Schrijven in de vakantie

7 redenen
om juist in de vakantie te schrijven

1
Tijd en aandacht

20150608_103027Schrijven kost tijd en aandacht. Van dat spul waar je het hele jaar door maar weinig van hebt zodat je het niet gaat besteden aan iets waarvan je toch niet weet of het wel wat wordt. De vakantie is bij uitstek een periode waarin je de tijd aan jezelf hebt. Waarin je werkelijk aandacht kunt besteden aan wat je belangrijk vindt. Schrijven dus.

2
Schrijfgenot

20150610_134550Hee, het is markt in dat kleine dorpje! Pakken we even mee. En kijk, een meertje! We huren een bootje! Impulsen horen bij vakantie. Afgaan op je impulsen hoort ook bij creatie. Creëren is geen 9 tot 5 klus. Het lukt niet als je vindt dat het moet. De juiste woorden groeien niet op een bodem van kille discipline maar op het plezier van het scheppen. Schrijf om het genot ervan.

3
Goed gezelschap

schrijfworkshopYoeke-e1424260836633Je gezin, je geliefde, je reisgenoten… ze hebben al vaak genoeg gehoord dat je nu echt binnenkort zult gaan beginnen aan dat boek van je. Zet je toetsenbord waar je mond is. Begin. Claim een paar uur per dag, een dag per vakantieweek, wat er dan ook werkt voor jou, maar schrijf. Ze amuseren zich wel even zonder jou en jij bent er de rest van de tijd aangenamer gezelschap door. Trouwens: je weet snel of je op dreef bent – dan is je vorderende tekst ook goed gezelschap voor jou.

4
Alles is nieuw

20150619_110149Een ver land, een andere taal om je heen, nieuwe smaken, geluiden en geuren… Je verwondert je vanzelf over alles op vakantie. Door vanuit diezelfde verwondering te schrijven vind je nieuwe woorden, een andere kijk op wat ooit vanzelfsprekend leek. Verwonder je. Dat is de ideale basishouding van de schrijver.

5
Toeristische attracties

20150618_134531Niks is zo moeilijk als schrijven over dat waar je hart sneller van gaat kloppen. Je familiegeschiedenis. Je werk. Je bedrijf. Je favoriete fantasiewereld. Op vakantie train je jezelf om de dingen om je heen te zien als toeristische attracties. Je neemt ze waar, maar je maakt er geen deel van uit. Ook je eigen verhaal wordt gemakkelijker te vertellen als je er een beetje afstand van neemt. Schrijf jouw verhaal alsof het over de Eiffeltoren gaat; met bewondering maar zonder er in weg te zakken.

6
Ren die tunnel uit

20150618_094057Een goed verhaal dat verteld wil worden heeft een grote zuigkracht op de geest. Voor je het weet zit je uren achter elkaar over je toetsenbord gebogen, koffiekopje links, muis rechts, muziek aan of juist in doodse stilte. Er ontstaat een tunneltje waarin verhaal en jij elkaar vanaf de uiteinden tegemoet lopen. Lekker, die flow. In een heel andere omgeving zou je wel eens een volstrekt nieuw tunneltje kunnen ontdekken. Of je rent er uit, het zonlicht in. Daar krijg je heel andere teksten van.

7
Samen schrijven

schrijfworkshop2Waarom zou je het alleen moeten doen? Gun jezelf de ondersteuning van andere schrijvers of een professionele schrijfcoach. Er worden, zeker in de vakantiemaanden, veel schrijfweken georganiseerd waar je met of zonder je gezin heen kunt om eens stevig aan de slag te gaan met je boek, scriptie of webteksten. Je komt er op nieuwe ideeën, je verbetert je schrijfstijl door de tips van anderen en je maakt heel wat schrijfuren.

Schrijfweek in Frankrijkschrijveninfrankrijk

11 tot 18 september 2015
bij Simply Canvas in Bonac (bij Bergerac)
voor 850 euro incl. boek, biologisch eten, volpension
in een schitterende omgeving waar je geen woorden aan vuil hoeft te maken
met schrijfcoach en boekenvroedvrouw Yoeke Nagel – en het Creatiepentagram

Hij sprong

20150613_160808“Och lieverd toch!”

