yoeke nagel wil wel eens weten wat je wilt zeggen

Klaar

De tweede versie van definitief concept is bijna af. We moeten voorzichtig blijven. Voor de tweede keer heb ik mijn eigen boek straks helemaal gelezen, van voor tot achter. De ambachtelijke fase. Drie prints met aantekeningen van dierbaren liggen om de laptop heen. Ik probeer er een soort van simultaan doorheen te bladeren om geen correctie of suggestie te missen. ‘Nee, dat was niet op een dinsdag,’ ‘Over dit thema meer uitweiden’, ‘ontdekkgen’. Opmerkingen van heel verschillende aard en soms -‘Dit leg je pas uit op blz. 124’-, met hele grote gevolgen voor de tekst die onder mijn handen verfijnd wordt, geslepen, opgepoetst en ingekleurd, nu de grote lijn staat.

Kritiek op je schrijfwerk

Ik weet nog dat ik over dit soort gemiereneuk van anderen woest kon worden, vroeger. Eindredacteuren hebben er een handje van om de domste vragen te stellen en dan te beweren dat het anders moet omdat ‘de lezer’ het niet zou begrijpen. Fok de lezer! Je snapt het gewoon zelf niet, sukkel! Lees dan beter, het staat er toch? Alleen niet op de manier zoals jij het zou schrijven omdat je al jaren zelf het ambacht niet meer beheerst. Dat is precies waarom ze je eindredacteur gemaakt hebben, eikel! Briesend en stampvoetend hakten mijn vingers dan in op het toetsenbord om die klotewijzigingen door te voeren want ja, weigeren zou betekenen dat ik niet betaald zou worden voor mijn werk. Als ik dan snuivend van woede de laatste punt had gezet moest ik echt even naar buiten om weer af te koelen voordat ik het begeleidende mailtje opstelde en het herziene stuk opnieuw naar de nijvere eindredacteur stuurde. Oh ja, ik was natuurlijk ook zelf een tijdje eindredacteur. Toen verbaasde ik me er wel eens over hoe agressief schrijvers reageerden als ik ze in alle rust uitlegde hoe ze hun teksten beter kunnen krijgen, maar dat staat hier los van.

Miniatuurtjes in een vitrinekast

Nu is het anders. Drie mensen hebben de moeite willen nemen om alvast deze eerste schets door te nemen. Vier zelfs, want mijn ouders hebben samen een manuscript gelezen. Die warme en gedetailleerde aandacht zijn Sinterklaaskadootjes voor me. Met zorg omgeven pareltjes van betrokkenheid. Toevoegingen, vragen, soms in de kantlijn een keer met potlood ‘Mooi!’ zelfs. Nu voelt het doorvoeren van die wijzigingen alsof ik flonkerende miniatuurtjes zorgvuldig in een vitrinekast plaats om er met een dankbare glimlach van te kunnen genieten.

Klaar. Oei.

Het laatste hoofdstuk levert nog vier opmerkingen op. Kleintjes. Als ik ze heb doorgevoerd lees ik de laatste alinea ook nog even, om het werk compleet te maken. Ik ben er doorheen. Tot mijn eigen verbazing voel ik opeens hoe mijn adem naar buiten komt met een zacht jammertje. De warmte uit mijn borst stijgt naar mijn ogen en komt er daar als druppels uit. Mijn schouders schokken. Het is klaar. Gut. Ik zal het missen, dit boek schrijven.
In maart 2018 staat de boekpresentatie gepland van mijn veertiende boek.
Ik houd je op de hoogte.

Kringloopwinkel voor Tekst

“Soms schrijf ik een stukje wat best goed is. Alleen kan ik het niet zelf gebruiken omdat mijn artikel ergens anders over gaat.” Dat vertelde een nieuwe schrijfcoachingsklant me vandaag. Ik herkende het onmiddellijk. Daarom open ik vandaag feestelijk de Kringloopwinkel voor Tekst. Daarmee kan ik je eindelijk een oplossing aanbieden voor de gruwelijke schrijffase die elke schrijver door moet: kill your darlings.

Kill your darlings

‘Kill your darlings’ is het afschuwelijke maar levensreddende advies dat ooit de schrijver William Faulkner gaf aan zijn studenten. Je schrijft een stukkie, je tikt lekker een heel stuk weg en je vindt, een enkel moment lang, heel veel van wat je geschreven hebt best aardig gelukt. Het enige probleem is dat je stuk twee keer te lang is.
Of: je vindt je stuk in grote lijnen wel geslaagd, maar het is enorm saai en je herhaalt jezelf een aantal malen.

Tekst weggooien is okee

Wat nu? Tekst weggooien. Er is geen andere optie. Je hebt op je verhaal zitten zweten, je bent je aan de alinea’s gaan hechten, ja, je houdt van de zinnen die je schreef. Ze zijn je dierbaar. En nu moet je ze vermoorden. Met een mes. Nou ja, met een delete-toets. Kill your darlings. Dat doet zeer. Ze kunnen wel zeggen dat elk verhaal beter wordt als je tenminste eenderde ervan wegstreept (ik zeg dat ook graag, dus het moet ook wel waar zijn), maar daarmee wordt de handeling zelf niet minder bloederig.

