Sociale media gebruiken

social media
Wat is het verschil tussen al die digitale communicatiekanalen en hoe kun je je sociale media gebruiken?
Dit plaatje geeft een uitstekend beeld van verschillende functies en gebruiksmogelijkheden van je social media.

Sociale media: niks veranderd (behalve de vorm)

Je prikbord, fotolijstje, adressenboekje, kaartenbak, telefoon en het openslaande raam.
Eigenlijk net als vroeger dus, maar dan digitaal.
Al ontbreekt er nog een hoop: zo zie ik geen Path staan (foto’s met tekst delen) en geen Blendr of Grindr (erotische dating voor he, bi en ho) geen blog, geen SnapChat (chat-appje van de nieuwe generatie) Google+ (netwerkberichten). Er is vast nog veel meer, want het gaat pijlsnel. Er verandert in wezen niks: mensen communiceren met elkaar. Maar daar kiezen we wel in rap tempo steeds andere vormen voor.

Hoe schrijf je dat in digitaal?

Vrijwel alle sociale media en telefoon appjes werken met tekst. Soms zelfs hele lastige tekst omdat het maar kort mag zijn. Een fotobijschrift bijvoorbeeld. Een Tweetje. Een oproepje. Daarom is het erg slim om handig te schrijven. Ook als je lang wilt schrijven. Een boek bijvoorbeeld. Je webteksten. Een scriptie. Of een blog. In digitaal of ouderwets. Maar wel vanuit het hart.

Kom een dag lang ‘Schrijven met het creatiepentagram’.
Zodat jouw frisse ideeën ook binnenkomen
via de Woordeur.

Tekstdag. Zaterdag 17 mei, van 9.30 tot 17.00 uur in Arnhem. Kost maar 140,- euro, incl. btw en het boek ‘Schrijven met het creatiepentagram’ om alles later nog eens in na te kijken.
 

Doorzichtige mensen

Facebook en damestas: alles open en bloot


Doorzichtige tassen voor doorzichtige mensen. Dat gaat de nieuwe mode worden deze zomer, las ik vorige week in Le Monde. ‘Iedereen zet toch al z’n hele priveleven op Facebook,’ moeten de tassenmakers hebben gedacht. ‘Dan kunnen we net zo goed helemaal open kaart spelen.’
Weten tassenmakers dan niet dat zo’n tas vol komt te zitten met puur persoonlijke zaken? Alle spullen in je tas staan symbool voor een angst of verlangen. Een kort moment heb je gedacht, voor je het huis uit ging: ‘Stel je voor dat ik vandaag die leuke man tegen kom. Toch even een wat opvallendere kleur lipstick in m’n tas doen…’ en terwijl je die lipstick in de tas laat glijden is de gedachte zelf al weer teruggezakt naar het achterhoofd, waar honderden terloopse gedachten dobberen in het onderbewuste. Maar die lipstick is zichtbaar. Voor de goede tassenlezer is dat ding terug te voeren op de gedachte die eraan vooraf ging. Dat geldt niet alleen voor de lipstick. Ook de pennen, schone onderbroek, koek en losse euro’s, het kinderspeeltje en benzinebonnetje zeggen iets over de angsten en verlangens die we met ons meedragen in gematerialiseerde vorm.
Het is dan ook nogal een sprong om iedereen op straat letterlijk je hele hebben en houden te laten bekijken.
Op Facebook bepaal je zelf wat je prijsgeeft van je privee leven. Wie in je tas kijkt ziet ongecensureerd wie je bent.
Prima voor iedereen die het liefste alles deelt met anderen en als het even kan bloot door de stad loopt.
Voor iedereen die nog een stukje privacy wil behouden in deze openbare, doorzichtige wereld, is een dichte tas wel zo fijn.

Vind ik leuk!

Vind ik niet leuk. Maar wat dan wel?

“Onze lieve vriend is aan zijn laatste reis begonnen,” las ik op Facebook.
‘Vind ik leuk!’ hadden al 3 mensen geklikt.
Natuurlijk vinden ze het helemaal niet leuk dat onze lieve vriend overlijdt. En natuurlijk moeten we de intentie goed rekenen: medeleven, gedeeld verdriet, ondersteuning en troost voor de andere Facebookers die met het bericht geconfronteerd zijn. Maar er is nu eenmaal slechts 1 emotie beschikbaar op Facebook: leuk. ‘Een technische onvolmaaktheid,’ vergoelijkte iemand toen ik er een opmerking over tweette.
Nietes. ‘Vind ik leuk’ is een zorgelijk symptoom van hoe we op dit moment in moordend tempo vervlakken. ‘Leuk’ is niet alleen de enig mogelijke reactie op Facebook-berichten, het is ook de uitdrukkelijke opdracht voor de gewenste sfeer in artikelen voor tijdschrift, dagblad of magazine.
Tekst moet leuk zijn. Leuk en kort. Daarmee vallen heel wat uitstekende journalistieke onderwerpen ‘om technische redenen’ af. De organisatie die onderduikadressen zoekt voor uitgeprocedeerde vluchtelingen, de sociologische duiding van kookprogramma’s, de psychologische achtergrond van verzamelwoede, de keerzijde van designhonger… We gaan geen klanten krijgen voor die verhalen. Te ingewikkeld, te somber, teveel woorden nodig om zoiets uit te leggen, zit niemand op te wachten.
De eindredacteur van dienst steekt z’n duim omlaag. Vind ik niet meer leuk. Klik. Weg.
Tijdschriften moeten leuk zijn. Leven moet leuk zijn. Je werk moet leuk zijn. Je relatie moet leuk zijn. Vind ik op zich leuk, natuurlijk. We hebben immers na eeuwen worstelen het calvinisme achter ons gelaten.
Maar als alles echt alleen maar leuk is, is er geen lol meer aan. Alleen ‘leuk’ zien, meemaken, lezen, schrijven en leven, verandert ons in blije zombies. Je ontwikkelen doe je door uitdagingen en confrontaties aan te gaan met dat wat je juist niet kan, niet durft, niet wil, niet leuk vindt, maar toch probeert. Je doet het door problemen en misstanden tegen het lijf te lopen en dan te zoeken naar oplossingen, door op te bouwen, fouten te herstellen, falen toe te geven, iets nieuws te creëren, door te zetten, bij te leren, uit te proberen, om te vallen en weer op te staan. Niet leuk. Nee. Maar jezelf ontwikkelen, beter worden dan je al was is juist keileuk. Al ga je – is mijn vrees – de komende jaren nergens meer lezen hoe je dat ook al weer doet.
Vinden tijdschriftenmakers, tv-redacties en adverteerders namelijk niet leuk.
Leuk 2012. We hebben geen andere optie.