Een uurtje had ik, tussen twee afspraken. Genoeg om even thuis een boterhammetje te eten. Buiten was het snikheet, maar in de auto prees ik de goden voor de uitvinding van airconditioning. Ik reed al over de brug.
De auto voor me, een minibusje met een karretje er achter, remde af.
Dwars over het fietspad rende een jongen in een blauw shirt. Zijn gezicht strak, geconcentreerd. Hij rende gebukt. Zonder vaart te minderen sprong hij op de reling van de brug. Toen ik in mijn achteruitkijkspiegel keek was hij weg.
Hij was weg. Shit. Shit!
Mijn handen klemden zich om het stuur. Shit! Sprong hij? Hij sprong. Alles verstrakte in me.
De auto met het aanhangwagentje was gestopt op de vluchtstrook. De andere auto’s reden door.
Ik draaide snel de zijweg in die bij het water uitkomt, onder de brug. Ik stapte uit. Daar boven, op de brug, stond een man naast de auto met een telefoon in zijn hand.
“Hee!” riep hij. “Heb je het gezien? Hij sprong, verdomme!”
“Ik zag het!” riep ik terug. “Zie je hem nog?”
De man wees.
Aan de andere kant van de rivier klom een jongen met een kletsnat blauw shirt de kade op en ging zitten. Met beide handen voelde hij aan zijn borst. Misschien herkende ik hem. Hij zou de vriend kunnen zijn van een van mijn kinderen. Twintig misschien. Hooguit vijfentwintig. Zo jong.
Hij moest een enorme klap hebben gemaakt op het water, maar hij was niet dood.
Hij is niet dood, dacht ik.
Een wagentje van de plantsoenendienst stopte en de jongen stond op en praatte met de plantsoenenman.
Er zijn geen betere gesprekspartners dan plantsoenenmannen als je zo wanhopig bent dat je springt.
“Ik rij naar hem toe!” riep ik naar boven.
“Ik bel de politie al!” riep de man terug.
Toen ik aan de andere kant van de rivier was aangekomen parkeerde ik mijn auto waar het helemaal niet mag.
Ik liep de kade op. Mijn schoenen knelden.
Ik wilde naar de jongen toe lopen en tegen hem zeggen: “Och lieverd toch!”
En dan zou ik hem vragen hoe het met hem ging en naar hem luisteren en mijn volgende afspraak vergeten.
En dan wilde ik hem vertellen dat alles altijd alleen maar beter wordt. Dat het ergste voorbij is als je zo diep gevoeld hebt dat het allemaal niet de moeite waard is. Dat het maar een spelletje is, het leven, dat je gerust dood mag als je dat per se wilt, maar dat leven je enige kans is om te zien wat er nog voor moois kan komen en dat je dan altijd nog weg kunt als het echt niet gaat. Maar niet nu al! Niet zo jong al opgeven!
Op de kade stond een groep mensen om de jongen heen.
Ik dacht dat ik ook al uniformen zag.
Zijn agenten er tegenwoordig in getraind om tegen een jongen te zeggen: “Och lieverd toch”? Ik hoopte het van harte.
Met zoveel mensen om hem heen moest hij al weten dat we aan hem denken. Dat hij niet alleen is. Dat springen niet hoeft. Niet nu. Nog niet.
Ik heb me omgedraaid en ben teruggelopen naar mijn auto. Er waren al mensen voor hem.
Maar ik denk aan hem. En er zijn vast meer mensen die aan hem denken omdat ze het zagen gebeuren, vanaf de weg, vanaf de kade, vanaf een schip misschien.
Het kan me schelen hoe het nu met hem gaat.
Het kan die mensen schelen.
“Och lieverd,” denk ik voor hem. Echt. Het wordt zoveel beter vanaf nu.
Ik wens je liefs.

