In memoriam voor een boom

Ik stond al een tijdje uit het raam te staren toen ik hem opeens niet zag. De boom. Achter mijn tuin was ie verdwenen van z’n plekje op de stoep. Het zaagsel lag nog op het dak van het schuurtje van de buren. Een snelle pijn in mijn borstkas. Alsof er woest een zware deur werd opengegooid. Dat moet de plek zijn waar ik Boom aan de binnenkant bewaarde. Buiten is ie weg. Vanaf nu is mijn borstkas waarschijnlijk het enige plekje waar ie nog woont. Een beetje. Hij deelt met gemak die ruimte met al mijn andere dierbare herinneringen, maar voor de stoep was hij te groot, vond de plantsoenendienst. Die heeft daar een formule voor en die kende de boom niet. Hij ging gewoon elk jaar stug door met nieuw blad maken, schaduw bieden, water opzuigen, CO2 produceren, herfstgeur veroorzaken, honden gelegenheid bieden, beetje heen en weer wiegen op de wind. Dat soort dingen. Maar die formule leren, ho maar. Bomen zijn heel suf in die dingen. Daarom moest ie weg.
Maar als het voorjaar komt zal ik nieuwe, jonge blaadjes aan hem denken. En in de herfst denk ik ze er weer af en schop ze met mijn voeten omhoog dat het ritselt en bospaddenstoelfris ruikt. Nu heb ik een boom voor mij alleen.
Ik had liever gehad dat hij van zichzelf was gebleven.

Schrijven in de bajes

Schrijven voorbij tralies


Je moet er wel wat voor doen om in de bajes terecht te komen. Dat lukte mooi. Een geestelijk verzorgster nodigde me uit om een schrijfworkshop te komen geven in de bajes.
December is natuurlijk ook achter de tralies – ‘binnen’, zoals ze het daar noemen – de tijd van het jaar om terug te denken aan fijne gebeurtenissen. Kerst vieren met z’n allen, thuis zijn met de mensen waar je van houdt, lekker eten… Veel gedetineerden groeiden niet echt op in een sfeer die veel fijne herinneringen oplevert. Als je maar weinig mooie momenten in je geheugen hebt, worden ze steeds stoffiger naarmate je ze vaker tevoorschijn tovert in het hoofd. Het beeld vergeelt een beetje.
Door de mooie momenten op te schrijven in geuren en kleuren gaan ze langer mee. Je vult ze met zintuiglijke waarnemingen. Hoe rook het ook al weer om chocolademelk te drinken naast je broertje, bij de kerstboom thuis? Welke muziek was er? Het doel van de schrijfochtend was dan ook om herinneringen op te schrijven op zo’n manier dat ze een soort geschreven fotoalbum met dierbare momenten kunnen vormen.
“Ja ho eens even,” zei na de eerste oefening al een van de deelnemers, “herinneringen ophalen? Ik doe juist alle mogelijke moeite om me niks te herinneren. Aan herinneringen zitten emoties en als ik wat voel word ik gek hier. Ik zet de knop om zodra ik hier binnen word gebracht en ik voel pas weer iets als ik weer buiten sta.”
“Nou, dan mis je toch iets,” antwoordde een ander. “Ik zit hier nou al vijftien jaar, maar ik kan juist steeds meer genieten van kleine dingetjes die wel goed gaan. Als de koffie een keer goed gelukt is, dan heb ik alweer een goed moment te pakken. Van dat soort kleine pleziertjes moet ik het hebben. Daar draai ik juist op.”
En zo ontstond een interessant gesprek over het belang van ‘voelen’.
“Pas op hè,” waarschuwde een deelnemer, “als jij zelf niks voelt, dan weet je ook niet hoe een ander zich voelt als je iets doet wat niet mag.”
Dat lijkt me een heel waardevolle tip. Mijn kerstgedachte van dit jaar komt uit de bajes. Voel. Voel naar hartelust. Voel tot het een beetje pijn doet. Het is de belangrijkste maatstaf die je hebt om te weten hoe dicht je bij je medemens kunt staan.