De Ptoei in je tekst

Overtuig je lezer met je herkenbare ervaring

ptoei“Straks vormt die boom pluisjes die op de wind overal heen zweven.
Als ik er dan langs fiets krijg ik er vast eentje in m’n mond. Ptoei!”

Die prachtige zin noteerde een van de cursisten van de schrijfweek in de Dordogne.
De schrijfopdracht was niet eenvoudig. Beschrijf een rijtje bomen. Voeg geen bijvoeglijk naamwoorden toe (lelijk, prachtig, stinkend, fris) maar laat je lezer zelf ontdekken wat jij van die bomen vindt. Effectief manipuleren met woorden, terwijl je objectief lijkt te omschrijven wat je waarneemt.
We splitsten ons op in twee groepen zodat het een toernooitje werd: de ene helft van de schrijvers zou de bomen in hun volle schoonheid beschrijven. De andere helft zou de bomen neersabelen met woorden.

Je lezer is net zo eigenwijs als jij

siteeierenzoekenHet doel van de opdracht is om je te bekwamen in je leidende rol als schrijver. Jij bepaalt, vooraf, wat je je lezer wilt laten ontdekken. Dat lijkt omslachtig: je kunt toch ook gewoon zeggen dat het rotbomen zijn, of juist prachtige, statige groene wuivers die de longen van onze wereld vormen?
Nee dus. Je lezer is net zo eigenwijs als jij. Die wil zelf dat paasei vinden. Door hem of haar met argumenten op te leggen wat hij ergens van moet vinden, bepaalt het hoofd, de ratio. Lezer voelt hij zich onderschat in zijn creatieve vermogens.
Je kunt ook lezer laten weten wat je ervan vindt door je emoties centraal te stellen: het hart, de emotie, bepaalt. Je irritatie bijvoorbeeld, die je voelt toenemen in je samengeknepen billen, je tintelende handen, je diepe frons, en je snuivende ademhaling. Je stelt je hart open en raakt je lezer ook direct emotioneel, want die herkent je fysieke signalen van onvrede. Maar het kost wel veel woorden.
Het krachtige ‘Ptoei’ in de korte tekst hierboven is de derde manier om je lezer mee te trekken in jouw beleving, de buik bepaalt.
Je beschrijft je ervaring. Pluisje in je mond. Ptoei…
Zelfs als lezer zelf een ander geluidje maakt als hij dat ding weer uitspuugt weet hij precies dat die rotboom ongemak veroorzaakt.

Vind de Ptoei in alledaagse ervaringen

hijsprongLezer wil liever zelf tot conclusies komen dan dat die haarfijn voor ‘m uitgespeld worden. Leg je een paar handige stenen in de rivier, dan zoekt hij daar graag z’n eigen weg over (en komt uit bij het punt dat jij wilt maken) dan dat je een brug van argumenten en oordelen over de rivier legt waardoor hij maar een kant op kan (en halverwege van die brug afspringt omdat hij zich verveelt en liever zelf denkt). Vandaar: show, don’t tell. Laat zien wat jou tot een conclusie brengt en verleid je lezer om je daarin te volgen terwijl hij, spelenderwijs, zelf op het idee komt. Jouw idee.
De kunst is om voor elke mening die je wilt overdragen de ‘Ptoei’ te vinden: de alledaagse ervaring die lezer direct herkent.
 

Karma strikes back

karmastrikesback

Soms verlies ik mijn geduld even enorm.
Bij bezopen regelgeving en stugge ambtenaren, bij instanties die opgetrokken zijn uit onzinnige protocollen, bij mensen die liever een idee van een ander jatten dan er zelf eentje te bedenken, bij haastige spoed waarmee sowieso altijd alles tegen zit.
Dan troost ik me met deze kalmerende gedachte.
Adem in. Adem uit. Herhaal.
Uitbarsten is niet nodig. Karma strikes back, so that we don’t have to.
Karma slaat terug, zo dat wij dat niet hoeven te doen.
Adem in. Adem uit. Herhaal.