Ruimte is gewoon een rots

20150610_162855Mijmeringen uit de Verenigde Staten 1

Okee, ik geef het toe. Ik ben in de Verenigde Staten geweest. Een hele maand. Wat een indrukken! Wat een ruimte! Rijd van Highway 1 naar het oosten (van halverwege de linkerkust in de richting van de rechterkust maar dan maar tot halverwege dat enorme land, voor de liefhebbers van details) en elke bocht in de weg is een belevenis. Wat hebben ze nu weer voor landschap voor je uitgerold?
Die ruimte… Had ik dat al genoemd? Nee echt. Zo ver het oog reikt geen bebouwing. Alleen 20150608_103027maar natuur. En zulke vreemde, onbekende natuur! Geen menselijke ingreep te zien. Eindeloze, glooiende bossen waar beren wonen. Sombere zandvelden met grauwe bollen van takjes eroverheen geknikkerd. Grillige zwarte asfaltvlakten van gestold lava waar maar heel af en toe een plantje z’n worteltjes in wist te persen. Brokkelige zuilen van terracotta en bosbes-met-vanille-laagjes. Donkergroene banen leven door verdorde vlaktes ver beneden, waar eigenlijk een rivier zou moeten stromen. Gloeiende gladde witte reuzenblokken graniet met kleine glinstertjes er in. Gapende diepten en angstaanjagende hoogten. Knaloranje spelonken waar het zonlicht door een kier binnenkomt en zich dan uitvouwt als een plooigordijn.
20150618_090037“Eh… mam? Dit is alweer een rots,” merkte mijn opmerkzame en verstandige dochter op, omstreeks de vijftigste foto. “Maar WAT voor rots!” zuchtte ik verlekkerd.
Zij ging even naar de keuken om een glaasje voor ons in te schenken en bleef akelig lang weg.
Ze had gelijk.
Ruimte kun je niet zien op een vlak schermpje. Ruimte is adembenemend groot en hartelijk en 20150618_134531leeg en vol tegelijk als je er in staat en zelfs dan kun je het niet helemaal zien omdat het nu eenmaal heel ruim is, ruimer dan je kunt zien.
Als ik hier dan even een stichtelijk woord aan mag toevoegen: zo werkt dat met schrijven ook.
Probeer compleet te zijn, geen detail te vergeten in je tekst, en je lezer zal iets denken in de sfeer van ‘Dat is alweer een rots’.
“En wat is dat?” vroeg mijn dochter even later met oprechte belangstelling, terwijl ze wees naar het fotoscherm.
“Dat is een steentje met een scheur er in,” zei ik. Het ding had bij mijn voet gelegen tijdens een lange wandeling door de oranje woestijn van Monument Valley.
“Wow!” zei ze. “Wat moet het daar dan heet zijn.” Ik knikte. “En droog.”
20150619_110149“Zei ik toch al,” mompelde ik, maar ik realiseerde me dat dit veel beter was. Ze had het zelf ontdekt. Gevoeld. Door een enkel detail in een foto. Dat is veel meer waard dan dat ik alles maar ging lopen voor te kauwen.
Als ik hier even een tweede stichtelijk woord mag toevoegen: zo werkt dat met schrijven ook.
Beschrijf een enkel detail en Lezer ziet niet alleen de wereld waarin dat thuishoort, maar begrijpt ook welk weer het er is en waarom het daar is. Beschrijf alles tot in detail en Lezer rent naar de keuken om verlost te zijn van je tekst.
Dat soort mijmeringen dus.
Ik had er heel wat van, daar. Omdat het er zo mooi is. En zo groot. En volslagen krankzinnig. Okee. Ik zal je er nog wel wat meer over vertellen later.

Tussen de regels lezen

Wat je schrijft ben je zelf

subtiel taalgebruikIn alles wat we doen, zeggen of creëren, tonen we – vaak onbewust – onze persoonlijkheid.
Bij kunstenaars is dat een gerespecteerd handelsmerk: het werk van Rembrandt, Mick Jagger, Jamie Oliver of Steven Spielberg wordt door de kenners herkend aan de subtiele afdruk van de sprankelende geest van de maker.
Datzelfde geldt voor teksten. Daar staat niet alleen een verhaal, in de woorden die de schrijver koos. Tussen de regels door zien we ook nog de weerspiegeling van de schrijver zelf.
In typerend taalgebruik kun je zelfs karaktertrekken van de schrijver herkennen. Handig om te weten voor iedereen die teksten beoordeelt. Maar ook geweldig leuk voor wie z’n eigen teksten wil beoordelen.
Natuurlijk, wat fout is moet in een redigeerrondje worden gecorrigeerd. Maar gebruik eerst je tekst nog even als analytisch model om je eigen blokkades en uitdagingen in het leven helder in beeld te krijgen. Zo kun je handenvol geld uitsparen aan therapiekosten als je je eigen teksten analyseert.
Een stuk of zes eigenaardigheden om jezelf op te betrappen.
Dit artikel werd in iets andere vorm geplaatst in het tijdschrift Schrijven.

