Kij is het nieuwe hij/zij

Iedereen hoort er bij. Daarom gebruiken we de constructie hij/zij of zijn/haar in teksten. Afschuwelijk! Wat ziet dat er lelijk uit. Hier is een vacature voor een nieuw woord waar iedereen zich in kan herkennen. Ik stel voor: kij.
Nee wacht: dit is een grammaticale discussie over persoonlijk voornaamwoorden, geen politiek statement!

Ik geloof in seksen

Voor de duidelijkheid: ik geloof enorm in seksen. Er zijn mannen. Er zijn vrouwen. En er zijn mensen die er niks voor voelen om zich tot een van die twee groepen te rekenen. Gelukkig maar. Alleen hebben wij daar taalkundig geen goede oplossing voor.
Veel persoonlijk voornaamwoorden zijn geschikt voor iedereen. Ik, jij, het vrolijke Brabantse ‘gij’ (dank Adriette), wij, jullie, zij, zelfs hullie of gullie kun je probleemloos gebruiken in je tekst zonder een groep mensen uit te sluiten van deelneming.
Maar zodra we over een ander spreken in de derde persoon moeten we direct onthullen of we het hebben over mannen of over vrouwen. Die andere soorten vallen sowieso af. Er is geen verzamelnaam. Dat valt vooral op als het over algemeenheden gaat: ‘Als klant zal zij deze aanbieding graag willen kopen.’ Of: ‘Wie problemen heeft met zijn ontlasting, moet altijd geholpen worden.’ En zelfs als we echt niet weten of we te maken hebben met een man, vrouw of anders, moeten we taalkundig de knoop doorhakken: ‘Wie z’n boek is dit?’ alsof alleen mannen hun boek vergeten in de trein.

Damesbladen liegen over ons

Veel damesbladen lossen dit taalprobleem op door het pretentieuze ‘wij’ te gebruiken. Een zin als ‘Wie besteedt er geen zorg aan haar tuin?’ wordt vanzelf: ‘We besteden allemaal graag zorg aan onze tuin.’ Dat is weliswaar bewijsbaar gelogen, maar de redacteur (m/v) van dienst kan ermee geheim houden dat hij/zij heus wel weet dat de lezer/-es bijna altijd een vrouw is.
Het genderneutrale ‘wij’ helpt meteen een andere zorg om zeep: spreek je je lezer aan met ‘je’ of met ‘u’?
‘Je streeft naar gezelligheid in je huis’ zul je in de Libelle niet tegenkomen om die reden: ‘We streven naar gezelligheid in ons huis,’ staat er dan. Nou jaaaa! Zoiets mag je toch nooit beweren als daar geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is dat uitwijst dat 90% of meer van de mensen inderdaad onder die ‘we’ valt?
Maar ‘we’ suggereert net als ‘je’ wel fijn dat het een algemeen geldende wetmatigheid is. En dat zonder een vertrouwensband met de lezer te suggereren door haar amicaal ‘je’ te noemen terwijl ze liever het ouderwetse maar respectvolle ‘u’ had willen lezen. Woordmeester Wim T. Schippers introduceerde als Jacques Plafond ooit het multiwoord ‘ju’ om dit je/u-dilemma voorgoed uit de weg te ruimen. Waarvoor dank.

Kijs oplossing is ‘kij’