Opruimen, weggooien en doorgeven

Hoe doen we dat snoeiwerk, dat opruimen, op andere terreinen van het leven? Ik heb zelf nogal wat ervaring in het zuchtend omgaan met een overvol huis waar van tijd tot tijd korte metten moet worden gemaakt met spullen die me dierbaar waren maar nu vooral plek innemen. Ze moeten opgeruimd worden. Lastig. In Handige Boeken Over Opruimen In Huis staat meestal veel bagger. Wel functioneel vind ik de tip om je spullen te verdelen in drie stapels:
1- Opruimen, repareren of betere plek geven
2- Weggooien
3- Doorgeven aan anderen via de kringloopwinkel
Een voorheen dierbaar vaasje kan ik moeilijk weggooien. Het idee dat iemand anders er misschien nog iets aan heeft maakt het aanmerkelijk makkelijker om zo’n ding uit mijn  huis te verwijderen. Ik stop het in de bak ‘kringloopwinkel’ en kan er dan met een gerust hart afscheid van nemen. Misschien wordt iemand anders er blij van. Ik niet meer.

Kringloopwinkel voor tekst

Kijk. Zoiets moet ook met tekst kunnen. Daarom open ik hierbij feestelijk ’s werelds eerste Kringloopwinkel voor tekst. Je kunt er halen en brengen.
-Moet je artikel, boek of scriptie korter? Orden dan opnieuw, gooi weg wat weg kan. En mail mij daarna je prima alinea’s die helaas voor jou op dit moment niet bruikbaar zijn, maar die er toch uit moeten.
Zet er even vijf steekwoorden bij, zodat ik je fragmenten kan archiveren.
Mocht er iemand aankloppen bij me die nou precies zo’n stukje tekst nodig heeft, dan stuur ik ‘m jouw woorden toe. Credits doen we niet aan, want jij had toch niks meer aan die tekst en nu past hij fijn in een verhaal van iemand anders. Komt ie toch nog tot z’n recht, en jij bent er van af. Kill your darlings is nog nooit zo makkelijk geweest!
Snel aan het inkorten dus. Jouw tekst wordt er beter van. En die van een ander ook.
-En heb je zelf een bijzonder stukje tekst nodig? Mail me, misschien heb ik het wel kant en klaar voor je liggen, ingeleverd door iemand die ‘m niet meer nodig had. Zo goed als nieuw.

Tekst over? Tekst nodig?
Mail me vijf steekwoorden bij aanleveren of opvragen
van goede, overbodige teksten.
Graag schoon, heel en in goede staat. Betaling vooraf.

   Ja, ik heb tekst over voor hergebruik

  Ja! Stuur mij een zo goed als nieuwe tekst toe

    Nee. Ik schrijf liever mijn eigen tekst en leer graag hoe ik zelf goed kan inkorten en redigeren. Ik kijk nu dus even op je cursusagenda om me direct in te schrijven voor een van je workshops of cursussen

 

Schrijven is als een wandeling maken – schrijfoefening

Schrijven is als een wandeling – schrijfoefening

A layout for designers, developers and companies to create websites for show casing their products


Rich Text Editor

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.


Social Icons

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.


Advanced Slider

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.


Responsive Layout

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Sed lacinia accumsan lectus, sed facilisis eros suscipit in.

“Beautiful design made simple with the power of Page Builder’s pre-built layouts”

Everest, a Page Builder layout 

Lorem ipsum dolor sit amet, consetetur sadipscing elitr, sed diam nonumy eirmod tempor invidunt ut labore et dolore magna aliquyam erat, sed diam voluptua. At vero eos et accusam et justo duo dolores et ea rebum.
Stet clita kasd gubergren, no sea takimata sanctus est Lorem ipsum dolor sit amet. Lorem ipsum dolor sit amet, consetetur sadipscing elitr, sed diam nonumy eirmod tempor invidunt ut labore et dolore magna aliquyam erat, sed diam voluptua.

De markt op – schrijfoefening

In Saint Montbeillard sur Soissonne is elke maandag markt. We gaan er heen met de schrijfcursisten.
De schrijfopdracht van vandaag:
Bestudeer een interessant type en schrijf zijn of haar verhaal. Besteed ruime aandacht aan het innerlijk leven van je hoofdpersoon door emoties te tonen via lichaamshoudingen (show, don’t tell). Dit zijn de technieken ‘Parelduiken’ en ‘Chocoladeschrijven’ die we vandaag oefenden.
Hieronder mijn verhaal.