Tijdwissel

“Ze loopt voorzichtig naar de keukendeur, houdt haar adem in en keek in de donkere ruimte.”2015-05-27-EOS600D-2882
Ook doorgewinterde schrijvers glijden soms even uit in de tijd: een zin of fragment begint in het heden en duikt opeens naar de verleden tijd.
Dit gebeurt op het moment dat het verhaal de schrijver te dicht op de huid komt. Veel schrijvers ‘voelen’ of ‘zien’ hun verhaal vlak voordat de juiste woorden neerdwarrelen om te beschrijven wat er gebeurt. Bij fictie vindt dit proces vaak bewuster plaats dan bij non-fictie.
Bij fragmenten waarin spanning moet worden opgebouwd, waarin heftige emoties worden beschreven of persoonlijke herinneringen de kop opsteken, is dat ‘doorvoelen’ soms even teveel. Omschakelen naar de verleden tijd geeft dan net voldoende afstand. De schrijver zit niet meer middenin het verhaal, haalt opgelucht adem en schrijft verder.
Tijdwissels ‘lees’ je dus om te ontdekken welke situaties spanning oproepen.

Persoonswissel

2015-05-27-EOS600D-2876“Ik scheidde vorig jaar van hem. Het duurt toch nog een hele tijd voordat je weer normaal functioneert met je kinderen.”
Van eerste naar tweede of zelfs derde persoon doorschakelen is in therapeutische gesprekken een belangrijk aandachtspunt. ‘Zeg dat eens in de ik-vorm?’ is de aansporing die therapeuten gebruiken om de spreker met volle aandacht bij zichzelf en een gebeurtenis, emotie of verlangen te brengen.
Bij schrijfwerk heeft zo’n persoonswissel dezelfde functie als een tijdwissel: effe een beetje afstand nemen. Niet ik maar je, zij of het nog abstractere algemene ‘men’ maakt dit mee. Dat scheelt.
Persoonswissels in je tekst wijzen je de weg naar de plek waar nog wat onverwerkte emoties liggen te wachten op je volle aandacht.

Tussenvoegsels

“Het is soms best wel lastig om uiteindelijk dan toch maar te gaan beginnen aan een klusje dat je 2015-05-27-EOS600D-2880misschien eigenlijk helemaal niet zo enorm leuk vindt!”
Relativerende woorden – wel een beetje, eigenlijk, af en toe, misschien wel, niet echt, soort van, of zoiets, denk ik – moeten verzachtend werken. Dat werkt niet. Zeg het nou maar, verdomme! Tussenvoegsels vormen een glibberige laag glijmiddel die je lezer met misverstanden bedruipt.
De lezer wordt dus niet gespaard, terwijl de meeste schrijvers juist tussenvoegen om medeleven en begrip te suggereren, om een vervelende boodschap (‘Doe die rotklus direct!’) pijnloos te brengen. Elke communicatietraining leert ons daarentegen dat een ‘slecht nieuws gesprek’ maar op een manier gevoerd kan worden: breng het slechte nieuws. Je lezer is uitstekend in staat om dat te verwerken of naast zich neer te leggen. Moet ie wel eerst snappen wat je  beweert. Daar ligt het probleem dus. Ben je onzeker? Geloof je je eigen boodschap wel? Durf jij als schrijver eigenlijk wel stelling te nemen? Onderschat je je lezer niet?
Gebruik onderstaand vragenrijtje als je stuit op een overdosis tussenvoegsels:
-Wat wil ik eigenlijk zeggen?
-Wat is de akeligste reactie die daarop kan komen?
-Is het realistisch om die reactie te verwachten?
-Zeg ik het dan toch of zeg ik het niet?
-Hoe doe ik dat open en eerlijk, in het vertrouwen dat mijn lezer tegen een stootje kan?
-Kan het helpen om mijn stelling te brengen als vraag?

