Redigeren – paaseieren schrijven

Je hebt het geflikt he? Je boek is af. Dat wil zeggen: het eerste concept ligt er, met een begin en een einde. Gefeliciteerd. Nee echt. Duik de kroeg in met vrienden, geef een rondje, vier het. En dan, als de euforie weer wat gezakt is, aan de slag. Het is redigeertijd.
Ik geef je vijf belangrijke punten om op te letten bij het redigeren en het eindigt met het verstoppen van paaseitjes. Kan het hele jaar door.

Redigeren door paaseitjes te schrijven

1- Lees je hele boek, op papier (uitprinten, regelafstand 1,5, enkelzijdig, voldoende marge voor aantekeningen, spiraalbandje erdoorheen bij de printershop) zoveel mogelijk achter elkaar door.
2- Lees je boek met een pen in je hand, een blok postits en een schriftje voor aantekeningen. Noteer alles wat je opvalt in de kantlijn en in het schriftje.
3- Gebruik de postits voor het markeren van onverwachte thema’s die je ontdekt tijdens het lezen.
4- Herschrijf, schuif en kort in waar je kunt.
5- Verstop nu je thema’s in je tekst als paaseitjes. Je lezer gaat ze vinden, bewust of onbewust, en geniet daarvan.

Paaseitjes in je tekst

Zulke paaseitjes-thema’s ontdek je meestal zelf tijdens het herlezen van je boek. Heb je ze ontdekt, gebruik ze dan bewust.
Concreet: ik begeleidde een schrijver die ontdekte dat ‘koude voeten hebben’ heel belangrijk was als thema in haar boek. Koude voeten hebben betekent – in haar boek – je niet thuis voelen, eenzaamheid, anders zijn. Toen ze dat had ontdekt na het lezen van haar hele manuscript kon ze spelen met haar koude voeten door die op cruciale momenten in haar tekst eventjes te laten zien. Tijdens een akelige ruzie bijvoorbeeld kan de hoofdpersoon even een paar warme sokken aantrekken. Bij een moeilijke vergadering komt er een koude windvlaag onder de vergadertafel terecht en voelen haar voeten aan als ijsblokjes. Dat soort dingen.

Spelen met thema’s

Het kan ook zijn dat je tijdens het doorlezen van je boek ontdekt dat er op drie bijzondere momenten opeens iemand bidt. Voeg dan ook op andere momenten een gebed toe, of laat iemand alleen de handen vouwen en dan krachtig vloeken. Je speelt dan met je thema, alsof je paaseitjes verstopt. Misschien merk je op dat er altijd wel iemand over het weer begint als er een lastig gesprek dreigt. Maak er een paaseitje van door ook eens bij een gemakkelijk gesprek nadrukkelijk een opmerking over de zonnige dag te laten maken.

Pas op voor buikpijn

Net als bij echte paaseitjes moet je natuurlijk niet overvoeren. Twee keer valt niet op. Vijf keer hetzelfde grapje is teveel. Varieer. Speel. Leg op onverwachte plekken in je tekst je paaseitje neer om een thema te benadrukken, maar geef je lezer de kans om ‘m te vinden of te laten liggen. Struikelt hij erover, dan krijgt hij buikpijn van je boek. Willen we niet.

Familiegeschiedenis schrijven

“Ik heb vanochtend al zoveel over mezelf geleerd door meer van mijn familie te weten te komen!” Een van de deelnemers is tijdens de lunch helemaal opgetogen. Terecht. Niet alleen luisteren we naar elkaars familiegeschiedenis – altijd interessant -. Tijdens de cursusdag ‘Schrijf je familieverhaal’ is stamboomonderzoeker Yolanda Lippens erbij via Skype. “Geef je familienaam maar, dan ga ik intussen op zoek naar wat meer informatie over waar je vandaan komt,” belooft ze in de vroege ochtend.
En daar houdt ze zich aan. Terwijl Yolanda in alle rust stambomen onderzoekt voor ons, buigen wij ons over de kunst van het schrijven van een familieverhaal. Ik geef je drie belangrijke tips:

3 tips om je familieverhaal te schrijven

1- Beperk je research

Het is heel fijn om een paar mooie feiten te kennen over je voorouders. Maar je hoeft echt niet alles te weten. Ja, het is op te zoeken hoe het weer was op de geboortedag van je oma. Toch hoef je dat niet te weten als je in je verhaal niet toekomt aan de barre tocht door de bulderende sneeuwstorm die je overgrootvader moest ondernemen om haar aan te geven bij het gemeentehuis.