Paddenstoelen

“Nou heb je alleen de platte paddekop eraf getrokken. Traag moet je trekken. Traaaaaag. Zo!” Zijn vader hurkt naast hem neer. Hij kijkt even opzij of zijn zoon oplet. Zijn eeltige handen hebben een aardekleur. Met drie vingers schuift hij de worteltjes van de paddenstoel tegemoet tot onder de grond. Daar vormen zijn vingertoppen samen een kommetje dat zich sluit, onder de stam, en de paddenstoel naar het daglicht brengt. Traag. Zijn vaderhand is even een veilig ledikant voor dit goudbruine boswezen. Met twee aardedonkere vingers pakt hij voorzichtig de glinsterende slak beet die gulzige happen neemt van de bruine hoed. Een korte zwiep vanuit de pols en de slak ligt verderop, in het bos. Met een hoofdknikje wijst de vader naar de witte worteltjes aan de stam.
“Ophalen uit het donker. Dan zit alles er nog an,” legt hij geduldig uit. De zoon knikt afwezig en tuurt over de hand heen naar een schaduwrijke plek onder een oude berk. Zijn half dichtgeknepen ogen prikken dwars door de dorre bladeren heen, zijn adem gaat snel en zijn handen tintelen. Hij ruikt ze. Hij weet al precies welke hij moet hebben. Nog voordat de paddenstoel van zijn vaders hand in de mand is gegleden springt hij op en rent verder, snuivend naar richting. “Hier! Grote!” roept hij enthousiast. “Traaaaaaaag he!” waarschuwt zijn vader hem als de jongen zijn vingers vastberaden in de grond steekt.
Zo heeft hij het geleerd. Zijn vader nam hem mee het bos in, vanaf het moment dat hij kon lopen. De sporen van zijn vader wilde hij volgen. Zodra het kon liet ook hij een dikke snor en een baard groeien om de lokgeur van de paddenstoelen vast te kunnen houden.
Ja, hij had moeten leren om traag te plukken, zo traag als de slakken die hem zo vaak voor probeerden te zijn; ze bewegen langzaam maar ze eten snel.
En er kwam een tijd dat hij zich realiseerde dat hij zijn vader voorbij geplukt was. “Pa, ze groeien net zo snel als ik beweeg. Laat mij ze vinden, dan kun jij ze bovenhalen,” stelde de zoon voor. Hij snuffelde en wees, de vader hurkte en groef. Zwijgend. Knikkend. Sjouwend.
Samen stonden ze elke maandag op de markt. Met kisten vol verhuisden de paddenstoelen van het bos naar keukens in het hele stadje om te verdwijnen in geurige soepen, in omelets of een dikke saus.
Tot de zoon op een kille herfstdag zag hoe de vader hurkte. Met een samengeknepen mond en ingehouden adem, die ontsnapte met een kreun als hij, de handen op de bovenbenen steunend, door de knieen zakte, een paddenstoel tegemoet.
“Pa, schei er mee uit,” had hij gezegd. “Pak de andijvie. Druiven. Pompoen. Die hebben niet zoveel kapsones als paddenstoelen.”
Sindsdien hebben ze beiden hun eigen kraam op de markt. De vader met groenten. De zoon met paddenstoelen. Af en toe kijkt hij opzij. Daar staat z’n vader, met pompoenen. Zorgzaam steekt hij z’n aardedonkere duim op. “Ça va?” Zijn vader knikt geruststellend. Hij zucht diep en schudt traag zijn hoofd. Hij weet een ding zeker. Als hij zelf ooit zo ver komt dat hij op de pompoenen moet overstappen, dan hoeft het voor hem niet meer. Dan blijft hij liever in het bos. Tussen de paddenstoelen. Hij weet al precies welke hij moet hebben.

Ga zelf de markt op voor je verhaal

En hoe zou jouw verhaal er uit zien als je een tochtje over je eigen plaatselijke markt als uitgangspunt neemt?
Maximaal 600 woorden, met kop en staart graag.
Stuur je verhaal gerust even naar me toe voor commentaar en tips.

Het 1,2,3-tje

Het 1,2,3-tje is het perfecte schrijfgereedschap om een detail, een thema, een karakter of gebeurtenis te laten opvallen in je verhaal.
Stel: je laat een moord plegen in het stadspark. Over 187 pagina’s zal blijken dat de gele sok onder de brem cruciaal is om te weten wie het gedaan heeft.
Dan wil je, als schrijver dan, graag dat die sok opgemerkt kan worden en toch ook een beetje verstopt blijft. Je lezer moet een eerlijke kans hebben om die moord zelf op te lossen. Het 1,2,3-tje is de schijnwerper die je richt op de sok.
Stel: het dienstmeisje van de pastoor blijft altijd onverstoorbaar haar werk doen. Wordt ze uitgescholden, staat het huis in de fik, raakt ze zwanger van de bakker – haar maak je de pis niet lauw. Maar als het buurjongetje worteltjes jat uit haar moestuin krijgt ze de pest in. Hoe schilder je die reactie zo nauwkeurig dat de lezer de volle zwaarte van haar reactie zal inzien? Het 1,2,3-tje is het podium waar je haar op presenteert.

Wat is een 1,2,3-tje?

