Vind ik leuk!

Vind ik niet leuk. Maar wat dan wel?

“Onze lieve vriend is aan zijn laatste reis begonnen,” las ik op Facebook.
‘Vind ik leuk!’ hadden al 3 mensen geklikt.
Natuurlijk vinden ze het helemaal niet leuk dat onze lieve vriend overlijdt. En natuurlijk moeten we de intentie goed rekenen: medeleven, gedeeld verdriet, ondersteuning en troost voor de andere Facebookers die met het bericht geconfronteerd zijn. Maar er is nu eenmaal slechts 1 emotie beschikbaar op Facebook: leuk. ‘Een technische onvolmaaktheid,’ vergoelijkte iemand toen ik er een opmerking over tweette.
Nietes. ‘Vind ik leuk’ is een zorgelijk symptoom van hoe we op dit moment in moordend tempo vervlakken. ‘Leuk’ is niet alleen de enig mogelijke reactie op Facebook-berichten, het is ook de uitdrukkelijke opdracht voor de gewenste sfeer in artikelen voor tijdschrift, dagblad of magazine.
Tekst moet leuk zijn. Leuk en kort. Daarmee vallen heel wat uitstekende journalistieke onderwerpen ‘om technische redenen’ af. De organisatie die onderduikadressen zoekt voor uitgeprocedeerde vluchtelingen, de sociologische duiding van kookprogramma’s, de psychologische achtergrond van verzamelwoede, de keerzijde van designhonger… We gaan geen klanten krijgen voor die verhalen. Te ingewikkeld, te somber, teveel woorden nodig om zoiets uit te leggen, zit niemand op te wachten.
De eindredacteur van dienst steekt z’n duim omlaag. Vind ik niet meer leuk. Klik. Weg.
Tijdschriften moeten leuk zijn. Leven moet leuk zijn. Je werk moet leuk zijn. Je relatie moet leuk zijn. Vind ik op zich leuk, natuurlijk. We hebben immers na eeuwen worstelen het calvinisme achter ons gelaten.
Maar als alles echt alleen maar leuk is, is er geen lol meer aan. Alleen ‘leuk’ zien, meemaken, lezen, schrijven en leven, verandert ons in blije zombies. Je ontwikkelen doe je door uitdagingen en confrontaties aan te gaan met dat wat je juist niet kan, niet durft, niet wil, niet leuk vindt, maar toch probeert. Je doet het door problemen en misstanden tegen het lijf te lopen en dan te zoeken naar oplossingen, door op te bouwen, fouten te herstellen, falen toe te geven, iets nieuws te creëren, door te zetten, bij te leren, uit te proberen, om te vallen en weer op te staan. Niet leuk. Nee. Maar jezelf ontwikkelen, beter worden dan je al was is juist keileuk. Al ga je – is mijn vrees – de komende jaren nergens meer lezen hoe je dat ook al weer doet.
Vinden tijdschriftenmakers, tv-redacties en adverteerders namelijk niet leuk.
Leuk 2012. We hebben geen andere optie.

Wabi Sabi – de schoonheid van de imperfectie

De plek waar het licht binnen komt

Kunstwerk van Arild Veld


“There’s a crack in everything. That’s how the light gets in.”
De dichtregel werd beroemd toen Leonard Cohen, de Maestro, het zong, maar eigenlijk schreef de Perzische dichter Rumi het. ‘Er zit een scheur in alles. Zo komt het licht binnen.’
Dat geldt in hoge mate voor een dierbaar kopje, nog van mijn oma geweest, waar een scherfje af is. Voor de vergeelde foto en voor het laken met een klein hoekje verstelwerk, met zorg aangebracht. Wabi Sabi.
De tijd dat we alles wegpleurden als het niet meer perfect was is gelukkig voorbij. Natuurlijk, we leven nog steeds in overvloed. Maar we repareren ook weer spullen. En we neigen er zelfs voorzichtig naar om ook mensen met een rimpel of een bizar deukje in de creatieve geest te waarderen. Wabi Sabi.
Lees het artikel dat ik schreef over WabiSabi voor Libelle Balance in 2011