2- Kies een interessant moment

Stel: je weet op welke dag je grootouders trouwden. Je weet ook dat ze daarna introkken bij opa’s ouders omdat er geen geld was voor eigen woonruimte. Kies dan een moment uit hun leven om deze gegevens voelbaar te maken. Beschrijf bijvoorbeeld hoe de bruid voorzichtig haar geleende jurk uittrekt in het zolderkamertje dat ze hebben ingericht met een strozak om op te slapen en een houten kistje als tafel.

3- Schrijf de waarheid, niet de feiten

“We hadden het koud,” heeft je oma altijd verteld over haar aankomst in Nederland uit Indonesie, na een lange boottocht. Dat is dan de waarheid. Ook als het een feit is dat het die dag 28 graden was en de Nederlanders het aflegden van de hitte. Beschouw feiten als de genummerde punten die je met elkaar moet verbinden om een tekening zichtbaar te maken. Noem het feit als het je verhaal ondersteunt, laat het anders weg. En duikt er opeens eentje op die je hele tekening in de war gooit (het blijkt hartje winter te zijn inplaats van zomer), onderzoek dan even of het wel nodig is om je hele verhaal daarvoor om te gooien.

Volgende keer weer

De lunch – iedereen heeft iets lekkers meegebracht – is geweldig. Iedereen stuitert aan het einde van de dag van enthousiasme en schrijflust. En twee deelneemsters gaan naar huis met een schat aan nieuwe informatie over hun familiegschiedenis, dankzij de noeste zoekpartijen van Yolanda. Doen we nog eens, zo’n dag ‘Schrijf je familieverhaal’. Laat het me vast weten als je mee wilt doen.

Vertel me wanneer er weer een dag ‘Familieverhaal’ is

Dus we zijn familie!

Tinah achter haar computer“En die oudoom uit Groningen vertrok naar Amerika. Daar wilde hij meubelmaker worden, maar hij begon er uiteindelijk een koekjesfabriek,” vertelt Tinah Hekman me. Ze heeft al flink wat uitzoekwerk verricht om haar familieverhaal te kunnen schrijven. Een neef, die ze bij die zoektocht ontdekte, helpt haar. Dat is wel zo handig, want Tinah onderneemt ongelofelijk veel, zodat ze niet heel veel tijd heeft voor stamboomonderzoek. En ze is blind. Dat maakt het lastig om archieven in te duiken: niet alles is geschikt om te lezen via de braillebalk of voorleesapp van haar computer.

Ze kent die naam

“Grappig,” zeg ik. “Heb ik je wel eens verteld dat ik ook familiewortels in Groningen heb? En trouwens ook een achteroom die naar Amerika vertrok.” Maar ja, realiseer ik me, dat was natuurlijk in een bepaalde periode wel gebruikelijk in families die het niet zo breed hadden. Nieuwe kansen en zo.
Pas als ik bij de voordeur sta om weer te vertrekken bij Tinah herinner ik me de naam van mijn Amerikaanse achteroom. Als ik die noem deinst Tinah even achteruit. Ze kent die naam. Die staat ook op haar lijstje van familieleden. Even zwijgen we. Hoe het precies zit weten we nog niet, maar kennelijk zijn we een soort van familie van elkaar, Tinah en ik. Heel ver weg, maar toch. Het gevoel van verwantschap is er al jaren tussen ons, maar dit is toch wel even heel bijzonder. We omhelzen elkaar net even wat warmer dan voordat we dat wisten.

Een familieverhaal dat een boek waard is

“Als je maar lang genoeg zoekt ben je uiteindelijk van bijna iedereen wel een beetje familie,” relativeert mijn vader, die het op zich neemt om samen met Tinah’s neef alle stamboomlijnen door te meten. “Maar het blijft leuk om zo’n nieuw spoor te ontdekken.” En er zit beslist een mooi verhaal in. Een familieverhaal dat het waard is om er een boek van te maken. Daarvoor kwam ik trouwens bij Tinah langs. Op de foto zie je de doos met sterren die ik gebruikte om haar mijn schrijftechniek voor familieverhalen te laten voelen. Als je daar meer over wilt weten ben je welkom op de workshopdag ‘Schrijf je familieverhaal’, op 7 april in Arnhem.