We zijn van goede wil. Nu meer dan ooit. Dat mag niet ontaarden in spuuglelijke teksten vol keuzemogelijkheden. Als er overal slashes staan struikelt de lezer elke regel opnieuw.
Hij/zij ziet zijn/haar leesplezier dan grondig verpest door politiek correcte slashes die hem/haar alleen maar afhouden van de inhoud. En de queers en al die andere tussenvormers voelen zich nog steeds buitengesloten, al maakt kij daar waarschijnlijk ook geen einde aan.
Vandaar dus het voorstel om ‘kij’ te introduceren als all inclusive persoonlijk voornaamwoord. Overkoepelend. Niet inplaats van hij, zij of het, want als het van belang is wil ik juist heel graag weten of ik met een man, vrouw of anders te maken heb. Kij is voor alledaags gebruik bij algemene beweringen waarbij het er helemaal niet toe doet of er wordt gesproken over een hij, zij of het. Het is de overkoepelende derde persoon enkelvoud. Eentje waar iedereen zich vrijelijk in kan herkennen. Ongeacht kijs sekse. Of de lezer hiermee direct gediend is… Och, kij zal er aan wennen, daar ben ik van overtuigd.
De overkoepelende derde persoon enkelvoud KIJ werd ontwikkeld tijdens een schrijfcoachingssessie met Beeldkrachttherapeute en enthousiast Blufscrabbelaar Caroline Franssen.
N.B.: bij de discussie over de invoering van een overkoepelende derde persoon enkelvoud is ook XIJ gesuggereerd. Misschien nog wel mooier omdat X altijd al staat voor ‘onbekend’ en ook voor het markeren van een mysterieuze maar begerenswaardige plek, bijvoorbeeld op een schatkaart. Hmmmmm… Xij heeft wel een punt!

Spreekwoorden

Zoutvaatje“Wij leven met een dode koekoek,” was zo’n prachtige spreekwoordvondst die een van mijn kinderen deed tijdens een potje ‘Verzin een spreekwoord of gezegde en laat de anderen raden wat het zou kunnen betekenen.’

Zelfbedachte spreekwoorden

Een goed zelfbedacht spreekwoord is direct helder. Deze raadden we dan ook meteen: we laten ons leven niet leiden door een klok of een agenda, we genieten van het moment. Of woorden van die strekking.
Het spel is volgens mij hard nodig in deze fase van de ontwikkeling van de mensheid. De spreekwoorden en gezegden die we hebben zijn bijna allemaal enorm gedateerd. Ze verwijzen naar een tijd waarin beroepsmatige handelingen in scheepvaart, leger en landbouw kennelijk de gesprekken bepaalden.
Iedereen hield destijds misschien wel eens een oogje in het zeil, had vorige week nog moeten maaien wat er gezaaid was of ging deze zondag weer eens een kogel door een kerk heen jagen, een knuppel in een hoenderhok gooien of een paar keer tegen een lamp lopen, gewoon, omdat het kon.

De zin van spreekwoorden

Spreekwoorden zijn hartstikke handig. Je kunt er onverwacht wijs mee uit de hoek komen (’t Kan vriezen, ’t kan dooien) zonder dat je nou per se de diepste diepte van wat je zegt hoeft te doorgronden. Je kunt ook straffeloos een oordeel uitspreken (‘Boontje komt om z’n loontje’) zonder dat je letterlijk je eigen, kwetsbare, mening geeft. Het geeft bovendien een lekkere culturele band als je samen snapt wat deze miniatuur-geheimtaaltjes betekenen. Geen wonder trouwens, want de blijvertjes onder de spreekwoorden komen ook voort uit een breed gevoelde Ervaring of Wetmatigheid binnen een bepaalde cultuur of tijd.

Moderne gezegden

Vraag is: waar blijven de nieuwe spreekwoorden en gezegden? Ze hoeven echt niet alleen maar te gaan over nieuwe technieken (‘Hij keek alsof z’n whatsapp account plotseling was opgeheven’) of ontwikkelingen (‘Hun relatie zit al 3 jaar in een IT-beursbubbel’).
Een tijd geleden informeerde ik of er dan niemand uitdrukkingen kende uit de Huisvrouwenwereld. Daar kwamen een paar schitterende reacties op. ‘Dweilen voor het feest,‘ of ‘Kruissteekjes borduren met staalkabel‘ noem ik. Daar moet meer te halen zijn. Waar blijven de gezegdes als ‘Hij zet er vuile borden bij als de afwasmachine al gedraaid heeft‘ (een onaangename en tijdrovende vergadertechniek, trouwens) of ‘Die opmerking was als aluminiumfolie in de magnetron‘.