Het 1,2,3-tje is de Westerse Haiku en kan nauwelijks overschat worden. Ik ontwikkelde ‘m trouwens zelf, dus je googelt er tevergeefs naar tussen de bekendere schrijftechnieken. Dat is mooi, want daarmee kun je het 1,2,3-tje gemakkelijk gebruiken zonder dat iedereen hem meteen herkent in je tekst. Onbewust aangeleverde schrijfkunstjes werken immers altijd het beste.

Hoe werkt een 1,2,3-tje?

Het 1,2,3-tje bestaat uit drie zinnen en is daardoor kort en krachtig, maar buitengewoon sfeervol.
Zin 1: een waarneming
Bijvoorbeeld: Onder de struik ligt een gele sok
Zin 2: een passende metafoor
Bijvoorbeeld: als een modderige, katoenen condoom.
Zin 3: een vraag of conclusie
Bijvoorbeeld: Hoe onveilig is dit donkere park?
Of
Zin 1: een waarneming
Bijvoorbeeld: Dan dreunt de rechtervuist van het dienstmeisje onverwacht op zijn kaak
Zin 2: een passende metafoor
Bijvoorbeeld: als een dikke kokosnoot die in het warme zand ploft
Zin 3: een vraag of conclusie
Bijvoorbeeld: Jarenlang heeft ze die knal laten groeien onder klimatologisch ideale omstandigheden: de tiranie van de pastoor.
Op de foto zie je drie deelnemers aan de schrijfweek in Frankrijk worstelen met de huiswerkopdracht van vandaag: schrijf een verhaal van 450 woorden, waarin je een 1,2,3-tje verwerkt.
Meedoen? Prima. Stuur ‘m maar even op, dan bespreken we hem en krijg je hem met commentaar en tips terug.
 

Wat is 'Show, don't tell'

Moos maakt een wandelingetje langs een meer en ziet daar een vent op een klapstoeltje bij het water zitten. Elke drie minuten springt hij op, grijpt met beide handen boven zich, houdt dan z’n handen voor z’n gezicht, opent ze langzaam en tuurt enige tijd naar zijn handpalmen. Daarna ontspant hij zichtbaar en gaat weer zitten. Drie minuten later herhaalt dit tafereeltje zich.
Moos blijft een tijdje staan kijken en loopt dan nieuwsgierig naar de man toe, net als die weer even is gaan zitten. “Meneer…” zegt Moos: “Ik heb zo een tijdje staan kijken en ik zie dat u een druk mens bent, maar mag ik vragen: wat doet u eigenlijk?”
De man werpt een doordringende blik op Moos en zegt dan gehaast: “Ik vang mumzels!”
Moos zwijgt en wacht tot de man opnieuw is opgesprongen, in de lucht grijpt, zijn handpalmen bestudeert en weer zit.
“Mumzels…” herhaalt Moos belangstellend. “Hoe zien die er dan uit?”
De man haalt zijn schouders op en schudt dan teleurgesteld zijn hoofd.
“Weet ik niet. Ik heb er nog geen een gevangen.”

Wat heeft een schrijver aan mumzels

Deze klassieke leervertelling (die ik van mijn vader hoorde) is van groot belang voor schrijvers.
Voor je lezer is elke nieuw ontwikkeling in je verhaal een mumzel.
-Elke gebeurtenis die plaatsvindt is voor jou gesneden koek: door je planning weet jij allang dat dit er aan stond te komen en je kent elk detail al, anders had je het niet kunnen schrijven.
Maar voor je lezer is het nog een verrassing wat er gebeurt en waarom dan: een mumzel die nog niet gevangen is.
-Elke emotie die je hoofdpersoon doormaakt heb je als schrijver al doorvoeld. Je weet hoe geschrokken, verlegen, overdonderd, brutaal, bloedgeil of vrolijk je hoofdpersoon door de straat wandelt.
Voor je lezer is het een ongevangen mumzel. Nog niet gezien, laat staan gevoeld.
-Elke zintuiglijke waarneming heb je zelf gecreeerd in je verhaal. Je hebt het mos geroken, de helikopter gehoord, de pizza geproefd en het babyhuidje aangeraakt. Je lezer weet van geen mumzel.

Vang die mumzel en laat ‘m zien *)

Je zult je lezer op elk detail moeten wijzen, want er is geen andere manier om hem jouw wereld in te trekken dan door die mumzels eigenhandig voor hem te vangen en te beschrijven, te laten beleven, voelen, ruiken.
Schrijf je: ‘Toen de deur opende, ging er heel wat door haar heen.’
Oh ja? Wat dan? Vang die mumzel en laat ‘m zien:
‘Toen de deur opende, trok er een warme rilling van haar bekken naar het puntje van haar tong. Een vleugje van zijn aftershave was genoeg om al haar ingedutte verlangens weer te wekken.’
*) Dit is wat anderen bedoelen met de schrijverswet ‘show, don’t tell’.
   Beter, makkelijker & mooier schrijven? Check de cursusagenda   

intensieve schrijfweek met schrijfcoaching

Intensieve schrijfweek in Nederland

Intensieve schrijfweek met schrijfcoachingEen week lang ongestoord werken aan je boek. Meters maken. In elke fase van je schrijfwerk doet een intensieve schrijfweek wonderen. Je hebt geen afleiding van je gewone dagritme, je gezin of je normale werk, je kunt je volledig concentreren op je verhaallijn, je schrijft of redigeert op elk moment dat het je uitkomt. Bovendien zit je niet in je eentje te worstelen met je boek. Elke dag heb je overleg met je schrijfcoach. En je blijft gewoon in Nederland dus in geval van nood ben je zo weer thuis.