Meer over de workshopdag ‘Schrijf je familieverhaal’

Over schrijven (YouTube)

Tibisay Felida zocht vanuit Curacao een schrijfcoach. Door slim te googelen vond ze mij. We werken al een tijdje aan haar boek – fictie. Nu besloot ze dat ze een interview met me wilde houden over schrijven en schrijfcoaching. Na technisch geknutsel lukte het. Een uur lang interview. Dan weet je alles. En dan aan de slag.
 

Interview met schrijfcoach Yoeke Nagel (YouTube)

Terugkomdag voor schrijvers

Terugkomdag voor schrijvers

Kom terug om verder te kunnen schrijven

Je liet je verleiden door je boek, je blog, je nieuwsbrief.
Je hapte gretig in je schrijfplan. Je begon er aan met frisse moed en je deed zelfs een workshop of cursus. Bij mij. Nou ben ik benieuwd.
En?
Is je boek al af? Heb je er nog net zoveel plezier in om steeds dat blog te schrijven, als toen je er net aan begon?
Of kun je wel een opfrissertje gebruiken om lekker door te kunnen schrijven?
Dan nodig ik je uit om je schrijfplezier weer terug te komen halen. In een enkele dag.

Terugkomdag voor schrijvers

20 januari 2018, van 10 tot 4
in Inspiratiehuis Arnhem

Dit is een uitnodiging voor iedereen die wel eens een schrijfworkshop, schrijfcoaching of schrijfcursus bij me gevolgd heeft. Kom terug. Kom terug naar je eigen schrijfplan. Wanneer je er dan ook maar mee begonnen was of wilde beginnen. Kom terug om verder te kunnen gaan. Een dag lang.

Ja! Ik kom mijn schrijflust opfrissen

Kom terug zodat je weer verder kunt

Kom terug, voor een dag lang nieuw schrijfplezier.
Kom terug om je eigen tekst voor te lezen en te horen hoe mooi je lezers (wij) het vinden.
Kom terug om te horen wat andere schrijvers schreven en om jouw visie op hun werk te delen met hen, zodat we er allemaal beter van worden.
Kom terug om je schrijftheorie weer even op te frissen
(hoe zat het ook alweer met dat Creatiepentagram en met die A-Z-lijn en die Woordinslagpunten?).
Schuif aan in het Inspiratiehuis Arnhem en voel de schrijfsappen weer borrelen.
En kom terug om in een enkele dag een plan te maken waardoor je verder kunt met je schrijfplan.
Verder schrijven. Tot het af is.

Schrijf verder
Schrijf je in
Schrijf dat boek, die scriptie, dat verhaal, dat blog, die nieuwsbrief.
Kom terug.

20 januari, van 10 tot 4, Inspiratiehuis Arnhem
85,- euro incl. btw.
Neem iets mee voor de lunch om te delen met elkaar.
Klik die button hieronder om je in te schrijven.

Ja, ik kom naar de Terugkomdag zodat ik weer verder kan.

 

yoeke nagel wil wel eens weten wat je wilt zeggen

Klaar

De tweede versie van definitief concept is bijna af. We moeten voorzichtig blijven. Voor de tweede keer heb ik mijn eigen boek straks helemaal gelezen, van voor tot achter. De ambachtelijke fase. Drie prints met aantekeningen van dierbaren liggen om de laptop heen. Ik probeer er een soort van simultaan doorheen te bladeren om geen correctie of suggestie te missen. ‘Nee, dat was niet op een dinsdag,’ ‘Over dit thema meer uitweiden’, ‘ontdekkgen’. Opmerkingen van heel verschillende aard en soms -‘Dit leg je pas uit op blz. 124’-, met hele grote gevolgen voor de tekst die onder mijn handen verfijnd wordt, geslepen, opgepoetst en ingekleurd, nu de grote lijn staat.