Avocado of naaktslak

Onze totaal veranderde houding ten opzichte van de natuur zou evengoed kunnen leiden tot nieuwe spreekwoorden en gezegden. Niet meer het berustende en natuurbewuste ‘Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is’, maar meer het eigentijdse, natuurvervreemde: ‘Met je blote voet op een stuk avocado trappen is net zo shit als op een naaktslak staan, maar het is wel eerder weer schoon.’
Mag ik je eigen suggesties eens horen?
 

Valsspelen maakt slim

Computers spelen niet vals. Bah.


‘Vals spelen is goed voor de sociale ontwikkeling van kinderen,’ zei die mevrouw op de radio. Yeah! Ze had het onderzocht en had er uitstekende argumenten voor.
Okee, wat ik er verder van onthouden heb: als kinderen vals spelen checken ze op die manier hoe ver ze kunnen gaan met regels. Wat accepteren hun medespelers nog? Hoe ver kun je de grenzen oprekken? Welke argumenten slaan aan? Kortom: hoe kunnen ze het beste uit een situatie halen voor zichzelf zonder de anderen tekort te doen? Daar is creativiteit voor nodig, flexibiliteit. Sociale vaardigheid. Spreekvaardigheid. Van vals spelen word je dus slimmer.

Computers spelen niet vals

Maar vals spelen tegen een appje, een computerspelletje is niet mogelijk. De regels liggen vast. Probeer maar eens ‘nekblik’ te leggen bij wordfeud. Gaat niet. Terwijl het toch een prachtig woord is voor het gevoel dat er iemand naar je kijkt. Computers, de beste speelkameraadjes van kinderen (en veel volwassenen) zijn meedogenloos in hun begrenzingen. Er is wit (dit rekenen we goed) en er is zwart (pinggggg, dit rekenen we fout). Er zit geen rek in, er zijn geen onderhandelingsmogelijkheden. Je past je maar aan. Wat is dat nou voor boodschap aan de zich ontwikkelende kindergeest? Die moet dwarsliggen, uitproberen, overtuigen en samenwerken! Daar krijgen we zelfstandig denkende creatieve volwassenen van die slimme oplossingen bedenken in het leven.

Blufscrabble!

Mag ik dus, nu in het belang van de wereldvrede, nog een keer een warm pleidooi houden voor Blufscrabble!
Op 1 februari 2015 organiseerde ik het WK Nederlands Blufscrabble in Arnhem.
Lees het verslag hier.
P.S.: via Facebook vond de geniale bibliotheekmedewerkster Manja Schledorn (ze zoekt nog een baan!) de link naar een samenvatting van het onderzoek. Waarschijnlijk heb ik Louise Berkhout gehoord, die promoveerde aan de RUG, juli 2012, op het onderwerp ‘Spel en psychosociale gezondheid’. Een belangrijk punt dat ze noemt is dat kinderen (en volgens mij volwassenen ook) tijd nodig hebben om te tutten, rond te klooien. Hear hear. Ik ga er meteen mee beginnen.

Mondisering 1e Blufscrabble toernooi

Verdeelneem je nu voor Blufscrabble!


Het is zo ver! We hebben minstens voldoende deelnemers voor een geslaagd blufscrabble toernooi.
Vandaar dat ik hier met trots en gepaste exitatie mondiseer:

Het 1e Nederlandse
Blufscrabble toernooi

vindt plaats op

Zaterdag 26 november 
van 12.30 tot 17.00 uur
in De Oude Viltfabriek in Amersfoort

Jatsaar! 

