Ooit leerde ik dat er een groot schrijfstijlverschil moet zijn tussen verhalen in een dagblad en in een tijdschrift. ‘Heeeeeel ander medium,’ beweerde een doorgewinterd journalist erbij.
Nou is internet natuurlijk geen medium op zich.
Je hebt websites, blogs, nieuwsbrieven, twitter, facebook, linked-in, hyves. En dan ook nog eens e-mail, sms, whatsup, skype. En telefoon. En folders, kranten en tijdschriften. En, ach ja, weet je nog; brieven en ansichtkaarten.
Er zijn ontelbare mogelijkheden om ons met elkaar te verbinden. Als dat geen overcompensatie is…
Hopla. Daar gaat ’t vaak effe mis: die verbinding ontstaat niet altijd goed. Logisch: als de een sms’t terwijl de ander aan het bellen is komt er geen direct contact tot stand. Als de een mailt terwijl de ander uitsluitend op z’n facebookberichten let, lukt het ook niet.
Dat rijtje communicatiemiddelen hierboven bestaat uit ‘hele verschillende media met hele eigen kwaliteiten,’ zou je kunnen zeggen. Toch worden ze allemaal door elkaar heen gebruikt. Daarom stel ik voor dat we – al hou ik niet van die dingen – een protocol opstellen voor welke media je in welke gevallen gebruikt. Belangrijke maatstaf daarbij is wat je wilt zeggen, wat je wilt bereiken met je boodschap en voor wie die bedoeld is. De gewone dingen dus.
Stel: je boodschap is ‘ik heb zo’n hoofdpijn dat ik vandaag niet kan werken.’
Je wilt met deze boodschap bereiken dat je medeleven krijgt en, als het kan, dat iemand boodschappen voor je gaat doen.
Het maakt jou niet uit wie dat doet, als het maar redelijk snel gebeurt. Post is dus uitgesloten.
In dit geval is het dus geen goed idee om sms of whatsup te gebruiken: je bereikt maar een enkel persoon (of een hele lijst tegelijk) die je in het beste geval terug sms’t: ‘lullig voor je. Sterkte.’
-SMS is vooral geschikt voor eenzijdige mededelingen waar haast bij is.
Een tweetje kan natuurlijk altijd, maar de kans dat iemand die boodschappen voor je gaat doen is nihil.
-Twitter is vooral geschikt voor korte mededelingen, vaak met een verwijzing naar een website, waar niet direct een reactie op verwacht wordt. Vluchtigheid is het kernwoord.
Tenzij je snel een vraag wilt stellen aan veel mensen tegelijk. ‘Weet jij nog een goed middel tegen barstende koppijn? #durftevragen’
Mail is misschien wat te afstandelijk: er is geen directe reactie, je moet maar afwachten wanneer iemand het leest. Bovendien kan het zijn dat je helemaal niet wilt tikken als je hoofdpijn hebt.
-Mail is vooral geschikt voor langere berichten waar wat uitleg bij nodig is en geen haast bij is.
Een mededeling op Facebook zou er toe kunnen leiden dat allerlei mensen je tips en adviezen gaan geven: ‘doe vooral de gordijnen dicht.’ ‘Hier, een grappig plaatje dat mij er altijd bovenop helpt.’ Daar zit je niet op te wachten.
-Facebook is vooral geschikt voor het delen van persoonlijke ervaringen en uitwisselen van informatiepuntjes, zonder al te veel gedoe. Tenzij je in een revolutiegevoelig gebied zit natuurlijk, dan is het van belang om elkaar te vinden via Facebook om te weten wanneer je de straat op moet om de regering omver te werpen.
Een bericht op je LinkeIn pagina slaat natuurlijk nergens op. Je wilt toch niet dat dat hele netwerk je zo ziet. Shinen wil je!
-LinkedIn is vooral geschikt voor zakelijke contacten, zakelijk netwerken.
Om te skypen wil je liefst zeker weten dat de ander in alle rust, skypebaar en wel, achter de computer zit. Jammer is wel dat je van pijn vertrokken gezicht in beeld kan komen.
-Skype is vooral geschikt om van tevoren geplande uitgebreide mondelinge contacten mee te hebben. Ook een bijeenkomst van mensen die op andere continenten zitten kan er prachtig mee.
Voor je iemand kunt bellen moet je een keuze maken wie je eigenlijk durft aan te spreken met je vraag. Dat kan effe lastig zijn: een anonieme vraag in een groot donker meer van digitale medemensen is gevoelsmatig wat gemakkelijker dan echt te vragen om wat je nodig hebt bij iemand die je kent. Wees gerust: iets vragen aan iemand die je niet kent is nog veel lastiger.
-Opbellen is vooral geschikt als je even direct menselijk contact wilt hebben met iemand. Een stem, een mens die direct op je reageert en vraagt wat je bedoelt als je niet meteen duidelijk bent.
Om bij iemand langs te gaan moet je je bed uit. Dat is koud en het doet zeer. De beloning is groot. Je bent bij een echt mens die niet alleen naar je luistert maar ook een arm om je heen kan slaan en een kopje soep voor je kan maken tot je je weer beter voelt.
-Langsgaan is vooral geschikt als je gewoon wel weer eens echt contact wilt hebben met iemand die warm en gezellig en aandachtig is.
Ik neem me nu voor om op z’n minst even te bellen als ik een sms krijg waar paniek uit spreekt. Maar liever zou ik, als het tenminste om een beminde gaat, zelf dat telefoontje krijgen waarin ik hoor: ‘Ik kom nu naar je toe, om op je bank te liggen tot ik weer beter ben.’