Kritiek op je schrijfwerk

Ik weet nog dat ik over dit soort gemiereneuk van anderen woest kon worden, vroeger. Eindredacteuren hebben er een handje van om de domste vragen te stellen en dan te beweren dat het anders moet omdat ‘de lezer’ het niet zou begrijpen. Fok de lezer! Je snapt het gewoon zelf niet, sukkel! Lees dan beter, het staat er toch? Alleen niet op de manier zoals jij het zou schrijven omdat je al jaren zelf het ambacht niet meer beheerst. Dat is precies waarom ze je eindredacteur gemaakt hebben, eikel! Briesend en stampvoetend hakten mijn vingers dan in op het toetsenbord om die klotewijzigingen door te voeren want ja, weigeren zou betekenen dat ik niet betaald zou worden voor mijn werk. Als ik dan snuivend van woede de laatste punt had gezet moest ik echt even naar buiten om weer af te koelen voordat ik het begeleidende mailtje opstelde en het herziene stuk opnieuw naar de nijvere eindredacteur stuurde. Oh ja, ik was natuurlijk ook zelf een tijdje eindredacteur. Toen verbaasde ik me er wel eens over hoe agressief schrijvers reageerden als ik ze in alle rust uitlegde hoe ze hun teksten beter kunnen krijgen, maar dat staat hier los van.

Miniatuurtjes in een vitrinekast

Nu is het anders. Drie mensen hebben de moeite willen nemen om alvast deze eerste schets door te nemen. Vier zelfs, want mijn ouders hebben samen een manuscript gelezen. Die warme en gedetailleerde aandacht zijn Sinterklaaskadootjes voor me. Met zorg omgeven pareltjes van betrokkenheid. Toevoegingen, vragen, soms in de kantlijn een keer met potlood ‘Mooi!’ zelfs. Nu voelt het doorvoeren van die wijzigingen alsof ik flonkerende miniatuurtjes zorgvuldig in een vitrinekast plaats om er met een dankbare glimlach van te kunnen genieten.

Klaar. Oei.

Het laatste hoofdstuk levert nog vier opmerkingen op. Kleintjes. Als ik ze heb doorgevoerd lees ik de laatste alinea ook nog even, om het werk compleet te maken. Ik ben er doorheen. Tot mijn eigen verbazing voel ik opeens hoe mijn adem naar buiten komt met een zacht jammertje. De warmte uit mijn borst stijgt naar mijn ogen en komt er daar als druppels uit. Mijn schouders schokken. Het is klaar. Gut. Ik zal het missen, dit boek schrijven.
In maart 2018 staat de boekpresentatie gepland van mijn veertiende boek.
Ik houd je op de hoogte.

Kringloopwinkel voor Tekst

“Soms schrijf ik een stukje wat best goed is. Alleen kan ik het niet zelf gebruiken omdat mijn artikel ergens anders over gaat.” Dat vertelde een nieuwe schrijfcoachingsklant me vandaag. Ik herkende het onmiddellijk. Daarom open ik vandaag feestelijk de Kringloopwinkel voor Tekst. Daarmee kan ik je eindelijk een oplossing aanbieden voor de gruwelijke schrijffase die elke schrijver door moet: kill your darlings.

Kill your darlings

‘Kill your darlings’ is het afschuwelijke maar levensreddende advies dat ooit de schrijver William Faulkner gaf aan zijn studenten. Je schrijft een stukkie, je tikt lekker een heel stuk weg en je vindt, een enkel moment lang, heel veel van wat je geschreven hebt best aardig gelukt. Het enige probleem is dat je stuk twee keer te lang is.
Of: je vindt je stuk in grote lijnen wel geslaagd, maar het is enorm saai en je herhaalt jezelf een aantal malen.

Tekst weggooien is okee

Wat nu? Tekst weggooien. Er is geen andere optie. Je hebt op je verhaal zitten zweten, je bent je aan de alinea’s gaan hechten, ja, je houdt van de zinnen die je schreef. Ze zijn je dierbaar. En nu moet je ze vermoorden. Met een mes. Nou ja, met een delete-toets. Kill your darlings. Dat doet zeer. Ze kunnen wel zeggen dat elk verhaal beter wordt als je tenminste eenderde ervan wegstreept (ik zeg dat ook graag, dus het moet ook wel waar zijn), maar daarmee wordt de handeling zelf niet minder bloederig.