 
Deze datum is met zorg gekozen voor alle blufscrabbelaars die de geest willen opsprankelen voor het schrijven van sinterklaasgedichten, wat ook moet gebeuren in deze tijd. En dat Blufscrabble de geest opsprankelt gaat zonder snok.
De details
Deelnemers betalen 10 euro inschrijfgeld en worden allemaal verzocht om een hapje of drankje mee te nemen voor de blufborrel achteraf.
We hebben tenslotte wel iets te vieren: het ontstaan van een totaal nieuwe spelvorm voor de een, eindelijk erkenning voor creatief toepassen van spelregels voor de ander, een hunkerende gooi naar de felbegeerde hoofdprijs – de Gouden Chimot – voor de derde.
Meer details – deelneming –
Verdeelneming is simpel: schrijf een commentje met je aanmelding onder dit blog. Schrik niet, je bent niet de eerste, maar die andere lijst staat onder het vorige blog over blufscrabble. Effe scrollen dus.
Houd vooral je twitter en dit blog in de gaten want zodra bekend is wie ons jurylid gaat worden en voor hoeveel de aardigste scrabblebordenfabriek ons wil sponsoren lees je het hier.
Nog meer details – de spelregels-
Voor wie het nog eventjes helemaal helder wil hebben:
Bij blufscrabble hoeven de woorden niet perse al eerder gebruikt te zijn, als je theorie maar goed is. Dat wordt bepaald door je drie medespelers.
Komen die er niet uit, dan wordt tijdens het toernooi de jury erbij geroepen.
Wordt een nieuw woord buitengewoon elegant gevonden door de medespelers en ontstaat het verlangen om het toe te voegen aan onze alledaagse woordenschat, dan wordt het met uitleg genoteerd door een blufscrabblesecretariaatsmedewerkster (3x woordwaarde).
Een partij duurt maximaal een uur. Na het speltoernooi noemen de spelers van elk bord hun drie favoriete woorden. De bedenker van het mooiste woord wint uiteindelijk de Gouden Chimot.
Tijdens het toernooi worden de deelnemers uitgenodigd eventuele aanvullingen op de spelregels te noteren, die bij consensus kunnen worden toegevoegd voor het volgende toernooi.
Wat we nog nodig hebben:
-Een Gouden Chimot
-Blufscrabbelsecretariaatsmedewerksters (m/v)
-Een jurylid van statuur
-Media die aandacht willen besteden aan dit woordevenement van het jaar
-Een vaandel waarop staat ‘Blufscrabble toernooi’ om aan de pui te hangen
-Schriftjes en pennen om de punten mee bij te houden
Kun jij hier een bijdrage aan leveren? Neem dan even contact met me op.
Vergeet niet je aan te melden: we hebben maar vijf borden dus met 20 deelnemers zit het Blufscrabbletoernooi vol.

Jij kunt er bij zijn.

Het 1e NL Blufscrabble toernooi

Maak 't mooi op 't Blufscrabble toernooi!


Het zou wel eens het woordevenement van het jaar kunnen worden: het eerste Nederlandse Blufscrabble toernooi.
Onvermijdelijk, gezien het feit dat alleen via Twitter al binnen de 24 uur zeven enthousiaste deelnemers staan te trappelen om van start te gaan en naar hartelust legitiem vals te spelen. Zodra de tiende deelnemer zich heeft aangemeld organiseer ik het toernooi. Hoe? Och, zei @thee_met_koekjes terecht: daar bluffen we ons wel doorheen.
In de jury vragen we natuurlijk Philip Freriks, taalludagoog bij uitstek.
Of Ewoud Sanders misschien wel, die toch al jaarlijks een woordenboek samenstelt met nieuwe woorden, voor het NRC.
Of eh… Lydia Rood, omdat ze ook zulke grappige woordconstructies kan maken. Of misschien doen we het zelf wel.
En dan als prijs een gouden chimot!
In elk geval: je kunt meedoen met het Blufscrabble toernooi. Het wordt nazomer en je kunt er een hele winter op teren.
Schrijf je in bij de comments onder het vorige stukkie.
Trouwens: op Omdenken is het concept van Blufscrabble uitgebreid genoemd als voorbeeld van eh… nou ja, omdenken.
Je kunt ‘m ook volgen op Twitter: @Omdenken

Blufscrabble verruimt de geest

Bij blufscrabble scoor je niet alleen, je creeert ook ruimte in de geest - en een hele hoop nieuwe woorden