Meer energie

webtekst“Wat duurt dat toch verschrikkelijk lang voordat mijn telefoon weer opgeladen is!” klaagde ik tegen mijn dochter. “Het lijkt alsof er nooit meer energie bij komt.”
Ze deed de dwarswiebel met haar hoofd, wierp een enkele blik op m’n telefoon en zei ‘Mahaaaamm…’ wat klonk als ‘duhhh’. “Kijk dan!”
Ik zag niks bijzonders op het schermpje dat ze voor m’n gezicht hield.
“Jij laat wel zeven appjes draaien! Ja, nee, dan duurt het lang voordat je weer opgeladen bent.”
Een nieuw inzicht daalde langzaam en statig mijn bewustzijn binnen.
Een telefoon laadt sneller op als alle appjes tot stilstand zijn gekomen.
En dat heb ik zelf ook.

Meer energie – appjes stoppen

Als ik echt te druk ben en honderd dingen tegelijk doe en geen tijd heb en dan nog wat meer haast maak om het toch nog af te krijgen moet ik mezelf af en toe opnieuw opladen. Dat gaat het snelste als ik dan ook werkelijk alle activiteit stop.
Stoppen met plannen maken. Stoppen met bedenken hoe ik het beter had kunnen doen. Stoppen met nagiechelen over wat er fout ging. Stoppen.
Opladen. Meer energie krijgen.
Dit is vermoedelijk de essentie van meditatie.
Zitten in stilte.
Al je actieve appjes stoppen.
Opladen.
Klaar.

Ik heb er genoeg van

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.

Woordmagie: met woorden een vorm vinden die ruimte is.


Schrijvers bepalen de gedachten van de lezer. Denken we. Met woorden zouden we een vorm kunnen creeren die ruimte is. Een sierlijk kader rond de creatieve gedachten van de lezer.
Doen we niet.
We schrijven zo exact mogelijk, geven richting, laten het liefst geen ruimte voor twijfels. De lezer ergert zich daar al snel aan en voelt zich gemanipuleerd. Terecht.
Woorden, namelijk, zijn vaak enorm beperkend.

De vleugel ‘seks’ wordt gesloten

Noem, bijvoorbeeld, een band tussen twee mensen ‘relatie’ en er schuift meteen een hele expositieruimte open naar alle overtuigingen die we zoal hebben over ‘relatie’.
Een sokkeltje waarop ‘uniek’ staat, een vitrinekast met voorwerpen als ‘familiefeest’, ’toekomstplannen’ en ‘samen doen’, een mooi uitgelicht hoekje met ‘wederzijdse verplichtingen’ en ‘compromissen sluiten’, misschien zelfs een stilleventje rond ‘samenwonen’.
Noem het ‘gewoon vrienden’ en de hele vleugel ‘seks’ wordt gesloten, terwijl de dependence met ‘leuke dingen doen’ openzwaait.

De kracht van overtuigingen

Dat zit ‘m niet in de woorden zelf, maar in de overtuigingen die we ongemerkt hebben opgebouwd over de invulling van zo’n woord. Ongemerkt en onbewust: we weten vaak pas welke overtuigingen we hebben over een thema als we tegen zo’n vitrinekast aanbotsen en ons afvragen of het nou wel zo terecht is dat het er bij staat. Of als iemand anders uitroept dat deze expositie beter kan worden aangevuld of uitgedund omdat het niet hoort wat er staat.
De kunst is om woorden zo te gebruiken dat er een prachtige ruimte ontstaat, met zorg afgewerkt. Een door de schrijver afgebakende ruimte – zij bepaalt het thema, de rest is vrij –  die de lezer uitnodigt om z’n eigen expositie samen te stellen, zelf te bedenken hoe zo’n woord precies de juiste persoonlijke invulling krijgt. Niet te veel, niet te weinig, precies goed.