Maak een schrijfplan met een schrijfcoach

Je start je schrijfweek met een schrijfcoachingsconsult van twee uur. Op de eerste dag van je week, of zelfs vooraf, maak je samen met een professionele schrijfcoach een schrijfplan voor je week. Dan heb je een realistische opzet voor je werk. De structuur van je boek, je werkuren, maar ook de momenten van ‘creatieve stilte’ geven je houvast. Daardoor weet je wat de speelruimte is voor jou en voor je boek.

Schrijfweek met ondersteuning

Schrijfweek in Hofstede Het KlaphekElke dag komt je schrijfcoach nu even bij je langs om te horen hoe het gaat met jou en met je boek. Ze heeft dan al gelezen wat jij de vorige dag schreef en geeft je verhelderende vragen, tips en toejuichingen over je werk. Je bespreekt wat je vandaag gaat schrijven en als je twijfelt heb je je professionele sparringpartner bij de hand. Je schrijfcoach helpt je ook aan een goede basis voor samenwerking met je innerlijk criticus. Is je inspiratie even opgedroogd, dan denkt ze met je mee zodat je je volgende hoofdstuk weer lachend in gaat.

Hoe houd je het vol

Schitterende omgeving voor schrijfinspiratieEen hele week schrijven houd je vol door bewust af en toe niet te schrijven. Deze creatieve stilte neem je door dagelijks een wandeling te maken, of een eindje te fietsen*) in de prachtige omgeving: de Overbetuwe. Je moet wel, trouwens, want je ruime schrijfatelier, in Bed & Breakfast Hofstede Het Klaphek in Randwijk, ligt op tien minuten fietsafstand van de dichtstbijzijnde supermarkt. Op woensdag en zaterdag is er markt in het bruisende Wageningen, waar je met het veerpontje naar toe kunt. Vind je jouw schrijfinspiratie in een grotere stad, dan ligt de metropool Arnhem aan je voeten op drie kwartier fietsafstand. Hoe houd je het vol? Het is gewoon zonde van je geld als je een schrijfdag voorbij laat gaan zonder te schrijven: je schrijfcoach is je ondersteuning en je stok achter de deur.

Wanneer is een intensieve schrijfweek slim voor jou

* Voordat je begint aan je boek

Je maakt samen met je schrijfcoach een schrijfplan, een opzet voor je boek, een overzicht van hoofdstukken die logisch in elkaar doorlopen. Bovendien maak je een Creatiepentagram dat je houvast geeft bij het maken van verstandige schrijfkeuzes.

* Als je een stoffig schrijfplan nu echt wilt uitvoeren

Je bent al een keer begonnen en ook weer gestopt met je boek. Te weinig tijd, geen inspiratie meer, te veel andere dingen, geen zin meer, je had een goede reden om het even te laten liggen. Met een intensieve schrijfweek krijg je er weer zin in. Bovendien helpt de begeleiding van je schrijfcoach je om een weg in te slaan die je zelf kunt volhouden, deze keer, tot je boek af is.

* Als je steeds twijfelt over je schrijfwerk

Je schrijft al een tijd aan je boek maar je blijft je afvragen of je nou wel op de goede weg zit. Is dit een aanpak die werkt? Is hier belangstelling voor? Moet het wel in deze stijl? Is dit duidelijk genoeg? Voor deze vragen heb je een schrijfcoach, die je dagelijks professionele adviezen geeft over je werk en je helpt om de juiste vorm te vinden – en te houden.

* Als je een deadline wilt halen

Zit er een uitgever of een scriptiebegeleider op je werk te wachten? Er zijn schrijvers die er jaloers op zouden zijn! Maar voor jou is het misschien een drama. Een intensieve schrijfweek biedt je de beste kans om je deadline te halen. Je schrijfcoach mept je er doorheen met zachte hand en professionele tips. Doordat je je tekst steeds laat lezen weet je bovendien dat je straks ook echt iets moois inlevert.

* In de redigeerfase van je manuscript

Je hebt je manuscript al klaar? Dan begint de redigeerfase. Een intensieve schrijfweek maakt dat je met frisse moed je hele werk nog een keer kritisch kunt doornemen. Om het nog beter te maken dan het al is. Je schrijfcoach kijkt over je schouder mee. Dat is je eerste lezer die echt aan jouw kant staat en je praktische tips geeft over het redigeren van je boek.