Stopwoordje

2015-05-27-EOS600D-2871“We liepen dus over het strand en opeens trapte ik dus in een kwal. Dat deed dus behoorlijk zeer.”
Elke schrijver (elke!) heeft z’n eigen lievelingswoorden. Die dingen leiden een soort eigen leven. Ongemerkt sluipen ze je eigen tekst in en…
Sorry. Die van mij is op dit moment kennelijk ‘eigen’.
Hoewel er stevig bezuinigd kan worden op stopwoorden is het interessant om ze te duiden. Kijk naar de intentionele waarde van het woord om de achilleshiel van de auteur in beeld te krijgen.
eigen – auteur stelt persoonlijke beleving centraal, durft niet te veralgemeniseren
maar – auteur blijft twijfelen of relativeren, vreest zichzelf of kritiek
dus – auteur suggereert logische samenhang tussen beweringen, wat een lezer ook zelf wel kan als die samenhang er is
en – auteur wil met een opsomming volledig zijn, maar benoemt kennelijk de kern niet
als/alsof/zoals – auteur zoekt het in eufemismen, twijfelt kennelijk aan directe omschrijvingen
toch – auteur wil overtuigen, twijfelt kennelijk aan inzicht lezer en eigen argumenten
wel – auteur wil overtuigen (‘de economische crisis is bij dit probleem wel belangrijk’) of relativeren (‘hij had 50 kilometer gewandeld en was wel moe’).

Ouderwets taalgebruik

“Niettegenstaande het feit dat archaïsche taal thans naast weerstand tevens misverstanden 2015-05-27-EOS600D-2879oproept, wordt het nochthans met regelmaat gebezigd.”
Een enkele echter, tevens of evenzeer moet kunnen. Maar de schrijver die zijn teksten consequent hult in een nevel van statige woorden verdoezelt daarmee vermoedelijk gewoon dat ie de ballen snapt van z’n onderwerp. Ja toch? Anders zeg je het toch gewoon zoals het is?
Er is nog een opvallende overeenkomst tussen moeilijkschrijvers. Ze lijden vaak aan wetenschap in het voorgeslacht. Dat klinkt viezer dan het is. In de praktijk betekent het dat paps of mams een universitaire opleiding volgde en op verwijtende toon zei: “Kind toch! Journalistiek? Dat is toch geen echt vak!” Met het gebruik van ingewikkelde woorden en zinnen bewijst de schrijver nu dat ie heus niet van de straat is, tot paps of mams (of beste vriend of partner of kind) het respect geeft waar hij nog steeds stiekem zo naar verlangt.
Dat gaat niet gebeuren. Daarom kun je net zo goed gewone woorden gebruiken. Hoeft niemand zich dom van te voelen. Ook je lezer niet.

Leestekens

2015-05-27-EOS600D-2891“Daar stond ze!!! Wie had dat verwacht? Ik zeker niet…”
Leestekens. Fout van de schepping, of nuttig schrijfgereedschap?
Achter een leestekenlawine schuilt een onzekere, angstige schrijver. Leestekens vormen accenten in een tekst. Zonder die accenten moet de tekst ook al iets voorstellen. Alleen de faalangstige schrijver vreest te vaak dat ‘m dat niet lukt en overcompenseert.
De leestekens op zich:
-!-
Als een gegeven verbijstert kan het altijd zo genoteerd worden dat de zin zelf een uitroepteken is. Die hoeft er dan niet achter te staan. Wie veel uitroeptekens gebruikt komt misschien uit een gezin met twaalf kinderen, waar het heel wat moeite kost om een beetje aandacht te krijgen. Of hij is bang dat z’n lezer naar zijn vinger kijkt en niet naar de maan waar hij naar wijst. Onzekerheid dus!
-?-
Vraagtekens? Ook niet altijd terecht. De meeste vragen worden sterker als ze aan het denken zetten zonder als vraag te zijn gesteld. Veel vraagtekens wijzen erop dat de auteur ervan overtuigd is dat hij toch geen antwoord zal krijgen. Misschien omdat de vraag retorisch of niet interessant genoeg is?
-…-
De suggestieve puntjes… ze duiden maar al te vaak op een schrijver die bang is voor zijn leidinggevende functie. Een schrijver hoort richting te geven. Doel te bepalen. Met puntjes wordt de lezer daarentegen aangezet tot zelfwerkzaamheid… Er wordt iets bedoeld, maar wat? Nou, eigenlijk vooral dat de schrijver liever niet de eigen geest, maar, beetje laf, die van z’n lezer laat bepalen hoe het verhaal verder gaat…