Als de schoonheid van het woord extra punten zou opleveren zou ik bij scrabble niet vals hoeven te spelen. Mijn naaste omgeving en god zelf weet dat ik dat wel doe. Graag en onverbeterlijk. Omdat het kan.
“Het is toch do-re-vi-ma-sol, he?” informeer ik zekerheidshalve even bij mijn tegenspeler. Knikt die afwezig ‘ja’ kan ik dus mooi 26 punten opstrijken voor ‘vi’, met de V dubbel geteld op 3x letterwaarde. Of ik vraag hoopvol: “Als iemand z’n haardos helemaal in de war is he, dan heet dat toch ‘wardos’?” Meestal wordt hier tamelijk afwijzend op gereageerd. Jammer is wel dat veel mensen daardoor niet graag met mij scrabbelen: ze moeten er zo bij blijven opletten.
Maar op de camping trof ik Miek die graag in mijn voortent een potje kwam spelen omdat haar man toch niet zo van scrabble houdt.
Al bij het eerste plankje bleek dat ik hier met een zielsverwant te maken had.
“Rekenen we het voltooid deelwoord van zelfstandige naamwoorden ook goed?” vroeg ze min of meer terloops.
Alleen al uit nieuwsgierigheid leek me dat vanzelfsprekend. “De regel is immers dat het niet uitmaakt of je woord al eerder gebruikt is, als je theorie maar goed onderbouwd is,” besloten we streng. Een mens kan niet zonder duidelijke regels.
Vervolgens legde Miek met een stalen gezicht het prachtige woord RAJIXLO neer. Op mijn vragende blik antwoordde ze geduldig: “Dat is die bekende Mexicaanse dans. Dit is het voltooid deelwoord ervan.”
Onze avond kon niet meer stuk. Tot zeven maal toe hadden we een volledig plankje leeg en dus 50 punten extra te pakken. Er werden fenomenen beschreven die geen enkel woordenboek ooit zouden halen: de spiegelshovel, die nochtans handig is voor moeilijk bereikbare plekken waar net zo goed wel eens geshoveld moet worden. Het volledige oud-Drentse recept voor een harde krentenkoek werd bijna afgekeurd omdat er geen chocola in leek voor te komen, maar omdat de garnering altijd bestaat uit melkchocolade kevertjes kon het woord DROMKE toch nog worden goedgekeurd. Het grappige geborduurde schortje van de joods-siberische minderheid op Ijsland, de LECHME, moest worden afgekeurd omdat er te weinig bewijs voor was. Ja, we waren meedogenloos, maar rechtvaardig.

Blufscrabblen kan iedereen leren


Uiteindelijk wonnen we met 1 punt verschil (dat leg ik nog wel eens uit).
Het aardige van blufscrabble is dat het de boodschap aan de geest geeft dat alles in principe mogelijk is. De zelfopgelegde beperkingen die ons normaal gezien ernstig hinderen bij het vrije associeren en lekker woordspelen zijn opgeheven. De geest kan dartelen. Dat is te merken aan het feit dat plotseling niet alleen de prachtigste blufwoorden en creatieve beschrijvingen ontstaan, maar dat er ook een hele extra galerij aan bestaande woorden blijkt te worden aangeboord. Deuren en ramen zwaaien zonnig open in de hersenen.
Als de bluf voor scrabble al zo stimulerend werkt, hoe heilzaam zal het dan wel niet zijn voor de economie?
Hierover later. Of misschien ook wel niet. In elk geval kan ik je een potje blufscrabble warm aanbevelen. Noteer vooral even je mooiste vondsten en vermeld ze hier eventjes. Met uitleg graag, want als het goed is kent niet iedereen je woord al.

Doe mee aan het woordevenement van het jaar

Schrijf je in voor het eerste Nederlandse Blufscrabble Toernooi

bij de comments hieronder

 
Een fijne tip
van @Tine_S :
Cock en Ab van der Laak speelden ook al naar hartelust
Blufscrabble avant la lettre…