  • Liever zonder schrijfcoach aan het schrijven?
    Moet je doen. Betaal je iets meer voor je B&B maar je zit evengoed in een prachtige schrijfomgeving.

Je luxe schrijflocatie met schrijfcoaching 

De kleine lettertjes voor je intensieve schrijfweek

-Je schrijfcoach is Yoeke Nagel, auteur van o.a. ‘Schrijven met het Creatiepentagram’.
Je betaalt 550 euro plus btw voor 5 dagen intensieve schrijfcoaching op locatie. (vanaf 1 januari 2018 is de prijs 600 euro)
-Je schrijflocatie is B&B Hofstede Het Klaphek, Bredeweg 69 in Randwijk.
Voor 500 euro plus btw heb je een luxe schrijfatelier, voor 6 nachten schrijfretraite met schrijftafel, tweepersoonsbed, wifi, tuin, w.c. en douche.
-*) Een fiets heb je er bij voor 50 euro (hele schrijfweek), een meditatiekussentje kun je lenen, folders over de prachtige omgeving vind je in de B&B.
-Bespreken doe je na overleg met Yoeke en Het Klaphek, om zeker te weten dat er plek is voor je.

Op de foto zie je auteur Jennifer Hanenberg-Elders tijdens haar intensieve schrijfweek in Randwijk.
Ssssssst… Haar boek is al bijna af!

Jennifer Hanenberg maakte schrijfmeters in Randwijk
 
 

Mijn familieverhaal schrijven

“Daar moet je eens een boek over schrijven,” zei mijn verkering twintig jaar geleden. Ik had hem verteld over het bijzondere leven van mijn grootmoeder, die in de oorlog in het communistische verzet stapte. Mijn familieverhaal. Losse flarden spannende geschiedenis had ik in de loop der jaren over haar gehoord, maar een heel boek over haar leven was er niet. Een gat in de geschiedenis dat ik graag persoonlijk wilde vullen. Dus begon ik met schrijven.
De verkering verdween uit mijn leven, het boek over mijn grootmoeder bleef. Nou ja, in mijn hoofd dan. Een paar opzetjes verdwenen weer uit mijn computer, of ze nou wel of niet goed genoeg waren. Pas drie jaar geleden begon ik er echt aan. Door gesprekken te voeren met mijn moeder, de dochter van die interessante grootmoeder. Ik ontdekte dat mijn moeder zelf minstens zo interessant is als haar moeder. En alles wat er ooit in mijn familie gebeurd was, bleek ook weer invloed te hebben op mijn eigen leven. Zo werd dat boek dat ik wilde schrijven alleen maar ingewikkelder.

Schrijven als je niet alle feiten kent

Niet alleen het verhaal dat ik wilde vertellen was ingewikkeld, ik moest ook goed nadenken over hoe ik dat dan zou moeten vertellen. Welke structuur geef je een verhaal als je het leven van twee of misschien wel drie mensen tegelijk wilt beschrijven, die in verschillende tijdperken hun volwassen overwegingen maken over hun keuzes? En hoe ga je om met het feit dat je niet alle feiten kent? Dat sommige feiten zelfs voortdurende door andere feiten worden tegengesproken? Dat de ene bron met veel overtuiging precies het tegenovergestelde beweert van wat de ander zegt?

Familieverhaal schrijven

Dertien boeken schreef en publiceerde ik tot nu toe. Allemaal met kop en staart. Maar het schrijven van een boek over mijn familieverhaal mikte me in een woordworsteling van twee jaar. Toen snapte ik opeens hoe je zoiets doet. En precies op dat moment belde, totaal uit het niets, een enthousiast stamboomzoeker, Yolanda Lippens. Of ik misschien een workshop ‘Familieverhaal schrijven’ wilde geven. Dat zal wel toeval zijn.
Maar het leidt er wel toe dat je je nu, voor het eerst, op mijn nieuwe schrijfcursusagenda voor een workshopdag ‘Schrijf je familieverhaal’ kunt inschrijven. Samen met Yolanda. Zij kan je alles vertellen over stamboomonderzoek, ik ga je helpen om jouw familieverhaal te schrijven.
En omdat je misschien eerst andere dingen wilt schrijven bied ik je nog drie andere complete schrijfcursussen aan, die in oktober al beginnen.
NB: de foto’s op deze pagina zijn allemaal van andere families dan de mijne

Cursus Creatief Schrijven – 6 avonden
Cursus Schrijven voor Ondernemers – 6 vrijdagmiddagen
De M-serie – 3 avonden Masterclass
Schrijf je familieverhaal – 1 dag

Schrijfcursussen en meer

Kij is het nieuwe hij/zij

Iedereen hoort er bij. Daarom gebruiken we de constructie hij/zij of zijn/haar in teksten. Afschuwelijk! Wat ziet dat er lelijk uit. Hier is een vacature voor een nieuw woord waar iedereen zich in kan herkennen. Ik stel voor: kij.
Nee wacht: dit is een grammaticale discussie over persoonlijk voornaamwoorden, geen politiek statement!