Schoonheid van imperfectie

webtekst-150x150Wabisabi is een prachtig principe uit de Japanse filosofie en betekent, kort samengevat: de schoonheid van de imperfectie. De vijver leeft pas als het perfect rimpelloze oppervlak wordt bewogen door de kikker die er in springt. Marketing en reclame zijn bij uitstek gebieden waar ons jarenlang juist ‘perfectie’ werd voorgeschoteld. Het perfecte jongetje met petje grinnikt om z’n pindakaas. De perfecte vrouw steekt haar perfecte voet in een perfecte schoen. Om doodmoe van te worden, al die gladde perfectie. Beledigend, ook wel. Want tijdenlang leek het alsof imperfectie geen bestaansrecht meer had. Althans; niet in het openbaar, niet in de foto’s en films op t.v., in krant en tijdschrift. Dat geeft problemen natuurlijk, al was het maar omdat we zelf maar al te goed onze eigen imperfectie kennen en die dus steeds harder onzichtbaar proberen te maken. Botox. Sausjes. Alter ego’s. Tegelijkertijd werd het verlangen naar ‘echt genieten’ steeds heviger – gestimuleerd door diezelfde advertenties. Maar hoe kun je echt genieten als je je schaamt voor je imperfectie?

Perfectie houdt de dood buiten

Toegegeven. Perfectie lijkt aantrekkelijk. Het houdt de gedachte aan verval en de dood buiten. Zodra het duister zich aandient, in de vorm van slijtage, een vlek, een kras, een afgebroken pootje, verwijderden we het uit onze samenleving. Zelfs oude mensen, met rimpelige lichamen, hebben we liever niet in ons blikveld. Hoe dichter we het verval en de dood op onze hielen voelen, hoe krampachtiger we ons omringen met perfectie.

Transformatie wint van perfectie

Het lijkt daardoor misschien alsof wij, mensen, de baas zijn over de materie, maar misschien heeft de materie wel van ons gewonnen. Die begerenswaardige staat van perfectie is immers uitsluitend vol te houden door strikt levenloze voorwerpen. De vaas die nooit gebruikt wordt kan in alle rust perfect van vorm blijven. Een auto die altijd in de garage staat loopt nooit een deukje op en blijft prachtig in de lak zitten. Kiezen voor leven betekent bereid zijn te veranderen, een deukje op te lopen. Wijs worden betekent verdriet verwerken, pijn voelen. Wie die donkere kant van het leven buiten wil sluiten, komt nooit tot volle bloei.
Waar de donkere kant van het leven steeds voelbaarder aanwezig wordt – tijden van economische crisis, bezuinigingen, het wegvallen van zekerheden en meer rampspoed – is de perfectie al snel niet meer in stand te houden. De beweging, het leven, de ontwikkeling, de natuurlijke weg van ontstaan – groei – bloei – verval – transformatie wint van het statische levenloze perfecte.

Creatie is imperfect

oefeningbaartkunstWie schrijft of op een andere manier creeert, weet dat je creatie alleen in je hoofd perfect is. Tijdens het schrijven, schilderen, timmeren of tuinieren, heb je te maken met noodzakelijke praktische aanpassingen. Je verhaal gaat een andere kant op dan je had gepland. Het blauw dat je mengde blijkt paarser te zijn dan je het bedoelde. De elegante zwaluwstaartverbinding werkt niet goed met dit hout. Hoe dan ook: er komen barstjes in het perfecte beeld van wat je zou gaan maken, omdat je het maakt.
Kun je dat niet verdragen, blijf je verkrampt vasthouden aan hoe het had moeten worden, dan kun je niet creeren. Daarom is ‘de kunstenaar’, waaronder ik iedereen versta die iets nieuws toevoegt aan de wereld, materie, beeld, idee of evenement, per definitie overgeleverd aan wabi sabi. Geniet er maar van. Daar zonder zou er niets zijn. En vooral jij niet.