeten voorbereiden?
Ik zie het natuurlijk dagelijks in al die damestasjes die ik te lezen krijg, maar ik zie het ook in m’n eigen huis: we omgeven ons met spullen die we niet nodig hebben en vervolgens kunnen we er geen afstand meer van doen. Zelfs niet als we weer een nieuw spul, een nieuwe kleer hebben gekocht (alleen al het feit dat daar geen enkelvoud voor wordt gebruikt geeft al te denken). En alles ‘voor het geval dat’.
Terwijl ik aan het opruimen was (ja, dit is de tijd van de nazomer-schoonmaak, ontdekte ik door de enorme hoeveelheid bestellingen voor De Magie Van Het Huishouden) bedacht ik bij elk overbodig voorwerp voor welk geval dat ik het had bewaard.
-Een pak supergrote mikado. Voor het geval ik het ooit eens bij de workshop Damestasjeslezen zou willen gebruiken om aan te geven dat een tassenworp voorzichtig moet worden bekeken. Maar de mikado lag naast m’n bed waar ik er zeker niks mee ga doen.
-Een rubberen hamer om tentharingen in te slaan. Op een rommelmarkt gekocht omdat ik altijd een rubberen hamer moet lenen van een campingbuur. Wat trouwens bijna altijd tot leuke contacten leidt.
-Een handig houdertje voor scheermesjes, met een plaksticker die vrijwel zeker binnen de 24 uur weer los zal laten en dus nooit opgehangen. Ik bewaar mijn scheermesjes in een mandje bij het bad, waar ik er gemakkelijk bij kan.
Er was meer. Zucht. En van alles wat ik tegenkwam realiseerde ik me dat ik er ‘voor het geval dat’ uitstekend uitkom zonder die extra voorwerpen.
Het feit dat ik het heb bewaard laat alleen maar zien dat ik nogal twijfel aan mijn eigen oplossend vermogen. Als het geval dat zich voordoet ben ik prima in staat iets even uit te leggen, te lenen of te improviseren.
Ik neig nu dus naar de stelling: wie veel bewaart twijfelt aan het eigen oplossend vermogen.
Dat sluit uitstekend aan bij mijn eerdere constatering: vrouwen van boven de veertig hebben minder spullen in hun tas.
Jonge meiden het meeste, want die willen overal op voorbereid zijn, voor het geval dat – ze de laatste bus missen, opeens ergens blijven slapen, je weet maar nooit… Vrouwen boven de veertig zeggen: ‘Als ik de bus mis neem ik wel een taxi. En een tandenborstel kan ik altijd wel van iemand lenen.’
De conclusie: bewaar niks voor het geval dat.
Mocht zich dat geval voordoen, dan verzin je ter plekke namelijk een oplossing die veel handiger is.
(En het boek De Magie van het Huishouden kun je bij mij bestellen met een mailtje)