Woordmagie en dwarrelwoorden

Deze kunst is Woordmagie. Het klopt precies wat er staat, omdat de tekst vorm geeft aan de ruimte die de lezer aangeboden krijgt. Dat vraagt om een spelende geest van schrijver en lezer. Het vraagt om oprechtheid, tegen het pijnlijke aan. Het vraagt ook om geduld, waarmee je wacht tot precies het juiste woord is neergedwarreld, een dwarrelwoord dat traag en elegant op je hand valt om met een spotje erop in je tekst te worden gehangen via je toetsenbord.

Ik heb er genoeg van

‘Ik heb er genoeg van’ is zulke woordmagie. In mijn omgeving zijn tot mijn grote plezier een paar mensen waarvan ik genoeg heb. Ze lopen de deur niet plat bij me en toch hoef ik ze nooit lang te missen. Het is precies genoeg. Toch kan ik ze beter niet zeggen dat ik schoon genoeg van ze heb, want het zou reuze jammer zijn als ze dat reuzecompliment niet op waarde weten te schatten.
Woordmagie valt dus niet echt mee. Je moet rekening blijven houden met de inrichtingsgewoontes van de ruimte die je creeert door er woorden aan te geven. En je moet er mee leren leven dat je als schrijver niet alles voor het zeggen hebt: je geeft ruimte. Hoe die wordt ingericht is aan je lezer.
 

Schatschrijven in Den Haag

Een prachtige kans om hiermee te spelen, te oefenen en elkaars beste schrijftips te horen dient zich al snel aan: de dagcursus Schatschrijven op zondag 1 september in Den Haag.
Voor 121 euro, incl. btw, maak je een schrijfdag mee vanaf 09.30 waar je helemaal genoeg van hebt om 17.00 uur.

Meer informatie
Inschrijven

Magisch werk

Belemmerende gedachten gaan in rook op


“Schrijf even op van welke zorgen je vandaag geen last wilt hebben,” vraag ik meestal aan het begin van een workshop.
De briefjes verzamel ik in een nachtblauw zwijgdoosje met een prachtige maan op het deksel en zet dat weg.
“Goh. Dat lucht op!” zeggen cursisten dan vaak.
Het is letterlijk uit je systeem op het moment dat je je belemmerende gedachten in woorden hebt gevangen en apart hebt gezet.
Ik kan wel raden wat er op staat. ‘Snap ik dit wel.’ ‘Lachen ze me niet uit.’ ‘Haalt H. de kinderen wel op tijd bij oma op.’ ‘Is dit geen weggegooid geld’. Dat denk ik namelijk zelf ook altijd voordat ik me durf over te geven aan wat de dag me zal brengen.
We spreken af dat iedereen die dat wil z’n zorgen na de workshop weer mag terugpakken uit het doosje.
Tot nu toe is dat nog nooit gebeurd. Terecht. Zorgen die je echt nodig hebt vinden zelf de weg naar huis wel weer.
De andere zorgen en belemmerende gedachten verbrand ik, als ik weer thuis ben met het nachtblauwe zwijgdoosje.
Uit respect voor de zorgen – die dingen doen toch ook hun stinkende best om je leven kleur te geven – strooi ik in de vlammen nog even wat palo santo, lekker ruikend reinigend hout.
Simpel magisch werk waarvan het effect direct merkbaar is.
Dat lucht op.

Amuletten in je portemonnee

Afrikaanse krachtvoorwerpen en amuletten


Of ik ook portemonnees lees, vroeg de redactie van ’10x beter – over geld’, een tv-programma. Tuurlijk. Als ik damestasjes en herenbroekzakken kan lezen, dan moet dat met portemonnees ook kunnen.
Vandaag hadden we dus opnames in, op mijn verzoek, het Afrikamuseum in Berg en Dal. Een aanrader.
Dat staat immers bol van de amuletten en geluksbrengers waar wij, westerlingen, een beetje om moeten giechelen.
Een katoenen koordje om je nek dragen om mooiere borsten te krijgen? Beetje mal. Een lint om je enkel om harder te kunnen lopen? Bijgeloof natuurlijk.
Nee, dan wij, nuchterlingen.
Wij hebben in onze portemonnee – het hart van de damestas, de trofeebuidel van de herenbroekzak –  uitsluitend functionele zaken zitten. Zeggen we.
Maar vandaag las ik opnieuw een aantal portemonnees en kan niet anders concluderen dan dat we, gelukkig maar, ons puur menselijk verlangen naar ondersteunende symbolische objecten niet verloren hebben.