Geneer je nooit

Okee. Dus al deze afwijkingen zie je terug in je eigen teksten? Geneer je niet. Je bent in goed gezelschap. Let er maar eens op: broodschrijvers en topauteurs, facebookers en notulisten, ze maken allemaal graag uitglijders in hun tekst. De kunst is om zowel hun als je eigen teksten met warmte en vergevingsbereidheid te lezen. Corrigeer dus onbekommerd wat fout is. Je wordt er zelf alsmaar beter van. Dat is nu eenmaal de lijn der dingen.
(de foto’s zijn trouwens genomen tijdens een workshop ‘Zakelijk schrijven met het creatiepentagram’ voor ondernemers uit het Westland.
Fotografie Edwin Lansbergen)

Ster

imageEen hele dag lang vertelde ik de studenten van Tori Kindercoaching over de schoonheid van woorden. Voor alles is er wel eentje die precies klopt: een dwarrelwoord dat traag naar je toetsenbord glijdt om dat wat je bedoelt precies in een woord te vangen, zei ik.
Toen we klaar waren met de cursusdag ‘Schrijven met het Creatiepentagram’ richtte Christa het woord tot mij.
‘Je schrijft als een ster. Je draagt een ster om je nek. En vanaf vandaag heb je je eigen ster hoog aan de hemel. Hij heet Yoeke.’
Ze overhandigde me een prachtig pakketje met een heel officieel document waar het echt stond, zwart op wit met coördinaten en alles. Ergens daarboven dwaalt vanaf vorige week een sterretje dat Yoeke heet…
Een woeste ontroering kolkte uit mijn borst omhoog en denderde mijn lijf uit via mijn wijdopen  mond.
Wroahhhh! Whoeoeeeh! Oohhrggh! brulde iets wat op mijn stem leek, maar dan rauwer.
Niks juiste woorden.
Helemaal geen woorden.
Alleen maar vlammende blijdschap.
Whoeeeffffsh
En tranen ook. Zomaar van blijheid.
Geloof dus nooit wat woordkunstenaars beweren. Voor sommige dingen zijn er echt geen woorden. En als ze beweren van wel, geef ze dan een ster. Moet je horen wat er dan gebeurt.

Magisch Schrijven

groep schrijft buitenIn de zon, onder de hoge eiken rond het Inspiratiehuis Arnhem, in de bloembak bij de rotonde, bij de parkeerplaats op het muurtje en op de gemakkelijke stoel in de tuin zitten mensen aandachtig te schrijven. Het ziet ernaar uit dat ze de woorden vinden waar ze naar zoeken. Straks hoor ik die.
Wat heb ik een heerlijk vak. Schrijfcoach.
En wat was het een aangename workshop Magisch Schrijven.
Jan-Peter schrijft
 
fred schrijft   christieschrijft
renataschrijft
 

Geef een WoordWaardeBon op moederdag

Geef een WoordWaardeBon op moederdag

woordwaardebonMoeders hebben altijd wat te vertellen. Bied haar de kans om dat dan ook uitgebreid en elegant te doen. Geef haar (of iemand anders natuurlijk) op moederdag (of op een andere dag natuurlijk) een echte WoordWaardeBon kado.
Daarmee kan ze nog tot maart 2016 iets leuks voor zichzelf doen: een workshop schrijven of zelfs individuele schrijfcoaching krijgen.
Omdat ze graag zou willen schrijven maar het alsmaar niet doet.
Bekijk hier hoe je WoordWaardeBon er uit kan zien (maar dan met je eigen tekst natuurlijk).

