Overtuig je lezer met je herkenbare ervaring
“Straks vormt die boom pluisjes die op de wind overal heen zweven.
Als ik er dan langs fiets krijg ik er vast eentje in m’n mond. Ptoei!”
Die prachtige zin noteerde een van de cursisten van de schrijfweek in de Dordogne.
De schrijfopdracht was niet eenvoudig. Beschrijf een rijtje bomen. Voeg geen bijvoeglijk naamwoorden toe (lelijk, prachtig, stinkend, fris) maar laat je lezer zelf ontdekken wat jij van die bomen vindt. Effectief manipuleren met woorden, terwijl je objectief lijkt te omschrijven wat je waarneemt.
We splitsten ons op in twee groepen zodat het een toernooitje werd: de ene helft van de schrijvers zou de bomen in hun volle schoonheid beschrijven. De andere helft zou de bomen neersabelen met woorden.
Je lezer is net zo eigenwijs als jij
Het doel van de opdracht is om je te bekwamen in je leidende rol als schrijver. Jij bepaalt, vooraf, wat je je lezer wilt laten ontdekken. Dat lijkt omslachtig: je kunt toch ook gewoon zeggen dat het rotbomen zijn, of juist prachtige, statige groene wuivers die de longen van onze wereld vormen?
Nee dus. Je lezer is net zo eigenwijs als jij. Die wil zelf dat paasei vinden. Door hem of haar met argumenten op te leggen wat hij ergens van moet vinden, bepaalt het hoofd, de ratio. Lezer voelt hij zich onderschat in zijn creatieve vermogens.
Je kunt ook lezer laten weten wat je ervan vindt door je emoties centraal te stellen: het hart, de emotie, bepaalt. Je irritatie bijvoorbeeld, die je voelt toenemen in je samengeknepen billen, je tintelende handen, je diepe frons, en je snuivende ademhaling. Je stelt je hart open en raakt je lezer ook direct emotioneel, want die herkent je fysieke signalen van onvrede. Maar het kost wel veel woorden.
Het krachtige ‘Ptoei’ in de korte tekst hierboven is de derde manier om je lezer mee te trekken in jouw beleving, de buik bepaalt.
Je beschrijft je ervaring. Pluisje in je mond. Ptoei…
Zelfs als lezer zelf een ander geluidje maakt als hij dat ding weer uitspuugt weet hij precies dat die rotboom ongemak veroorzaakt.
Vind de Ptoei in alledaagse ervaringen
Lezer wil liever zelf tot conclusies komen dan dat die haarfijn voor ‘m uitgespeld worden. Leg je een paar handige stenen in de rivier, dan zoekt hij daar graag z’n eigen weg over (en komt uit bij het punt dat jij wilt maken) dan dat je een brug van argumenten en oordelen over de rivier legt waardoor hij maar een kant op kan (en halverwege van die brug afspringt omdat hij zich verveelt en liever zelf denkt). Vandaar: show, don’t tell. Laat zien wat jou tot een conclusie brengt en verleid je lezer om je daarin te volgen terwijl hij, spelenderwijs, zelf op het idee komt. Jouw idee.
De kunst is om voor elke mening die je wilt overdragen de ‘Ptoei’ te vinden: de alledaagse ervaring die lezer direct herkent.