Opruimen, weggooien en doorgeven

Hoe doen we dat snoeiwerk, dat opruimen, op andere terreinen van het leven? Ik heb zelf nogal wat ervaring in het zuchtend omgaan met een overvol huis waar van tijd tot tijd korte metten moet worden gemaakt met spullen die me dierbaar waren maar nu vooral plek innemen. Ze moeten opgeruimd worden. Lastig. In Handige Boeken Over Opruimen In Huis staat meestal veel bagger. Wel functioneel vind ik de tip om je spullen te verdelen in drie stapels:
1- Opruimen, repareren of betere plek geven
2- Weggooien
3- Doorgeven aan anderen via de kringloopwinkel
Een voorheen dierbaar vaasje kan ik moeilijk weggooien. Het idee dat iemand anders er misschien nog iets aan heeft maakt het aanmerkelijk makkelijker om zo’n ding uit mijn  huis te verwijderen. Ik stop het in de bak ‘kringloopwinkel’ en kan er dan met een gerust hart afscheid van nemen. Misschien wordt iemand anders er blij van. Ik niet meer.

Kringloopwinkel voor tekst

Kijk. Zoiets moet ook met tekst kunnen. Daarom open ik hierbij feestelijk ’s werelds eerste Kringloopwinkel voor tekst. Je kunt er halen en brengen.
-Moet je artikel, boek of scriptie korter? Orden dan opnieuw, gooi weg wat weg kan. En mail mij daarna je prima alinea’s die helaas voor jou op dit moment niet bruikbaar zijn, maar die er toch uit moeten.
Zet er even vijf steekwoorden bij, zodat ik je fragmenten kan archiveren.
Mocht er iemand aankloppen bij me die nou precies zo’n stukje tekst nodig heeft, dan stuur ik ‘m jouw woorden toe. Credits doen we niet aan, want jij had toch niks meer aan die tekst en nu past hij fijn in een verhaal van iemand anders. Komt ie toch nog tot z’n recht, en jij bent er van af. Kill your darlings is nog nooit zo makkelijk geweest!
Snel aan het inkorten dus. Jouw tekst wordt er beter van. En die van een ander ook.
-En heb je zelf een bijzonder stukje tekst nodig? Mail me, misschien heb ik het wel kant en klaar voor je liggen, ingeleverd door iemand die ‘m niet meer nodig had. Zo goed als nieuw.

Tekst over? Tekst nodig?
Mail me vijf steekwoorden bij aanleveren of opvragen
van goede, overbodige teksten.
Graag schoon, heel en in goede staat. Betaling vooraf.

   Ja, ik heb tekst over voor hergebruik

  Ja! Stuur mij een zo goed als nieuwe tekst toe

    Nee. Ik schrijf liever mijn eigen tekst en leer graag hoe ik zelf goed kan inkorten en redigeren. Ik kijk nu dus even op je cursusagenda om me direct in te schrijven voor een van je workshops of cursussen

 

Wat is 'Show, don't tell'

Moos maakt een wandelingetje langs een meer en ziet daar een vent op een klapstoeltje bij het water zitten. Elke drie minuten springt hij op, grijpt met beide handen boven zich, houdt dan z’n handen voor z’n gezicht, opent ze langzaam en tuurt enige tijd naar zijn handpalmen. Daarna ontspant hij zichtbaar en gaat weer zitten. Drie minuten later herhaalt dit tafereeltje zich.
Moos blijft een tijdje staan kijken en loopt dan nieuwsgierig naar de man toe, net als die weer even is gaan zitten. “Meneer…” zegt Moos: “Ik heb zo een tijdje staan kijken en ik zie dat u een druk mens bent, maar mag ik vragen: wat doet u eigenlijk?”
De man werpt een doordringende blik op Moos en zegt dan gehaast: “Ik vang mumzels!”
Moos zwijgt en wacht tot de man opnieuw is opgesprongen, in de lucht grijpt, zijn handpalmen bestudeert en weer zit.
“Mumzels…” herhaalt Moos belangstellend. “Hoe zien die er dan uit?”
De man haalt zijn schouders op en schudt dan teleurgesteld zijn hoofd.
“Weet ik niet. Ik heb er nog geen een gevangen.”

Wat heeft een schrijver aan mumzels

Deze klassieke leervertelling (die ik van mijn vader hoorde) is van groot belang voor schrijvers.
Voor je lezer is elke nieuw ontwikkeling in je verhaal een mumzel.
-Elke gebeurtenis die plaatsvindt is voor jou gesneden koek: door je planning weet jij allang dat dit er aan stond te komen en je kent elk detail al, anders had je het niet kunnen schrijven.
Maar voor je lezer is het nog een verrassing wat er gebeurt en waarom dan: een mumzel die nog niet gevangen is.
-Elke emotie die je hoofdpersoon doormaakt heb je als schrijver al doorvoeld. Je weet hoe geschrokken, verlegen, overdonderd, brutaal, bloedgeil of vrolijk je hoofdpersoon door de straat wandelt.
Voor je lezer is het een ongevangen mumzel. Nog niet gezien, laat staan gevoeld.
-Elke zintuiglijke waarneming heb je zelf gecreeerd in je verhaal. Je hebt het mos geroken, de helikopter gehoord, de pizza geproefd en het babyhuidje aangeraakt. Je lezer weet van geen mumzel.