Met een WoordWaardeBon haal je schrijfplezier in huis. Verzilver ‘m met:

krachttermenschrijven-150x150creatief schrijven, schrijfcoaching, creatiepentagram, bloggen, zakelijk schrijven, columns, schrijven om gezien te worden, magisch schrijven, schatschrijven, chocoladeschrijven, coaching bij het schrijven een boek, mailen, webteksten schrijven, journalistieke supervisie, bloggen, redigeertips, SEO teksten, scriptie of essay schrijven, witte kopjes schrijven, plezierschrijven, wiebertjeschrijven, nieuwsbrieven schrijven, jouw schrijfpentagram, schrijfoefeningen, afrekenen met je writersblock, dagboekschrijven,  folder schrijven bij schrijfcoach Yoeke Nagel.
Je ontvangt je WoordWaardeBonnen per mail, uiterlijk 36 uur na ontvangst van je betaling. Geef je eigen favoriete tekst op en het bedrag dat je wilt besteden, want elke WoordWaardeBon is een helemaal op maat gemaakte PDF. Elke WoordWaardeBon mag gebruikt worden bij alle schrijfactiviteiten en aanschaf van boeken van Yoeke Nagel.
De WoordWaardeBon is niet om te ruilen voor geld.

Hoe kom ik aan mijn WoordWaardeBon?

siteeierenzoekenVul het formulier hier onder volledig in. Na verzending daarvan zie je het rekeningnummer op je scherm verschijnen. Maak dan vlug het geld over en wacht rustig tot je WoordWaardeBon in je mailbox valt. Gaat het je niet snel genoeg? Mail me dan even.

PAS OP: de hele maand juni 2015 worden er geen WoordWaardeBonnen verzonden!

[form form-4]

Effe een website maken

Geduld hebben we nodig

Geduld hebben we nodig


Ja, ik geef les in die dingen: het schrijven van webteksten.
Maar het technische gedeelte van zo’n website is een heel ander verhaal.
Natuurlijk: wordpress is gemakkelijk, zeggen ze. Klopt hoor. Ik kende mijn vorige site als de inhoud van m’n tas. Daar verdwaalde ik niet. Maar elk thema heeft weer zo z’n eigen instellingen, mogelijkheden en vooral onmogelijkheden.
Het zal dus nog wel even worstelen zijn voordat deze nieuwe site me weer net zo lekker zit als de oude. Het is als met kinderschoentjes. Je moet er een beetje in groeien.
Als dat eenmaal gelukt is komen die teksten vanzelf wel.

Writersblock en EMDR

writers-block
“Nee, ik heb mijn aantekeningen nog niet uitgewerkt. Ja, ik weet wel al precies hoe m’n boek moet worden. Maar ja… ik geloof eigenlijk zelf niet echt dat ik een schrijver ben…”
Dat vertelde een schrijfcoachingsklant me.

‘Ik ben geen schrijver’

Hij worstelde al een paar maanden met zijn boek. Een groot gedeelte van het manuscript lag al klaar. Min of meer dan.
Je schrijft een boek immers in drie fases: research en structureren, gezegend schrijven en ambachtelijk schrijven.
In die eerste fase ging hij als een speer. Hij had enorme hoeveelheden kennis vergaard over zijn onderwerp en dat kon hij nog eens aanvullen met jarenlange praktijkervaring. Af en toe schreef hij een half hoofdstuk waardoor ik kon zien dat zijn schrijfstijl ook prima was. Begrijpelijke taal, goede opbouw, heldere structuur.
Waar het mis ging was de middelste fase: het gezegend schrijven, de ‘flow’ wilde maar niet komen. Sterker nog: “Als ik achter mijn toetsenbord ga zitten verkrampen m’n handen letterlijk. Ik durf niet. Ik kan het niet. Ik ben helemaal geen schrijver,” vertelde hij.