Condoom of vruchtbaarheidsamulet

In veel portemonnees zitten bijvoorbeeld fotootjes van de kinderen. “Zo zijn ze toch een beetje bij me,” is de uitleg.

Westers krachtvoorwerp met stamduiding (winkelpasjes)


Of een sieraad. “Gekregen van een vriendin, kapot, maar zoiets doe je niet weg.” Nee. Maar de keuze om het altijd bij je te dragen in je portemonnee is nou ook weer het andere uiterste.
En een hele grappige: veel Afrikaanse amuletten en krachtvoorwerpen zijn gericht op het vergroten van de vruchtbaarheid. Die draag je dus altijd met je mee. Westerse vrouwen, daarentegen, hebben vaak in hun portemonnee een stripje van de pil, of een condoom.
Kun je maar beter bij je hebben, voor het geval dat… Ook al zijn ze al lang en breed over datum. Zo is aan de spullen die we met ons meedragen veel te zien over wat een samenleving belangrijk vindt. Kinderen krijgen, of juist voorkomen.

Winkelpasje: ‘Ik hoor bij deze stam’

Bij een stam horen, met een bijzondere gevlochten ketting, is in Afrika belangrijk. Hier draag je een winkelpasje bij je. Bij die zaak wil je vaker komen. Daar voel je je vertrouwd, die past bij je.
Nee, dat is niet ‘puur praktisch’, want de meeste winkelpasjesdrager geven ruiterlijk toe dat ze het ding altijd vergeten als ze in de betreffende winkel zijn. De symbolische waarde is belangrijker: ‘hier hoor ik bij.’ En om dat te bewijzen gaan ze me een voorkeursbehandeling geven met korting. Winkelpasjes zijn de magische objecten van het westen, waar onze identiteit aan is af te lezen.
De uitzending van deze aflevering van 10xbeter – geld – is inmiddels geweest en kun je bekijken op de ‘film’pagina van deze site.

Wie schrijft verdwijnt

Woorden voor consumptie & transformatie


Morgen vier ik mijn 35e schrijfjaar. ‘Wie schrijft, die blijft,’ geloofde ik toen ik begon om verhalen op papier te zetten.
Dat blijkt niet waar te zijn. Wie schrijft, verdwijnt. Pijlsnel. Als je het tenminste goed doet.

Nachtwereld van de ziel

Een stukkie schrijven is allereerst heerlijk om te doen. Woorden banen de weg van binnenwereld naar buitenwereld en zo wordt een gevoel, een overtuiging, een waarneming of een ervaring, zichtbaar. Als beginnend schrijver dacht ik dat dat vooral een dienst aan anderen was.
Toen ik er wat beter in werd, merkte ik dat schrijven ook vaak een fijne manier was om zelf zicht te krijgen op mijn binnenwereld: ergens diep over nadenken levert vaak minder op dan ergens woorden aan geven en daarin weerspiegeld zien wat er dan zoal leeft in die nachtwereld van de ziel.

Tekst consumeren

Een enkele keer, als een lezer toevallig met een zelfde thema worstelt als ik, kan een tekst zelfs wel eens voor iemand anders iets betekenen.
Een lezer consumeert dan de tekst die ik schreef. Althans, de stukjes uit mijn tekst die aansluiten – de rest wordt weggefilterd en bereikt de lezersgeest niet, blijft ongegeten op het papier liggen.
De stukjes tekst, mijn gedachten die ik onder woorden bracht, worden opgenomen door de lezer in z’n eigen hoofd en hart. Ze nemen daarmee direct de kleur aan van de lezer zelf. Misschien weet hij zich de eerste paar dagen nog wel te herinneren wanneer hij deze gedachten-in-woorden heeft geconsumeerd. In een heel enkel geval weet hij zelfs nog dat mijn naam er onder stond.
Maar al snel raakt hij er van overtuigd dat hij zelf bedacht heeft wat hij nu denkt. Ik, als schrijver, ben verdwenen uit zijn belevingswereld. Mijn gedachten, die ik hem in woorden heb gegeven, hebben zich gevoegd naar zijn werkelijkheid en maken daar nu een onlosmakelijk deel van uit. Ik heb misschien verandering teweeg gebracht, maar gebleven ben ik zeker niet.

