Schrijven met Penrose

‘Als je kunt schrijven met het pentagram, kun je dan ook schrijven met penrose?’ vroeg mij een man die van uitdagingen houdt. Vanzelfsprekend is ‘ja’ het antwoord. Alles waar een pen in zit maakt het leven immers beter. Maar hoe dan?

De Driehoek van Penrose

Eerst even wat pikante details over de Driehoek van Penrose. Je kent ‘m misschien uit PlayStation 3 of omdat Escher hem graag gebruikte in zijn grafische werk, deze kittige isometrische projectie. Anders dan het pentagram (een ster met vijf punten waarvan je er zes gebruikt in het Creatiepentagram) is de Driehoek van Penrose driedimensionaal. Althans, daar lijkt het op. Je ziet drie balken die haaks op elkaar staan en toch een driehoek vormen. Dat is goed te doen op papier, maar in het echt, van houten balkjes, is hij niet te maken.

“Hoe dan?”

En in die onmaakbaarheid zit ‘m nou precies de unieke schrijfgebruikswaarde van de penrose driehoek. Het ziet er vanzelfsprekend en harmonieus uit, dat ding, maar er moet een menselijke geest aan te pas komen om hem interessant te maken. Niet de menselijke geest die het houdt op een platvloers ‘Oh ja. Een malle driehoek. Whatever.’ Nee, om tot leven te komen is de Penrose Driehoek afhankelijk van een waarnemer die bereid is te twijfelen aan zijn waarneming. Eentje die ‘Hee wacht… Hoe dan? denkt. Eentje die het uitprobeert in z’n hoofd. Zo werkt het ook met tekst – en met politiek, maar daarover later.

Tekstdriehoek

Een goede tekst bestaat, net als een driehoek, uit drie aspecten die drie delen van het menselijk lichaam van de lezer raken: woordinslagpunten *):

  • Feiten (het hoofd)
    –‘Op maandagochtend wordt de stoep opgebroken i.v.m. de aanleg van een nieuwe riolering’
  • Emoties (het hart)
    ‘Mijn eigen stoep! Helemaal verdwenen! Ik kan wel janken.’
  • Ervaringen (de buik)
    ‘Loop je daar door die modder met je goeie schoenen.’

De lezer schept jouw verhaal

Heb je je tekst geschreven met deze volledige driehoek, dan heb je in principe een compleet verhaal. En toch: het is de geest van de lezer die bepaalt of hij je verhaal ook werkelijk voor zich ziet en het diepte, kleur en leven geeft. Dat kan alleen de lezer die zich afvraagt ‘Hoe dan?’ en er eigen beelden bij fantaseert.
Die lezer kun jij als schrijver niet scheppen. De lezer schept, omgekeerd, zelf jouw verhaal in z’n hoofd, met de details die jij geeft als bouwstenen. Is de lezer niet bereid tot dat deel van de klus, dan blijft je verhaal plat en eendimensionaal, als een malle driehoek. Dat is zo frustrerend voor schrijvers dat we vaak onze toevlucht nemen tot meer. Meer feiten, meer emotie, meer ervaringen.

Driedimensionaal verhaal

Hou maar op. Het werkt niet. Zeg het simpel. In het vertrouwen dat de leukste lezers je toch wel weten te vinden om eens lekker aan je tekst te twijfelen, net zo lang tot ze hem zo interessant gemaakt hebben als een onmogelijke, driedimensionale driehoek. Die van Penrose.
 


*) Bij commerciële teksten wordt graag nog een vierde lichaamsdeel van de lezer geraakt:
-Call to action
– de voeten
, om naar de winkel te rennen, of de handen die hunkeren naar een button om op te klikken voor meer informatie, deelnameformulier of om geld over te maken.
Lezer is alleen in beweging te krijgen met dit vierde punt als de overige drie al geraakt zijn.

In het voorbeeld zou dat kunnen zijn:
‘Klik hier als je nog een paar schoenen voor me hebt.’