Vang die mumzel en laat ‘m zien *)

Je zult je lezer op elk detail moeten wijzen, want er is geen andere manier om hem jouw wereld in te trekken dan door die mumzels eigenhandig voor hem te vangen en te beschrijven, te laten beleven, voelen, ruiken.
Schrijf je: ‘Toen de deur opende, ging er heel wat door haar heen.’
Oh ja? Wat dan? Vang die mumzel en laat ‘m zien:
‘Toen de deur opende, trok er een warme rilling van haar bekken naar het puntje van haar tong. Een vleugje van zijn aftershave was genoeg om al haar ingedutte verlangens weer te wekken.’
*) Dit is wat anderen bedoelen met de schrijverswet ‘show, don’t tell’.
   Beter, makkelijker & mooier schrijven? Check de cursusagenda   

intensieve schrijfweek met schrijfcoaching

Intensieve schrijfweek in Nederland

Intensieve schrijfweek met schrijfcoachingEen week lang ongestoord werken aan je boek. Meters maken. In elke fase van je schrijfwerk doet een intensieve schrijfweek wonderen. Je hebt geen afleiding van je gewone dagritme, je gezin of je normale werk, je kunt je volledig concentreren op je verhaallijn, je schrijft of redigeert op elk moment dat het je uitkomt. Bovendien zit je niet in je eentje te worstelen met je boek. Elke dag heb je overleg met je schrijfcoach. En je blijft gewoon in Nederland dus in geval van nood ben je zo weer thuis.

Maak een schrijfplan met een schrijfcoach

Je start je schrijfweek met een schrijfcoachingsconsult van twee uur. Op de eerste dag van je week, of zelfs vooraf, maak je samen met een professionele schrijfcoach een schrijfplan voor je week. Dan heb je een realistische opzet voor je werk. De structuur van je boek, je werkuren, maar ook de momenten van ‘creatieve stilte’ geven je houvast. Daardoor weet je wat de speelruimte is voor jou en voor je boek.

Schrijfweek met ondersteuning

Schrijfweek in Hofstede Het KlaphekElke dag komt je schrijfcoach nu even bij je langs om te horen hoe het gaat met jou en met je boek. Ze heeft dan al gelezen wat jij de vorige dag schreef en geeft je verhelderende vragen, tips en toejuichingen over je werk. Je bespreekt wat je vandaag gaat schrijven en als je twijfelt heb je je professionele sparringpartner bij de hand. Je schrijfcoach helpt je ook aan een goede basis voor samenwerking met je innerlijk criticus. Is je inspiratie even opgedroogd, dan denkt ze met je mee zodat je je volgende hoofdstuk weer lachend in gaat.

Hoe houd je het vol

Schitterende omgeving voor schrijfinspiratieEen hele week schrijven houd je vol door bewust af en toe niet te schrijven. Deze creatieve stilte neem je door dagelijks een wandeling te maken, of een eindje te fietsen*) in de prachtige omgeving: de Overbetuwe. Je moet wel, trouwens, want je ruime schrijfatelier, in Bed & Breakfast Hofstede Het Klaphek in Randwijk, ligt op tien minuten fietsafstand van de dichtstbijzijnde supermarkt. Op woensdag en zaterdag is er markt in het bruisende Wageningen, waar je met het veerpontje naar toe kunt. Vind je jouw schrijfinspiratie in een grotere stad, dan ligt de metropool Arnhem aan je voeten op drie kwartier fietsafstand. Hoe houd je het vol? Het is gewoon zonde van je geld als je een schrijfdag voorbij laat gaan zonder te schrijven: je schrijfcoach is je ondersteuning en je stok achter de deur.

Wanneer is een intensieve schrijfweek slim voor jou

* Voordat je begint aan je boek

Je maakt samen met je schrijfcoach een schrijfplan, een opzet voor je boek, een overzicht van hoofdstukken die logisch in elkaar doorlopen. Bovendien maak je een Creatiepentagram dat je houvast geeft bij het maken van verstandige schrijfkeuzes.