Jouw gedachten

Het is daarbij heel best mogelijk dat mijn lezer mijn woorden zo’n plek geeft in zijn eigen werkelijkheid, dat ik mezelf er helemaal niet meer in herken.
Af en toe schrijft een lezer me terug met een opmerking als: ‘Het klopt dat ik betere seks heb nu ik mijn huis regelmatig dweil, precies wat je al schreef in je boek.’
Nou weet ik heel, heel zeker dat ik dat nooit ergens geschreven heb. Ik ben kennelijk verdwenen uit de boodschap die de lezer zichzelf heeft gegeven, naar aanleiding van een tekst die ik ooit – over iets anders – heb geschreven. Wie schrijft, verdwijnt.
Lezer voedt zich met mijn woordenmaaltijd en zet die om in lichaam- en geesteigen energie. Nieuwe gedachten ontstaan uit de compost van mijn verwoorde gedachten, die nu de gedachten van lezer zijn geworden.
Okee. In die zin zou je bijna kunnen stellen: wie schrijft, die blijft. Als onherkenbaar getransformeerde ontwikkeling van de lezer.
Een kok heeft niets te zeggen over wat zijn gast doet met de energie die hij opdoet met het eten van een maaltijd.
Een schrijver moet maar afwachten in welke mysterieuze diepten van de geest zijn woorden terecht komen.
Het enige dat blijft is het moment van genot tijdens het eten, tijdens het lezen.
Soms lukt het om dat te bieden. Meer is het niet, dat schrijven.
Ik reken het goed.
Ik blijf.

Wil jij schrijven – of je nu blijft of verdwijnt – ?
Kom meedoen met de dagcursus ‘Schrijf dat boek’
op zondag 28 oktober in Arnhem.

NLP: volg je plan, negeer je droom

NLP, Neuro Linguistisch Programmeren, is een schitterende set inzichten in de menselijke geest.
In het kort gezegd gaat NLP hiervan uit: als je je brein op de juiste manier de juiste opdracht geeft kun je alles, omdat je gelooft dat je alles kunt.
Dit is natuurlijk, in essentie, hartstikke waar.
Daarom maken steeds meer mediaspecialisten en marketingtrainers gebruik van NLP-technieken. 

Bom op dinsdagochtend!

Iedereen die een mailbox heeft ontvangt daarom wekelijks vurige aansporingen van deze mediaspecialisten en marketingtrainers, die ons van harte een succesvol leven en meer omzet EN werkplezier gunnen.
Teksten als ‘Maak je droom waar!’ ‘Volg je hart!’ en ‘Leef succesvol!’ spetteren in drie kleuren (energiek rood, vertrouwenwekkend blauw en zakelijk zwart) tegen je scherm aan. De zinnen raken beurtelings visueel ingestelden (‘Ik heb zelf gezien hoe succes je leven verandert!’), de tactielen (‘Je voelt je lekker als je met gemak je inkomen binnenhaalt’), de auditieven (‘Dat klinkt goed he?’) en maar zelden de nasielen (‘Steek je neus er maar eens in’). Er staan nergens ontkenningen in, ook niet als dat qua zinsbouw LOGISCHER zou zijn. En jouw naam wordt er tenminste twee maal in genoemd.
Zo’n mailtje komt binnen op dinsdagochtend, want onderzoek wijst uit dat dat het beste moment is om te mailen. Weekeindmail is opgeruimd, we beginnen de week met frisse moed.
En steeds als ik zo’n energiebom in mijn mailbox vind, zakt me die moed juist in de schoenen.

