Priesters van de Kunst

Kunst laat je ziel dansen


Misschien hard, suf of naief, maar ik vond kunst vroeger niks an. Zo’n groot gekleurd vlak met stippen erop… ik ging me bezorgd afvragen wat de kunstenaar nou bedoeld had en voelde me schuldig dat ik het niet snapte: iemand die zo z’n best doet op een werk moet daar toch een Boodschap mee hebben, leek me zo.
Hopend op een aanwijzing las ik dan maar de titel. ‘Acryl op doek’. Of ‘Abstract 43a’. Of, nog teleurstellender: ‘Mens’. Onbegrijpelijk. Als je een Boodschap hebt, zeg dat dan gewoon! Daar zijn woorden toch handig voor?
Ik ging het onderzoeken door heel veel kunstenaars te vragen: “Waarom?” Ze gaven me belangrijke aanwijzingen om er plezier in te krijgen: ‘Kunst is wat je erbij voelt. Kunst moet iets teweeg brengen. Kunst is een instrument, een raam naar je ziel, een drager van jouw emoties.’ En het belangrijkste misschien nog wel: kunst is persoonlijk. En de kunst is om te ontdekken welke kunst mij persoonlijk het meest aanspreekt. Wonderlijk genoeg dringt het nu pas tot me door dat mijn gemopper over die Boodschap al een heftige aanwijzing was voor welke kunstdiscipline mij het beste ligt. Het woord kennelijk. Al is soms een beeld, een klank, een geur, een traan of een streling nog beter op z’n plek.
Nu ik een boek mag schrijven over het bijzondere kunstproject Zon op Zuid begin ik er eindelijk iets van te snappen.
Op achttien locaties in Arnhem Zuid – nou niet direct ’the place to be’ tussen alle vinex, beton en prikkelstruikjes in de groenstroken – hebben achttien kunstenaars een kunstwerk geschapen. Samen met bewoners uit een straat.
De eerste bijeenkomst van de kunstenaars maakte al enorme indruk op me. Als priesters en priesteressen die een ritueel voorbereiden spraken ze over hun plannen.
“De verhalen van de bewoners staan centraal in mijn werk,” leek me tot dan toe altijd een tamelijk loos zinnetje. Dat kreeg nu diepe betekenis. De kunstenaars hadden een houding van dienstbaarheid: hun gave boden ze aan als instrument voor een straat, een wijk, om het onzichtbare zichtbaar en hoorbaar te maken. Hun inzicht en technisch vernuft stelden ze beschikbaar, maar ook hun priesterschap, het vermogen om mensen bij elkaar te brengen en gezamenlijk iets te creëren, energie te bewegen.
Ze trokken de wijk in en legden contact met bewoners, allemaal op hun eigen manier.  Ze stimuleerden enthousiaste voortrekkers met een grote mond, maar ook zwijgende, nukkige mopperkonten om in hun ziel te kijken en er hun scheppend vermogen in wakker te kussen.
Er werden wandschilderingen gemaakt, muziekstukken, theatervoorstellingen, er werd gerapt, gedanst, geskippybald, gedrumd op poffertjespannen en ademloos gezwegen bij kindertekeningen in blacklight.
En zie, er was kunst. De mens bloeit op en toont haar goddelijke aard: als Schepper.
Dit weekeinde probeer ik alle achttien locaties te bezoeken, als negentiende kunstenaar, die van het woord. En als ze me vragen wat ik doe zeg ik ook zoiets als: ‘Eh… nou, ik maak een boekje over dit project.’ Omdat het mysterie van kunst niet effe snel-snel ontsloten wordt. Je moet het voelen, die Boodschap.
Kijk vooral even voor het hele programma op www.zonopzuid.nl

Sprookjes schrijven op school

Er was eens een prinses die in een mooi kasteel woonde. Toen kwam er een leuke prins die met haar trouwde en ze leefden nog lang en gelukkig.
Er is geen klap aan zo’n verhaal.
Drama willen we! Draken! Gemene heksen, stiefmoeders met groene tanden en instortende parkeergarages!
En dan dappere dingen natuurlijk, met toverwapens en veel bloed en Aaaarggh en zo. Met groep 8 van de Paasbergschool in Oosterbeek ga ik morgen sprookjes schrijven. In mijn tas: w.c. papier voor de lijn van het verhaal, een kroontje, chocola en een glazen bol. Meer heb je niet nodig, lijkt me. Oh ja, post-its, omdat je die eigenlijk altijd wel kunt gebruiken.