Ik geloof in seksen

Voor de duidelijkheid: ik geloof enorm in seksen. Er zijn mannen. Er zijn vrouwen. En er zijn mensen die er niks voor voelen om zich tot een van die twee groepen te rekenen. Gelukkig maar. Alleen hebben wij daar taalkundig geen goede oplossing voor.
Veel persoonlijk voornaamwoorden zijn geschikt voor iedereen. Ik, jij, het vrolijke Brabantse ‘gij’ (dank Adriette), wij, jullie, zij, zelfs hullie of gullie kun je probleemloos gebruiken in je tekst zonder een groep mensen uit te sluiten van deelneming.
Maar zodra we over een ander spreken in de derde persoon moeten we direct onthullen of we het hebben over mannen of over vrouwen. Die andere soorten vallen sowieso af. Er is geen verzamelnaam. Dat valt vooral op als het over algemeenheden gaat: ‘Als klant zal zij deze aanbieding graag willen kopen.’ Of: ‘Wie problemen heeft met zijn ontlasting, moet altijd geholpen worden.’ En zelfs als we echt niet weten of we te maken hebben met een man, vrouw of anders, moeten we taalkundig de knoop doorhakken: ‘Wie z’n boek is dit?’ alsof alleen mannen hun boek vergeten in de trein.

Damesbladen liegen over ons

Veel damesbladen lossen dit taalprobleem op door het pretentieuze ‘wij’ te gebruiken. Een zin als ‘Wie besteedt er geen zorg aan haar tuin?’ wordt vanzelf: ‘We besteden allemaal graag zorg aan onze tuin.’ Dat is weliswaar bewijsbaar gelogen, maar de redacteur (m/v) van dienst kan ermee geheim houden dat hij/zij heus wel weet dat de lezer/-es bijna altijd een vrouw is.
Het genderneutrale ‘wij’ helpt meteen een andere zorg om zeep: spreek je je lezer aan met ‘je’ of met ‘u’?
‘Je streeft naar gezelligheid in je huis’ zul je in de Libelle niet tegenkomen om die reden: ‘We streven naar gezelligheid in ons huis,’ staat er dan. Nou jaaaa! Zoiets mag je toch nooit beweren als daar geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is dat uitwijst dat 90% of meer van de mensen inderdaad onder die ‘we’ valt?
Maar ‘we’ suggereert net als ‘je’ wel fijn dat het een algemeen geldende wetmatigheid is. En dat zonder een vertrouwensband met de lezer te suggereren door haar amicaal ‘je’ te noemen terwijl ze liever het ouderwetse maar respectvolle ‘u’ had willen lezen. Woordmeester Wim T. Schippers introduceerde als Jacques Plafond ooit het multiwoord ‘ju’ om dit je/u-dilemma voorgoed uit de weg te ruimen. Waarvoor dank.

Kijs oplossing is ‘kij’

We zijn van goede wil. Nu meer dan ooit. Dat mag niet ontaarden in spuuglelijke teksten vol keuzemogelijkheden. Als er overal slashes staan struikelt de lezer elke regel opnieuw.
Hij/zij ziet zijn/haar leesplezier dan grondig verpest door politiek correcte slashes die hem/haar alleen maar afhouden van de inhoud. En de queers en al die andere tussenvormers voelen zich nog steeds buitengesloten, al maakt kij daar waarschijnlijk ook geen einde aan.
Vandaar dus het voorstel om ‘kij’ te introduceren als all inclusive persoonlijk voornaamwoord. Overkoepelend. Niet inplaats van hij, zij of het, want als het van belang is wil ik juist heel graag weten of ik met een man, vrouw of anders te maken heb. Kij is voor alledaags gebruik bij algemene beweringen waarbij het er helemaal niet toe doet of er wordt gesproken over een hij, zij of het. Het is de overkoepelende derde persoon enkelvoud. Eentje waar iedereen zich vrijelijk in kan herkennen. Ongeacht kijs sekse. Of de lezer hiermee direct gediend is… Och, kij zal er aan wennen, daar ben ik van overtuigd.
De overkoepelende derde persoon enkelvoud KIJ werd ontwikkeld tijdens een schrijfcoachingssessie met Beeldkrachttherapeute en enthousiast Blufscrabbelaar Caroline Franssen.
N.B.: bij de discussie over de invoering van een overkoepelende derde persoon enkelvoud is ook XIJ gesuggereerd. Misschien nog wel mooier omdat X altijd al staat voor ‘onbekend’ en ook voor het markeren van een mysterieuze maar begerenswaardige plek, bijvoorbeeld op een schatkaart. Hmmmmm… Xij heeft wel een punt!

Schrijver ben je niet. Je wordt het.

Buiten schrijven - schrijfweek in FrankrijkAl een paar weken zit ik me te verheugen op eind september. Dan start de schrijfweek in het pittoreske Saint Jean de Duras, bij Bordeaux in de buurt.
Vandaag stuurde ik de eerste huiswerkopdracht naar de deelnemers. Mensen die willen schrijven. Maar schrijver ben je niet. Nooit. Je wordt het. Daar helpt die schrijfweek bij.
Beetje weten wat we doen? Stilletjes meeschrijven? Dat kan.
Dit is de opdracht.