* Als je een stoffig schrijfplan nu echt wilt uitvoeren

Je bent al een keer begonnen en ook weer gestopt met je boek. Te weinig tijd, geen inspiratie meer, te veel andere dingen, geen zin meer, je had een goede reden om het even te laten liggen. Met een intensieve schrijfweek krijg je er weer zin in. Bovendien helpt de begeleiding van je schrijfcoach je om een weg in te slaan die je zelf kunt volhouden, deze keer, tot je boek af is.

* Als je steeds twijfelt over je schrijfwerk

Je schrijft al een tijd aan je boek maar je blijft je afvragen of je nou wel op de goede weg zit. Is dit een aanpak die werkt? Is hier belangstelling voor? Moet het wel in deze stijl? Is dit duidelijk genoeg? Voor deze vragen heb je een schrijfcoach, die je dagelijks professionele adviezen geeft over je werk en je helpt om de juiste vorm te vinden – en te houden.

* Als je een deadline wilt halen

Zit er een uitgever of een scriptiebegeleider op je werk te wachten? Er zijn schrijvers die er jaloers op zouden zijn! Maar voor jou is het misschien een drama. Een intensieve schrijfweek biedt je de beste kans om je deadline te halen. Je schrijfcoach mept je er doorheen met zachte hand en professionele tips. Doordat je je tekst steeds laat lezen weet je bovendien dat je straks ook echt iets moois inlevert.

* In de redigeerfase van je manuscript

Je hebt je manuscript al klaar? Dan begint de redigeerfase. Een intensieve schrijfweek maakt dat je met frisse moed je hele werk nog een keer kritisch kunt doornemen. Om het nog beter te maken dan het al is. Je schrijfcoach kijkt over je schouder mee. Dat is je eerste lezer die echt aan jouw kant staat en je praktische tips geeft over het redigeren van je boek.

  • Liever zonder schrijfcoach aan het schrijven?
    Moet je doen. Betaal je iets meer voor je B&B maar je zit evengoed in een prachtige schrijfomgeving.

Je luxe schrijflocatie met schrijfcoaching 

De kleine lettertjes voor je intensieve schrijfweek

-Je schrijfcoach is Yoeke Nagel, auteur van o.a. ‘Schrijven met het Creatiepentagram’.
Je betaalt 550 euro plus btw voor 5 dagen intensieve schrijfcoaching op locatie. (vanaf 1 januari 2018 is de prijs 600 euro)
-Je schrijflocatie is B&B Hofstede Het Klaphek, Bredeweg 69 in Randwijk.
Voor 500 euro plus btw heb je een luxe schrijfatelier, voor 6 nachten schrijfretraite met schrijftafel, tweepersoonsbed, wifi, tuin, w.c. en douche.
-*) Een fiets heb je er bij voor 50 euro (hele schrijfweek), een meditatiekussentje kun je lenen, folders over de prachtige omgeving vind je in de B&B.
-Bespreken doe je na overleg met Yoeke en Het Klaphek, om zeker te weten dat er plek is voor je.

Op de foto zie je auteur Jennifer Hanenberg-Elders tijdens haar intensieve schrijfweek in Randwijk.
Ssssssst… Haar boek is al bijna af!

Jennifer Hanenberg maakte schrijfmeters in Randwijk
 
 

Schrijver ben je niet. Je wordt het.

Buiten schrijven - schrijfweek in FrankrijkAl een paar weken zit ik me te verheugen op eind september. Dan start de schrijfweek in het pittoreske Saint Jean de Duras, bij Bordeaux in de buurt.
Vandaag stuurde ik de eerste huiswerkopdracht naar de deelnemers. Mensen die willen schrijven. Maar schrijver ben je niet. Nooit. Je wordt het. Daar helpt die schrijfweek bij.
Beetje weten wat we doen? Stilletjes meeschrijven? Dat kan.
Dit is de opdracht.