Oude vrouw in klederdracht

Dat komt zo. Mijn dromen noteer ik sinds kort elke ochtend. Het zijn bizarre gebeurtenissen en beelden, met echte emoties er in, maar zonder veel samenhang. Die dromen volgen lijkt me een slecht plan. Ze waarmaken trouwens ook. Eentje dan: waarom zou ik in een huisgrote koekenpan 42 kippen gaan bereiden onder toeziend oog van een oude vrouw in klederdracht?
Ook mijn hart volgen is een lastige. Waar ik heen ga, is mijn hart bij me. Het is, als het ware, een onderdeel van me. Het zit van binnen.
In overdrachtelijke zin mijn hart volgen – energie steken in de dingen die me gelukkig maken – is voor mij de definitie van de derde leuze: succesvol leven.
Dat dan weer wel. Zoals ik al zei: er zit heus wel wat in die NLP.

Bedenk een plan!

Wie op z’n dromen let, doet zelfonderzoek. Ons onderbewuste, dat meestal behoorlijk slim is, kunnen we zien via onze dromen. Dromen zijn bovendien de taal waarin de goden en de voorouders tot ons spreken, zei laatst een Sangoma tegen me. ‘Wie z’n dromen niet onthoudt, is als wie z’n brieven ongeopend weggooit,’ staat zelfs in de Talmoed. Dus. Dromen zijn vensters naar onze angsten en verlangens. Die bevinden zich op een totaal ander niveau dan daar waar ‘een succesvol leven‘ ligt. Dromen zijn de weg van buiten naar binnen: aandacht glijdt elegant de ziel in en kijkt daar aandachtig en respectvol rond om mondjesmaat informatie over onze onbewuste kennis en inzichten door te geven aan onze geest. Een prachtige manier om onszelf te leren kennen in de stilte van de slaap. Maar zelfinzicht betekent ook twijfel. Verdriet. Machteloosheid. Tomeloos enthousiasme. Wilde passie. Allemaal menselijke emoties die het leven tamelijk onbestuurbaar maken als je alleen wilt geloven in de maakbaarheid ervan.
De werkelijke boodschap van de marketingers-met-NLP is dan ook helemaal niet dat je je dromen moet volgen. De boodschap is dat je, ondanks alles wat je dromen je vertellen, een slim en winstgevend plan moet bedenken voor jezelf. Je verzint iets. Met je brein, je ratio. En dat ga je uitvoeren. Het is, zogezegd, de weg van binnen naar buiten: het bedachte plan wordt gerealiseerd, gematerialiseerd in de wereld. Aan de hoeveelheid materialisatie is vervolgens die succesvolheid uit te rekenen. Simpel.

Sturing van de goden

Als er iets niet samen gaat zijn het wel dromen en bedachte plannen. Een droom wordt samengesteld uit een mengsel van de kennis van  je onderbewuste en de toevallige gebeurtenissen die je hebt beleefd. Een droom is vaak fragiel, stil, en hij bloeit maar eventjes.
Een bedacht plan walst  juist alles omver dat toevallig in de weg staat. Een Doel moet bereikt worden. De goden, die zich kenbaar maken via dromen en het toeval, kunnen daardoor maar weinig voor je doen als je een zelfbedacht plan volgt. Ook niet als je het je droom volgen noemt. Een plan uitvoeren sluit immers toeval uit: jij hebt je leven onder controle als je doet wat je zelf bedacht.
En dat vind ik nou zo jammer. Want juist door ontspannen toe te geven aan het schitterend spel van toeval, gezond verstand en ons onderbewuste ontstaan de mooiste ervaringen. Mooier dan wat we zelf aan plannen bedenken. Wie bereid is af en toe juist niet doelgericht z’n eigen plan uit te voeren, krijgt sturing van de goden zelf. Kortom: wees succesvol, laat je dromen met rust.
Daarom doe ik het, ook op dinsdagochtend, toch maar anders.
Ik noteer mijn dromen om mijn onderbewuste beter te horen. Ik volg ingevingen, plezier en het toeval. Met hart en ziel. En daar zal ik dan uiteindelijk ook wel heel succesvol in worden.
Maar daar ga ik je echt niet in dinsdagochtendmails mee lastig vallen hoor.