Je overtuiging helpt je

De overtuiging dat je geen schrijver bent kan pure onbewuste jokkebrokkerij zijn natuurlijk. Dat blijkt wel uit het feit dat de dingen die je schrijft lekker leesbaar en informatief zijn – zo beoordeel je immers objectief of iemand een schrijver is: op grond van z’n schrijfwerk en niks anders.
We noemen het een ‘writersblock’, maar zo’n ding gaat pas om als je de fundamenten ervan even onderhanden neemt. Laat er even wat moeilijke vragen op los.
Wat levert de overtuiging ‘Ik ben geen schrijver’ op?
Wie geen schrijver is hoeft geen boek te schrijven. De overtuiging ontslaat je dus van de verplichting om werkelijk aan de slag te gaan en dat boek te maken dat op je wacht.
Je hoeft geen tijd in te ruimen voor schrijfwerk, dus je kunt gewoon doorgaan met je leven zoals je het kent en waardeert. En wie geen boek schrijft krijgt ook geen kritiek. Dat is fijn.

Waar komt je writersblock vandaan?

Waar komt die overtuiging ‘Ik ben geen schrijver’ vandaan?
Het kan heel goed zijn dat er ooit een juf of leraar Nederlands misprijzend naar je opstel heeft gekeken en zwijgend het hoofd schudde terwijl die rode pen leeggestreept werd op je tekst. Dat ontmoedigt. Het kan zijn dat je dyslectisch bent en zelfs beledigd werd als je je stinkende best deed om de juiste woorden te vinden voor je gedachten. Het kan ook zijn dat je lijdt aan ‘wetenschap in het voorgeslacht’: academisch gevormde ouders die je altijd hebben voorgehouden dat schrijven geen vak is maar een hobby. Je schrijfdoel is misschien veel te hoog. Of je hebt al eens een boek geschreven en bent bang dat deze nooit zo goed zal worden als de vorige.

EMDR. Zo simpel.

Bij deze schrijver ontdekte ik dat het eigenlijk niks uitmaakt hoe je belemmerende overtuiging in je systeem kwam. Je kunt ‘m direct onschadelijk maken. Wat hij deed was een kwestie van tien minuten: EMDR – Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Wordt gegeven in de reguliere GGZ en bij talloze andere therapeuten die van aanpakken houden. Je zorgverzekeraar vergoedt het vaak ook nog.
EMDR is een snelle methode waarbij een getrainde therapeut je overtuigingen even opnieuw programmeert. Dat gaat volstrekt pijnloos: de belangrijkste ingreep is dat er een tijdje aan beide zijden van je hoofd met de vingers geknipt wordt. Of je krijgt een koptelefoontje op dat aan beide kanten geluidjes maakt terwijl jij vertelt. Klaar.
Huh? Zo simpel? Jawel. Zo simpel. En werkt dat dan? Jawel.

‘Na het weekeinde is mijn boek af.’

Twee weken na zijn EMDR-sessie sprak ik hem opnieuw.
“Zeg, heb je mijn manuscript gevonden? Ik heb het je vannacht toegestuurd en ik wil dit weekeinde nog eventjes twee hoofdstukken toevoegen, dan is het denk ik klaar,” zei hij.
“Geen kramp? Gewoon geschreven?” vroeg ik dus.
Mijn vraag verbaasde hem. “Ja, natuurlijk!” zei hij. “Het ging heel vlot hoor.” Het feit dat hij voor zijn EMDR-sessie nog niet geloofde dat hij een schrijver was, was hij al bijna weer vergeten.
Kortom: als je niet gelooft dat je een schrijver bent, terwijl je wel een boek wilt schrijven, zoek dan eventjes een EMDR-therapeut bij jou in de buurt. Er zijn er zat en het scheelt jou heel wat frustraties. Mij als schrijfcoach ook trouwens: het werkt een stuk sneller als ik jou er niet meer van hoef te overtuigen dat je het echt kunt.
In dit filmpje zie je hoe EMDR werkt. Daar gaat het overigens over veel zwaardere emotionele trauma’s. En jij hoeft alleen meer af van je overtuiging dat je geen schrijver zou zijn. En als je liever het verhaal van deze schrijver zelf hoort: mail me even, dan krijg je zijn naam van me.

Yoeke Nagel

“Deel je kennis en inzichten met anderen.
Ik help je om daar de juiste woorden voor
te vinden – en op te schrijven
of uit te spreken.”

Yoeke Nagel, schrijfcoach, trainer, damestasjeslezer.