SCHRIJFOPDRACHT

-Schrijf een korte introductie van jezelf en je schrijfverlangen
-Kies als titel je eigen naam, dan een komma en de toevoeging ‘Schrijfster’
-Begin de introductie met je herinnering aan dat wat je beschouwt als je eigen eerste tekst
-Eindig de introductie met je favoriete toekomstbeeld van jezelf op schrijversvlak.
-Je laatste zin is: ‘En dat is nog maar het begin.’
-Maximaal 500 woorden (minder mag). Word heeft een woordentelfunctie.
-Uiterlijk ZONDAG 23 JULI mailen
-Deze schrijfvoorbereiding is niet facultatief en maakt deel uit van de schrijfweek

Schrijf niet te goed

Hierbij ook alvast mijn dringende verzoek aan iedereen (en dit blijft gelden voor de hele schrijfweek): maak je tekst niet te goed, want dat is ontmoedigend voor anderen.
Vragen? Twijfels? Mail me gerust even.
Oh, en als je hierdoor ontdekt dat je je toch nog wilt inschrijven voor de schrijfweek in Frankrijk: mail me even.
Ik verheug me op je tekst.


Dit is mijn introductietekst. De andere teksten krijg je alleen te lezen als je meedoet met de schrijfweek. Duhhh…

YOEKE NAGEL,  schrijfster

nieuwe schrijftechnieken lerenMijn opa trok met een ernstig gezicht een bruinig blaadje van het kladblok op zijn houten buro en draaide het in de gietijzeren tikmachine. ‘Nou. Nu kun je schrijven. Toe dan maar,’ zei hij, want ik had ‘m heel trots verteld dat ik al een paar letters kende.

Zijn aanmoediging klonk voor mij als een bezwering, een toverspreuk. Nu kon ik schrijven. Maar het verhaal in mijn hoofd ging veel en veel sneller dan het vinden van de letters op het zware toetsenbord. Het moest gaan over een konijntje. Eerst zou het heel lief lijken en dan beet het een kikker dood. Zoiets was het. Na drie woorden en heel veel tijd gaf ik het stampvoetend op. ‘Jij moet het doen,’ zei ik tegen mijn oudere zusje, die enthousiast achter de tikmachine plaatsnam en zo snel als ze kon zoveel mogelijk woorden uit de rest van mijn verhaaltje optikte. Na vier regels was het eindelijk klaar. Iedereen vond het prachtig. Zelf had ik het idee dat ik er nog wel wat aan had moeten sleutelen maar mijn zusje had geen zin meer om te tikken.

Gelukkig ging het steeds beter, dat schrijven. Ik leerde blind typen, kwam in de redactie van de schoolkrant, drong binnen bij een stedelijk jongerentijdschrift en kreeg mijn eerste baan: redacteur bij de regionale omroep. Steeds als ik een gebeurtenis meemaakte, een interessante visie hoorde, een nieuw inzicht opdeed dacht ik: ‘Dit moet iedereen weten! Iemand moet het ze vertellen en ik ben dat.’ Dus schreef ik en publiceerde. Als Loesje, in tijdschriften en kranten.

Het begon me op te vallen dat lezers vaak heel andere dingen onthielden van mijn teksten dan dat wat ik belangrijk vond. Die frustratie moedigde me aan om anders te gaan schrijven. Beter. Langer ook en sneller. Tegen betaling. Dat laatste was wel een keerpunt in mijn verlangen steeds beter te schrijven. Drie artikelen in een dag leveren meer op dan eentje in een week. Goed genoeg werd het nieuwe goed. Maar broodschrijven voelt niet als een creatief proces. De hunkering naar toveren met woorden, een wereld scheppen en tot leven brengen zoals sommige boeken voor me deden, dat bleef.
En langzaamaan, zal wel een leeftijdsdingetje zijn, groeide ook het verlangen om mijn eigen inzichten en ontdekkingen te delen met anderen. Ik schreef een roman. Een oefening. Mijn eerste boek dat gepubliceerd werd was een beschrijving van het sterfproces van Anneke. Met zwartwit foto’s van Michiel Wijnbergh. In het licht van de dood is elke zin een altaartje dat respect draagt voor het leven. Ik genoot van het ambachtelijk fijnslijpen dat die verantwoordelijkheid me opleverde. En van samenwerken met Michiel, natuurlijk.
Als hoofdredacteur leerde ik veel over de anatomie van teksten. Ik publiceerde nog 13 boeken. Schrijver ben je niet, je wordt het. Maar het boek dat ik echt moet schrijven gaat over het leven van mijn grootmoeder. Na vijftien jaar heb ik er dertien hoofdstukken van. Straks is het af. Dan kan die geschiedenis worden afgesloten. En dat is nog maar het begin.