SCHRIJFOPDRACHT

-Schrijf een korte introductie van jezelf en je schrijfverlangen
-Kies als titel je eigen naam, dan een komma en de toevoeging ‘Schrijfster’
-Begin de introductie met je herinnering aan dat wat je beschouwt als je eigen eerste tekst
-Eindig de introductie met je favoriete toekomstbeeld van jezelf op schrijversvlak.
-Je laatste zin is: ‘En dat is nog maar het begin.’
-Maximaal 500 woorden (minder mag). Word heeft een woordentelfunctie.
-Uiterlijk ZONDAG 23 JULI mailen
-Deze schrijfvoorbereiding is niet facultatief en maakt deel uit van de schrijfweek

Schrijf niet te goed

Hierbij ook alvast mijn dringende verzoek aan iedereen (en dit blijft gelden voor de hele schrijfweek): maak je tekst niet te goed, want dat is ontmoedigend voor anderen.
Vragen? Twijfels? Mail me gerust even.
Oh, en als je hierdoor ontdekt dat je je toch nog wilt inschrijven voor de schrijfweek in Frankrijk: mail me even.
Ik verheug me op je tekst.


Dit is mijn introductietekst. De andere teksten krijg je alleen te lezen als je meedoet met de schrijfweek. Duhhh…

YOEKE NAGEL,  schrijfster

nieuwe schrijftechnieken lerenMijn opa trok met een ernstig gezicht een bruinig blaadje van het kladblok op zijn houten buro en draaide het in de gietijzeren tikmachine. ‘Nou. Nu kun je schrijven. Toe dan maar,’ zei hij, want ik had ‘m heel trots verteld dat ik al een paar letters kende.

Zijn aanmoediging klonk voor mij als een bezwering, een toverspreuk. Nu kon ik schrijven. Maar het verhaal in mijn hoofd ging veel en veel sneller dan het vinden van de letters op het zware toetsenbord. Het moest gaan over een konijntje. Eerst zou het heel lief lijken en dan beet het een kikker dood. Zoiets was het. Na drie woorden en heel veel tijd gaf ik het stampvoetend op. ‘Jij moet het doen,’ zei ik tegen mijn oudere zusje, die enthousiast achter de tikmachine plaatsnam en zo snel als ze kon zoveel mogelijk woorden uit de rest van mijn verhaaltje optikte. Na vier regels was het eindelijk klaar. Iedereen vond het prachtig. Zelf had ik het idee dat ik er nog wel wat aan had moeten sleutelen maar mijn zusje had geen zin meer om te tikken.

Gelukkig ging het steeds beter, dat schrijven. Ik leerde blind typen, kwam in de redactie van de schoolkrant, drong binnen bij een stedelijk jongerentijdschrift en kreeg mijn eerste baan: redacteur bij de regionale omroep. Steeds als ik een gebeurtenis meemaakte, een interessante visie hoorde, een nieuw inzicht opdeed dacht ik: ‘Dit moet iedereen weten! Iemand moet het ze vertellen en ik ben dat.’ Dus schreef ik en publiceerde. Als Loesje, in tijdschriften en kranten.

Het begon me op te vallen dat lezers vaak heel andere dingen onthielden van mijn teksten dan dat wat ik belangrijk vond. Die frustratie moedigde me aan om anders te gaan schrijven. Beter. Langer ook en sneller. Tegen betaling. Dat laatste was wel een keerpunt in mijn verlangen steeds beter te schrijven. Drie artikelen in een dag leveren meer op dan eentje in een week. Goed genoeg werd het nieuwe goed. Maar broodschrijven voelt niet als een creatief proces. De hunkering naar toveren met woorden, een wereld scheppen en tot leven brengen zoals sommige boeken voor me deden, dat bleef.
En langzaamaan, zal wel een leeftijdsdingetje zijn, groeide ook het verlangen om mijn eigen inzichten en ontdekkingen te delen met anderen. Ik schreef een roman. Een oefening. Mijn eerste boek dat gepubliceerd werd was een beschrijving van het sterfproces van Anneke. Met zwartwit foto’s van Michiel Wijnbergh. In het licht van de dood is elke zin een altaartje dat respect draagt voor het leven. Ik genoot van het ambachtelijk fijnslijpen dat die verantwoordelijkheid me opleverde. En van samenwerken met Michiel, natuurlijk.
Als hoofdredacteur leerde ik veel over de anatomie van teksten. Ik publiceerde nog 13 boeken. Schrijver ben je niet, je wordt het. Maar het boek dat ik echt moet schrijven gaat over het leven van mijn grootmoeder. Na vijftien jaar heb ik er dertien hoofdstukken van. Straks is het af. Dan kan die geschiedenis worden afgesloten. En dat is nog maar het begin.