Vanuit het hart

Wel vind je het misschien leuk om te weten dat mijn nieuwe agenda met schrijfworkshops online staat. Met zes nieuwe mogelijkheden om vanuit het hart te schrijven, waar alle woorden kloppen. Het zou best eens kunnen dat daar iets voor je bij zit. Je bent welkom.
 

 
 
 
 
 

Najaarsschoonmaak

Vraag goede vrienden om je te waarschuwen als je schoonmaakneigingen reden tot bezorgdheid geven. Overdrijf nooit.


Je voelt ‘m misschien al wat sneaky aan komen kruipen: de drang om eens een paar dingen weg te doen -pas op!- Eens eventjes een verfje over een kozijn te halen -hellend vlak!-  nu het nog lekker weer is, misschien eens een keer die ruiten lappen -code rood, gevarenzone!-, je klerenkast uit te mesten -schei uit nu het nog kan!- en alles wat je deze zomer niet droeg in een zak te stoppen… -huuuuu! Ren!-
Het lijkt, zo onafhankelijk van elkaar genoemd, heel onschuldig. Maar tel het bij elkaar op en je blijkt besmet te zijn met de Najaarsschoonmaakwoede. Hij waart dit jaar al vroeg rond en wat achtergrondinformatie erover kan voorkomen dat je weggezogen wordt in woeste schoonmaakbuien en zo kostbare tijd verspilt aan huishoudelijk werk, die je ook had kunnen besteden aan eh… persoonlijke ontwikkeling, of lichaamsbeweging. Bijvoorbeeld. Hieronder vind je belangrijke informatie om die drie kwaliteiten – huishouden, persoonlijke ontwikkeling en lichaamsbeweging – juist te combineren.

Voorjaar: dartelen in een hooiberg

Jawel, dat bestaat wel degelijk, de najaarsschoonmaak. De bewijzen duiken hier en daar al op: twitteraars hebben het over ‘weer lekker fris huis’, facebookers roemen hun uitgedunde garderobe. ‘Allemaal naar een goed doel gebracht!’
Zoiets verwacht je misschien vooral rond de beruchte voorjaarsschoonmaak. Geen fabeltje.
In het voorjaar ging vroeger de kachel naar het boetje om meer ruimte te krijgen in de keuken. Omdat zo’n kreng altijd stevige roetsporen achterliet had het dan pas zin om alles even grondig te poetsen. Voila, voorjaarsschoonmaak. Dat ‘vroeger’ is natuurlijk nog maar een paar honderd jaar oud – vanaf de tijd dat we in huizen woonden en iets hadden om schoon te maken en zo ruimte te scheppen voor groei, voor lentebloesem en voor gedartel in hooibergen.

Najaarspoets: schaam je niet!

De najaarsschoonmaak zit misschien nog wel dieper dan de voorjaarsschoonmaak in onze genen verstopt. Veel vroeger vroeger leefden we buiten tot het weer zo slecht werd dat we ergens een onderkomen moesten zoeken. Een grot, bijvoorbeeld. Die moest dan zorgvuldig worden doorzocht en uitgemest zodat niet halverwege de winter opeens een beer in de achterkamer zou blijken te wonen. Zodra de bladeren begonnen met vallen, stel ik me zo voor, begon er een drang te kriebelen om ergens binnen te gaan, op te ruimen en te poetsen. Voila, de najaarsschoonmaak.
Het is beslist heldhaftig en bewonderenswaardg om  je er tegen te verzetten zo lang het nog kan. Maar als je toch voor de bijl gaat en toegeeft aan je najaarspoetsbui, schaam je er dan niet voor. Poets je huis, maar neem meteen ook even geest en wereld mee. Magisch huishouden werkt op zoveel niveaus tegelijk!

Het boek dat zelfs het huishouden zin geeft.

3 tips voor magisch huishouden:

1-Vul die dozen met overbodig spul, geef het aan een goed doel, train je keuzespieren door af te wegen wat mag blijven en wat weg gaat.
2-Haal je kledingkast leeg en bedenk hoe elk kledingstuk een bepaald aspect van je persoonlijkheid naar boven haalt. Doe weg wat niet meer bij je past.
3-Dweil de gebeurtenissen van afgelopen zomer van je vloer af, zodat je weer een schone basis hebt voor nieuwe belevenissen.

Meer magisch huishouden-tips? Sinds vandaag is mijn boek ‘De Magie Van Het Huishouden’ weer te bestellen bij mij.
Mail me even met je adresgegevens en ik stuur ‘m gesigneerd en wel naar je toe.
Voor 15 euro, incl. verzendkosten en een persoonlijke tip om de huishoudelijke klus die jij het allerverschrikkelijkst vindt toch Zinvol te maken.
 
 

Toeval rekenen we goed

Toeval: precies het goede moment voor iets anders


Toeval is als er iets gebeurt waar je met je kop niet bij kunt. Waarom nu? Waarom dit? Waarom hier? Waarom met deze persoon? We snappen het niet en toch gebeurde het.
Dat bestaat. We noemen het toeval en er wordt erg lelijk over gedaan door Mensen van Goede Wil.
Toeval is een waardevolle aanvulling op hoe we de realiteit ervaren. Vaak gaan we ervan uit dat we ons leven zelf uitstekend in de hand hebben. Alles onder controle.
We hebben de wetten van de logica die ons laten geloven dat als we eerst zus doen en dan zo, dat dan het resultaat dit is of dat. Lekker overzichtelijk.
Dit is een misverstand.
Toeval helpt ons knipogend of grijnzend om ons daar af en toe op te wijzen.
Een totaal onverwachte ontmoeting als je net aan iemand zat te denken, een gemiste trein waardoor je in een wonderlijk avontuur verzeild raakt, een plantje dat je in je eigen tuin blijkt te hebben staan, een gevonden brief met de informatie waar je net naar zocht, een raam dat open stond zodat je er uit lazerde… Toeval is het alledaagse mysterie waarmee de goden ons duidelijk maken dat ze ons heus wel in de smiezen houden. Maar toeval is ook dat iets niet doorgaat omdat je een sufkut bent en te laat van huis ging om je bus te halen.
We kunnen dus rustig aannemen dat toeval altijd belangrijk is: het is ofwel een handreiking van de goden, ofwel een belangrijke aanwijzing dat er in je karakter nog ruimte voor verbetering is. Mooi spul.
Waarom, vraag ik je, beweren dan zoveel Mensen van Goede Wil dat toeval niet bestaat?
Als iemand nog nooit in China is geweest kan ie toch rustig aannemen dat dat land wel degelijk bestaat.
Als iemand een zonne-allergie heeft blijft de zon nog steeds de zon, alleen zal de allergant ‘m anders ervaren dan de zonnebader. De zon bestaat.
Punt is alleen: als je accepteert dat iets bestaat – toeval bijvoorbeeld – zul je daar ook de consequenties uit moeten trekken.
Als toeval bestaat moet je het goed rekenen als invloed in je leven waar je geen vat op hebt.
Als je toegeeft dat toeval bestaat moet je erkennen dat jij, als mens, niet alles voor het zeggen hebt. Er is altijd toeval dat je hele planning overhoop kan gooien en jij moet maar afwachten waar dat nou weer op sloeg – of het was om er iets beters van te maken, of omdat je hele planning toch al stonk.

Da’s akelig. Onzeker.
Toch maar doen.
Hoe toeval zich ook manifesteert: het is altijd een Ding om rekening mee te houden, ook als we niet weten wat het van ons wil.
We hebben geen andere keuze dan dapper te accepteren: toeval bestaat. Reken het goed.